Feestlied. m Wm Mijlpalen in de historie van het Huis van Oranje y't fj i De geboorte van Prinsen en Prinsessen HXAR HEM'S DAGBEAD Naar aanleiding van de blijde ge beurtenis in de Koninklijke Fa milie, geven wij in onderstaand artikel eenige bijzonderheden over de geboorte van Prinsen en Prinsessen uit het Huis van Oranje. P 24 April 1533 schreef de Graaf van Nassau in zijn dagboek: „Anno etc., XXIII off dornstag den XXIIIJ Aprilis had die wolgeborne Juliana von Stolberg etc., greffin und frau zu Nassau Catzenelnbogen und Dietz, züschen zweyen en dreyen, doch allernechts dreyen uhren mor gen vormittags im schloss Dillenbergk ein kyndlein menschlichs Geschlechts der na me sol Wilhelm heissen zur Welt geboren". Hiermee was door den vader de geboorte aangekondigd van zijn zoon Willem, die later de grondlegger zou worden van de dynastie der Oranjes in Nederland. Zijn vader en moe der waren, na beiden reeds het echtelijk geluk gesmaakt te hebben, in 1531 in het huwelijk getreden. Hieruit werden, behalve Willem, nog 7 dochters en 4 zonen geboren, terwijl de huiselijke kring nog vergroot werd door neven en nichten, die in de familie der Nassaus op genomen werden. Het huwelijk van de ouders van Willem was zeer gelukkig en beiden legden zich met zorg op de ontwikkeling en de opvoe ding van hun talrijke kinderen toe. De hofschool te Dillenburg Op het kasteel de Dillenburg werd een groote hofschool ingericht, waar de kinderen van leeraren, door. den Graaf van Nassau met zorg uitgezocht, onderwijs kregen. Dit was buitengewoon veelzijdig; niet alleen werden de schoolvakken lezen, schrijven en rekenen onderwezen, maar ook kregen de kinderen les in plant- en dierkunde, waartoe ze met hun leeraren wandeltochten in de heerlijke omge ving van het kasteel maakten. Voorts waren er talrijke dieren, zooals paarden, honden, vreemde vogels en zelfs een aap voor den jon gen prins op het kasteel bijeengebracht. Aldus was de jeugd, van Prins Willem van'Nassau buitengewoop gelukkig, maar toch begon ook voor hem spoedig de ernst des levens. In Juli van het jaar 1544 werd hij verrast door den dood van zijn neef, René van Chalons, die zijn landje Oranje, in het Zuiden van Frank rijk,, aan hem vermaakte. Hiermee was de blijde'jeugd van den' Prins feitelijk al afgeloo- pen want nu moest hij aan het hof Karei V te 'Brussel komen; daar deed hij aanvankelijk als page diénst, maar tevens werd hij opge voed om naderhand zijn verantwoordelijke betrekking als Prins van.Holland en Zeeland te kunnen aanvaarden. Zoo gelukkig als de gebooorte van zijn klein- zoönWillem II was, zoo droevig was de geboor te van zijn achterkleinzoon Willem III, den lateren Koning-Stadhouder van Engeland en Holland. Met een geweldige pracht en praal werd de geboorte van Willem II gevierd op 26 Mei 1626. Hij was de zoon van Stadhouder Frede- rik Hendrik, die de jongste zoon van den Prins van Oranje was. Aanvankelijk had men veel moeite gehad Frederik Hendrik tot een huwelijk te bewegen, waar hij niet van dezen knellenden band hield.. Toen hij evenwel kennis gemaakt had met een' van de hofda mes van het BoheeJtsche Hof, Amalia van Solms, begon hij er anders over te denken en in 1625 trad hij met haar in het huwelijk. Groot was zijn blijdschap, toen hij in Mei 1626 bericht kreeg, dat zijn vrouw hem een zoon, Willem II, geschonken had. Alom werd de mare met trompetgeschal en vroolijk klokgelui begroet, terwijl de helle bardier, die het bericht van de geboorte aan den voorzitter der Staten-Generaal over bracht. met drie dubbele gouden rijders be loond werd. Met groote plechtigheid werd het kind, de jonge aanstaande stadhouder en opvolger van zijn vader, ten doop gehouden door zijn grootmoeder de koningin van Bohe- men. De vreugde in het land was geweldig, in het geheele land werd feestgevierd, de dichters wijdden er hun mooiste gedichten aan. Tragiek.. Hoe treurig was in tegenstelling daarmee de geboorte van den zoon van Willem II, Wil lem III. „Den 14den November 1650, wesente Maandagh avondts omtrent quartier uyr voor negen, heeft de princes royal een jonge prins gebaert". Aldus teekende Frederik Schoon, kamerdienaar van Willem II, de geboorte van Willem III aan. In de drie weken, daaraan voorafgaande, was er heel wat gebeurd. Op 28 October van dat jaar was de Prins, Wil lem II, 's morgens al heel vroeg in Den Haag- aangekomen. daar hij zich reeds te Dieren niet goed gevoeld had.. Toen hij thuis kwam, bracht hij eerst een bezoek aan zijn vrouw, Prinses Maria Stuart, maar ging vervolgens dadelijk naar bed. Al spoedig bleek, dat hij de kinderpokken had, een ziekte, die vroeger veelvuldig voorkwam. Ook met het oog op de prinses, die in blijde verwachting was, wer den allerlei voorzorgsmaatregelen genomen, voor het geval dat de prins mocht komen te overlijden. De prinses mocht hierin echter niet gemoeid worden, daar dit voor haar toe stand niet gewenscht was. Op 6 November nam de ziekte plotseling een zeer ongunstige wending, zoodat men zelfs nog aan vergif tiging dacht en reeds 's avonds om negen uur overleed hij. Eerst acht dagen na den dood van zijn vader zag het nieuwe prinsje het levens licht Iedereen was diep onder den indruk van den plotselingen dood van den prins en men voelde zijn heengaan als een zwaar ver lies, vooral de weduwe, Maria, maar ook de moeder van den overleden prins, Amalia van Solms. De eerste jeugd van Prins Willem III was niet gelukkig, daar reeds onmiddellijk na zijn geboorte een strijd tussehen zijn moe der en grootmoeder ontbrandde, over de sLoopplechtifiheid en over hal voogdijschap. Bij de doopplechtigheid in de kerk deden zich onstichtelijke tooneelen voor, daar men niet wist, wie het kind dragen moest. Na lang twisten en ruziemaken was men het over de formatie van den stoet eens. Maar de opwin ding in de kerk was zoo groot, dat de dominee zijn preek moest bekorten en men in het ge heel geen aandacht betoonde. Toch was er belangstelling voor de nieuwe telg van Oranje. Ook over den naam van het kind konden de moeder en de grootmoeder het niet eens wor den. £ijn moeder, zelf een Engelsche prinses wilde, dat hij Karei gedoopt zou worden, net als de Engelsche koningen, maar zijn groot moeder, Amalia van Solms, kon niet toelaten, dat de naam Willem uit de familie der Oran jes zou verdwijnen. Ook het voogdijschap van den prins vormde een punt van geschil. Zijn moeder Maria wenschte zelf het voogdijschap te aanvaar den, maar zijn grootmoeder, de heerszuchtige Amalia van Solms meende, dat het beter aan een raad toevertrouwd zou zijn. Aldus leefde het aanvankelijk zeer zwakke kind, dat voort durend aan erge hoofdpijnen leed, in een zeer onaangenamen strijd tussehen zijn moeder en grootmoeder. Meestal woonde hij heel stil op het slot Teylingen of op kasteel Honse- laersdijk, terwijl ook zijn opvoeding in de eer ste jaren niet erg goed was. Alles ging precies op de klok, nooit was er eens een verande ring in zijn leven, zoodat zijn jeugd volkomen kleurloos en eenzaam was. Hier kunnen wij nog even aan toevoegen, dat met Prins Willem III de rechte lijn der Oranjes uitstierf, daar hij geen kinderen had. In 1652 was een doch ter van Frederik Hendrik, Albertine Agnes gehuwd met Willem Frederik, vorst van Nas- sau-Dietz, stadhouder van Friesland. Een achterkleinkind van dit echtpaar erfde nu bij den dood van Willem III diens titel en goed en volgde op als Willem IV. Hij was dus een zijtak van het Huis van Oranje. Droevige jeugd..... Ook andere familieleden van het' Huis Oranje hebben hun jeugd beschreven. Zoo bijvoorbeeld Prinses Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van Willem V. Over haar jeugd schreef Wilhelmina als volgt: „Ik was een schuw huilerig kind; reeds op mijn derde jaar werd ik van mijn ouders gescheiden. Daar ik zeer aan hen gehecht was, deed mij dat veel leed. Nu kreeg ik een eigen gouver nante met wie ik een eigen huishouden te regelen kreeg. Ik mocht mij gelukkig prijzen, wanneer ik éénmaal per dag met de roede getuchtigd werd, meest gebeurde dit echter twee of drie maal per dag en zelfs is het mij eemaal overkomen, dat ik vijf maal afgeran seld werd. Als ik toegaf aan een vlaag van drift, had mijn gouvernante, freule von Redern, iets anders bedacht om mij te straf fen. Dan moest ik naast haar komen staan, terwijl zij aan haar schrijftafel bezig was haar correspondentie af te handelen. Ik moest blijven staan, totdat mijn driftbui voor bij was en vaak stond ik er na middernacht nog. Als freule von Redern mijn opvoeding- had moeten voltooien, geloof ik, dat zij mijn karakter niet verbeterd, maar verbitterd had". Tot zoover de Prinses zelf. Reeds van jongs af aan nam zij zich voor, dat de opvoeding van haar kinderen anders zou zijn en werkelijk heeft zij haar plannen ten uitvoer kunnen brengen. Op jeugdigen leeftijd trad zij in het huwelijk met Prins Willem V van Oranje, een goed, zacht, maar slap man. Hoewel de Prins in staatszaken on beduidend was, bleek hij toch voor zijn vrouw en kinderen een uitstekend echtgenoot en vader te wezen, prinses Wilhelmina zat met kracht achter de ontwikkeling en opvoeding van haar kinderen heen, daarbij op aardige en hartelijke wijze door haar echtgenoot bij gestaan. Zij hadden drie kinderen, Prinses Louise, Prins Willem en Prins Frederik, die zij steeds tezamen lieten spelen. Van haar eigen jeugd had Prinses Wilhelmina immers geleerd, hoe vreeselijk het was, van de ande ren afgescheiden te worden. Het meisje was de speelkameraad van haar twee jongere broers. De Prinses stelde hooge eischen aan de ontwikkeling van haar kinderen, zoodat zij zorgde voor een geregelde studie en te vens voor lichamelijke ontwikkeling. De jeugd van den lateren koning Willem I van Nederland mag, met recht door de uitsteken de zorgen van zijn moeder, gelukkig genoemd worden. Koningin Emma Hoe zonnig en gelukkig was ook de jeugd van onze geliefde koningin Emma. Op 2 Augustus 1858 werd zij geboren als derde kind van George Victor van Waldeck Pyr- mont en Prinses Helena van Nassau op slot Waldeck. Zij bracht daar een heerlijken tijd door, omgeven door haar vijf zusters en broeder. De kinderen werden opgevoed in een gezellige huiselijke en godsdienstige om geving, waar zij bescheidenheid leer den. Koningin Emma heeft daarover later zelf wel iets verteld: „Ik zal u van onze op voeding vertellen. Deze was zeer eenvoudig. We adden jarenlang een Engelsche gouver nante, die zeer sociaal voelde en ons sprak over arbeidsverhoudingen, sociale instellin gen, het leven van de fabrieksarbeiders, die toen meestal nog zeer treurig waren. Ze gaf ons niet alleen les, maar trachtte ook sfeer in het onderwijs te brengen, iets, waarvoor een kind meestal zeer gevoelig is. De indrukken, die eens een kind in zijn jeugd opdoet, wor den vaak de richtsnoer voor zijn later leven. Het stadje, waar wij woonden, was maar heel klein, slechts 2000 inwoners. Er woon den veel ambtenaren en voorts was er een goede school. Thuis leerden wij misschien iéts minder schoolkennis, maar onze belang stelling voor sociale dingen was levendig. Een diepe indruk maakte op Emma het overlijden van haar oudste zuster, die aan tering leed. Daaruit is waarschijnlijk later haar belang stelling voor zieken ontstaan, waaraan wij thans in Nederland nog de Emma-stichting te danken hebben. Na een heerlijke jeugd was het onbezorgde leventje van Prinses Emma echter afgeloo- pen. Aan de zijde van een veel ouderen man, koning Willem III van Nederland, kreeg zij heel wat zware en verantwoordelijke plichten te vervullen. Temeer, daar de dynastie in den tijd van haar huwelijk wankelde. Reeds dadelijk na haar huwelijk in 1878 kwam de tijding van het overlijden van den broer van den Koning, Prins Hendrik. Nog grooter was de slag, toen het volgende jaar 1879 het bericht kwam, dat de oudste zoon van den koning, de erfprins, 39 jaar oud, heengegaan was. Des te grooter was dan ook de vreugde in 1880, toen de Staten- Generaal het officieele bericht de wereld konden insturen, dat de Koningin het leven aan een prinses geschonken had. De vreugde van het volk weer te geven, is onmogelijk. Hoog sloegen de golven van vreugde en geest drift over het Lage Land. Nieuw gebladerte was ontloken aan den ouden Oranje-boom. Allerwegen werd de geboorte gevierd, want sterk was de indruk, dat de toekomst nu iets goeds zou brengen. Duitsche verwanten kwa men bloemen brengen aan het bed van de kraamvrouw en de vreugde werd nog veel grooter, toen de Koningin, in een fraai sleep- Met O - Dra Aan de Rood-Wit- ver - al waar gen het ver het Vor'-sten Blau - we vlag men - schen zijn o - ver zee huis ver - pand 1 Hoort het buld-ren Ie - der lacht en En de wind ver *tZal voor 't klein PRIN-SES-JE i^vcd JUICHEND 1. non-nen Hol land sta nu op de bres 2. luk-kig Ner-gens twee-dracht, haat of nijd 3. ver-der Brengt het heel de we - reld rond 4. wa-ken 't Blijft het trouw in vreugd en smart Löva •PLECHTIG 1. Zet je hart en oo - ren o-pen 2. Zóó zal Ne - der - land steeds blij-ven. 3. En men prijst een volk ge - luk - kig 4. 't Legt in die twee klei - ne hand - jes Eén en vijf - tig Een PRIN - SES Eén in sa - men - hoo - rig - heid! Dat daar - in z'n vreug - de vond. Blij ont-roerd z'n Neêr - lands hart Prinses Wilhelmina van Pruisen (17511820), de energieke vrouw van Willem V. kleed van blauw fluweel, haar kind zelf ten doop hield voor den hofprediker, ds. Koets veld. De jeugd van Wilhelmina Met innige belangstelling volgde men den groei en de ontwikkeling van het kleine prin sesje, op wier schouders weldra de geheele dynastie der Oranje's zou rusten. Immers, in 1884 overleed de eenig overgebleven zoon van den koning, Prins Alexander. In 1884 namen toen de Staten-Generaal de wetsontwerpen aan, waarbij Koningin Emma werd aange wezen als Regentes en als Voogdes over haar dochtertje. Over de eerste levensjaren van Prinses Wilhelmina legde zich al spoedig, als een gouden zonneschijn, de liefde van het volk. Overal waar Emma met het Prinsesje verscheen, steeg de volksjubel ten hemel en er groeide in ons volk een groote aanhan kelijkheid. En het was, of het Nederlandsche volk nog nader kwam tot zijn prinses, nog nader ook tot zijn koningin, toen in 1890 de oude grijze koning stierf en de troonopvolg ster ook in waarheid Koningin geworden was. Toen stond aan den voet van de Troon, een tienjarig, blond kind: de Prinses, de Troonopvolgster. Hiermee was de blijde jeugd van Prinses Wilhelmina afgeloopen. Was zij eigenlijk reeds van af haar vierde jaar, na den dood van haar oom, voor het aanstaande koningschap voorbereid, nu maakte men er nog meer haast mee, want immers, op haar achttiende jaar zou zij officieel als Ko ningin gekroond moeten worden en vóór dien tijd had zij nog heel wat te leer en, wat een toekomstige Koningin weten moet. Dagen van spanning Op de geboorte van Prinses Juliana heeft Koningin Wilhelmina lang moeten wachten. Bittere teleurstelling was, na haar huwelijk met Prins Hendrik van Mecklenburg-Schwe- rin, eerst haar deel geworden. In deze pe riode overviel haar een ernstige ziekte. In angstige spanning vroeg men zich af, of nu eindelijk, na vierhonderd jaar, de dynastie der Oranjes zou uitsterven. Tot dat plotse ling die schoone en onvergetelijke dag kwam, waarop de mare door het land ging, dat de Koningin in blijde verwachting was. Zou wel ooit de geboorte van een vorstenkind met zooveel vreugdevolle gevoelens zijn verbeid, als toen de geboorte van het kleine Oranje kind, dat de dynastie zou doen opleven van een geslacht, waarvan de historie zoo innig met ons volksleven is samengeweven? Dagen van angstige spanning volgden, totdat ein delijk op den morgen van 30 April, 's mor gens om zeven uur bekend gemaakt werd, dat de Koningin van een dochter bevallen was. De vreugde in ons land kende wederom geen grenzen. Eindelijk was dan het lang verbeide koningskind gekomen. Met groote zorg en bijgestaan door uitste kende krachten heeft Hare Majesteit de op voeding van haar dochter ter hand geno men. Toch vergat zij daarbij nooit, dat het Prinsesje ook recht had op een eigen jeugd. Heel aardig zijn de anecdotes, die over het eerste levensjaar van Juliana de ronde doen. Op 21 Mei 1909 mocht het kleine prinsesje voor de eerste maal op den arm van haar verpleegster een luchtje in den tuin van het koninklijk paleis scheppen. De schildwacht, die op post stond, kende zijn plicht en sloeg aan, toen het prinsesje voorbij kwam. De verpleegster vertelde dit naderhand aan Prins Hendrik, die dit zoo buitengewoon aar dig en attent vond, dat hij den man bij zich liet roepen. Als belooning mocht de schild wacht kiezen tussehen een gouden horloge met inschrift of een diamanten dasspeld. Toen de Koningin eenige weken na de ge boorte van haar kind een bezoek aan Sche- veningen bracht, bood men haar tijdens den rijtoer een mooie bouquet bloemen aan, met het verzoek, deze aan de kleine Prinses te willen overhandigen. Vriendelijk lachend aan vaardde Hare Majesteit het geschenk, terwijl zij naderhand nog eens per brief haar dank bevestigd heeft. Ook is het begrijpelijk, dat de Koningin wel eens een tijdje met het prinsesje op het Loo in de heerlijke bosschen ging doorbrengen. Dan mochten de kinderen van Apeldoorn wel eens aan de wieg van het koningskind komen, om er wat bloemen op neer te leggen. En dan tenslotte nog een aar dige bijzonderheid over een Friesch dorpje. Bij de geboorte van de prinses, luidde de koster de klokken van den toren zoo hard, dat ze braken. De Koningin hoorde nader hand van het ongeluk en echonk de ge meente een nieuw stel klokken met een in schrift er in, ter herinnering aan het merk- waai'dige feit Dit alles getuigt sprekend van de liefde van ons volk voor de Koninklijke Familie en ook van de genegenheid van het Huis van Oranje voor de Nederlanders. De blijde boodschap In het jaar 1937 heeft het Nederlandsche Oranje-hart sneller en warmer geklopt dan ooit te voren. Immers, in dit jaar werd de aanhankelijkheid van ons volk aan het Huis van Oranje zoo mogelijk nog grooter, nog inniger, door de jongste gebeurtenissen. Hoe groot toch was de vreugde, toen onze Prinses in het huwelijk trad met Prins Bernhard, die zich in korten tijd buitengewoon popu lair had weten te maken, maar deze vreugde werd nog overtroffen door de jubel, die er op ging, toen de Prinses zelf door de radio aan het Nederlandsche volk bekend maakte, dat zij een blijde gebeurtenis tegemoet zag. Niet alleen het feit van deze mede- deeling, maar evenzeer de delicate en gevoel volle wijze, waarop zij gebracht werd, heeft ons land ontroerd. Zonder twijfel zal het koningskind met groote liefde door het Nederlandsche volk in zijn midden opgenomen worden en zich kunnen verheugen in de war me aanhankelijkheid van geheel Nederland. M.»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 30