H'
Juicht
nu, volk van Neerland,
Hoe Haarlem feestvierde op
30 April 1909
Op 18 Mei was het
gemeente-feest
Prinses Juliana's geboorte
werd met enthousiasme
gevierd
En op 18 Mei werd dit feest, dat zooals
(boven vermeldt door den Raad met alge-
meerie stemmen was goedgekeurd, gehouden.
En het is een feest geworden dat klonk als
een klok, niet een bloemenoptocht, concerten,
kinderspelen, illuminatie, vuurwerk, te veel
om allemaal nog eens breedvoerig te vertellen.
Men zou kunnen zeggen dat de pret van 30
April nog eens „dunnetjes" overgedaan werd.
Overigens behoeft men dat „dunnetjes" hier
niet al te letterlijk op te vatten.
„En B. en W. zeiden van ja en de Raad zei
van ja en toen ging 't er maar weer op los",
staat in een artikel van 18 Mei.
„Met milde hand tastte 't Gemeentebestuur
in den buidel. Wat men eerst gedacht hadt
een kinderfeest met een extra bedeeling aan
de armen, dat is door dè goede zorgen van.
„Koninginnedag" weer uitgedijd tot een feest
dag van kwart voor negen 's morgens tot twee
uur 's nacht".
En dit was dan de impressie van de Haar-
lemsche feeststemming bij de geboorte van
Prinses Juliana, nu ruim 28 jaar geleden.
Thans is zij zelf tot het moederschap ge
roepen en nog hechter is de band geworden,
die ons met het Oranjehuis verbindt. Dat de
feestvreugde dienovereenkomstig zal zijn, daar
over behoeft wel geen twijfel te bestaan. Laten
wij dit feest dan op even waardige en prettige
wijze vieren als het in 1909 gebeurd is.
r edenmorgen bereikte ons de
heuglijke tijding, dat het
Nederlandsche Volk een
Prinses is geboren. Aldus
Haarlem's Dagblad op 30 April 1909,
de geboortedag van H.K.H. Prinses
Juliana.
Een uitbundige vreugde heerschte in het
geheele land bij het bekend worden van de
blijde mare. Ook Haarlem heeft van deze
feestvreugde ruimschoots haar deel gehad. In
alle stadswijken was die echte jolige stem-
mihg, die vele ouderen zoo dikwijls met wee
moed „aan dien goeden ouden tijd" tenig doet
denken.
En toch zoo lezen we in Haarlem's Dag
blad van 1 Mei werd nergens de goede orde
verstoord, sloeg nergens de geestdrift over in
bandeloosheid. Maar bovenal, zoo zegt deze
verslaggever, valt de leiding van het geheel te
roemen. Dat het bestuur van „Koninginne
dag" de kunst verstaat Oranjefeesten in elkaar
te zetten, dat weet men zoo zoetjes aan wel.
meer, dat men op geen week na kon
weten, wanneer de dag er zou zijn.
Maar, en uit de verdere verslagen blijkt dit
ook duidelijk, alles is uitstekend verloopen
en daardoor worden alle last en moeite
vergoed.
Het feest begon al des middags. De roei- en
zeilvereeniging „Het Spaarne" had een water
optocht georganiseerd waaraan door vele
booten werd deelgenomen. Alle bootjes waren
met oranje-vlaggetjes versierd, de roeiers wa
ren allen in 't wit gekleed met oranje sjerpen
die hier kleurig bij afstaken. Het was een wel
geslaagde fleurige feesttocht en het „Spaarne"
kon, blijkens het verslag, met pleizier op dezen
tocht terugzien.
Ook het „Kriens-coneert" op de Groote
Markt werd door duizenden bijgewoond.
Het Haarlemsch kinderkoor bracht in den
vooravond een aubade voor de woning van den
toenmaligen Commissaris der Koningin, mr.
G. van Tienhoven.
Natuurlijk werd ook een concert gegeven in
de Groote Kerk waarvoor eveneens de belang
stelling zeer groot geweest moet zijn.
De heer F. de Witt Huberts heeft daar o.a.
een gedicht voorgedragen, dat wijlen Dr. J. B.
Schepers voor deze gelegenheid „expresselijk"
had geschreven en dat tot titel had: „Ter
blijde- geboort' van een prinses".
Een fragment uit dit gedicht volgt hier
onder:
3==? i' T=3=
LEVENDIG
4h* -
1. Juicht tiu. Juicht nu volk van Neêr - land
2. In de ste - den, in. de dor - pen
3. Zie, "t ge-luk trekt door de stra -• ten
4* 'n Schoo-ne wensch ging in ver vul - ling
laaiende toortsenlicht met lange tongen, het
luchtzwart inlekkende met vreemdrossige
schijnen en uitwalmende zware gerekte-taaie
smook. Daartusschen, daar rondom de kinde
ren bij honderden oranje-vuur cylindertjes en
roodwitblauwe lichtbollen der lampions, festij
nend in het duisterDaarbij vóór elk onderdeel
van den stoet de bleek-witte transparanten
En toen dat alles optrok met gang en tegen-
gangen toen die vuurlijn slangelde over
de breede ruimte, toen was 't een orgie van
licht; een genot van kleurige vuurwemeling.
Maar veel aandacht om te peinzen over al
dat moois, had je niet, want er joolde al zoo'n
feeststemming onder de feestgangers, dat je
telkens uit je gemijmer weggeschrikt werd
doord de liederen, die er spontaan aangehe
ven werden."
Langs de Botermarkt, Gierstraat, Groote
Houtstraat ging het naar de Groote Markt,
waar het Stedelijk Muziekcorps, onder leiding
van den heer Kriens een fraai program „was
gaan uitvoeren", wat natuurlijk weer bijzon
der veel belangstelling trok.
De fakkeloptocht ging vervolgens naar het
huis van den Commissaris der Koningin op de
Nieuwe Gracht.
Maar na ontbinding van den stoet was de
pret nog lang niet afgeloopen.
Het gemeente-feest op 18 Mei
Een fakkeloptocht
1Ju - belt op deez' vreug - de dag
2. Langs de stra - ten, steeg en plein
3. Ie - der voert het met zich mee
4. En het volk van Ne - der - land
Siert uw hui - zen, siert uw da - ken
Al - om vreug - de en ge- ju - bd
En de flad - der - en - de vo - ge^s
Heeft zijn hart met nieu - we lief - de
irqret hoogtepunt van het feest werd wel ge-
•ini vormd door een fakkeloptocht. Op het
Duelenveld werd de stoet opgesteld en hoe
mooi het was, wel oordeelt u zelf maar:
Dat kleur lichtfeest! In den donkeren
avond, die rondom huifde, flakkerde op het
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN j
riADRUK VERBOOen
„Hier (op de Gr. Markt) werd. de
stoet ontbonden. Maar aan naar huis
gaan dacht men niet. De huldigende
stoeten bleven uit en ter na rondtrek
ken. Er kwam geen einde aan 't gejoel
en gehos. Zelden zagen we zulk een
ontzettend-groote menigte in onze stad
bijeen. De geheele Markt was één
zwarte door elkaar krioelende massa
met dikke uitloopers naar alle op ons
hoofdplein uitmondende straten, 't
Geleek uit de hoogte een reusachtige
spin met beurtelings uittrekkende en
intrekkende pooten naar gelang de
menigte de straten in de omgeving in-
hoste, of weer terug naar de Markt
drong.
In de tuinzaal van het Brongebouw werd
het feest tenslotte besloten met een daverend
vuurwerk met bal na.
Verder wenschten B. en W. bij dit feest de
kinderen een groote rol te doen spelen. Het
bedrag daarvoor noodig is moeilijk te ramen,
maar zoo heel veel meer dan het crediet op de
begrooting uitgetrokken, groot f1000.zal
het niet-zijn, aldus de heer Kruseman.
Dit voorstel van B. en W. werd met applaus
aangenomen.
Optochten en concerten, maar bovenal:
een echte jolige stemming
En met het voorjaar kwam de lang gehoopt
dag.
Daar klonk luid: „hoezee, 'n prinses is ons
geboren!"
Juich nu o volk, brandt los kanonnen, hijsch
de vlag!
In jaren was ons niet zoo'n groote vreugd
beschoren
De „Dillenburg", het kasteel waar Willem van
Oranje een deel van zijn jeugd doorbracht.
In den Gemeenteraad
Woensdag 5 Mei 1909vergaderde de ge
meenteraad van Haarlem in het Prinsenhof.
In het verslag van dien dag lezen wij dat de
plaatsvervangend voorzitter Dr. Nieuwenhuis
Kruseman een rede heeft gehouden waarin hij
uiting gaf aan de gevoelens van dankbaarheid
die de Raad van Haarlem koesterde over de
blijde gebeurtenis ten Hove. Hij gaf tevens
uiting aan de groote verknochtheid aan het
Oranjehuis. Spr. eindigde zijn rede met een:
leve de Koningin, leve de Prines. Dit werd
met een driewerf hoera beantwoord.
De voorzitter deelde vervolgens mede dat de
burgerij blijkbaar nog een feest verwacht. Spr.
stelde namens B. en W. voor aan de verpleeg
den in het Stads Armen- en Ziekenhuis een
tractatie te geven en aan de thuiszittende
armen een extra bedeeling.
Maar het gold hier voor een groot
deel niet'zoozeer het organiseeren, als
wel 't leiden van spontane uitingen
van volkshulde.
En dit was wel de groote moeilijk
heid, niet alleen, dat men alles vrijwel
in het geheim moest voorbereiden, bm
geen kunstmatig aanzien aan het
vreugdebetoon te geven, maar nog
Gelukkige ouders, te gelukkiger nu wij
Door dit prinsesje, de angst ons eindelijk
zien ontnomen,
Dat aan de dynastie, waarmee we ons
maakten vrij,
Een volksbeklemend strijdverwekkend eind
zou komen.
Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana, zooals men haar ontelbare malen bij
een of andere gelegenheid heeft kunnen waarnemen.
Het standbeeld van de Koningin-Moeder in den Haag door de Koningin onthuld.