Allerlei Justitiëele kwesties aan
de orde.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
Baggermolens
AMSTERDAMSCHE
ASPECTEN.
WOENSDAG 16 FEBRUARI 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
3
EERSTE KAMER.
Andere regeling voor echtscheiding gevraagd.
DEN HAAG Dinsdag.
Ministers van Justitie behooren tot de be
voorrechte Departementshoofden, wien het
door de volksvertegenwoordiging maar zelden
zoo lastig wordt gemaakt, dat er sprake komt
van gevaarlijke dreiging. De Kamers behan
delen Ministers van Justitie over het alge
meen met welwillendheid en met vertrouwen
Welke welwillendheid geen beletsel en welk
vertrouwen vermoedelijk een aansporing is om
bij de behandeling van Justitiebegrootingen
den Minister te bestormen met een vracht
van wenschen en verlangens van allerlei aard
en van de meest uiteenloopende waarde en
beteekenis.
Zoo gaat het gewoonlijk, en het ging van
daag in de Eerste Kamer, toen de justitiebe-
grooting aan de order was, niet anders.
De meeste sprekers betuigden instemming
met het optreden van Minister Goselïng en
verwachtten veel van zijn bekwaamheid en
voortvarendheid.
En dan natuurlijk het eerst en het meest
ten aanzien van de door hem ter sprake ge
brachte aangelegenheden..
Voordat de Christelijk-Historische heer
K o 1 f f zijn speciale wenschen uitte, sprak hij
er nog zijn vreugde over uit, dat de Minister
geen verslapping
van den huwelijks
band wil toelaten
en niet te vinden
is voor uitbreiding-
der -echtscheidings
gronden.
De afgevaardigde
wilde verder graag,
dat de Minister
nog eens zal den
ken over het denk
beeld de notarissen
te maken tot rijks
ambtenaren. Maar
met nog meer na
druk vroeg hij een
onderzoek naar de
omvang van het
euvel der zaak
waarneming.
Voorts drong hij er op aan, dat niet alleen
scherp zal worden gelet op de propaganda
van den Fichtebund die ook door mejuffrouw
Ribbius Peletier in de waakzame oplettend
heid van den minister werd aanbevolen
maar dat scherper zal worden opgetreden te
gen Nederlandsche fascistische blaadjes, als
„Zwart Front", dat z.i. reeds meermalen met
succes had kunnen zijn vervolgd.
En dan behoorde ook de heer Kolff tot hen,
die opkwamen voor de belangen der onbetaal
de volontairs bij de kantongerechten, die hun
werk doen in de hoop op een schamel be-
staantje.
De heer Van Rappard had het meer in
het bijzonder over de Pachtwet, waarin hij
de borgtochtaangelegenheid niet voldoende
verzekerd acht en waarin hij leemten ziet,
welke de rechter voor moeilijke beslissingen
zullen plaatsen ten aanzien van gevallen,
waarin niet is voorzien. Het is begrijpelijk, dat
de afgevaardigde pleitte liefst zoo spoedig
mogelijk in die lacunes te voorzien.
Nog drong hij aan op subsidies voor de
pachtbureau*
Mej. Ribbius Pe
letier, die een goed
spreekster bleek,
debuteerde met een
betoog, waarvoor
het grootste deel
gewijd was aan de
echtscheidings
kwestie. Ten aan
zien van deze
kwestie nam zij het
standpunt in dat
het huwelijk een
duurzame band
moet zijn, die niet
lichtvaardig mag
worden verbroken,
doch die ook niet
c onverbrekelijk is.
En deswege waar
schuwde zij tegen de plannen van den Minis
ter, tegen de practijk der scheiding bij af
spraak en drong zij aan op verruiming der
echtscheidingsgronden.
Verder vroeg zij om codificatie van het
Arbeidsrecht; om een regeling van het ont
slagrecht, waarbij den werknemer een lan
ger opzeggingstermijn dan den werkgever
verzekerd zou worden; om de benoeming van
vrouwelijke kinderrechters.
Haar partijgenoot de heer In 't Veld
bepleitte een spoedige herziening van het
vreemdelingenrecht en maatregelen tegen
het toenemen van het aantal woonwagens en
woonschepen, die ontduiking der woning
wetvoorschriften mogelijk maken.
Ten aanzien der echtscheidingsquaestie
sprak de heer Van Vessem (nat soc.)
zich niet duidelijk uit. Hij verweet alleen
den Minister, dat deze op het tooneel propa
ganda toestaat voor de echtscheiding, die
Auto door gesloten spoorboomen
gereden.
Bestuurder ternauwernood aan den dood
ontsnapt.
Dinsdagavond om kwart over zes heeft zich
op den overweg in den in den Rijksstraatweg
ZutfenDeventer een ongeval voorgedaan, dat
wonder boven wonder zonder persoonlijke on
gelukken is afgeloopen.
De bestuurder van een personenauto, de 59-
jarige heer D. Jager uit Eefde, die uit de rich
ting Zutfen den overweg naderde, zag de ge
sloten spoorboomen niet, met het gevolg, dat
hij door den eersten heenreed en met een he-
vigen klap tegen den juist passeerenden trein
botste, welke om 18.08 uur Zutfen had ver
laten.
De auto werd na de botsing tegen den steun
paal. waarop de spoorboom rust, geworpen.
Het gedeelte naast de stuurinrichting en
het voorste deel van de auto werden totaal
vernield. De bestuurder bleef ongedeerd en
kwam met den schrik vrij. Hij verklaarde
door een tegenligger te zijn verblind en daar
door de boomen niet te hebben gezien.
De spoorbaan heeft slechts weinig van de
wilde manoeuvre van de auto te lijden gehad.
Na een kwartier vertraging heeft de trein
zijn reis vervolgd.
hij tevens door wettelijke maatregelen wil
beperken en tegengaan.
Verder bepleitte hij maatregelen tegen
vivisectie en waarschuwde hij tegen het te
gemakkelijk toelaten van vreemdelingen en
tegen te veel naturalisaties.
De heer Wiardi Beekman (soc.dem.)
bracht het verschooningsrecht van den jour
nalist ter sprake.
Hij wees er op, dat in het gewoonterecht
van de journalistiek algemeen vaststaande
is, dat een behoorlijk journalist zijn zegsman
of zijn bron niet noemt. En bij de regeling
der aangelegenheid, welke de afgevaardigde
noodzakelijk acht, moet, betoogde, hij van
dat vaststaande feit worden uitgegaan. Een
wettelijke regeling zal dus het verschoonings
recht van den journalist moeten erkennen;
althans wanneer bij den journalist het die
nen van het algemeen belang voorop staat.
Waarbij dan ten aanzien van de beslissing
of inderdaad in het algemeen belang werd
gehandeld, de medewerking van de groote
journalistenorganisaties zou moeten worden
ingeschakeld.
Nog werd het woord gevoerd door den heer
Janssen de Lempens (R.K.) die op
nieuw een pleidooi leverde voor een regeling
der wettelijke aansprakelijkheid voor motor
rijtuigbestuurders.
De heer Kranenburg (v.-d.) die het
wat de echtscheiding betreft, eens was met
mejuffrouw Ribbius Pelletier achtte wat
meer zekerheid gewenscht ten aanzien der
gebondenheid van burgers ingevolge inter
nationale verdragen.
En verder drong hij aan op het ter hand
nemen der regeling van de administratieve
rechtspraak en van de waarborging tegen
onrechtmatige overheidsdaden.
Motorrijder merkt vrachtauto te
laat op.
Bij botsing pen in het hoofd gedrongen.
Op den straatweg GoudaBodegraven is
Dinsdagmiddag onder de gemeente Waddinx-
veen, juist op de grens van Gouda, een uit
de richting Bodegraven komende motorrijder,
de 40-jarige reiziger J. Nieuwenburg uit
's Gravenhage, tegen een vrachtauto gebotst
en vrijwel onmiddellijk gedood.
De motorrijder wilde een voor hem rijden
de vrachtauto passeeren, maar zag niet door
dat hij in een bocht reed, dat van den ande
ren kant een vrachtauto naderde. Toen hij
op het Imker weggedeelte kwam, passeerde
de tegenlegger. De motorrijder stootte met
zijn hoofd tegen een uitstekende pen van den
wagen, welke pen hem in het hoofd drong.
De ongelukkige was vrijwel onmiddellijk dood
Den bestuurder van de vrachtauto treft
geen schuld.
Willem van Konijnenburg".
Willem van Konijnenburg is dezer dagen
zeventig jaar geworden, is tot commandeur
Oranje-Nassau bevorderd en heeft dus op de
gebruikelijke wijze mogen bemerken dat hij
in de ontwikkeling der Hollandsche kunst
gedurende de laatste veertig jaar een artist
van beteekenis geworden was van wien veel
invloed is uitgegaan.
Wij willen hem in dit rubriekje huldigen
door een zijner minder vaak gereproduceer
de, doch zeer interessante werken hier op te
nemen en er iets bij te vertellen. Het is een
groote. in voorname, gereserveerde kleur ge-
auareUeerde teekening uit 1916 ongeveer en
stelt een, natuurlijk enorm vergroot, en ge-
styleerd insect voor van de familie der wa
terkevers of libellende juiste determi
neering laten wij gaarne aan de insectologen
over, daar het ons niet om het diertje te
doen is, doch om de artistieke weergeving
waartoe het den schilder aanleiding werd.
Wie voor het origineel staat en gevoel voor
kleur heeft, zal gepakt worden door de groo
te bekoorlijkheid die als kleurensemble met
weinig middelen: blauw, wit een weinig brain
bereikt werd. Zelfs op onze reproductie kan
men wel waarnemen hoe harmonieus en
elegant spel tusschen lichte en donkere par
tijen daar gespeeld wordt. Doch van meer
belang voor het begrip van het wezen van
dezen artist is nog de bouw van het lijnen-
samenstel die geheel op ons plaatje te vol
gen is. Men gevoelt dat die opbouw aller
minst toevallig, integendeel volkomen be
rekend en overdacht is. dat de constructie
van zoo een insect hier de leiddraad gaf voor
de constructie van het kunstwerk en dat we
hier verre afgeraakt zijn van de impressio
nistische teekening van het dier, zooals bij
voorbeeld een landschapschilder met enkele
veegjes een libel over het water laat zweven.
Zonder het puur schilderlij ke element (in
de kleurvorming) los te laten is hier op de
zoo ge wilt: decoratieve constructie de na
druk gelegd, en daarmee komen we voor een
kunstsoort te staan, die afwijkt van de schil
derijkunst der vorige generatie en die in ons
land, door schilders als Thorn Prikker,
Toorop, Van Konijnenburg en Roland Holst
beoefend, werken van groote beteekenis heeft
voortgebracht en nog steeds haar invloed
uitoefent. Nu is het merkwaardige hoewel
door hun leeftijd verklaarbare dat de zoo
juist genoemde artisten allen uit de impres
sionistische schilderijkunst zijn voortgeko
men, Hunne jongeren hebben daar zoozeer
geen weet van en beschouwen veelal het con
structieve alleen als hoofdzaak. In het werk
der genoemden zal men daarentegen door
hun worteling in wat vooraf ging. vaak de
prachtige vermenging van romantische ge
voeligheid met verstandelijken zin voor con
structie ontmoeten die aan hun werk den
rijkdom soms gaf die in alle kampen bewon
dering vond.
Van Konijnenburg is van de vier grooten
wellicht de meest principieele de best. ge
documenteerde. de hardnekkigste geweest.
Toch stond ook zijn arbeid aanvankelijk bin
nen de grenzen van het romantische land-
in ons land besteld.
Naar wij vernemen zijn voor rekening
van Rusland bij de werf „De Klop" te
Sliedrecht en de werf „Gusto" te Schie
dam twee groote baggermolens besteld.
Deze baggermolens zullen een capaci
teit hebben van 750 kub. meter per uur.
Zonderlinge geschiedenis van
verloofd paar.
Meisje te water gegooidmaar weer
gered.
Politie arresteert den jongeman.
De politie te Heerlen heeft een jongeman
aangehouden, tegen wien verdenking is ge
rezen, dat hij Zondagavond te Valkenburg een
poging zou hebben gedaan tot moord op
mejuffrouw C. uit de gemeente Klimmen.
Een verloofd paartje uit Valkenburg, dat
Zondagavond tegen half acht een wandeling
op den Oosterweg maakte, hoorde even voor
bij de -boerderij van kasteel Oost hevig gegil.
Korten tijd later kwamen zij een jongen en
een meisje tegen. Het meisje droop van het
water, en de jongeman, die haar vergezelde
maakte een opmerking over een hoed en een
handtaschje, dat het meisje verloren zou
hebben. Het verloofde paar vervolgde zijn
wandeling naar de Geul waarin men een
hoed en een taschje drijvende vond. De jongen
vischte het uit het water en vond in het
taschje eenige brieven, waaruit bleek dat de
eigenaresse mej. C. uit Klimmen was. Het
paar uit Valkenburg bracht de beide voor
werpen naar het huis van mej. C., waar hun
verteld werd, dat de hoed van mej. C. was af
gewaaid en dat zij bij een poging om deze uit
het water te halen, zelf in de Geul was ge
vallen.
Deze lezing blijkt echter niet geheel juist
te zijn geweest, want tegenover de politie te
Heerlen, die zich met het geval is gaan be
moeien naar aanleiding van een mededee-
ling, welke haar bereikte, dat een meisje, in
dienst bij een slager te Heerlen, met een pak
je, waarin drijfnatte kleeren zaten, was thuis
gekomen. bekende het. meisje, dat de 24-ja-
rige P. R. uit Heerlen, met wien zij reeds eeni
ge jaren verkeering had, haar in de Geul had
geworpen. Hij heeft haar er echter ook direct
weer uitgetrokken. In de boerderij van R., aan
de Geul. heeft men haar van droge kleeren
voorzien, waarna zij. in gezelschap van üen
jongeman in een taxi naar Heerlen is ge
reden. De Heerlensche recherche heeft daarop
R. van zijn bed gelicht en aan een verhoor on
derworpen waarbij hij bekende de daad te
hebben gepleegd, doch niet de bedoeling te
hebben gehad het meisje te verdrinken. Hij
had haar er ook weer direct uitgetrokken.
R. zal ter beschikking van den officier van
justitie worden gesteld.
„Vrijwillige luchtafweer bataljons"
bepleit.
Ter voorkomijig van neutraliteits-
schending in de lucht.
Leden zij die van dienstplicht zijn
vrijgesteld?
Het bestuur van de Vereeniging voor natio
nale veiligheid heeft een adres gericht tot den
minister van defensie, waarin het, na met
dankbaarheid kennis te hebben genomen van
de krachtige wijze, waarop door de regeering
versterking van ons defensiewezen in 't alge
meen ter hand is genomen, het navolgende
onder de welwillende aandacht van den mi
nister brengt:
Bij de behandeling der Rijksbegrooting 1937
in de Eerste Kamer der Staten Generaal is
door de regeering te kennen gegeven, dat geen
algemeen erkende rechtsregels ten aanzien
van den luchtoorlog bestaan en dat met name
geen zekerheid bestaat of het opzettelijk over
vliegen van een neutraal land door alle staten
als een schending van neutraliteit zal worden
beschouwd.
Naar wij vermeenen te weten aldus het
adres stelt de Nederlandsche regeering
zich op het standpunt, dat evenals geduren
de den wereldoorlog, Nederland in geval van
neutraliteit bij een oorlog tusschen naburige
landen het overvliegen met alle ten dienste
staande middelen zal moeten beletten.
Het wil ons voorkomen, dat van deze Neder
landsche opvatting in bepaalde omstandig-
hden een belangrijke preventieve werking zal
kunnen uitgaan mits aan twee voorwaarden
wordt voldaan: le. dat aan de onwrikbaarheid
van het Nederlandsche standpunt geen twijfel
mogelijk is en 2e. dat de middelen om het
Nederlandsche standpunt de noodige kracht
bij te zetten van voldoende beteekenis zullen
zijn en vooral ook in gereedheid om zonder
voorafgaande mobilisatie in actie te kunnen
komen.
Ter verwezenlijking van deze beide voor
waarden zou naar onze meening een beroep
gedaan kunnen worden voor het vormen van
b.v. „Vrijwillige luchtafweer-bataljons" op
hen, die onder de tot dusver geldende dienst
plichtwet niet voor militaire oefeningen wer
den ingelijfd of wegens broederdienst werden
vrijgesteld.
Ruwe Huid j p IJ DA I
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
Doos 30 cent. Bij
Apoth. en Drogist.
(Adv. Ingez. Med.)
Saenredam-tentoonstellin«c te
Amsterdam.
De tentoonstelling van schilderijen en tee-
keningen van Pieter Saenredam, die kort ge
leden door den heer D. Hannema. directeur
vair het Boymans-museum te Rotterdam, in
dit museum was bijeengebracht en daar zoo
veel belangstelling heeft getrokken, is thans,
met uitzondering van een enkel paneel, dat
bezwaarlijk te transporteeren was. en met
toevoeging van een .aantal teekeningen, naar
het museum Fodor. aan de Keizersgracht 60f
te Amsterdam, overgebracht.
Dinsdagavond om half tien heeft wethou
der E. Boekman de opening verricht.
Er zijn stukken uit het eigen bezit van Fo
dor en van andere Nederlandsche musea, be
nevens inzendingen uit de prentenkabinetten
van Weenen en Leipzig en uit privé-bezit, ter
wijl het grootste gedeelte van de collectie tee
keningen afkomstig is van het archief te
Utrecht.
Pieter Jansz. Saenredam. die in Juli 1597
te Assendelft werd geboren heeft het centrum
van zijn werkzaamheden steeds in Haarlem
gehad, van waar uit hij vele reizen maakte,
n.a. naar Utrecht, Rhenen, den Bosch en Alk
maar, en waar hij in 1665 overleed. Zijn werk
kenmerkt zich, hetgeen uit zijn talrijke aqua
rellen, teekeningen en olieverfschilderijen
blijkt, door een zeer bijzondere weergave van
de architectonische schoonheid van het inte
rieur en het exterieur van de kerkgebouwen,
die hij bezocht
W. A. van Konijnenburg: Zomer (diermotief) aquarel Sted. Museum Amsterdam.
schap zooals de Hagenaars het van de Bar-
bizonners geërfd hadden. Als kind kreeg
hij lessen van zijn moeder, later van d'Ar-
naud .Gerkens die hem voor de Haagsche
Academie opleidde. En reeds op achttien
jarigen leeftijd haalde hij zijn akte teeke
nen Middelbaar. Dat was vroeger ook voor
de „artisten" gebruikelijk: zelfs Breitner be
zat haar. Een eerste studieverblijf in Parijs
wordt gevolgd door een tijd schilderen in
Limburg.
Prachtige, groote, romantische landschap
pen heeft hij daar gemaakt, zwaar in de
pate geschilderd en fonkelend van kleur.
Soms ook in een gladde-émailachtige behan
deling in een simpel bruingrijs, kleinere din
gen maar altijd beheerscht. en deftig. Dan
komt in 1398 als de Haagsche School nog in
vollen bloei staat, de schilderij met de Dam
herten thans ook museumbezit die iets
geheel nieuws presenteert. De schilder is
onder den indruk gekomen van de Italiaan-
sche meesters der Renaissance, heeft Da Vinei
bestudeerd en is aangetrokken door diens
theoretische geschriften. Hij zelf zal later
ook vaak zij" inzichten op papier stellen en
publiceeren; inzichten vol technische en
wijsgeerige betoogen, die niet altijd voor den
leek gemakkelijk te volgen zijn. Een reeks
portretten gaat hij schilderen die een ge
moderniseerde renaissance voor den geest
roept: die van Boutens, van Plasschaert en
anderen. Op zijn ruime atelier in Den Haag
ontvangt hij vele leerlingen, die hij duur
zaam boeit door zijn wezen, zijn uitgebreide
kennis, zijn eigen scheppingen. Op Toorop
heeft hij een invloed, die misschien weder-
keerig was; jongere kunstenaars als Albert
Roelofs verlaten den eigen weg en worden
zijn adepten, op nog weer jongeren als Wil
lem van den Berg is zijn invloed beslissend.
Het zijn niet de minsten en zeker niet de
zelfgenoegzamen die zich tot hem aange
trokken gevoelen. En als in de laatste jaren
sprake geweest is van belangrijke opdrach
ten op het terrein der inhoudsrijke, versie
rende schilderkunst (kerkramen te Delft
enz.) heeft men ook Van Konijnenburg on
der de adviseurs en of— uitvoerders kun
nen aantreffen. Op den dag van heden is
voor de Hollandsche kunst de aanwezigheid
van een artist als Van Konijnenburg nog van
groote beteekenis en blijft het te wenschen
dat hem nog jaren van productiviteit be
schoren zijn.
J. H. DE BQIS.
De macht van het getal.
Het is merkwaardig, dat wij zooveel waarde
hechten aan het getal, dat bijna een mys
tieke macht heeft gekregen in dezen tijd.
Want zonder die drie. die vijf en die nul had
den wij het als steeds! zonder onzen
grooten Vondel moeten stellen.
Het is een grootscheepsche herdenking ge
weest waarin de hoofdstad het grootste aan
deel heeft gehad. En terecht. Immers Von
del en Amsterdam behooren onverbrekelijk
bij elkaar. Vondel heeft het lief en leed van de
stad, aan welke hij zijn hart verpand had, in
heerlijke verzen bezongen en aldus haar ze-
ventiende-eeuwsche geschiedenis zoo levend
voor het nageslacht bewaard. Hij leefde met
heel zijn ziel mee met de lotgevallen van de
Amstelstad. Het leven bruiste en tintelde er in
die dagen van bloei. Handel en scheepvaart
maakten een ongekenden groei door, de wel
vaart bereikte haar hoogtepunt, alom verre
zen de praalgebouwen uit den grond, als sym
bolen van macht en fiere zelfbewustheid. I-Iet
kon niet anders, of dit alles moest inwerken
op het gemoed des dichters en zijn weer
spiegeling vinden in de rijke pracht van zijn
taal.
Vondel was, zooals een der redenaars het
typeerde, eigenlijk tevens de groote journalist
van zijn dagen. Hij was, zouden wij zeggen,
de „stadsverslaggever" bij uitnemendheid.
Er kon geen bouwwerk worden voltooid, geen
kerk worden ingewijd, geen schouwburg wor
den geopend, of Vondel was „erbij" en schreef
zijn gloedvolle verzen.
Wie de stad en menschen uit Vondel's tijd
wil leeren kennen, hij sla de werken van on
zen „puickpoeet" op. Het is misschien wel
aardig een opsomming te geven van de ge
bouwen, welke Vondel heeft bezongen. In
tijdsorde zijn dat: de Remonstrantsche Gere
formeerde Kerk op de Keizersgracht bij de
Prinsenstraat, waarbij Vondel uiting gaf aan
zijn vreugde, dat de Remonstranten meer
vrijheid van geweten gekregen hadden,
het Athenaeum, de Schouwburg, dc Beurs,
de Nieuwe Kerk naar aanleiding van den
brand in 1645 de Blokhuizen van Am
sterdam gesticht na den aanslag van Wil
lem II op de stad het Prinsenhof Admi
raliteitsgebouw)'sLandszeemagazijn (opKat
tenburg) en het Stadhuis (thans Koninklijk
Paleis)
Zoo doet Vondel het beeld, dat de stad
in zijn dagen toonde, met al de kleur en de
kracht van zijn sterke taal voor ons op
bloeien.
Er was dus wel reden voor de Amsterdam
mers om hun grooten mede-burger van
weleer, met wien door de traditioneel e op
voeringen van den „Gijsbrecht van Aemstel"
gelukkig nog niet alle banden verbroken waren,
de hulde te bewijzen, die hem toekomt, 'n hul
de. die op de eigen stad terugsloeg.
Er is nog een bewijs aan te voeren voor de
magische kracht van het getal. De belangrijk
ste Amsterdamsche kunstinstelling, het Con
certgebouw, kan daar nu van meespreken. Had
men in deze crisisjaren met de grootste moei
lijkheden te kampen, om het hoofd boven wa
ter te houden, nauwelijks naderde het halve
eeuwfeest, of de belangstelling en hulp nam
sprongsgewijs toe. Het was of men wakker
werd, of men een gewetensplicht had te ver
vullen en zoo is het Concertgebouw dank zij
die cijfers vijf en nul een jaar zonder zorgen
ingegaan. Een krachtige toeneming van leden
en volle zalen het heele seizoen door. Men
heeft de viering van het jubileum niet tot een
enkele manifestatie beperkt, maar het ge-
heele jaar voor bijzondere concerten en het
optreden van de meest prominente solisten
gezorgd en daarmede aan het muziekleven
van de stad wel een zeer aparte glans ver
leend. Doch niet alleen Amsterdam profiteert
van dit prachtige feestprogramma, ook de
wijde omgeving en de vele steden, die het or
kest zal bezoeken. Het Concertgebouw is voor
alles een nationale instelling en het stemt tot
verheugenis, dat het haar althans dit jaar
voor den wind gaat. Het is dan ook te ho
pen. dat het niet bij deze gelegenheidsbelang
stelling zal blijven, maar dat men ook, Indien
er niets bijzonders aan de hand is, het orkest
zal blijven helpen. Het heeft er alleszins recht
op. want het vertegenwoordigt een waarde,
welke vooral in dezen tijd van depressie en
afbraak, moet worden behouden voor het na
geslacht als een element van levensverrijking
dat gesteld dient te worden tegenover al die
invloeden, welke het leven omlaag willen ha
len en vernietigen.
Tenslotte is er een derde jubileum in het ver
schiet. Het zal in Mei namelijk honderd jaar
geleden zijn, dat ..Artis" onze dierentuin, tot
stand kwam. En het zijn wel zeer zorgelijke
omstandigheden, waarin men de viering van
dit feit tegemoet gaat. Ook deze instelling,
welke veel meer beteekent dan een kijkspel,
heeft al vele jaren te worstelen met velerlei
moeilijkheden. De financieele uitkomsten der
exploitatie zijn reeds lang ongunstig, maar in
October van het vorig jaar kon worden be
richt, dat er tenminste in de ononderbroken
daling der inkomsten sedert 1931'32 niet al
leen een stilstand was gekomen, maar dat zij
zelfs in een lichte stijging der inkomsten over
ging. Maar thans, eenige maanden later, hangt
het genootschap executie boven het hoofd, om
dat de obligatiehouders hun geld opeischen.
En nu blijkt pas goed, hoe groot de beteeke
nis ook van dit instituut is. Van alle kanten
hebben de regeering verzoeken bereikt, om al
les ln het werk te stellen „Artis" te behouden,
waarbij vooral tot uiting wordt gebracht het
vele, dat de wetenschap aan „Artis" dat een
der mooiste en best-geoutilleerde dierentuinen
van Europa is, te danken heeft.
Men mag terecht hopen, dat het naderende
jubileum ook hier een magische invloed zal
.uitoefenen, zoodat alle hulpbronnen zullen
kunnen worden gemobiliseerd, om een on
dergang van dit nationale cultuur-monument
te voorkomen.
A. D. L.
Witter dan wit
worden Uw tanden indien U poetst met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL
(Adv. Ingez. Med.)
Ma» tusschen twee vrachtauto's
bekneld.
Op de Schiekade nabij het Slagveld te Rot
terdam is Dinsdag de 33-jarige hofmeester W.
F. Magito. uit de Besenerstraat aldaar, toen
hij in de file moest stoppen, bekneld geraakt
tusschen twee vrachtauto's. De man zakte in
een en is naar het ziekenhuis overgebracht,
waar hij in den loop van den dag is overleden.