SANTPOORT IN VROEGER EEUWEN
GARAGE RABO
ORPHEUS.
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938
ITAAREEM'S DAGBEAD
Wat men uit oude koopacten kan leeren.
DE DORPSTRAAT VAN SANTPOORT meer dan twee eeuwen geleden. Het zag er
in 1729 wel iets anders uit dan in 1938!
De lieer J. S. Visser te Santpoort schrijft
ons:
De onlangs opgerichte Stichting ..Vrien
den van Oud Santpoort", welke stichting ten
doel heeft de oude geschiedenis en oude
plaatselijke toestanden van ons mooie dorp
te bestudeeren en daaraan van tijd tot tijd
door lezingen met lichtbeelden meerdere be-
-kendheid te geven, mag zich reeds verheu
gen in de medewerking van vele burgers.
Zoo werden ons enkele weken geleden eeni-
ge oude koop-contracten ter inzage ver
strekt, waardoor wij in staat waren een stuk
je oude geschiedenis van de tegenwoordige
Midden Dorpstraat te reconstrueeren. In die
oude acten vonden wij tevens enkele oeroude
HolJandsche woorden. Wij hopen binnenkort
op die oude woorden terug te komen. Weet
iemand echter wat een „Toesienderhuis" is?
Heeft een uwer ooit iets hooren vertellen over
het Toesienderhuis je, dat een paar honderd
jaren geleden gestaan heeft aan het eind
van de Midden Dorpstraat bij het Santpoor
ter kerkje?
Laten wij echter bij het begin beginnen.
De flink breed opgezette Midden Dorpstraat
was enkele jaren geleden nog een echt smal
straatje. Een wagen hooi kon er met goed
fateoen niet door rijden. Komende van de
dorpstraat werd het paard bij het inrijden
even krachtig aangespoord, om althans zoo
mogelijk door het nauwste gedeelte heen te
komen. Gewoonlijk gelukte dit niet en moest
het paard zich nog eens extra 'schrap zetten
wanneer beide kanten klem liepen in de
smalle straat. En toch was dit nog gunstig
vergeleken bij 1700 en vroeger, want toen
was het straatje niets meer dan een „fuik"
zooals voorheen een doodloopend straatje
(zie Oudorp bij Alkmaar) genoemd werd.
Toen was er geen doorgaand verkeer doch
was de zijde aan de Dorpstraat met een hek
of poort afgesloten. Het was privé bezit van
de bewoners, niets meer dan een pad dat den
wijdschen naam van het „Buurwegje" droeg.
In het bekende werk „Zegepralend Kenne-
merland" vinden wij een plaat die precies dit
gedeelte van de Dorpstraat aangeeft in 1729
Het meest linkse he gebouw is de oude Wey-
man met zijn stallen en schuur, dan volgt
het afgesloten Buurwegje en daarnaast het
terrein van den toenmaligen Hendrik Maas,
nu in 't bezit van Wed. Dam.
We zien iets verder op de plaat het Hofje
en een stal met huis waarin momenteel mej.
Enschedé woont.
Deze omschrijving klopt geheel met het
geen in de diverse koopacten vermeld staat.
Wij vinden echter meer en dit wel voorna
melijk over het Buurwegje zelf. Vroeger had
den de huizen namelijk geen huisnummers.
Bij eiken verkoop werd in de koopacte nauw
keurig aangegeven, wie de buren waren die
aan alle zijden van het pand dat verkocht
werd woonde. Bij verkoop van het tweede
huis aan de Noordzijde van het Buurwegje in
1723 was de verkooper de heer Jan de Wildt.
Kooper werd toen Jan van Wijik, schout van
de Ambachts Heerlijkheid Velsen, wonende
in de Banne Santpoort. Het eigendom van
Hendrik Maas bestond toen uit den tegen-
woordigen voortuin en het huis van de Wed.
Dam waarbij dan nog de helft van het steeg
je kwam tusschen het huis van de Wed. Dam
en het huis van de familie Schneider. Aan
de Noordzijde was het huis begrensd door
den Zuidelijken toegang naar het Hofje. Het
eigendom van de Wildt, later Van Wijk, grens
de aan de Westzijde aan het Toesienderhuis-
je. De tuin liep door tot en met de tegen
woordige garage van Koster, welk gebouw
eerst ruim 150 jaar later is gebouwd. Aan de
Zuidzijde was het Buurwegje en aan de
Noordzijde de bekende beek, die van het Pro
vinciaal Ziekenhuis langs Brederode gaat en
den Brederoodschen wég onder de spoorlijn
door, langs den Middenduinerweg loopt en
bij den heer Vermeer onder den weg door,
achter de tegenwoordige kerk om en langs
het Toesienderhuisje, midden door het Hofje
in den polder uitkomt. Deze beek heeft van
oude den naam van Santpoorter Beek ge
dragen.
Aan de overzijde van de beek werd het huis
begrensd door het terrein dat den naam
droeg van De Bleek. Als eigenaren van die
Bleek worden opgegeven de A. Burgem's van
Egheen Cums. (Waar het schrift niet al te
duidelijk was. daar bestaat de mogelijkheid
dat een enkele letter foutief is). Welke uit
leg wij aan dezen naam moeten geven is nog
niet duidelijk. Liefst zouden wij lezen dat
eigenaars waren de achtbare burgemeesters
Van Eghen cum suis. Welk college het ge
weest kan zijn hopen wij later te kunnen
oplossen. Het laatste huis in de rij is het
reeds eenige keeren genoemde „Toesiender
huis". Ten Zuiden ligt het Buurwegje. Ten
Westen de tegenwoordige Burgemeester En-
'-scliedélaan toen Kerkepad geheeten met aan
de overzijde daarvan het voormalige ..Klein
Schoonoord" met zijn betrekkelijk grooten
tuin Ten Zuiden heeft een zeer oud gebouw
gestaan. Bij den bouw van het tegenwoordige
Jeugdhuis is juist naast, de achter fundee
ring een groote ronde steenen waterput op
gegraven waarvoor metselsteenen gebruikt
zijn, dateerend vermoedelijk uit begin 1600.
Wat dit Toesienderhuis geweest is, is ons
niet bekend. Een Toesiender was volgens de
oude verklaringen een opzichter. Dit zegt
echter nog niet veel. Mogelijk heeft er een
koddebeier, een cantonnier. een dorpsveld
wachter of een bediende van de Ambachts
Heerlijkheid of Banne gewoond. Mocht een
der lezers ons inlichtingen kunnen geven dan
zullen wij het ten zeerste op prijs stellen.
Een volgenden keer hopen wij in de gele
genheid te zijn de verdere geschiedenis van
de bewoners en van de huizen aan ons Buur
wegje nader te bespreken.
GASTHUISVEST 11 - HAARLEM - Tel. 17266
BETROUWBARE AUTO'S
v. zelfrijders (zonder chauffeur)
per dag, week, maand en langer.
Onze wagens zijn AU Risk verze
kerd en voorzien van triptiek.
(Adv. Ingez. Med.)
AERDENHOUT
VER. BUURTBELANG AERDENHOUT-
BENTVELD.
Jaarvergadering.
Bovengenoemde vereeniging hield Donder
dagavond haar jaarvergadering in Ijotel
Boekenrode.
Uit het jaarverslag van den secretaris, den
heer Mr. J. L. Nieuwenhuis, blijkt dat het
aantal leden in 1937 stationnair, nl. 234
bleek.
Er werd geijverd voor een verbreeding van
den Bovenweg en een betere beplanting van
de Distellaan en voor een geschikter plaats
van de autobushalte aan de Zandvoorter-
laan. Er is een groot aantal attracties voor
de leden georganiseerd, zooals excursies, le
zingen, filmvertooningen enz.
De heer J. Meyer trad wegens verhuizing
uit het bestuur en werd vervangen door den
heer W. Blankevoort.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek, dat er een batig saldo was van f 90.54.
Ontvangsten en uitgaven bedroegen f 448.32.
De aftredende bestuursleden, Mr. P. J.
Prinsen Geerligs .voorzitter) en R. A. Ba-
rendsen werden herkozen.
Tot leden van de kascommissie werden be
noemd de heer en Donker en Van der Laan.
De contributie bleef gehandhaafd op f 1 per
jaar, de subsidie aan de Politie Sporfcver. op
f 10.—
Na behandeling van de huishoudelijke za
ken kreeg Jh'r. Dr. J. C. Mollerus, secretaris
van de Kamer van Koophandel te Haarlem,
het woord voor zijn causerie over zijn Zeppe-
linreis naar Zuid-Amerika.
Zijn prachtige film-over deze reis werd
ook nu weer ten zeerste gewaardeerd.
Met een woord van dank aan den heer
Mollerus. sloot de voorzitter daarna de bij
eenkomst.
HAARLEMMERMEER
Mevr. van Woerkom overhandigde hierna
met een hartelijk woord het Huldigings-
album, dat pl.m. 550 namen bevat. Uit de
burgerij was ruim f 1000 bijeengebracht,
waarvoor een lijfrente is gekocht.
Van particuliere zijde is 't mogelijk ge
maakt dat Zuster Feikema in Hoofddorp
blijft wonen, de particuliere ziekenverpleging
blijft waarnemen, alsook haar sociaal werk.
Daarna droeg de bekende „dorpsdichter" de
heer A. v. d. Maren, een gedicht voor. Het
werd door alle aanwezigen niet zonder bewo
genheid aangehoord.
Hierna werden ververschingen rondgediend.
Verschillende aanwezigen voerden nog het
woord.
Wethouder Koning typeerde Zuster Feike
ma op treffende wijze en zeide, menigmaal in
z'n functie als wethouder van Sociale Zaken,
haar inzichten bewonderd te hebben. Mr.
Goudsmit merkte op, dat deze huldiging te
karakteriseeren was met de woorden: „de
stem des volks, is de stem van God".
Hierop nam de heer P. Kistenmaker 't
woord, Hij noemde de zuster het licht bren
gende zonnetje in vaak donkere momenten.
Mevrouw SpaansPruis hield een kort maar
•achtig toespraakje en sprak de hoop uit,
it Zuster Feikema nog vele jaren te Hoofd
dorp zal blijven vertoeven.
Dr. Nanninga besloot de toespraken met een
dankbetuiging voor alles wat de Zuster zoo
wel op maatschappelijk als op geestelijk ge
bied voor Hoofddorp beteekent, haar groote
gaven roemende.
Daarna werden door mevr. Nanninga ge
lukstelegrammen en brieven, alsmede cadeaux
en bloemen overhandigd.
Hierop kreeg Zuster Feikema 't woord. Zij
zeide o.a. „Ik gevoel in deze huldiging een
groote saamhoorigheid, dit stemt mij zoo op
recht blijde, 't Eigen huis, alsmede de lijf
rente. zijn mij er een stoffelijke uiting van.
Ik dank U allen heel hartelijk!"
Daarna werd nog een alleraardigst A.B.C.
door mevr. Jongejans. mevr. Spaans en mej. A.
Klomp voorgedragen en een geestige bijdrage
door den heer Denijs en mevr. Jongejans ge
reciteerd. Hartelijk applaus volgde en gezellige
muziek droeg 't hare er toe bij om dezen avond
een feestelijk karakter te geven.
Een hartelijk dankwoord werd namens alle
aanwezigen door mevr. Jongejans tot mevr.
en Dr. Nanninga gericht voor alle gastvrijheid
en hartelijke samenwerking tijdens de voor
bereiding en vooral op dezen avond' genoten.
Mevr. Nanninga roemde de prettige samen
werking.
Men bleef nog langen tijd gezellig bijeen.
Zuster Feikema gehuldigd.
Donderdagavond had ten huize van Dr. en
mevr. Nanninga de huldiging plaats van de
zoo zeer geliefde wijkzuster M. Feikema, die
gedurende achttien en een half jaar haar
werk, met groote arbeidskracht en stipt
plichtsbesef uit louter roeping vervuld heeft.
Een groote vriendenschaar was om 8 uur
aanwezig en Puck Nanninga leidde Zuster
Feikema. terwijl een mooi welkomstlied ge
zongen werd naar haar plaats. Zichtbaar ont
roerd hoorde zij het lied aan. Daarna kreeg
iedereen de gelegenheid haar met haar ver
jaardag. die met deze huldiging samenviel, te
feliciteeren. De gastheer sprak een hartelijk
welkomstwoord.
Toen kreeg mevr. Nanninga de gelegenheid
een zéér gevoelig voorwoord der Burgerij,
waarmede 't Huldigingsboek opent uit te
spreken, dat begon met deze zoo zeer toepas
selijke woorden:
„Brengt Gij de Zon in 's menschen Leven,
Zij zal op U haar weerglans geven."
Spr. zeide. dat het doel van dit boek was
naar de groote erkenning en waardeering te
toonen van al hare vrienden; „Vele namen
staan hierin geschreven; beter gezegd; vele
i harten gaan in dit hoek naar U uit".
„THE RHYTHM CLUB".
Op Zondag 20 Februari a.s. organiseert de
vereeniging „The Rhythm Club" een soirée in
de nieuwe zaal van hotel „de Leeuwerik",
Kruisstraat. De Dansmuziek zal verzorgd wor
den door de voltallige „Rhythm Maniacs", on
der leiding van Tom Reesink.
JOSEPHINE BUTLER VEREENIGING
De afdeeling Haarlem van de Josephine But
ler Vereeniging houdt haar jaarlijksche leden
vergadering op Woensdagmiddag 2 Maart a.s.,
in het bijgebouw van het Kennemer Lyceum
te Overveen, ingang Mauritslaan.
VIJFTIEN RIJWIELEN IN ééN WEEK
GESTOLEN.
In de afgeloopen week zijn te Haarlem niet
minder dan vijftienrijwielen gestolen. We
herinneren er aan,dat rijwielen op straat
niet onbeheerd mogen neergezet worden; wèl
als ze op slot zijn. -;,i
VIJF EN VIJFTIG JAAR GETROUWD
De lezing van Ir. G. Friedhoff.
Dinsdag 1 Maart hopen de heer R. B, A.
Theel en mevrouw J. M. Theel-Arents, Rijks
straatweg 503, den dag te herdenken, waarop
zij 55 jaar geleden in het huwelijk traden.
KORPS MOTORDIEN ST.
Met ingang van 1 Maart a.s. is bij het K.
M. D. benoemd tot adjudant-onderofficier
administrateur de heer H. F. J. Lemmens,
thans S.M.A. bij de Koninklijke Militaire
Academie te Breda, ter vervulling van de va
cature die ontstaat door detacheering bij het
korps Luchtdoelartillerie op l April a.s. van
den a.o.a. A. J. Bakker.
DAMESKOOR ARCIS.
In aansluiting op een ons gezonden verslag
verzoekt het bestuur ons mede te deelen dat
de begeleiding der solisten en van enkele koor
nummers verzorgd werd door mej. C. Teves.
De oppositie tegen het fraaie interieur van
Enschcdé's Raadszaal kwam uit vakkringen.
In aansluiting op het verslag in ons blad
van gisteravond van de lezing van Ir. G.
Friedhoff over het stadhuis in Enschedé dee
len wij ter voorkoming van eenigerlei mis
verstand mede dat de oppositie tegen de
fraaie opzet van het interieur van de Raadzaal
uit vakkringen kwam en geenszins van de
kant van B, en W. van Enschedé.
Van de zijde van B. en W. van Enschedé
kreeg de heer Friedhoff juist groote mede
werking. De oppositie betrof dus louter het
architectonische probleem, waarmede de
vakkringen zich ook thans nog ten zeerste be
zig houden: „Wel of geen fraaie interieurs?"
in het algemeen en in casu in Gemeente
raadzalen, zulks in verband met de verhoo
ging van het innerlijke beschavingspeil der
samenleving.
KUNSTENAARS GETUIGENISAVOND.
Als sluiting van de Vredestentoonstelling,
welike in het pand Groote Houtstraat 157 te
genover het Proveniershuis gehouden wordt,
vindt op Maandagavond, 21 Februari in de
nieuwe zaal van het hotel „De Leeuwerik",
een openbare getuigenis avond plaats.
Met als onderwerp: Voor geestelijke weer
baarheid en tegen geweldsgeloof zullen spre
ken Dr. G. Stuiveling en Ir. J. B. van Loghem,
terwijl Nel Oosthout en Albert van Doorn
met muziek en voordracht hun medewerking
zullen verleenen.
Deze bijeenkomst gaat uit. van den Vredes-
raad Haarlem onder auspiciën van het Kun
stenaarscentrum voor Geestelijke Weerbaar
heid.
NED. CHRISTEN VROUWENBOND.
De 16e jaarvergadering van de afd, Haar
lem en Omstreken van den Nederl. Christen
Vrouwenbond zal gehouden worden op Don
derdagavond 24 Februari.
Op deze vergadering welke het karakter
heeft van een feestavond, met afwisselend
program zullen enkele liederen door een
zangkoor ten gehoore worden -gébracht. De
bijeenkomst heeft plaats in de vergaderzaal
„Odeon" Jansstraat 48.
(ÜN/T IN IIÏMSP
MUZIEK
Chr. Fanfarekorps
„Arti et Religioni" en
Schoten's Chr. Gemengd Koor
Het bestuur van het muziekgezelschap had
een uitnoodiging- gericht tot dr. Wallien,
voorzitter der afd. Haarlem van de Ned. Chr.
Radiovereeniging, om dezen avond te komen
openen en deze had daaraan gevolg gegeven.
Nadat de aanwezigen 2 verzen van Psalm 150
hadden gezongen en daarbij gesteund wer
den door den sonoren klank van het muziek
korps, sprak dr. Wallen over de beteekenis
der muziek in ons leven, en die van muziek
korps en zangkoor in het bijzonder, en ging
daarop voor in gebed.
Terstond daarop ging het korps over tot
de uitvoering van het programma, dat op
één uitzondering na geheel bestond uit stuk
ken, die door het ensemble voor de eerste
maal werden uitgevoerd. Van de plaats, die
ik vóór de pauze innam (en die ik later ver
wisselde voor een meer gunstige), wilde mij
tot mijn verwondering ..de stemming niet ge
heel bevallen. Bij „Arti et religioni" immers
is die stemming altijd tot in de puntjes ver
zorgd, maar thans- zweefden barytons en
trombones iets ten opzichte van den klank
der tuba. In den grooten héroischen marsch
was er daarom niet aanstonds die sonoriteit,
die ons na de pauze zoo frappeerde; en de
ouverture „Reims", die aan de spelenden
hooge eischen stelt vanwege het groote toon-
volume dat voorondersteld wordt, vroeg van
het korps en zijn leider den heer F. A. Dek
ker Sr. de uiterste inspanning. Dit volumi-
neuse werk eischt een bezetting van het
klein koper, welke die van „Arti et Religioni"
zeker vier malen overtreft. Desondanks wist
de leider een totaalindruk te vestigen van
dit werk, die zeker bevredigend mocht ge
noemd worden. Doch d'Andrieu, hoezeer ook
ingenomen met zijn geesteskind (zooals uit
zijn toelichting blijkt) is nog geen Délibes,
en daarom vaagde het Ballet „Coppelia" ge
makkelijk de indrukken weg, die d'Andrieu
zoo moeizaam had gewekt. Muziek, die ook
in arrangement den vlotten Franschen mu-
ziekzin teruggeeft en die ons aangenaam
stemt door vloeiende melödiek en contrast
rijke instrumentatie.
Na de pauze voldeed de totaalklank weer
in elk opzicht, al zal het feit, dat toen het
temperatuursverschil grootendeels was op
geheven, een woord hebben meegesproken.
De luehtstroomen, die rechte van het podium
heerschen, doen den blazer machteloos staan
tegenover de stemming van zijn instrument
De Iraldigin*
a Zuster Feikema?
(Adv. ingez. Med.)
en wanneer dan links een hooge tempera
tuur heerscht, begrijpt zelfs een leek, dat de
totaalstemming noodwendig in gevaar moet
komen. Aan leiders van groote vakbekwaam
heid gelukt het van te voren een enkele
maal, deze bezwaren zoo goed mogelijk te
ondervangen, op voorwaarde echter, dat zich
geen andere en onvoorziene omstandigheden
voordoen. Dan staat elk dirigent machteloos.
En de vakkundige critiek verstaat, en zwijgt.
Het was dan weer het „Arti et religioni"
zooals ik het vele malen hoorde; rein van
stemming en in mooie klankverhouding; het
korps dat zich, door saamhoorigheid en stu-
dielust, steeds op hooger peil werkt.
De prettige indruk van dit spel werd mooi
aangevuld door den zang van het koor, dat
vóór de pauze (dirigent Jac. Zwaan was tot
zóó lang verhinderd) geheel vakkundig werd
geleid door Albert De Klerk. Wij waren zoo
fortuinlijk, hem juist de muziek te zien di-
rigeeren, die hem hij uitstek goed ligt: den
Palestrinastijl. De loop der stemmen, de ca
densen, alles had zijn volle aandacht en zoo
bloeide het Agnus Dei" van Palestrina op
tot een schoonheid, die door de aanwezigen
werd ondergaan in groote aandacht. Maar
ook het koor zii om deze uitvoering gepre
zen; de verhouding der stemmen is opmer
kelijk goed geworden. Na de pauze konden
wij in homofone werken hetzelfde ervaren,
toen de heer Jac. Zwaan de leiding weer
had overgenomen.
De sonore klank bij de werkjes van Blum-
ner en Jos. de Klerk was heel weldadig. Bij
Zweers verraste ons de mooi geschoolde en
zuiver aangevoelde zang der ongenoemde
sopraansoliste. Het stuk werd gebisseerd. Dan
kwam nog Loots met „Wandellied" ons zeg-
.gen, hoe de werking is van den koorzang, die
de platgetreden paden der accoordenmuziek
niet gelieft te bewandelen, 't Gheel had nog
iets luchtiger gekund, maar maakte toch een
prettigen indruk.
G. J. KALT.
In de Gemeentelijke Cohcertzaal werd Don
derdagavond door Haarlem's Muziekinsti
tuut een uitvoering in concertvorm gegeven
van Gluck's opera Orpheus (Orfes ed Euri-
dice) onder leiding' van den heer W. Rettich.
Het uitvoeren van opera's in concertvorm
uit te voeren is iets, waarvan men het nut en
de doeltreffendheid verschillend kan beoor-
deelen, al naar het standpunt waarop men
zich stelt. Het zou vergeleken kunnen worden
met het doen voorlezen of declameeren van
een tooneelstuk, zonder dat er actie of decor
hij te pas komt. Het spreekt van zelf dat zoo
doende de indruk onvolledig moet zijn en wel
des te onvollediger naarmate het tooneelge-
beuren een meer belangrijke factor in heb-
uitgevoerde werk vormt.
Nu is er in een stuk als Orpheus heel wei
nig handeling. Ik heb jaren geleden er eens
een door de Brusselsche opera gegeven opvoe
ring van gezien en daarvan hoofdzakelijk de
herinnering aan iets dat op een soort van
groot aquarium geleek gehouden. Ook Giulio
Cesare van Handel, dat ik veel later eens ge
zien heb. heeft zoo weinig handeling. Derge
lijke werken verliezen dus bij uitvoering in
concert- of oratorium-vorm minder dan b.v.
een opera als „Der Freischütz", waarin regie,
decors en requisieten van groot belang zijn,
bij het ontbreken waarvan aan de fantasie
der hoorders al te hooge eischen gesteld wor
den. Omgekeerd zijn vele oratoria van Handel
e.a. dooi* en door dramatisch gedacht.
Een uitvoering van Orpheus in de concert
zaal is dus wel te verdedigen en te aanvaar
den. Maar een eerste e-isch tot goed begrip
en goed volgen is dan toch wel dat voor de
hoorders een volledig tekstboek beschikbaar
gesteld wordt. Dit nu was bij deze uitvoering
evenmin het geval als destijds bij die van
„Der Freischütz". Toen werd telkens vooraf
de hoofdzaak der handeling in een proloog-
samengevat; nu moesten we genoegen nemen
met het in het programma voorkomende kor
te overzicht. Bedenkt men daarbij dat op
eenigen afstand van het podium slechts nu
en dan een enkel woord van den tekst te ver
staan was, dan begrijpt men nog beter welk
bezwaar het ontbreken van een tekstboek in
dit geval moest opleveren.
Uit die enkele verstaanbare woorden heb
ben we kunnen opmaken dat Gluck's werk
met Duitschen tekst gezongen werd. Waar in
het programma vermeld stond dat van deze
opera twee bewerkingen, n.l. een Italiaansche
en een Fransche, bestaan is het ons niet dui
delijk geworden waarom bij een uitvoering in
Nederland een Duitsche vertaling gebezigd
werd. In het programma werd daarover niets
meegedeeld, zelfs over het bestaan dier ver
taling niet.
Behoudens deze bezwaren had de uitvoe
ring veel verdienstelijks. De omvangrijke
Orpheus-partij werd gezongen door mevr. H.
Preyer, wier diepe, krachtige en mooi getim-
breerde altstem daarvoor uitstekend geschikt
bleek en wier voordracht gaandeweg aan vrij
heid en dramatisch uitdrukkingsvermogen
won. Ook de sopraan mevr. K. Oudhuizen
(Euridice) bleek over goede stemmiddelen en
voldoende expressieve kracht te beschikken;
de sopraanpartij van mej. Gré Smit (Amor)
daarentegen werd te zwak en weinig overtui
gend gezongen. De intonaties waren, op een
enkel moment na, bij alle drie doorgaans
zuiver.
Zeer goed klonk het uit het mannenkoor
„Caecilia" en het operakoor der school sa
mengestelde gemengde koor. dat in deze opera
een belangrijke rol vervult. En het orkest
werkt over het geheel beter dan zijn hetero
gene samenstelling deed verwachten. Ver
schillende bewegelijke gedeelten werden met
het noodige aplomb en de vereischte sa
menwerking gespeeld. Daartegenover stonden
ook momenten waarin het samenspel veel te
wenschen overliet. Dat de zaak dan niet in
de war liep, was wel te danken aan de besla
genheid van den leider, den heer W. Rettich,
die de partituur goed beheerschte en den uit
voerenden zijn wil wist op te leggen. Li het
orkest onderscheidden zich de hobo en de
fluit bijwijlen solistisch zeer gunstig.
De dames-solisten werden met bloemen ge
huldigd; de dirigent ontving een lauwerkrans
dien de heer Nico Hoogerwerf hem met een
korte toespraak overhandigde.
De zaal was slechte matig bezet.
K. DE JONG.