Het groote Avontuur
FEUILLETON
Roman uit de Tropen door
FRANS DERIERS.
43)
In een van die kille holen den nacht door-
prengen ging toch ook niet. Nu voelde hij
waarachtig hoe ongezellig koud het was ge
worden. Er bleef geen andere uitweg dan
terug naar Ada Iljen te gaan. En dat deed
hij. Fweloe zat gehurkt het vuur op te poken
enij verdween dan. Ada lag onder een zwaar
wollen deken te slapen. Zijn bamboe-matje
wachtte hem aan den anderen kant van
het vuur. Hij liep voorbij Ada, voorzichtig om
haar niet te wekken. Hij bleef staan naast
haar. Haar gelaat was naar hem gekeerd.
Het was de eerste keer in zijn leven, dat hij
de gelegenheid had haar gezicht zoo onge
stoord te onderzoeken. Hij hield zeer veel van
Ada Hjeiv's gelaat. Zooals hij het nu zag met
ontspannen trekken vond hij het zoo ontroe
rend schoon, dat het hem pijn aan het hart
deed. Hij schrok, toen zij even het hoofd be
woog. Hij wilde zich terugtrekken, maar het
was te laat. Riefenberg durfde schier niet ade
men. Wat was dat een vreemd oogenblik; Ada
Iljen's oogen waren wijd geopend en de wim
pers bewogen niet. Zij keek hem aan, zonder
een teeken te geven van verwondering of ont
stemming. Er lag haast geen uitdrukking in
haar blik; of toch wel; een vage, groote rust,
vertrouwen en geluk schenen hem uit haar
ziel tegen te stralen. Met ontroering wachtte
Riefenberg. maar er gebeurde nites. Zij sloot
na enkele oogenblikken de oogen en sliep
voort.
Den volgenden morgen werd hij gewekt
door FweloeAd? Uoncl reteds;bef *uur en
was bezig vruchten te roosteren voor het ont-
bent. Zij kwam naar hem toe en reikte hem de
hand. Niets uit haar houding liet blijken, dat
zij nog dacht aan het pijnlijke tooneeltje dat
zich tuschen hen beiden had afgespeeld. Zij
had het statige toilet verwisseld tegen het
kleedje waarmee zij den berg had bestegen.
Riefenberg was besloten het anders
aan te leggen. Een gelegenheid hem
een tweeden keer te beleedigen, zou hij haar
niet geven. Hij liep rumoerig te fluiten, vroeg
water en keek niet naar Ada om. Deze zat
rustig tet eten en sloeg hem terloops gade met
kalmen, onderzoekenden blik.
Ik stel voor, maar dadelijk te vertrek
ken, zeide de journalist eindelijk.
Ada merkte op, dat het verstandig zou zijn
toch eerst iets te gebruiken Eetlust had hij
echter niet. Ada stond er op, dat hij eerst de
hoofden nog zou spreken, alvorens te vertrek
ken.
Vooruit Fwleoe, beval zij, ga die mannen
roepen.
Even later stonden de negers voor den in
gang van de grot. Ada vroeg niet eens naar
het oordeel van den pas „gekroonden" koning.
Zij stapte naar buiten en het leek Riefen
berg alsof zij een belangrijke redevoering uit
sprak. Eindelijk kwam zij weer binnen.
Ik heb uit uw naam gesproken, zei ze
eenvoudig.
Dat is wel vriendelijk, meesmuilde Rie
fenberg. Zou ik mogen weten wat ik verteld
heb.
U hebt zeen verstandig gesproken en
onder meer gezega, dat u naar de vlakte ver
trekt en dadelijk het hoofdgebouw van de
blanke vrouw gaat betrekken; dat ge die
heeren morgenvroeg op het groote binnenplein
verwacht met hun gevolg, dat Pikamalïnga
die vergadering geboeid zal bijwonen, dat gij
een bezoek wenscht te brengen aan de gron
den, die u werden toegezegd enzoovoort.
O, per slot van rekening is het mij alle
maal eender, bromde Riefenberg op onver
schilligen toon.
Ada bedacht, dat er geen dommer wezens
dan de mannen bestaan, zuchtte diep op een
oogenblik, dat de nieuwe kafferkoning het
niet kon zien en daarop vertrokken zij, ge
volgd door Fweloe en enkele negers met lan
sen. Eerst klommen zij op het hoogste ge
deelte van den krater. Zij wierpen een laat-
sten blik op het hellelandschap, liepen langs
den rand van den anderen afgrond, waar in
de diepte het stroomgebied zich uitstrekte en
begonnen de afdaling. Dat werd haast nog
moeilijker dan de beklimming, wflSift het ge
vaar om te vallen was grooter dan ooit. Zwij
gend werkten Ada en Riefenberg zich naar
beneden. Nadat ze eindelijk het aneest steile
gedeelte achter den rug hadden en zich op
nieuw in het broeikaswoud bevonden, waai
de koele orchideeën bloeiden, gingen ze even
neerzitten om uit te rusten. Daar genoten ze
beiden van. Het kleine incident' van den vori-
gen dag was vergeten. Ada erkende dat hij
haar den vorigen nacht had gered en hoe
dankbaar zij hem daarvoor was. Er werden
toekomstplannen gemaakt. Riefenberg meende
dat zij zoo spoedig mogelijk moesten trachten
uit dit afgezonderde gebied te geraken. Waar
om Ada Iljen dat sedert lang niet had ge
probeerd, begreep hij niet goed.
Omdat het zoo gevaarlijk is, antwoordde
zij. Om dat te doen zouden zij een echte
krijgsexpeditie moeten inrichten, want verder
het land in wonen stammen, die de hunne
vijandig zijn gestemd.
Riefenberg besloot een lijfwacht te vormen
en daarmee zich door alles heen een weg te
bereiken.
Ze liepen verder, want vóór den avond nog
wilden ze in het dorp aan den voet van den
berg zijn.
Vlak bij de plaats waar ze hadden uitge
rust, was den weg onderbroken door een klei
nen, steilen afgrond.
Wacht, zei Riefenberg," die eerst had ge
sprongen. Hij stak de hand uit naar Ada
Iljen.
Och, lachte ze, dat durf ik alleen wel
aan. Maar toch gebruikte ze den geboden
steun. Ze sprong, maar het liep verkeerd uit.
Zij kwam niet op den met doode bladeren
bedekten bodem van het ravijn, maar in
de armen van haar metgezel. Voor zij goed
besefte wat er gebeurde, voelde zij een harts
tochtelijken zoen op de lippen branden. Zij
moest even naar adem snakken, maar met
een katachtige beweging rukte ze zich los en
de verliefde wereldreiziger moest twee strie
mende slagen in ontvangst nemen. Zooiets is
tamelijk vernederend en in dergelijk omstan
digheden stellen mannen zich gewoonlijk erg
idioot aan. Riefenberg maakte helaas geen
uitzondering. In plaats van zich te veront
schuldigen, begon hij als een dwaas te lachen
en wilde de beleedigde Ada nogmaals om
klemmen. Dat maakte haar zoo woedend, dat
ze zich hartstochtelijk weerde. Hij zou maar
eens bewijzen, dat hij, al was hij herstellend
van malaria, nog kracht genoeg in zijn spie
ren had, om een vrouw in bedwang te hou
den. Het kostte hem veel moeite, maar ten
slotte hield hij haar dicht tegen zich aan en
waren haar armen machteloos op haar rug
gekruist.
Lafaard, hijgde Ada Iljen ,met zoo'n
uitdrukking van haat in de oogen, dat zijn
glimlach op de lippen verstijfde.
Zij sloot de groote oogen, schudde met het
hoofd, zoodat de zwarte haren in zijn gezicht
sloegen en wendde dan met een snik het
hoofd af.
Riefenberg liet haar dadelijk los en stond
daar, totaal verslagen. ;Ada Iljen wreef over
haar bezeerde polsen, ging in de doode bla
deren zitten verborg het hoofd in de armen
en begon te schrijen.
Ada, fluisterde hij, en raakte vorzichtig
haar schouder aan.
Zij. keerde het hoofd met een ruk naar hem
i toe, greep hem bij den kraag van zijn sport-,
hemd en schudde hem door elkaar.
Wat denkt u wel! Voor wie houdt u
mij!
r- Zoo heb ik het niet bedoeld, stamelde
hij.
Zij zag hem even aan en antwoordde met
een verachtelijk glimlachje.
Natuurlijk niet, omdat het mislukt is.
Riefenberg verbleekte en met bevende stem
sprak hij;
Ada ,ik houd van je.
Zij stond op en schikte haar kleed, terwijl
zij de schouders ophaalde:
Ik ben gelukkig geen schoolmeisje meer
en ik bedank voor de liefde, die gij mij aan
biedt na me slechts sedert een paar weken te
hebben leeren kennen. Gij komt enkele jaren
te laat, mijnheer Riefenberg. Ik schaam me
niet u te bekennen, dat ik vroeger zoo nauw
niet keek. Daarom ben ik nu ook in staat
uw geval beter te beoordeelen. De wildernis
heeft me leeren begrijpen hoe leeg en nutte
loos mijn leven is geweest, hoe ik het geluk
gezocht heb, waar het niet te vinden was.
Riefenberg wilde zich verdedigen.
Ada, fluisterde hij, en raakte voorzichtig
woorden af, ik stel verder in die kwestie geen
belang meer. Het is nu eenmaal gebeurd. Gij
biedt mij uw verontschuldigingen aan. Ik zal
die aanvaarden omdat het in de huidige om
standigheden moeilijk anders kan. Ik wil u
O nee, alsjeblieft niet, weerde zij zijn
tweede maal zal dulden wat hier heeft plaats
gehad.
Ada Iljen zuchtte. Het was alsof zij iets
van zich afschudde.
Ziezoo, en nu is het meer dan tijd. Ge
zwind klauterde zij tegen den anderen ravijn-
wand op.
Riefenberg had den moed niet nog één
woord te zeggen en volgde haar.
(Wordt vervolgd).
Carnaval te Den Bosch. Prins Amadero XVII doet zijn blijde intrede in
Oeteldonk. Gedurende drie dagen zal Prins Carnaval den scepter zwaaien
De „Karimata", de grootste tinbaggermolen ter wereld, is Zaterdag met goed gevolg bij J. K.
Smit's Scheepswerven te Kinderdijk tewater gelaten. De „Karimata" in zijn element
De nieuwe wereldrecordhoudster Rietje van Veen (midden)
in gezelschap van Ragnhild Hveger (links) en Willy den
Ouden tijdens de wedstrijden ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan van de R.D.Z. te Rotterdam
Braet, de Belgische keeper, „grijpt in" bij een aanval op
zijn heiligdom tijdens den wedstrijd Nederland België in
het Feyenoord-stadion te Rotterdam
Een éclatante 7-2 overwinning behaalden onze landgenooten Zondag het Feyenoord-
stadion te Rotterdam op hun Belgische tegenstanders. - Een der beide Belgische
doelpunten
Een der zeven Nederlandsche doelpunten, welke tijdens den internationalen
voetbalwedstrijd Nederland België in het Feyenoord-stadion te Rotterdam
werden gescoord
De bekendeTsjechische dirigent, George
Szell, die waarschijnlijk, op verzoek der
leden, tot vasten dirigent van het
Residentie-orkest benoemd zal worden
Een aardig detail
van den feestelij-
ken optocht, die
op den eersten dag
van de carnavals
feesten door de
straten van Maas
tricht trok