Een goede zakenvrouw
FEUILLETON
door HERMAN ANTONSEN.
12)
„Gek!" zei Dick afgetrokken. „Enfin
goeden dag en wel bedankt!"
Hij verliet haar nog' steeds weifelend. Va
lentine leunde achterover in haar stoel en
tikte met haar potlood tegen haar tanden.
„Verdwenen!" mompelde ze. „Dat is een
mooie geschiedenis. Jonathan Corinthius
Blair!Je bent de grootste mislukkeling,
dien ik nog ooit gezien heb".
Denkelijk zat hij ergens als een verwend
kind te mokken. Misschien is hij op een ver
laten eiland gaan zitten. Toen het hem een
beetje te moeilijk werd, is hij er vandoor ge-
Plotseling verachtte ze Jonathan Blair diep
en hartgrondig. Tot nog toe had ze verwacht,
dat hij nog iets van den durf zou toonen,
dien ze in pointdexter zoo bewonderd had.
Nu was hij volgens haar opvattingen over
mensehen en gebeurlijkheden niets meer
dan een luilak en nietsnutter zonder een
greintje moed of zelfrespect.
„Lammeling!" bromde ze spijtig. „Jakhals.
Blèrende, suffe, kleinhartige schaapskop!"
Ze duwde haar stoel met een ruk achter
uit van den lessenaar af en liep naar het
^IXt^was laat in den namiddag en hier
werd er in de kantoren reeds licht op gesto
ken De stroom van naar huisgaande kan
toorbedienden begon reeds langzaam te
vloeien Bij de verschillende scheepvaart
maatschappijen zat de dag er weer op. De
brommer op haar bureau kondigde bezoek
aan maar ze sloeg er geen acht op. Feitelijk
hoorde ze het nauwelijks. Een paar minuten
later deed Bart Calhoun de deur zonder
plichtplegingen open.
„Waarom", vroeg hij, „geef je geen ant
woord als er bezoek wordt aangekondigd?"
Ze keerde zich bruusk om. „Het spijt me,
Bart! Kom binnen", zei ze.
„Dat is al gebeurd. Wat? Zit je niet te
werken? Dan moet je ziek zijn".
Valentine zei niets. Ze zette haar smalle
handen in de heupen en staarde het raam
uit. Bart kwam naar het bureau toe. Er lag
een half afgemaakte schets van een hut-
decoratie op. Het zachte licht van den val
lenden avond omstraalde Valentine met een
wazigen glans, speelde door haar rossige ha
ren en hij bewonderde de gave omtrekken
van haar gelaat.
Impulsief legde hij zijn arm om haar
schouders heen en voelde opeens, dat ze zich
onwillig strak hiel. Ze keek hem effen en
onverschillig aan.
„Schei uit. Bart. Begin niet met die flau-
wigheden!"
„Zeg", zei hij verbluft. „Je doet net, of ik
een stuk vergif bent!"
Hij liet zijn arm snel zakken.
„Het spijt me", zei het meisje. ,Dien in
druk heb ik toch niet willen maken. Toe,
neem het me niet kwalijk".
Hij keek haar onderzoekend aan.
„Vertel me nu in hemelsnaam niet. dat je
een steenen hart hebt", zei hij bijna smee-
kend. „Heb je dan heusch heelemaal geen
gevoel? Al is het dan op het oogenblik niet
maar ook niet voor de toekomst?"
„Gevoel?" herhaalde Valentine. ,3edoel je
die aanhaligheden soms? Neen, Bart. Dan
ben je glad mis. Verkeerd aangesloten Ik
moet niets van die innigheidjes hebben En
i aar meeuit!"
Bart wist, dat ze het meende. Ze sloeg al-
-,ijd raak en flink ook. Wie het waagde op
dat meisje verliefd te worden, had al meteen
een paar klappen beet.
„Ik meende het zoo niet", protesteerde hij.
„Maar je weet ook wel, -Valentine, dat toen
ik binnenkwam en zeg, hoe moe en kleintjes
je daar stond en wat een reu-ze werk jij op
je schouders hebt geladen, dat ik toen me
zelf even niet kon goed houden".
Hij hield op en verwachtte, dat zij eenig
antwoord zou geven. Maar toen ze bleef zwij
gen, wierp hij het over een anderen boeg.
„Je moet je eigenlijk niet met zaken in
laten. Hoe lang denk je, dat je dit kunt vol
houden?"
„Zoolang als mijn geld en mijn plannen
het volhouden".
„Doe je dit alles voor Jonathan?"
„Jonathan Blair?" vroeg ze met nadruk.
„Goeie genade, geen denken aan!"
„Maar je bent hem toch hier naar het
Oosten achterna gekomen...."
„Dat is volkomen juist. Maar enkel omdat
ik me thuis meer dan doodverveelde en
graag eens wilde weten, hoe hij hier iets van
het leven maakte. Ik meende, dat hij wel een
aardig iemand was om te leeren kennen. Ik
kwam in een opwelling en daarmee is het
gezegd".
,Dus je bent niet verliefd op hem? Ik heb
indertijd gemeend, dat dit de eigenlijke re
den was".
Ze keek hem eigenaardig aan.
„Ik op hem verliefd? Ik ken den man
nauwelijks. Je bent al net zoo mal als de
rest, Bart. Als iemand eens iets doet, wat
maar even buiten het gewone gangetje gaat,
dan schuift men er meteen maar een dieper
motief onder. Ik ben op niemand verliefd en
heusch, ik ben er niet op gesteld, het ooit te
worden. Ga me nu maar niet bepreeken als
een oude vrijster. Daar is het leven heusch
te kort voor".
„Maar dat doe ik toch niet? Heusch, zoo
moet je niet praten. Op die manier ontwor
tel je om zoo te zeggen niet alleen je zelf
maar mij ook Ik ken je nog wel niet heel
lang. Valentine, maar ik geloof toch, dat ik
mijn vrij gezellen woning er op slag aan ge
ven zou, als je maar één woord zei". Hij
hield op en grinnikte een beetje. „Ik durf
het bijna niet doen, maar zie hier mijn lijstje
van goede hoedanigheden, vrij geestig, netjes
in huis en overtuigd van de rechten der
vrouwVerdraaid, wat is dit een ellen
dige reclameconferentie! Ik kwam over de
Blair Lijn spreken en eindig met over me
zelf te praten
„Ga maar door", zei ze glimlachend. „Ik
weet alles van je af, of je het gelooft of niet,
ga maar gerust door".
„Later!" zei Bart. „Wat ik je nu wou ko
men vertellen is, dat ik op de Marinoco mee
vaar. Hebt je er iets op tegen?"
„Op tegen? Ik zou het zelfs prettig vin
den".
„Goed", zei Bart. „Misschien dat ik nog
enkele reclame-ideeën onderweg op doe voor
de Blair Lijn of voor mezelf. Laten we nu
gaan en wat eten zien te krijgen".
Zóó mocht ze hem graag. Hij kon in een
bepaalde richting beginnen en dan opeens
van koers veranderen met een ingeboren ge
voel voor evenwichtigheid. Ze besefte plotse
ling, dat ze Bart Calhoun heel en heel graag
mocht lijden. Hij had oogen, zooals groot
vader Ransome ze graag zou gezien hebben.
Hij zou hem zeker als- een goed schutter bij
zijn troepen hebben ingelijfd.
Mijnheer Clancy van de Blair Lijn was uit
zijn humeur. Hij was bezig extra mannen
aan te wei-ven voor den kruistocht van de
Marinoco en toen was de directie er haar
neus in komen steken! Meneer Clancy hield
er niet van, dat iemand hem kwam bedisse
len, als hij een bemanning aanmonsterde.
Hij kende zijn zeelui naar zijn meening heel
wat beter dan de directie. In zijn kleine kan
toortje aan de haven had hij heel wat ge
tuigschriften doorgelezen en hij zorgde, dat
de Marinoco en de andere schepen van de
Blair Lijn een degelijke en bekwame beman
ning kregen Maar met het aanwerven van
hofmeesters was hij niet op de hoogte. Zijn
kringetje bepaalde zich tot de mannen. di<"
de dekken zwabberden, het koper#vik pee' j
sten, kaapstanders draaiden, ankers vierder
den uitkijk hielden en voor reddingssloepen
konden zorgen; binnen dat kringetje draai
de hij zorgvuldig ronnd. En hij koos mannén
uit, die ervaren en handig waren en een goe
den staat van dienst hadden. Bij voorkeur-
nam hij Ieren.
En nu kreeg hij van een der directeuren
order, om zoo'n kerel als die Abias Bliss als
gewoon matroos aa nte monsteren!
„Waarde Heer Clancy.
„U gelieve dezen Abias Bliss als ge-
„woon matroos aan te monsteren voor
„de Marinoco, voor de op 27 October a.s.
„bzeginnende reis.
(get. Jonathan Blair".
Meneer Clancy vond het vervelend. Hij wist
natuurlijk, dat Jonathan Blair een der direc-
teuren was, al had hij hem dan ook nog nooit
gezien, wat met de meeste lui, die in de ha-
ven of op de schepen werkten, het geval was,
maar mijnheer Clancey vond. dat het aan
monsteren van dien Bliss aan hem had moe
ten overgelaten worden. Hoe dan ook, orders'
waren orders!
Meneer Clancy keek Abias Bliss aan. Hij
was een groote. jonge man met een hoekig-
gezicht onder een versleten en gedeukten
slappen hoed.
„Ooit al eerder gevaren?" vroeg meneer
Clancy.
„Neen, meneer", zei Bliss.
.Dus geen getuigschriften?" vroeg Clancy.,
•■•ijn borstelige grijze wenkbrauwen optrek
kend.
„Geen enkel", gaf Bliss toe.
„Maar wat hehben we dan in vredesnaam
■-an je?" vroeg meneer Clancy, terwijl hij
"mimend den naam van den jongen man
'u-ppf Order van dp directie.
c'W L'lgdl
Üe oceaan-vliegbooten „Cambria" en „Caledonia" worden te Hamble nabij Southampton omge-,
bouwd voor passagiers-accomodatie. Beide toestellen maakten in het afgeloopen jaar rèpds vijf
retourvluchten tusschen Engeland en Amerika
Nog 5Vmaand onder de wapenen. Het tweede bataljon van het 16de regiment infanterie uit Amersfoort zal Dinsdag a.s. in
de hofstede Oud-Bussum te Bussum worden ingekwartierd. De bagage wordt ondergebracht voor het verblijf
Hr. Ms. kruiser „Java", die op de Noordzee een oefenreis
gemaakt heeft, is Vrijdag in de hayen van Amsterdam
aangekomen, waar het schip ligplaats nam aan den steiger
der Holland Amerika Lijn
De gouverneur-generaal van Ned. Indië met zijn echtge-
noote bij aankomst te Belawan, waar de landvoogd op zijn
rondreis door Ned. Indië een bezoek bracht
begroeten elkaar aan de nieuwe gemeenschappelijke grens bij
ongaarsche commandant Veniezey rijdt langs het front van de Duitsche
Rijksweer
Aardappels jassen aan boord van Hr. Ms. kruiser Java
de Amsterdamsche haven
De bloemenman koopt een bloempje
tijdens de F.I.K.A.-collecte te Amster
dam
Voor de inkwar
tiering der 300
militairen die Dins
dag a.s. te Roer
mond zullen arri-
veeren, wordt een
voormalige meel-
molen tot kazerne
ingericht