THIJS IJS ONDER ZEEROOVERS
Het vraagstuk Tsjecho-Slowakije
Minderhedenstatuut voor de
Duitschers in Tsjecho-Slowakije.
D T N S D A G 29 M AART 1938
HAAREEM'S DAGBLAD
Aangekondigd door minister-president Hodza.
Geen beïnvloeding der
binnenlandsche politiek
van buitenaf.
In een door minister-president
Hodza uitgesproken en door
de radio verspreide redevoe
ring heeft de Tsjecho-Slo-
waaksche regeering- aange
kondigd, dat een minderhedenstatuut
zal worden opgesteld voor de Duitsch
sprekende bevolking van Tsjecho-
Slowakije.
Alle bestaande wetten en maat-
relen welke van toepassing zijn op
de Duitsch sprekende minderheid
zouden worden geconsolideerd in een
nieuwen maatregel, welke de wette
lijke basis zullen vormen voor de op
lossing van het minderhedenvraag
stuk, zeide de premier.
het Italiaansche fascisme eenvoudig ondra
gelijk, zoowel als methode van vorming van
den politieken wil als ten aanzien van den
regeeringsvorm.
4. Wat het Duitsche nationaal-
socialisme betreft: Wij zullen nooit
afstand doen van het liberalisme,
d.w.z. van de eerbiediging der persoon
lijkheidsrechten, en wij willen niet
ontkennen, dat de individu, die naar
geweten en verantwoordelijkheid
handelt, de drager van allen socialen
vooruitgang is. Dat is het fundamen-
teele verschil tusschen ons en het
Duitsche nationaal-socialisme.
Henlein somde in zijn rede van 1934 nog
verschillende practische eischen op, zooals
vrijheid van vergadering, pers en meenings-
uiting, gelijkheid van alle burgers voor de
wet, administratieve autonomie.
Jan. Masaryk bij president Benesj.
De president der Tsjechische republiek
Benesj heeft gisteren den gezant van Tsjecho
Slowakije te Londen, Jan Masaryk, ont
vangen.
Hodza.
Hodza zéide verder: Wij treden een nieuwe
fase in van onze minderhedenpolitiek. De
regeering van Tsjecho-Slowakije zal haar
politiek de minderhedenkwestie te behande
len binnen het kader van de Tsjecho-Slo-
waaksche grondwet voortzetten.
Tsjecho-Slowakije heeft altijd weerstand
geboden aan alle pogingen van buitenaf haar
binnenlandsche politiek te beïnvloeden. Zij
zal in deze houding- geen wijziging bren
gen.
Hodza zeide nog, dat de positie der re-
geering sterker was dan ooit voor de Euro-
peesche crisis, en hij besloot geen enkel in
ternationaal gevaar bedreigt ons. Er is geen
gevaar voor een conflict in onze buurt. De
toestand veroorlooft ons en eischts voorts
een vreedzaam bondgenootschap. Tsjecho-
Slowakije werkt er met andere landen aan
mede. In het binnenland zullen wij voort
gaan met op mstige wijze te werken. Nie
mand zal zich met iets haasten. Wij zullen
de zaken in ons eigen belang regelen en in
samenwerking met hen, die den vrede, orde
bij ons en versterking van onzen staat wen-
schen.
In een gisteren te Liberee (Reiehenberg)
gehouden bijeenkomst heeft de afgevaardigde
Neuwirth, woordvoerder der Sudeten-Duit-
sche partij, verklaard: „Henlein heeft op 21
October 1934 een programma toegelicht, dat
nog steeds van kracht is".
De belangrijkste punten van de rede van
Henlein, waarop Neuwirth zinspeelde, zijn de
volgende:
1. Op territoriaal gebied: In Midden-Europa
loopen de bevolkingsgrenzen zoo door elkaar,
dat zij nooit geheel zullen samenvallen met
de staatkundige grenzen.
Hij, die ondanks alles alle individuen van
eenzelfde volk binnen denzelfden staat wil
vereenigen, moet noodzakelijk in conflict ko
men met den staat, binnen welks grenzen zich
een zeker getal leden van dat volk bevindt.
Wij 'hebben niet het minste belang
bij een wijziging der grenzen. Het doel
der Middel-Europeesche politiek kan
niet zijn het herzien of niet herzien
der grenzen, maar het doen verdwij
nen der grenzen voor zoover zij
scheidsmuren zijn.
2. Ten aanzien van den staatsvorm, uit de
stelling sub 1 volgt, dat de staten in Midden
Europa niet georganiseerd moeten zijn op
„nationalen" doch op „nationalitairen" grond
slag. Dit is het eenige middel om te voorko
men, dat het in een staat tot conflicten tus
schen verschillende nationaliteiten komt.
Trouwens aan de nationaliteit sluit trouw
aan den staat niet uit.
Wij zijn Dutischers, wij zijn onvoor
waardelijk voor den ciemocratisch-
republikeinschen staatsvorm van
Tsjecho Slowakije, wij zijn niet tegen
de politieke partijen, maar tegen de
partijen, die de hoogere belangen der
volksgemeenschap aan haar persoon
lijke belangen ondergeschikt maken.
3. Gezien de hooge graad van beschaving
Aer Midden-Europeecshe volken schijnt ons
Houding der Oostenrijksche
bisschoppen vindt weerklank i
de Duitsche pers.
Katholieke kringen gereserveerd.
Havas meldt uit Berlijn, dat de oproeping
der Oostenrijksche bisschoppen ten gunste
van de volksstemming op 10 April met sensa-
tioneele opschriften in de Duitsche bladen
afgedrukt wordt. Gezaghebbende nationaal-
socialistische kringen zien er een zeer hoop-
gevenden stap in, een begin, dat gunstige ver
wachtingen doet opkomen betreffende de toe
komstige betrekkingen tusschen de Katholieke
kerk en het Derde Rijk.
In de Katholieke kringen heeft de stap der
Oostenrijksche bisschoppen zeer levendig op
zien gebaard en gemengde gevoelens wakker
geroepen. Men beperkt er zich over het alge
meen toe, er aan te herinneren, dat andere
pogingen van dien aard, o.m. ten tijde van de
vereeniging van het Saargebied niet geslaagd
zijn in 't ontwapenen van den fundamenteelen
weerstand van het nationaal socialisme tegen
de katholieke instellingen. Men blijft derhalve
een voorzichtige reserve in acht nemen.
Ros la aid
Negentien doodvonnissen in
Kasakstan voltrokken
Het officieele orgaan van de Sovjet
republiek Kasakstan, de „Kasakskja
Prawda" meldt, dat daar in een nieuw
massa-proces negentien vroegere pro
minente functionarissen der republiek
o.a. de vroegere president van Kasak
stan, Koeloembetof, ter dood zijn ver
oordeeld. Het vonnis is reeds voltrok
ken. Een tweede proces is te Proko-
piefsk in het gebied van Nowosibirsk
gevoerd. Hier werden vijf beklaagden
ter dood veroordeeld.
Zweedsch ingenieur gearresteerd.
Te Stockholm wordt de arrestatie vernomen
van den Zweedschen ingenieur Kvelrns en
diens vrouw, eveneens een Zweedsche, die be
schuldigd worden van contra-revolutionaire
activiteit in de Sovjet Unie.
Zij werden gearresteerd, op het oogenblik,
dat zij zich voorbereidden voor hun terugkeer
naar Zweden.
De Zweedsche minister van buitenlandsohe
zaken heeft dit bericht bevestigd.
EogeÜaaid.
Maatregelen tegen sabotage bij de
luchtmacht.
Te Londen verluidt, dat zeer krachtige maat
regelen zijn genomen om verdere gevallen van
sabotage bij de luchtmacht te voorkomen.
Zooals men weet, waren in een vliegtuigenfa-
briek te Stockport (Cheshire) drie vliegtuigen
beschadigd,
straat.
Zu idl Ameri ka
Nieuwe president gekozen.
Generaal Baldomir is met groote meerder
heid tot president van Uruguay gekozen.
Reizigers in Palestina overvallen.
Maandag heeft op den weg van Acre naar
Safed een gewapende bende een aanval gedaan
op een huurauto, waarmede zes reizigers ver
voerd werden. "Vier inzittenden werden gedood.'
Men weet niet, wat er van de beide andere rei
zigers en van den bestuurder geworden is. Een
patrouille achtervolgde de bende, waarvan
drie leden doodgeschoten werden.
Schuschnigg nog
appartementen
.leeds in zijn
Proces wegens schending van de grondwet?
Nationaal-socialïstische kringen te Weenen
spreken het gerucht tegen, dat de oud-bonds
kanselier Schuschnigg naar de gevangenis is
overgebracht en verklaren, dat de voormalige
bondskanselier zich nog steeds met zijn vader
in zijn appartementen bevindt.
Volgens Havas schijnt nog geen definitieve
beslissing genomen te zijn omtrent een tegen
Schuschnigg in te stellen gerechtelijke vervol
ging. Indien hiertoe zou worden overgegaan,
zou de oud-kanselier waarschijnlijk beschul
digd worden van schending der grondwet. De
oude grondwet schreef namelijk voor, dat
tot organisatie van een volksstemming slechts
door den geheelen ministerraad kon worden
besloten. Schuschnigg wordt ervan beschul
digd, het plebisciet eigenmachtig te hebben
georganiseerd.
EEN AARDSCHOK IN STIERMARKEN EN
KARINTHIë.
Zondag is in Zuid Stiermarken en in Karin-
thië een aardschok gevoeld. Er werd echter
geen schade aangericht en slachtoffers zijn
niet te betreuren.
DE ZAAK TEGEN VON CRAMM.
De zaak tegen den Duitschen tenniskam
pioen Gottfried von Cramm, die zich sedert 7
Maart in hechtenis bevindt volgens Reuter
onder verdenking van een zedendelict,
wordt nog steeds door den rechter van in
structie onderzocht.
Het is volgens Reuter nog niet bekend, of
Von Cramm in het openbaar zal terecht staan.
Er wordt echter vernomen, dat indien zulks
het geval zal zijn, het niet waarschijnlijk is,
dat hij binnen afzienbaden tijd voor den rech
ter zal verschijnen.
Wegenbouw in Oostenrijk.
Rijksnet van autowegen wordt met 1100 K.M.
uitgebreid.
Dr. Todth, algemeen bouwinspecteur in
Duitschland, heeft ter gelegenheid van de
opening der tentoonstelling „de wegen van
Adolf Hitler" te Weenen uiteenzettingen ge
geven omtrent den voorgenomen wegenaan
leg. Hij zeide, dat het voornemen bestaat het
rijksnet der autowegen 1100 K.M. uit te brei
den. De volgende nieuwe verbindingen zullen
worden aangelegd: 1. Salzburg-Linz-Weenen.
Deze lijn moet aansluiten op de groote ver
binding Londen-Istanboel.
2. Weenen-Wiener Neustadt-Radstadt-
Salzburg met een zijweg naar Graz. 3. Kuf-
stein-Innsibrück met aansluiting op de rijks-
autobanen München en Salzburg bij Rosen
heim
Engelsch bombardemenfs-
vliegtuig in zee gesfort.
Lijken van twee der zes inzittenden
gevonden.
Bij vlootoefeningen ter hoogte van Brest is
gisteren een Engelsch bombardementsvlieg
tuig met lange actie-radius in zee gestort. Aan
boord bevond zich een bemanning van vijf
koppen en een journalist, wiens lijk geborgen
kon worden.
Met Britsche stoomschip „Consett", op weg
van Newcastle naar Spanje, was getuige van
het ongeluk. Het bevond zich op 20 mijl ten
Zuidwesten van Ouessant, toen de opvaren
den een militair toestel in zee zagen vallen.
Er volgde een ontploffing.De „Consett" slaagde
er slechts in het lijk van den bestuurder
aan boord te nemen.
Het Britsche 'ministerie van luchtvaart
deelt mede, dat van de vier andere inzitten
den van het vliegtuig geen spoor gevonden is.
Nog een Britsch toestel verongelukt.
Denzelfden dag verloor de Britsche lucht
macht nog nog een toestel. Dit stortte neer bij
Sonning, een plaats in Oxfordshire. De be
stuurder kwam om het leven
ONZE DACELIJKSCHE KADERVERTELLING
Door de vaart, die Dikbuik dus had, kon hij niet meer inhouden en
doordat Thijs een stap voorwaarts had gedaan, kwam hij recht tegen
over den emmer te staan. Dikbuik slipte over het water en de zeep,
die Thijs gebruikt had, om het dek schoon te maken en kwam zoo
doende met een pracht van een boog precies met zijn hoofd in den
emmer terecht. Thijs schrok onwillekeurig door het ontzettende
lawaai, dat door dit alles ontstond, maar toen hij Dikbuik met den
emmer op zijn hoofd overeind zag krabbelen, schaterde hij het uit
van het lachen.
Maar nu was Dikbuik echt woedend.
Wat, nog lachen ook?! Jullie gaan voor drie dagen het cachot
in! bulderde hij .zoodat Thijs nu toch wel een beetje bang werd.
En jullie krijgen, niets te eten of te drinkenj Heela, breng dit
kereltje samen met zijn oom in het cachot! beval .hij tót zijn stuurman.
Thijs begreep, dat-hij met vechten toch niets zou bereiken en liep
gewillig mee. Het was anders geen leuk vooruitzicht, om drie dagen
opgesloten te zitten, zonder eten of drinken. Maar wacht, zou het niet
mogelijk zijn, dat Neusopius hen hielp? Hij kon het .altijd vragen,
zoodra hij hem zag. En even later zat Thijs bij oom Mopperniet,
opgesloten voor drie volle, lange dagenzonder eten!!
Autonomie der Sudeten-Duitschers toch
wel wenschelijk
SINDS Berlijn met behulp van wel zee)
krasse middelen er in slaagde Oosten
rijk als staat te doen verdwijnen en op
gaan in het Duitsche Rijk, is de positie
van Tsjecho-Slowakije er om meer dan een
reden niet aangenamer op geworden. De po
gingen door Hodza, den minister-president
van de republiek, aan welks hoofd eerst Masa
ryk heeft gestaan en waarvan thans diens be
gaafde „leerling" Benesj de president is, on
dernomen om nauwe economische samenwer
king tusschen de verschillende Donau-staten
te bevorderen, zijn thans op een mislukking
uitgeloopen.
Oostenrijk, dat in dezen keten een zeer nut
tige verbindingsschakel had kunnen zijn, is
verdwenen en daarmee heeft tevens, zoowel
strategisch als staatkundig en economisch, de
omstrengeling door het Duitschland van Hif-
ler van den Tsjecho-Slowaakschen staat een
ietwat benauwend karakter aangenomen.
Dit vooral omdat het Duitsche Rijk in toe
nemende mate de neiging aan den dag is gaan
leggen, zich met binnen-staatsche aangelegen
heid van de republiek van Benesj te willen
bemoeien, althans als kampioen voor de Su-
deten-Duitsche minderheid op te treden.
De omstandigheid, dat op een bevolking van
ruim 14]/2 millioen inwoners er niet minder
dan een goede 3y2 millioen Duitschers zijn,
van wie omstreeks 2^4 millioen in den breeden
rand langs de grens van het eigenlijke Bohe-
men en ten deele van Moravië gevestigd zijn,
dus thans aan de grens, die Duitschland van
Tsjecho-Slowakije scheidt, heeft meer en meer
haar stempel gedrukt op de verwikkelingen,
waarvoor zich de regeering te Praag gesteld
ziet. Het is, dat behoeft wel geen betoog, alles
behalve gemakkelijk om binnen een staat,
waarvan het eigenlijke staatsvolk bestaan
de uit ruim 6 1/4 millioen Tsjechen en om
streeks 3 1/4 millioen Slowaken 9'/2 millioen
menschen telt (daarnaast wonen in de repu
bliek 'zoowat 700.000 Magyaren, 550.000 Roethe-
nen en Russen, 180.000 Joden, om mij nu maar
tot de belangrijkste minderheden te bepalen),
te maken te hebben met een zoo groote min
derheid van Duitschen bloede. Vooral is zulks
verre van eenvoudig, wanneer nu juist het
buurland Duitschland is, waar sedert 1933 de
bloed-, ras- en stamtheorie in belangrijke ma
te richtsnoer voor het staatkundig beleid is
tvtu zij terstond, ter vermijding van misver-
stand, opgemerkt, dat de Duitschers in
Tsjecho-Slowakije, de Sudeten-Duitschers
nooit tot het eigenlijke Duitschland behoord
hebben,. Met de Tsjechen maakten zij eeuwen
lang steeds deel uit van de gebieden, die vie
len onder de oude Habsburgsche monarchie.
Vandaar, dat het op zichzelf volkomen logisch
was, aangezien het geheel en al in de politieke,
economische en sociaal-geografische gescliied-
lijn lag, dat men na den wereldoorlog, toen
men den Tsjecho-Slowaakschen staat schiep,,
geen splitsing aanbracht in de z.g. historische
landen, waar honderden jaren achtereen het
Duitsche en het Tsjechische element tezamen
hadden geleefd. Economisch ware zulk een af
scheiding, nog afgezien van de natuurlijke
geografische grenzen, waarvan men de betee-
kenis zeker ook niet kan. onderschatten, uiterst
moeilijk geweest, daar er tusschen de gebie
den. waarin vooral de Sudeten-Duitschers wo
nen en het verdere Bohemen, sinds jaar en dag
een zeer nauwe samenhang had bestaan.
Bovendien bestond er voor het trekken van
een dergelijke onhistorische en uit een eco
nomisch oogpunt tegennatuurlijke scheidings
lijn te minder aanleiding, waar, niet in de
laatste plaats juist met het oog op de Sudeten-
Duitschers, werd overgegaan tot het in het
leven roepen van minderhedenrechten en
dito bescherming onder internationaal toe
zicht. te weten onder toezicht van den Vol
kenbond.
Zoodoende is van stonde af aan het lot der
Sudeten-Duitschers in elk geval heel wat gun
stiger, of, wil men. heel wat minder ongunstig
geweest, dan dat van de 300.000 Tirolers die,
met den overgang van Zuid-Tirol naar Italië,
niet de geringste rechten als zoodanig kregen!
Overigens mag nog wel eens opgemerkt, dat
de wijze, waarop Tsjecho-Slowakije in den
loop der jaren zijn verplichtingen uit hoofde
van de bepalingen op het stuk van de minder
hedenbescherming is nagekomen in het alge
meen heilig is geweest, vergeleken met wat
elders, waar men aan soortgelijke bepalingen
gebonden was, placht voor te vallen.
WIL dit nu zeggen, dat het voor de Sude
ten-Duitschers in en te midden van het
Tsjecho-Slowaaksche staatvolk steeds een he
mel op aarde is geweest, en dat zij feitelijk in
geen enkel opzicht ooit gegronde reden tot
klagen hebben gehad?
Allerminst. Ten eerste leidde de internatio
nale economische crisis er .toe, dat juist in de
industriegebieden, waarin zij in grooten ge
tale wonen, heel wat malaise is ontstaan, ook
al valt die malaise allesbehalve op het debet
van de machthebbers in Praag te schrijven, zij
werden niettemin dat is nu eenmaal steeds
het lot van regeerders! door de Sudeten-
Duitschers scherp gelaakt. Daarnaast intus-
schen valt het niet te ontkennen, dat de nieu
we heeren, de Tsjechen, vooral in den aan
vang, en in sommige opzichten tot zelfs nog
maar betrekkelijk kort geleden, in de practijk
ernstige fouten tegenover de Duitsche min
derheid hebben begaan, die de ontevredenheid
slechts konden aanwakkeren. Ook zonder dat
er bepaald schending der minderhedenbepa-
lingen behoeft plaats te vinden, blijft het nu
eenmaal mogelijk minderheden-groepen in al
lerlei aangelegenheiden op anderen voet te be
handelen dan bij behandeling op den grond
slag van volkomen gelijkgerechtigdheid op zijn
plaats ware geweest.
Niemand minder dan president Benesj heeft
zelf erkend, dat er fouten zijn begaan. Hij
heeft zich, vooral in den jongsten tijd, zeer
veel moeite gegeven om voor de noodige verbe
teringen zorg te doen dragen. Onderwijl ech
ter was reeds mede en vooral onder invloed
van aanmoediging van over de grens, een hef
tige oppositie onder de Sudeten-Duitschers te
gen het regime van Praag tot ontwikkeling ge
komen. Zoo heeft men dan in Tsjecho-Slowa
kije te maken met de door Henlein aange
voerde partij van de Sudeten-Duitschers, die
feitelijk een zuster- of misschien moet ik zeg-
geen dochterinstelling is van de nationaal so
cialistische partij in Duitschland. Zij gelijkt
daarop als twee druppels water. Ook wat haai'
propagandistisch vermogen en wat haar pro
pagandistische methoden betreft! Met het ge
volg, dat zoo zoetjes aan in breeden kring bui
ten Tsjecho-Slowakije de opvatting post kon
vatten, dal' de Tsjechen ten aanzien van hun
optreden tegenover de Sudeten-Duitschers
toch wel heel veel en heel ernstige verwijten
verdienen. Het wil mij voorkomen, dat het be
paald zaak is, zich te hoeden voor klakkeloos
aannemen als waar, wat de anti-Praagsche
propagandisten plegen te verkondigen. Zelf
heb ik in meer dan één geval de proef op de
som genomen, door het hoor en wederhoor toe
te passen en dan bleek mij herhaaldelijk, dat
tal van beschuldigingen niet of slechts zeer
ten deele gegrond waren. Met name meen ik,
dat er op het gebied van het onderwijs, toch
zeker wel een van de belangrijkste factoren m
het leven van een mindei'hedengroep, in de
verste verte niet die reden tot klagen bestaat
als men van Henlein-kant wel doet voorko
men. Toch ontbreekt er nog wel wat aan een
ideale behandeling. Het zou daarom zeer toe
te juichen vallen, indien een volledig slagen
bereikbaar ware van elke eerlijke poging om
zelfs maar den geringsten grond voor minder
heden-grieven in Tsjecho-Slowakije weg te
nemen. Het komt me dan ook voor, dat de
Tsjecho-Slowaaksche regeering de belangen
van den staat, en daarmee tevens van de in
ternationale samenleving, niet beter zou die
nen dan door alles te doen om den toets
van de meest nauwgezette critiek van objec
tieve beoordeelaars te kunnen doorstaan.
Reeds heeft men teekenen kunnen waarne
men, die er op schijnen te wijzen, dat men
daartoe te Praag nog meer dan ooit te voren
bereid is. Inderdaad kan het aan de kracht
van het land slechts ten goede komen, als men
zekeren critici van buiten den wind uit de zei
len neemt en tegelijkertijd aan hen die bin
nenslands van goeden wille zijn, voldoening
schenkt.
OU het daarom misschien toch ook niet
verstandig zijn over te gaan tot invoering
van autonomie voor de Sudeten-Duitschers?
Immers hierop komt thans vooral hun ver
langen neer.
Het antwoord op deze vraag is minder een
voudig dan ze misschien op het eerste gezicht
zou lijken. Het is trouwens ook nog niet zoo
eenvoudig, om na te gaan, hoe men, zoowel
binnen als buiten Tsjecho-Slowakije moet en
kan handelen ter bevordering van een goede,
van een betere internationale positie van de
zen staat, voor welks schepping dit mag
men ook wel eens even bedenken de groote
mogendheden, Engeland, Frankrijk, de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika voorop,
verantwoordelijk zijn! Hierover en over nog
enkele andere punten in een volgendartikel
nader.
Dl'. E. V. RAALTE.
RADBfi
PRDGRANMA
WOENSDAG 30 MAART 1938.
HILVERSUM I, 1875 en 415,5 M.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7-30
—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Causerie „Onze
keuken". 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzen
ding vooi' Arbeiders in de Continubedrij
ven. 11.30 Causerie „Boeken over v/erkloozen",
12.00 Gramofoonmuziek. 12.451.45 VARA-or-
kest. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.00
Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 Causerie „De mijnwerkers en het Alge
meen Mijnwerkersfonds." 6.00 De Ramblers.
6.30 „1938, het zonnevlekken jaar", causerie.
7.00 Gramofoonmuziek. 7.10 Vocaal concert.
7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof". 8.00 Her
haling S.O.S. Berichten. 8.03 Berichten A.N.P.
VARA-Varia. 8.15 VARA-orkest. 8.30 Radio-
tooneel. 9.31 Gevarieerd concert. 10.00 Be
richten ANP., 10.05 Gramofoonmuzoek. 10.20
Solistenconcert. 11.00 Gramofoonmuziek.
1L30—12.00 Orgelspel.
HILVERSUM II, 301,5 M.
NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart. 7.108.00 Nederland-
sche Evangelie Vereeniging.
8.00 Schriftlezing', meditatie, gewijde muziek
(gr. pl.) 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Geluk-
wenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Mor
gendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 En
semble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gra
mofoonmuziek. 12.30 .Vervolg Ensemble van
der Horst. 1.30 Gramofoonmuziek. 2.15 Zang
en piano. 3.00 Christelijke Lectuur. 3.30 Gra
mofoonmuziek. 4.40 Felicitaties. 5.00 Voor de
kinderen. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land
en tuinbouwhalfuur. 6.30 Taalles en Causerie
over het Binnenaanvaringsreglement. 7.00
Berichten. 7.10 Causerie „Oorsprong en be-
teekenis van de Evangeilische richting". 8.00
Berichten ANP. Herhaling SOS-berichten.
8.15 Christelijke Oratoriumvereeniging „Oefe
ning en Stichting", 't Nederlandsche Kamer
orkest en solisten. 9.209.40 „Wijdings
woord"). 10.30 Berichten ANP. 10.35 Gramo
foonmuziek. 10.45 Gymnastiekles, 11.00 Gra
mofoonmuziek. ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M.
11.2011.50 Gramofoonmuziek. 12.05 B^p-
Northern-orkest m.m.v. soliste. 1.05 Dans
muziek (Gr. pl.). 1.352.20 Het Aston Hippo
drome Orkest. 3.20 BBC-Schotsch orkest. 4.05
Gramofoonmuziek. 4.205.10 Vesper. 5.20
Gramofoonmuziek. 5.40 Carroll Gibbons en
de „Boy Friends",. 6.20 Berichten. 6.40 Land-
bouwpraatje, 7.00 BBC-Orkest m.m.v. soliste.
8.00 Filmuitzending. 9.00 Declamatie. 9.10
Vroolijke voordracht. 9.20 Berichten. 9.40 Or
gelconcert. 10.20 I-Iet Serge Krish Septet. 11.00
BBBC-zangers. 11.20 Joe Loss en zijn Band.
11.5012.20 Jazzmuziek. (Gr. pl.)
RADIO PARIJS 1648 M.
7.558.05, 9.109.40 en 10.20 Gramofoon
muziek. 11.35 Stafmuziek van de Garde Répu-
blicaine. (Om 12.05 Zang.) 2.05 Piano
voordracht. 2.20 en 3.20 Zang. 3.35 Pianovoor
dracht. 7.50 Zang en piano, 8.20 Variété-pro
gramma. 9.5010.05 Gramofoonmuziek.
KEULEN, 456 M.
5.50 Het Rheinische Landesorkest. 7.50 Om
roeporkest. 1.1.20 Militair orkest. 12,35 Omroep
orkest, 3.50 Piano voordracht. 4.30 Omroep-
Amusements orkest. 5.50 Omroepkoor. 6.30
Gramofoonmuziek. 7.20 Militair orkest, m.m.v.
solist. 8.50 Cabaretprogramma. 9.35 Gramo
foonmuziek. 9.5011.20 Omroepkleinorkest
m.m.v. solist.
BRUSSEL 322 M.
11,20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Om
roepkleinorkest. 12,501.20 Gramofoonmuziek
4.20 Pianovoordracht. 5.50 Gramofoonmuziek.
6.20 Zang. 7.20 Omroeporkest en soliste. 9.50-
10.20 Omroepdanscrkest.
BRUSSEL. 484 M.
11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Luc
Darcy's orkest. 12.501.20 Gramofoonmuziek
4.35 en 5.05 Omroepüansorkest. 5.35 Het Trio
van Amsterdam. 6.35 Gramofoonmuziek.
7.20. Omroepsalonorkest en solisten. 9.45—
10.20 Omroepdansorkest.