Oostenrijk's nazibewind aan den slag.
M"
HENSEN'S
OVERALLS
MODESHOW
WOENSDAG 30 MAART 193S
HAARDE M'S DAGBDAD
II
EEN HAACSCHE LENTE EN
EEN HAACSCH GELUID.
Het vroege voorjaar. Naast
Toscanini ter Piere. Vernieu
wing in het houwen. -En de Zon.
Als Haagsche briefschrijver behoef ik op
dezen dag dat ik „naar de pen grijp" niet eerst
een tijdje op dat nuttige voorwerp te zuigen
om er zooals de bij honing puurt uit de
bloem kopij uit te zuigen. Die kopij immers
is mèt het gouden zonlicht van deze wonder
baarlijke lente-achtige lente als het ware
over de stad mijner inwoning gestrooid. Want
Den Haag in de lente is iets héél anders dan
Den Haag in den whiter. Den Haag ontleent
als het ware een groot deel van zijn recit-
van-bestaan aan lente en zomer. En een groot
deel zijner inwoners pensioen- en rente
trekkers is alleen maar naar Den Haag ge
komen om er te genieten van wat de lente en
zomer er te genieten geven. Welnu: er was
deze week te genieten van wat de lente te ge
nieten geeft. En onze „trekkers" genoten ook
en trokken ook. Zij trokken naar het Bosch
cm er aan boom en struik de lente te zien
ontwaken. Zij trokken naar de duinen, om er,
tusschen het prikkeldraad en de bordjes „Ver
boden toegang" door, de natuur bij haar
ontwaken gade te slaan. En 's morgens, vooral
's morgens, trokken zij naar het befaamde
kopje koffie in Scheveningen, of ze zaten hun
oude, koude botten te warmen in de zon op de
Pier, of ze liepen met hondjes over het strand.
Aardige menschen, al die trekkers. Aardige,
gezellige keurig-nette, bedachtzame men
schen. Zij geven Den Haag cachet. Zij zijn
zoo rustig. Zij zijn zoo precies. Maar zij zijn
wel een beetje uit den tijd. Zij staan wel een
beetje aan den kant van de snelwegen,
waarlangs de nieuwe tijd voortijlt. Zij heb
ben niet veel begrip van de nooden des tijds.
Ik ben niet revolutionnair. Ik heb een zeer
on-opstandig hart en eerbied voor de grijze
haren en ze hebben mij van jongs-af ge
leerd beleefd tegen oudere menschen te
zijn, maar wanneer ik aan de tafeltjes rondom
mij. op het Pierbankje naast mij, de gesprek
ken hoor, die allerlei futiliteiten tot onder
werp hebben, dan zou ik dezen ongetwijfeld
braven, doch al te egocentrischen medebur
gers wel gaarne eens de waarheid willen zeg
gen Wat dan toch maar weer niet geschied
de, omdat de lentezon zoo heerlijk scheen en
omdat er al ruzie genoeg in de wereld is.
Maar een typisch Haagsch verschijnsel is deze
soort conversatie wel. Daarom zijn en vele
anders-soortige Hagenaars, die Scheveningen
mijden, die de stilte en de eenzaamheid op
zoeken. waar zij alleen met de natuur zijn. die
een altijd-boeiende, altijd-verheffende taal
spreekt tot het menschenhart.
Vorige week Vrijdagmorgen ter Piere toe
vende zag ik een zwijgenden, grijzen heer naast
mij. Zoo op het oog een rustig man, die geniet
van de zee en de blauwe lucht en de heerlijke,
prikkelende geuren. Hij zat daar zoo maar
een beetje stil voor zich heen te staren en
rookte sigaret na sigaret. Het was Toscanini,
de temperamentrijke Italiaansche dirigent,
die het Residentieorkest tot ongekende hoog
ten van artistieke vervoering heeft geleid en
stampvolle zalen in Den Haag en Rotterdam
tot ongekende geestdrift heeft gebracht. Ik
heb u wel meer gezegd, dat ik over onderwer
pen van muzikalen aard geen recht tot spre
ken heb. Maar het maakte grooten indruk op
mij te zitten naast een van de grootste gees
telijke en artistieke leiders van het huidge
Europa, een groote figuur in vele opzichten.
Ik kan u daar niet meer van vertellen. Ik
heb geen gesprek met dezen man gevoerd
en zou hem ook niet hebben durven aan
spreken. Het was zoo maar een klein moment,
in het leven van allen-dag te zitten naast
Toscanini. Een aanleiding tot gesprek zou
overigens gemakkelijk te vinden geweest zijn,
want de meester vierde juist dezen dag zijn
verjaardag en misschien zou een argelooze,
min of meer anonieme gelukwensch hem heb
ben getroffen. Doch liever liet ik dezen groo
ten mensch met rust en sloeg ik hem, be
scheidenlij k, van op zijde gade zooals hij daar
kennelijk zat te genieten van die eigenaardige
Scheveningsche instelling, die „Pier" heet. die
veel van haar mondaniteit" verloren heeft en
die. behalve des Zondagsmorgens, wanneer
de dagjesmenschen er een druk-bevolkte zee-
op-straat van maken, alleen bezocht wordt
door de menschen, die van de stilte, de zon
en het eeuwige ruischen van de zee houden,
omdat dat balsem voor het hart en de ziel
is.
Toen ik terugliep naar de stad werd mijn
journalistieke oog getroffen door bouw-be-
drijvigheid. Hier en daar verrijzen moderne
flatgebouwen, de nieuwe vorm van woning
kazerne „van alle gemakken voorzien" en
veelal peperduur, Want het treft, wanneer ge
eens bij zoo'n flatgebouw-in-wording gaat in-
foruneeren, welke prijzen er nu toch nog
betaald worden voor zulk wonen. Het is na
tuurlijk een alleruiterst maximum, doch het
komt voor dat voor een flatwoning van 8 ka
mers een jaarlijksche huurprijs van 6900
bedongen enbetaald wordt. In dat hooge
bedrag' zijn dan licht en warmte, telefoon en
water inbegrepen, maar dan nóg En de
minste woning in zoo'n luxueus ultra-modern
gebouw: drie a vier kamers plus badkamer en
keuken gaat grif van de hand voor 1900
's jaars.
Op de wandeling terug-naar-huis zag ik ook
dat het hotel De Wittebrug. een eerste-klas
huis met eerste-klas prijzen, wordt uitgebreid.
Een heele vleugel wordt er aan toegevoegd,
zoodat de hotelruimte schier verdubbeld
wordt. Hotel Paulez, tegenover den Koninklij
ken Schouwburg, is geheel afgebroken en in
moderne gedaante weer opgebouwd. Termi
nus, huis van middenklasse, heeft ook een ge-
heei nieuwen vleugel bijgebouwd; in de Lange
Poten, naast Central, komt een groot nieuw
hötel-café-restaurant. Merkwaardig toch. hoe
in dezen slecht-geheeten tijd zoovele weelde
rige vernieuwing plaats vindt. Doch ander
zijds: ook dit heeft, bij nader inzien, toch
minder om het lijf dan men zou denken. Want
met al die vernieuwingen en uitbreidingen
zijn niet meer dan een tweehonderd-tal „bed
den" gemoeid.
En aan den anderen kant is er ook veel te
zien, dat als het ware een toonbeeld-in-steen
van verval en verwaarloozing is.Heel wat groo-
te patricische huizen staan leeg en zijn al
jaren aan het verkommeren. Het groote huis
op den Bezuidenhout naast het hotel de Her
tenkamp is. bij gebrek aan bewoners, tijde
lijk afgestaan aan een vèreeniging voor werk-
loozenzorg; het bakbeest-van-een-heerenhuis
een beetje verderop de naam: douairière
van Karnebeek prijkt nog op het naambordje
staat sinds jaar en dag onbewoond, even
als het paleisje op den Lange Voorhout, dat
laatstelijk bewoond werd door douairière gra
vin Van Lijnden van Sandenburg, groot
meesteres van de Koningin.
Zoo zijn ook in een stad als Den Haag alle
tegenstellingen, die het menschelijk leven
boeiend maken, te vinden.
MR. E. ELI AS.
MUZIEK
Beefhovencyclus der H. O- V.
Vierde (laatste) Concert.
In scherpe tegenstelling met den engen tijd
kring, waarin de op het voorlaatste concert
ten gehoore gebrachte werken besloten lagen
stond de wijde boog die het laatste concert
omspande. Tusschen Beethoven's Eerste en
Negende ligt een tijdvak van 26 jaren, dat
aan weerszijden ver over zijn middelste schep
pingsperiode heenreikt. Uit de Eerste stralen
ons de frischheid en het zelfbewustzijn der
jonge jaren tegemoet en een onbezorgdheid,
waarover alleen in een paar momenten van
het eerste hoofddeel een de blijde stemming
even verduisterend wolkje trekt. Uit de Ne
gende klinkt de stem van den eenzame, die
zich reeds lang uit nagenoeg elk maatschap
pelijk verband had teruggetrokken; die, gees
telijk tot transcendale hoogte gestegen, van
daar uit het aardsche leven overschouwt en
zijn roep om verbroedering doet klinken.
Schiller's woorden „Alle Menschen werden
Brüder" inspireerden den grooten toondich
ter, die in het vroolijke Weenen als een ge-
isoleerde leefde. Hij had meer dan een eeuw
later moeten leven om de vervulling van zijn
roep te zien, toen „Freude" zich aan „Kraft"
gepaard had. „Alle Menschen werden Brü
der": men ziet het in Rusland, in Spanje, in
Weenen, in Frankrijk, in Tsjecho-Slowakije,
waar niet? Men ziet het in de budgetten der
oorlogsbegrootingen, die alom tot een mini
mum geslonken zijn. Overal „weht der senfte
Flügel".
Maar mijn opstel dreigt onmuzikaal te wor
den. Ik dien over muziek te schrijven. Over
den inhoud van Beethoven's Symphonieën
nog iets nieuws te berde te brengen is wel een
volstrekte onmogelijkheid. Er zijn werken
over geschreven, die samen een flinke biblio
theek zouden kunnen vullen. Men kent die
Symphonieën; men heeft ze leeren onder
scheiden en begrijpen. De Eerste stelt noch
muzikale, noch psychische problemen; die der
Negende zijn dank zij de lofwaardige werk
zaamheid van talrijke dirigenten, orkesten en
koorvereenigingen, en niet het minst dank zij
de verbreiding van muzikaal inzicht die dooi
de radiouitzending mogelijk gemaakt werd.
geen problemen meer.
En zoo hebben we dan van de vertolking der
Eerste, die ons orkest onder Frits Schuur-
man's leiding gaf, in menig opzicht kunnen
genieten. De desiderata: hier een nog iets vol-
komener onderlinge stemming, daar een iets
grootere rythmische gelijkheid, betroffen klei
nigheden, die aan den bevredigenden totaal
indruk weinig afbreuk konden doen.
De uitvoering der Negende moet ik nog als
een eerste proefstuk aanvoelen. De eischen die
Beethoven's werk aan orkest en koor stelt zijn
zeer en zeer groot; de idee is zeer moeilijk te
realiseer en. Hiervoor zou niet alleen een veel
langduriger intensieve voorbereiding noodig
zijn, dan voor ons met werkzaamheden over
belast orkest mogelijk is, maar een aanzien
lijke. zij het ook tijdelijke, versterking van het
strijkersensemble. Dit laatste komt door Beet
hoven's schrijfwijze licht geheel in het ge
drang, zoodat dan vaak het essentieele ver
loren gaat onder de macht der blazersklan
ken. Ik heb over de prestaties der blazers
meermalen ongunstig moeten berichten; het
doet me veel genoegen ditmaal meerderen
van hen te kunnen prijzen, inzonderheid den
eersten clarinettist, die zeer zuiveren vaak
heel mooi speelde. Daarentegen faalde de
eerste hoorn een paar malen. Het nog jonge
H. O. V.-koor heeft zijn zware taak naar be-
hooren vervuld.
Van de solisten voldeed de sopraan Helène
Lulofs m dit werk, waarin de zangstemmen
haast instrumentaal gedacht zijn, bijzonder
goed, beter dan een meer lyrische stem ge
daan zou hebben. Ans Stroink had slechts een
kleine partij. De tenor Michel Gobets zong
zijn groote solo met minder helder geluid dan
we van hem gewend zijn en ook de bas van
Herman Hülsman. die den door droevige fa
milieomstandigheden verhinderden zanger
Otto Couperus verving, klonk soms iets ge
sluierd; niet echter in het recitatief, dat het
vocale deel der Finale opent. Dit zong hij heel
goed.
Schuurman's tempo-opvattingen waren
meerendeels als zeer juist te beschouwen en
speciaal in de dubbelfuga der Finale te prij
zen, omdat hij zich daar niet als vele andere
dirigenten tot een alle orkestfiguren wegva
gende snelheid liet verleiden. Maar het Adagio
en het daarin voorkomende Andante nam hij
veel langzamer dan gebruikelijk en wensche-
lijk is, zoodat het zich moeizaam voortsleep
te en ruim 20 minuten speeltijd in besiag
nam. In totaal duurde deze uitvoering dei-
Negende daardoor niet minder dan een uur en
twintig minuten. Ik weet wel dat metronoom
cijfers die in de partituur staan geen binden
de voorschriften zijn, maar ik ben toch over
tuigd, dat Schuurman de werking van het
Adagio en de belangstelling der hoorders voor
dit deel aanmerkelijk zou verhoogen door het
tempo in de richting dier cijfers te wijzigen.
Overigens is het een verheugend feit dat-
ons orkest en het daarmee verbonden koor het
groote werk met succes hebben kunnen enta-
meeren. Moge deze uitvoering een jaarlijk
sche worden in gestadigen groei en meerdere
voortreffelijkheid. De huldeblijken, die
Schuurman van het bestuur en van het koor
ontving en de geestdrift, die het publiek be
toonde mogen hem daartoe aansporen!
K. DE JONG.
PROF. DR. J. W. PONT.
Londerdag viert prof. dr. J. W. Pont. rus
tend hoogleeraar te Bussum. bekend als voor
zitter van de Ned. Zuid-Afrikaansche Ver-
eeniging. zijn 75en verjaardag.
Prof. Pont. die Amsterdammer van geboor
te is, was vele jaren predikant bij de Evang.
Luthersche en bij de Hersteld Evang. Lu-
thersche Gemeente. In 1903 werd hij van
wege de Hersteld Ev. Luth. Gemeente hoog
leeraar aan de Gem. Universiteit van Am
sterdam en in 1915 werd hij hoogleeraar te
Utrecht. Vijf jaar geleden legde hij zijn
ambt neer.
Tweemaal maakte hij een reis naar Zuid-
Afrika. Als voorzitter van de Ned. Zuid-Afri
kaansche Vereen, heeft hij grooten invloed
op zijn studenten geoefend.
De verdiensten van Prof. Pont vonden bij
zijn zilveren professoraat in .1923 erkenning-
door zijn benoeming tot ridder in de Orde
van den Ned. Leeuw,
Financiëele steun voor de industriesteden.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1888.
Impopulaire belastingen
afgeschaft.
Oostenrijksche soldaten in Duitsch
uniform.
Weenen, Maart.
(Van onzen correspondent.)
EN is druk bezig met de assimilatie
van Oostenrijk en Duitschland
ik wil het woord gelijkschakeling
hier niet gebruiken, daar dit meest
al alleen in verband met de Jodenkwestie ge
bezigd wordt.
Oostenrijk is overstroomd met Duitsche
soldaten en officieren, met Duitsche veldgen-
darmerie en Duitsche Schupos, met Duit
sche nationaal-socialistische partijfunctiona
rissen en met Duitsche ambtenaren. Zij zul
len hier de zaak op echt Duitsche doortas
tende en grondige wijze regelen en vermoe
delijk wel een einde maken aan heel wat wan
toestanden en aan de laksche en trage, slor
dige Oostenrijksche „Schlamperei". Weenen
heeft al een veel vlotter tempo gekregen.
Omgekeerd worden heel veel Oostenrijkers
naar het „Rijk" gestuurd. Oostenrijksche
troepen togen naar München, naar Berlijn en
naar tal van andere Duitsche steden. Zij
gingen er in him Oostenrijksche uniformen
heen en hebben daar voor een ,deel al nieuwe
tenues gekregen, zooals die in het Duitsche
leger gebruikelijk waren. Uiterlijk zal er dus
al heel spoedig geen verschil meer in de troe
pen te bemerken zijn tusschen wat vroeger
Duitsch en Oostenrijksch was. Bij deze „ver
kleeding" hebben zich grappige dingen voor
gedaan. De Oostenrijksche jongens liepen in
München, net zoo goed als hun Duitsche wa
penbroeders in Weenen, al heel gauw met een
aardig meiske aan den arm, dat het vreemde
dialect van den jongen soldaat natuurlijk ver
bazend leuk en interessant vond. Toen de
Oostenrijkers na een paar dagen weer huis
waarts zouden keeren. kwamen er tal van
jongedames aan het station om afscheid van
hun krijgslieden te nemen en hen een pakje
met wat lekkers of een foto of een ander sou-
venirtje mee te geven. Maar o schrik, zij
herkenden hun jongens opeens niet meer en
moesten soms lang zoeken voor zij hun eigen
vriendje in het drukke gewoel gevonden
hadden
Romantiek in den Prater.
Dat de Duitsche soldaten het goed met de
Weensche meisjes kunnen vinden heb ik al
eens verteld. In den Prater, waar de draaimo
lens en de roetschbanen, het Riesenrad en de
„kijkspullen", de schiettenten en de tingeltan
gels. nu het zoo'n prachtig warm voorjaars
weer is. in vol bedrijf zijn en waar de Ger-
maansche knapen voortdurend hun krachten
op de diverse koppen-van-Jut en op de „Wat-
schêrimanner" beproeven dat zijn mans-
hooge poppen met leeren koppen, die men een
flinken tik om de ooren moet geven, waarop
het monster begint te brommen in den
Prater dan loopen overal vrijende paartjes
rond en vooral op de stille zijpaadjes (die
thans niet zoo heel stil meer zijn) stoot men
telkenmale op elkaar omhelzende menschen-
paren, waarvan de mannelijke helft een
Duitsche krijgsmanis.
Oostenrijksche werklieden werden ten ge
tale van tienduizend naar Duitschland ge
stuurd om er een vacantiereisje te maken,
waarvan zij tevens heel veel zullen kunnen
leeren. Zij bezoeken München. Neurenberg,
Berlijn, en Hamburg. Leipzig, Düsseldorf en
Stuttgart om te zien hoe in Duitschland
gewerkt wordt en wat er tot stand gebracht
werd. Ook de jeugd gaat reizen naar Duitsch
land maken om het land te leeren kennen, met
hetwelk het eigen vaderland thans één geheel
vormt.
Om den ontzettenden nood in Oostenrijk
eenigszins te lenigen ik geloof dat men er
in ons land geen juiste voorstelling van heeft
hoe verschrikkelijk de ellende in de breede la
gere en laagste kringen van het volk is!
worden acht millioen mark voor de industrie
steden Weenen, Graz. Linz en Innsbrück ter
beschikkinz gesteld. Honderdvijftig veld
keukens van het Duitsche winterhulpwerk
werden naar Oostenrijk gestuurd en vijftig
wagons levensmiddelen en kleedingstukken.
Oostenrijksche jongens, die onder de wa
penen moeten komen, zullen in Duitsche gar
nizoenen terecht komen, ook al weer om hen
te laten acclimatiseeren. Duitsche dienstplich
tigen zullen in Oostenrijksche steden liggen.
Er is al werk aan den winkel gekomen. De
locomotieffabriek in de Weensche arbeiders
buitenwijk Floridsdorf heeft plakkaten laten,
aanbrengen, waarop vermeld wordt, dat 140
metaalbewerkers gezocht worden. Dit is niet
het eenige bedrijf, waarin een wederopbloei
gekomen is.
De verkiezingspropaganda voor den ,.Ab-
stimmungstag" heeft een aanvang genomen.
Goering is al in Weenen geweest. Hitier zal
opnieuw verschillende Oostenrijksche steden
bezoeken, groote vergaderingen en betoo
gingen hebben reeds plaats gehad.
Brandweerlieden, die in Februari 1934 aan
den rooden opstand hadden deelgenomen en
die tot gevangenisstraffen werden veroordeeld
hun aanvoerder, een ingenieur, die een
jonge vrouw en een kind naliet, werd opge
hangen hebben hun betrekkingen, die zij
toen" verloren hebben, thans teruggekregen,
net als de nazis, die door het vorige régime
wegens hun politieke overtuiging en hun
politieke acties aan den dijk gezet werden.
De nieuwe nationaal-socialistische burgemees
ter van Weenen heeft die brandweerlui per
soonlijk bij zich laten komen en elk hunner
de hand gedrukt. Natuurlijk maakt zoo iets
diepen indruk op de arbeidersbevolking en
is dit een van de beste propagandamiddelen,
die men maar vinden kan.
De rijwielbelasting, die in Juni van het
vorige jaar te Weenen en in Neder-Oostenrijk.
alsmede in enkele andere streken van Oosten
rijk. werd ingevoerd werd al onmiddellijk na
de invoering van het nationaal-socialistische
bewind afgeschaft. Juist de armere klassen
hadden door het meest onder te lijden gehad.
Voor vele werkloozen was een fiets vaak het
eenige, wat hij bezat. Trammen was, vooral
voor de vele duizenden, die in het geheel geen
werkloozenondersteuning kregen, veel te
duur.
De belasting op bier, die in Oostenrijk twee
maal zoo hoog was als in het Duitsche rijk.
zal ook spoedig kleiner worden. Dat zijn dus
allemaal orettyse dingen, die het overgroote
deel van het volk graag hoort en het nationaal
socialistisch bestuur en den „Anschluss" dus
zeer populair maken.
Bedelaars voor den rechter.
In de rechtszaal speelden zich onlangs twee
scènes af, die typeerend zijn voor de toestan
den, die in Oostenrijk geheerscht hebben. Een
36-jarige loswerkman stond terecht, omdat hij
op straat gebedeld had, een vergrijp, dat tot
voor kort haast altijd met gevangenisstraf
werd bestraft. Sedert 1930 is hij zonder werk.
Aanvankelijk kreeg hij een kleine ondersteu
ning, die later, zooals dat hier gebruikelijk
was, ingetrokken werd. Na tal van verzoek
schriften aan het gemeentebestuur kreeg hij
eindelijk voor zijn vrouw en zijn acht kin
deren 40 schillingen per maand als toelage. Zijn
vrouw ontving 12 schillingen in de maand, dat
is dus samen 52 óf 17 Nederlandsche guldens.
Daarvan moest men huur betalen en moesten
tien personen een heele maand leven! Geen
wonder, dat de man ging bedelen. Tal van
anderen zijn, wat nog veel erger is, dieven en
inbrekers geworden! De rechter sprak den
man vrij. De stakkerd had tranen in de oogen,
toen hij dit vernam.
Een andei-e beklaagde, die ook sedert 1930
al geen werk meer had en 45 jaren telt, stond
eveneens wegens bedelarij terecht. Hij is er
gedurende al die acht jaren niet in kunnen
slagen ergens een baan te vinden. Hij betrekt
52 schillingen in de maand, daarvan gaan er
25 af voor de huur. Van de overige 27 schil
lingen, dus nog niet eens tien gulden, moet hij
een maand lang met zijn totaal verlamde
vrouw zien rond te komen. Ook hij ging de
straat op om voorbijgangers om wat geld te
smeeken. Hij werd enkele weken geleden op
gepakt en naar het politiebureau gebracht.
Thans werd ook hij door den rechter vrijge
sproken. ..Heil Hitier!" zei de man, toen hij de
zaal verliet, „nu zal alles in dit land wel beter
worden!"
Zulke gevallen komen thans meer bij de
rechtbanken voor.
W. M. BEKAAR.
WAARBORGEN U
PRIMA KWALITEIT
PRETTIGE PASVORM
BETERE AFWERKING
In prijzen van
4.85 - 4.45 - 3.75 - 3.2.45
met ritssluiting 4.35 - 3.50
SPECIALE MODELLEN voor
AMBACHTSSCHOOL
FORD FABRIEKEN
(Adv. Ingez. Med.)
VROOM EN DREESMANN
Hoewel in het voorjaar de schoonmaak aller
belangstelling heeft, hadden toch tal van
huisvrouwen gisteren deze beslommerin
gen eens voor een middag opzij gezet en de
show van Vroom en Dreesmann had dan ook
geenszins over gebrek aan belangstelling te
klagen. Inderdaad was het ook zeer de moeite
waard te aanschouwen, wat „Koning Mode"
ons dit voorjaar weer aan nieuwe snufjes te
bieden heeft. En de mannequins schenen zelf
ook plezier in deze belangstelling te hebben.
Allereerst zagen wij eenige morgen toiletjes.
Dit seizoen worden er veel imprimés van
zijde of wollen stof gedragen, hetgeen altijd
iets fleurigs aan het- geheel geeft. Er was ook
een aardig taf zij geruit jurkje, dat een frisch
effect maakte. Vlotte deux pièces waren er
ook, vooral donkerblauw en bruin zijn de
kleuren, natuurlijk in diverse nuances. Hier-
tusschen door werden ons alleraardigste
strandtoiletjes en strandpyjama's getoond,
o.m. een aardig strandpakje, bestaande uit
een donkerblauwe broek van wollen stof en
een helder blauw blousje met punthals. ver
sierd met een jaar vlotte knoopen. Opvallend
was ook een zwarte japon voor iets zwaardere
figuren, daarbij werd dan een groote hoed
gedragen. Als garneering van mantelpakjes
speelt bont en vooral zilvervos een belang
rijke rol.
De rokken zijn aanzienlijk korter, echter
niet meer zoo nauw.
Hoeden meestal van voren met een opge
slagen rand. Ze worden zoowel achterover als
ook vóórover gedragen en er worden zoowel
groote hoeden als ook heele kleine dopjes
gedragen In de pauze werd ons een
sportgroep getoond, waarbij verschillende al-
lercharmantste tennis-shorts, veelal wit met
gekleurde jumpertjes.
De jassen zijn lang of driekwart. Swagger
model is vooral voor regenjassen zeer in
zwang. Ook zagen we leuke sportieve man
tels van ruige stof. Aardig was ook een keu
rige, grijze voorjaarsmantel met een leuke
groene viltdop.
Voor middagtoiletjes zijn dit seizoen bole
ro's en capes toonaangevend. Ook voor achter
het stuur zagen we eenige leuke sport-
costuums. fleurig van kleur.
Bij de avondjaponnen zien we invloed van
het Empire- en Directoire-tijdperk. Hierbij
valt vooral op. dat er veelal gekleurde sjerpen
worden gedragen, in het midden van voren ge
knoopt met lange slippen.
En zoo kwam het einde van deze aardige
show met den gebruikelijken bruidsstoet. Dit
maal waren er zelfs twee bruidjes beeldig in
wit satijn gekleed, het eene bruidje droeg ook
een alleraardigst klein kapje met een langen
sluier. De bijbehoorende bruidsmeisjes wa
ren in het blauw gekleed in Biedermeier-stijl.
De beide andere bruidsmeisjes waren evenals
de bruid in het wit.
De bruidsmoeders waren stemmig donker
gekleed, Al met al een zeer geslaagde show.
waarop de firma Vroom en Dreesmann weer
met voldoening kan terugzien.
B. A.
30 Maart:
Men bericht ons
Alhier is door den slager H. T. van
Luijken, wonende Oranjestraat, een os
aangekocht, de kolossale zwaarte heb
bende van 2400 halve kilo's. Dit beest is
bekroond op de dezer dagen gehouden
veetentoonstelling te Rotterdam met den
lsten prijs. Velen zullen met mij halsrei
kend den Vrijdagavond tegemoet zien,
als wanneer het in de Vleesehhal, Bank
no. 1, wordt tentoongesteld.
PERSONALIA.
Tot reserve-kapiteins zijn bevorderd onze
stadgenooten de heeren: S. Boonzaayer, arts.,
(12e reg. inf.). D. M. M. Miedema (8e reg.
Arnhem) en C. de Vries (12e reg. Venlo).
IIOLLANDIAFABRIEKKN KATTENBURG
EN CO.
De N.V. Hollandia Fabrieken Kattenburg
en Co. stellen voor. uit een na afschrijving
resteerend winstsalao van f 103.066 in totaal
133 amortisatiebewijzen af te lossen, een di
vidend uit te keeren van 6 pet. op de pre
ferente aandeelen en 8 pet, op de gewone
aandeelen.
HAARLEMMERMEER
PERSONALIA.
De ambtenaar bij de inspectie der directe
belastingen de heer Ph. J. Wessels werd van
Utrecht overgeplaatst naar Hoofddorp.
P. BROUWER OVERLEDEN.
Te Hoofddorp in op 60-jarigen leeftijd over
leden de heer Pieter Brouwer, die van zijn
geboorte af in deze gemeente heeft gewoond
en gedurende vele jaren op het gebied van
den paardenhandel in Haarlemmermeer een
bekende figuur was.
Als lid van het bestuur van de Geref. Kerk
te Hoofddorp heeft hij vele diensten bewezen.
GEZELLIG SAMENZIJN.
Het bestuur van de Tooneelvereeniging „Ge
zellig Samenzijn" heeft haar slotavond in dit
seizoen bepaald op Dinsdag 26 April in de
Beurs te Hoofddorp.
Opgevoerd zal worden het bekende stuk
„Jantjes II". onder regie van den heer A.
Mourik uit Haarlem.
RIJWIELDIEFSTAL.
In verband met een te Lisse gepleegden rij
wieldiefstal, werd in Haarlemmermeer door
de politie aangehouden de arbeider P. uit deze
gemeente, die er van verdacht wordt de fiets
alhier te hebben verkocht.
BOTSING.
Op den Ringdijk nabij den Venneperweg
alhier kwam een wielrijder in botsing met een
passeerenden wagen. Hij werd tegen den
grond geslingerd, hevig bloedend opgenomen
en bleek inwendige kneuzingen te hebben be
komen.
Na voorloopig door een dokter verbonden
te zijn, werd hij naar een ziekenhuis in Am
sterdam vervoerd.
ZANDVOORT
JAARVERGADERING Z.R.B.
Dinsdagavond hield de Zandvoortsche Red
dingsbrigade in Bodega Mustert haar 16e
jaarvergadering. De voorzitter, de heer P.
van der Mije heette in zijn openingswoord al
len welkom, in het bijzonder burgemeester
Van Alphen.
Hij bracht dank aan de actieve leden der
brigade, die door hun voortdurende zorgen er
toe hadden medegewerkt, dat het aantal ver-
drinkingsgevallen zoo laag was gebleven. Ook
bracht hij dank aan den burgemeester voor
zijn medewerking voor de uitbreiding van het
materiaal tot twee posthuizen, drie vletten en
een wagen.
In het jaarverslag van den secretaris werd
herinnerd aan de hulp, die vele leden van de
brigade verleenden bij het omslaan van de
reddingsboot en het uitreiken van het kruis
van verdienste aan deze leden.
In het afgeloopen jaar werden drie groote
demonstraties gehouden.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek, dat het batig saldo, dank zij een ge
houden verloting per l Januari '38 580.84
bedroeg.
De kascommissie had de boeken en beschei
den in goede orde bevonden.
Bij de bestuursverkiezingen werden de af
tredende bestuursleden de heeren E. H. Brok-
meier. dr. Van Fraassen en P. v. d. Mlje bij
aclamatie herkozen, Vervolgens werden de
verschillende commissie vastgesteld.
Besloten werd gedurende de a.s. zomer weer
drie demonstraties te houden.
Een der demonstraties zal worden gehouden
in samenwerking met N.Z.H. Reddings Mij.
Nadat burgemeester Van Alphen nog eenige
zeer waardeerende woorden had gesproken tot
de opnieuw benoemde bestuursleden, kwam
hij terug op een oude kwestie. In het najaar
van 1932 verdronken twee Zandvoortsche
visschers. Voor de weduwen, die onbemiddeld
achterbleven, kwam na een oproep een vrij
belangrijk bedrag voor hen binnen. In overleg
en met volle toestemming van de betrokkenen,
een commissie van advies en den burgemees
ter. werd het geld tusschen de twee weduwen
verdeeld; besloten was, dat de burgemeester
de beide kapitaaltjes zou beheeren. Kort
daarna kwam een der weduwen evenwel op
haar besluit terug en eischte haar aandeel in
zijn geheel op. In overleg met de commissie
van advies besloot de burgemeester, dit in het
belang van de betrokkene te weigeren.
Kort geleden hertrouwde bedoelde weduwe
echter en veertien dagen geleden eischte zij
wederom en thans bij monde van een ad
vocaat uitbetaling van het haar toekomen
de bedrag.
De veranderde omstandigheden in aan
merking nemende besloten de burgemeester
en de adviseerende heeren haar het volle be
drag te doen toekomen.
Ook aan de andere weduwe werd daarop ge
vraagd of zij uitbetaling van het nog onver
minderde bedrag wenschte. Deze wilde echter
liever, dat de burgemeester het voor haar
bleef beheeren.
De voorzitter sprak hierna nog een slot
woord en nadat hij den burgemeester het
nieuwe insigne van de brigade op de borst
had gespeld, sloot hij de vergadering.
De rest van den avond werd op gezellige
wijze doorgebracht.