Oostenrijk's nazibewind aan den slag. M" HENSEN'S OVERALLS MODESHOW WOENSDAG 30 MAART 193S HAARDE M'S DAGBDAD II EEN HAACSCHE LENTE EN EEN HAACSCH GELUID. Het vroege voorjaar. Naast Toscanini ter Piere. Vernieu wing in het houwen. -En de Zon. Als Haagsche briefschrijver behoef ik op dezen dag dat ik „naar de pen grijp" niet eerst een tijdje op dat nuttige voorwerp te zuigen om er zooals de bij honing puurt uit de bloem kopij uit te zuigen. Die kopij immers is mèt het gouden zonlicht van deze wonder baarlijke lente-achtige lente als het ware over de stad mijner inwoning gestrooid. Want Den Haag in de lente is iets héél anders dan Den Haag in den whiter. Den Haag ontleent als het ware een groot deel van zijn recit- van-bestaan aan lente en zomer. En een groot deel zijner inwoners pensioen- en rente trekkers is alleen maar naar Den Haag ge komen om er te genieten van wat de lente en zomer er te genieten geven. Welnu: er was deze week te genieten van wat de lente te ge nieten geeft. En onze „trekkers" genoten ook en trokken ook. Zij trokken naar het Bosch cm er aan boom en struik de lente te zien ontwaken. Zij trokken naar de duinen, om er, tusschen het prikkeldraad en de bordjes „Ver boden toegang" door, de natuur bij haar ontwaken gade te slaan. En 's morgens, vooral 's morgens, trokken zij naar het befaamde kopje koffie in Scheveningen, of ze zaten hun oude, koude botten te warmen in de zon op de Pier, of ze liepen met hondjes over het strand. Aardige menschen, al die trekkers. Aardige, gezellige keurig-nette, bedachtzame men schen. Zij geven Den Haag cachet. Zij zijn zoo rustig. Zij zijn zoo precies. Maar zij zijn wel een beetje uit den tijd. Zij staan wel een beetje aan den kant van de snelwegen, waarlangs de nieuwe tijd voortijlt. Zij heb ben niet veel begrip van de nooden des tijds. Ik ben niet revolutionnair. Ik heb een zeer on-opstandig hart en eerbied voor de grijze haren en ze hebben mij van jongs-af ge leerd beleefd tegen oudere menschen te zijn, maar wanneer ik aan de tafeltjes rondom mij. op het Pierbankje naast mij, de gesprek ken hoor, die allerlei futiliteiten tot onder werp hebben, dan zou ik dezen ongetwijfeld braven, doch al te egocentrischen medebur gers wel gaarne eens de waarheid willen zeg gen Wat dan toch maar weer niet geschied de, omdat de lentezon zoo heerlijk scheen en omdat er al ruzie genoeg in de wereld is. Maar een typisch Haagsch verschijnsel is deze soort conversatie wel. Daarom zijn en vele anders-soortige Hagenaars, die Scheveningen mijden, die de stilte en de eenzaamheid op zoeken. waar zij alleen met de natuur zijn. die een altijd-boeiende, altijd-verheffende taal spreekt tot het menschenhart. Vorige week Vrijdagmorgen ter Piere toe vende zag ik een zwijgenden, grijzen heer naast mij. Zoo op het oog een rustig man, die geniet van de zee en de blauwe lucht en de heerlijke, prikkelende geuren. Hij zat daar zoo maar een beetje stil voor zich heen te staren en rookte sigaret na sigaret. Het was Toscanini, de temperamentrijke Italiaansche dirigent, die het Residentieorkest tot ongekende hoog ten van artistieke vervoering heeft geleid en stampvolle zalen in Den Haag en Rotterdam tot ongekende geestdrift heeft gebracht. Ik heb u wel meer gezegd, dat ik over onderwer pen van muzikalen aard geen recht tot spre ken heb. Maar het maakte grooten indruk op mij te zitten naast een van de grootste gees telijke en artistieke leiders van het huidge Europa, een groote figuur in vele opzichten. Ik kan u daar niet meer van vertellen. Ik heb geen gesprek met dezen man gevoerd en zou hem ook niet hebben durven aan spreken. Het was zoo maar een klein moment, in het leven van allen-dag te zitten naast Toscanini. Een aanleiding tot gesprek zou overigens gemakkelijk te vinden geweest zijn, want de meester vierde juist dezen dag zijn verjaardag en misschien zou een argelooze, min of meer anonieme gelukwensch hem heb ben getroffen. Doch liever liet ik dezen groo ten mensch met rust en sloeg ik hem, be scheidenlij k, van op zijde gade zooals hij daar kennelijk zat te genieten van die eigenaardige Scheveningsche instelling, die „Pier" heet. die veel van haar mondaniteit" verloren heeft en die. behalve des Zondagsmorgens, wanneer de dagjesmenschen er een druk-bevolkte zee- op-straat van maken, alleen bezocht wordt door de menschen, die van de stilte, de zon en het eeuwige ruischen van de zee houden, omdat dat balsem voor het hart en de ziel is. Toen ik terugliep naar de stad werd mijn journalistieke oog getroffen door bouw-be- drijvigheid. Hier en daar verrijzen moderne flatgebouwen, de nieuwe vorm van woning kazerne „van alle gemakken voorzien" en veelal peperduur, Want het treft, wanneer ge eens bij zoo'n flatgebouw-in-wording gaat in- foruneeren, welke prijzen er nu toch nog betaald worden voor zulk wonen. Het is na tuurlijk een alleruiterst maximum, doch het komt voor dat voor een flatwoning van 8 ka mers een jaarlijksche huurprijs van 6900 bedongen enbetaald wordt. In dat hooge bedrag' zijn dan licht en warmte, telefoon en water inbegrepen, maar dan nóg En de minste woning in zoo'n luxueus ultra-modern gebouw: drie a vier kamers plus badkamer en keuken gaat grif van de hand voor 1900 's jaars. Op de wandeling terug-naar-huis zag ik ook dat het hotel De Wittebrug. een eerste-klas huis met eerste-klas prijzen, wordt uitgebreid. Een heele vleugel wordt er aan toegevoegd, zoodat de hotelruimte schier verdubbeld wordt. Hotel Paulez, tegenover den Koninklij ken Schouwburg, is geheel afgebroken en in moderne gedaante weer opgebouwd. Termi nus, huis van middenklasse, heeft ook een ge- heei nieuwen vleugel bijgebouwd; in de Lange Poten, naast Central, komt een groot nieuw hötel-café-restaurant. Merkwaardig toch. hoe in dezen slecht-geheeten tijd zoovele weelde rige vernieuwing plaats vindt. Doch ander zijds: ook dit heeft, bij nader inzien, toch minder om het lijf dan men zou denken. Want met al die vernieuwingen en uitbreidingen zijn niet meer dan een tweehonderd-tal „bed den" gemoeid. En aan den anderen kant is er ook veel te zien, dat als het ware een toonbeeld-in-steen van verval en verwaarloozing is.Heel wat groo- te patricische huizen staan leeg en zijn al jaren aan het verkommeren. Het groote huis op den Bezuidenhout naast het hotel de Her tenkamp is. bij gebrek aan bewoners, tijde lijk afgestaan aan een vèreeniging voor werk- loozenzorg; het bakbeest-van-een-heerenhuis een beetje verderop de naam: douairière van Karnebeek prijkt nog op het naambordje staat sinds jaar en dag onbewoond, even als het paleisje op den Lange Voorhout, dat laatstelijk bewoond werd door douairière gra vin Van Lijnden van Sandenburg, groot meesteres van de Koningin. Zoo zijn ook in een stad als Den Haag alle tegenstellingen, die het menschelijk leven boeiend maken, te vinden. MR. E. ELI AS. MUZIEK Beefhovencyclus der H. O- V. Vierde (laatste) Concert. In scherpe tegenstelling met den engen tijd kring, waarin de op het voorlaatste concert ten gehoore gebrachte werken besloten lagen stond de wijde boog die het laatste concert omspande. Tusschen Beethoven's Eerste en Negende ligt een tijdvak van 26 jaren, dat aan weerszijden ver over zijn middelste schep pingsperiode heenreikt. Uit de Eerste stralen ons de frischheid en het zelfbewustzijn der jonge jaren tegemoet en een onbezorgdheid, waarover alleen in een paar momenten van het eerste hoofddeel een de blijde stemming even verduisterend wolkje trekt. Uit de Ne gende klinkt de stem van den eenzame, die zich reeds lang uit nagenoeg elk maatschap pelijk verband had teruggetrokken; die, gees telijk tot transcendale hoogte gestegen, van daar uit het aardsche leven overschouwt en zijn roep om verbroedering doet klinken. Schiller's woorden „Alle Menschen werden Brüder" inspireerden den grooten toondich ter, die in het vroolijke Weenen als een ge- isoleerde leefde. Hij had meer dan een eeuw later moeten leven om de vervulling van zijn roep te zien, toen „Freude" zich aan „Kraft" gepaard had. „Alle Menschen werden Brü der": men ziet het in Rusland, in Spanje, in Weenen, in Frankrijk, in Tsjecho-Slowakije, waar niet? Men ziet het in de budgetten der oorlogsbegrootingen, die alom tot een mini mum geslonken zijn. Overal „weht der senfte Flügel". Maar mijn opstel dreigt onmuzikaal te wor den. Ik dien over muziek te schrijven. Over den inhoud van Beethoven's Symphonieën nog iets nieuws te berde te brengen is wel een volstrekte onmogelijkheid. Er zijn werken over geschreven, die samen een flinke biblio theek zouden kunnen vullen. Men kent die Symphonieën; men heeft ze leeren onder scheiden en begrijpen. De Eerste stelt noch muzikale, noch psychische problemen; die der Negende zijn dank zij de lofwaardige werk zaamheid van talrijke dirigenten, orkesten en koorvereenigingen, en niet het minst dank zij de verbreiding van muzikaal inzicht die dooi de radiouitzending mogelijk gemaakt werd. geen problemen meer. En zoo hebben we dan van de vertolking der Eerste, die ons orkest onder Frits Schuur- man's leiding gaf, in menig opzicht kunnen genieten. De desiderata: hier een nog iets vol- komener onderlinge stemming, daar een iets grootere rythmische gelijkheid, betroffen klei nigheden, die aan den bevredigenden totaal indruk weinig afbreuk konden doen. De uitvoering der Negende moet ik nog als een eerste proefstuk aanvoelen. De eischen die Beethoven's werk aan orkest en koor stelt zijn zeer en zeer groot; de idee is zeer moeilijk te realiseer en. Hiervoor zou niet alleen een veel langduriger intensieve voorbereiding noodig zijn, dan voor ons met werkzaamheden over belast orkest mogelijk is, maar een aanzien lijke. zij het ook tijdelijke, versterking van het strijkersensemble. Dit laatste komt door Beet hoven's schrijfwijze licht geheel in het ge drang, zoodat dan vaak het essentieele ver loren gaat onder de macht der blazersklan ken. Ik heb over de prestaties der blazers meermalen ongunstig moeten berichten; het doet me veel genoegen ditmaal meerderen van hen te kunnen prijzen, inzonderheid den eersten clarinettist, die zeer zuiveren vaak heel mooi speelde. Daarentegen faalde de eerste hoorn een paar malen. Het nog jonge H. O. V.-koor heeft zijn zware taak naar be- hooren vervuld. Van de solisten voldeed de sopraan Helène Lulofs m dit werk, waarin de zangstemmen haast instrumentaal gedacht zijn, bijzonder goed, beter dan een meer lyrische stem ge daan zou hebben. Ans Stroink had slechts een kleine partij. De tenor Michel Gobets zong zijn groote solo met minder helder geluid dan we van hem gewend zijn en ook de bas van Herman Hülsman. die den door droevige fa milieomstandigheden verhinderden zanger Otto Couperus verving, klonk soms iets ge sluierd; niet echter in het recitatief, dat het vocale deel der Finale opent. Dit zong hij heel goed. Schuurman's tempo-opvattingen waren meerendeels als zeer juist te beschouwen en speciaal in de dubbelfuga der Finale te prij zen, omdat hij zich daar niet als vele andere dirigenten tot een alle orkestfiguren wegva gende snelheid liet verleiden. Maar het Adagio en het daarin voorkomende Andante nam hij veel langzamer dan gebruikelijk en wensche- lijk is, zoodat het zich moeizaam voortsleep te en ruim 20 minuten speeltijd in besiag nam. In totaal duurde deze uitvoering dei- Negende daardoor niet minder dan een uur en twintig minuten. Ik weet wel dat metronoom cijfers die in de partituur staan geen binden de voorschriften zijn, maar ik ben toch over tuigd, dat Schuurman de werking van het Adagio en de belangstelling der hoorders voor dit deel aanmerkelijk zou verhoogen door het tempo in de richting dier cijfers te wijzigen. Overigens is het een verheugend feit dat- ons orkest en het daarmee verbonden koor het groote werk met succes hebben kunnen enta- meeren. Moge deze uitvoering een jaarlijk sche worden in gestadigen groei en meerdere voortreffelijkheid. De huldeblijken, die Schuurman van het bestuur en van het koor ontving en de geestdrift, die het publiek be toonde mogen hem daartoe aansporen! K. DE JONG. PROF. DR. J. W. PONT. Londerdag viert prof. dr. J. W. Pont. rus tend hoogleeraar te Bussum. bekend als voor zitter van de Ned. Zuid-Afrikaansche Ver- eeniging. zijn 75en verjaardag. Prof. Pont. die Amsterdammer van geboor te is, was vele jaren predikant bij de Evang. Luthersche en bij de Hersteld Evang. Lu- thersche Gemeente. In 1903 werd hij van wege de Hersteld Ev. Luth. Gemeente hoog leeraar aan de Gem. Universiteit van Am sterdam en in 1915 werd hij hoogleeraar te Utrecht. Vijf jaar geleden legde hij zijn ambt neer. Tweemaal maakte hij een reis naar Zuid- Afrika. Als voorzitter van de Ned. Zuid-Afri kaansche Vereen, heeft hij grooten invloed op zijn studenten geoefend. De verdiensten van Prof. Pont vonden bij zijn zilveren professoraat in .1923 erkenning- door zijn benoeming tot ridder in de Orde van den Ned. Leeuw, Financiëele steun voor de industriesteden. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1888. Impopulaire belastingen afgeschaft. Oostenrijksche soldaten in Duitsch uniform. Weenen, Maart. (Van onzen correspondent.) EN is druk bezig met de assimilatie van Oostenrijk en Duitschland ik wil het woord gelijkschakeling hier niet gebruiken, daar dit meest al alleen in verband met de Jodenkwestie ge bezigd wordt. Oostenrijk is overstroomd met Duitsche soldaten en officieren, met Duitsche veldgen- darmerie en Duitsche Schupos, met Duit sche nationaal-socialistische partijfunctiona rissen en met Duitsche ambtenaren. Zij zul len hier de zaak op echt Duitsche doortas tende en grondige wijze regelen en vermoe delijk wel een einde maken aan heel wat wan toestanden en aan de laksche en trage, slor dige Oostenrijksche „Schlamperei". Weenen heeft al een veel vlotter tempo gekregen. Omgekeerd worden heel veel Oostenrijkers naar het „Rijk" gestuurd. Oostenrijksche troepen togen naar München, naar Berlijn en naar tal van andere Duitsche steden. Zij gingen er in him Oostenrijksche uniformen heen en hebben daar voor een ,deel al nieuwe tenues gekregen, zooals die in het Duitsche leger gebruikelijk waren. Uiterlijk zal er dus al heel spoedig geen verschil meer in de troe pen te bemerken zijn tusschen wat vroeger Duitsch en Oostenrijksch was. Bij deze „ver kleeding" hebben zich grappige dingen voor gedaan. De Oostenrijksche jongens liepen in München, net zoo goed als hun Duitsche wa penbroeders in Weenen, al heel gauw met een aardig meiske aan den arm, dat het vreemde dialect van den jongen soldaat natuurlijk ver bazend leuk en interessant vond. Toen de Oostenrijkers na een paar dagen weer huis waarts zouden keeren. kwamen er tal van jongedames aan het station om afscheid van hun krijgslieden te nemen en hen een pakje met wat lekkers of een foto of een ander sou- venirtje mee te geven. Maar o schrik, zij herkenden hun jongens opeens niet meer en moesten soms lang zoeken voor zij hun eigen vriendje in het drukke gewoel gevonden hadden Romantiek in den Prater. Dat de Duitsche soldaten het goed met de Weensche meisjes kunnen vinden heb ik al eens verteld. In den Prater, waar de draaimo lens en de roetschbanen, het Riesenrad en de „kijkspullen", de schiettenten en de tingeltan gels. nu het zoo'n prachtig warm voorjaars weer is. in vol bedrijf zijn en waar de Ger- maansche knapen voortdurend hun krachten op de diverse koppen-van-Jut en op de „Wat- schêrimanner" beproeven dat zijn mans- hooge poppen met leeren koppen, die men een flinken tik om de ooren moet geven, waarop het monster begint te brommen in den Prater dan loopen overal vrijende paartjes rond en vooral op de stille zijpaadjes (die thans niet zoo heel stil meer zijn) stoot men telkenmale op elkaar omhelzende menschen- paren, waarvan de mannelijke helft een Duitsche krijgsmanis. Oostenrijksche werklieden werden ten ge tale van tienduizend naar Duitschland ge stuurd om er een vacantiereisje te maken, waarvan zij tevens heel veel zullen kunnen leeren. Zij bezoeken München. Neurenberg, Berlijn, en Hamburg. Leipzig, Düsseldorf en Stuttgart om te zien hoe in Duitschland gewerkt wordt en wat er tot stand gebracht werd. Ook de jeugd gaat reizen naar Duitsch land maken om het land te leeren kennen, met hetwelk het eigen vaderland thans één geheel vormt. Om den ontzettenden nood in Oostenrijk eenigszins te lenigen ik geloof dat men er in ons land geen juiste voorstelling van heeft hoe verschrikkelijk de ellende in de breede la gere en laagste kringen van het volk is! worden acht millioen mark voor de industrie steden Weenen, Graz. Linz en Innsbrück ter beschikkinz gesteld. Honderdvijftig veld keukens van het Duitsche winterhulpwerk werden naar Oostenrijk gestuurd en vijftig wagons levensmiddelen en kleedingstukken. Oostenrijksche jongens, die onder de wa penen moeten komen, zullen in Duitsche gar nizoenen terecht komen, ook al weer om hen te laten acclimatiseeren. Duitsche dienstplich tigen zullen in Oostenrijksche steden liggen. Er is al werk aan den winkel gekomen. De locomotieffabriek in de Weensche arbeiders buitenwijk Floridsdorf heeft plakkaten laten, aanbrengen, waarop vermeld wordt, dat 140 metaalbewerkers gezocht worden. Dit is niet het eenige bedrijf, waarin een wederopbloei gekomen is. De verkiezingspropaganda voor den ,.Ab- stimmungstag" heeft een aanvang genomen. Goering is al in Weenen geweest. Hitier zal opnieuw verschillende Oostenrijksche steden bezoeken, groote vergaderingen en betoo gingen hebben reeds plaats gehad. Brandweerlieden, die in Februari 1934 aan den rooden opstand hadden deelgenomen en die tot gevangenisstraffen werden veroordeeld hun aanvoerder, een ingenieur, die een jonge vrouw en een kind naliet, werd opge hangen hebben hun betrekkingen, die zij toen" verloren hebben, thans teruggekregen, net als de nazis, die door het vorige régime wegens hun politieke overtuiging en hun politieke acties aan den dijk gezet werden. De nieuwe nationaal-socialistische burgemees ter van Weenen heeft die brandweerlui per soonlijk bij zich laten komen en elk hunner de hand gedrukt. Natuurlijk maakt zoo iets diepen indruk op de arbeidersbevolking en is dit een van de beste propagandamiddelen, die men maar vinden kan. De rijwielbelasting, die in Juni van het vorige jaar te Weenen en in Neder-Oostenrijk. alsmede in enkele andere streken van Oosten rijk. werd ingevoerd werd al onmiddellijk na de invoering van het nationaal-socialistische bewind afgeschaft. Juist de armere klassen hadden door het meest onder te lijden gehad. Voor vele werkloozen was een fiets vaak het eenige, wat hij bezat. Trammen was, vooral voor de vele duizenden, die in het geheel geen werkloozenondersteuning kregen, veel te duur. De belasting op bier, die in Oostenrijk twee maal zoo hoog was als in het Duitsche rijk. zal ook spoedig kleiner worden. Dat zijn dus allemaal orettyse dingen, die het overgroote deel van het volk graag hoort en het nationaal socialistisch bestuur en den „Anschluss" dus zeer populair maken. Bedelaars voor den rechter. In de rechtszaal speelden zich onlangs twee scènes af, die typeerend zijn voor de toestan den, die in Oostenrijk geheerscht hebben. Een 36-jarige loswerkman stond terecht, omdat hij op straat gebedeld had, een vergrijp, dat tot voor kort haast altijd met gevangenisstraf werd bestraft. Sedert 1930 is hij zonder werk. Aanvankelijk kreeg hij een kleine ondersteu ning, die later, zooals dat hier gebruikelijk was, ingetrokken werd. Na tal van verzoek schriften aan het gemeentebestuur kreeg hij eindelijk voor zijn vrouw en zijn acht kin deren 40 schillingen per maand als toelage. Zijn vrouw ontving 12 schillingen in de maand, dat is dus samen 52 óf 17 Nederlandsche guldens. Daarvan moest men huur betalen en moesten tien personen een heele maand leven! Geen wonder, dat de man ging bedelen. Tal van anderen zijn, wat nog veel erger is, dieven en inbrekers geworden! De rechter sprak den man vrij. De stakkerd had tranen in de oogen, toen hij dit vernam. Een andei-e beklaagde, die ook sedert 1930 al geen werk meer had en 45 jaren telt, stond eveneens wegens bedelarij terecht. Hij is er gedurende al die acht jaren niet in kunnen slagen ergens een baan te vinden. Hij betrekt 52 schillingen in de maand, daarvan gaan er 25 af voor de huur. Van de overige 27 schil lingen, dus nog niet eens tien gulden, moet hij een maand lang met zijn totaal verlamde vrouw zien rond te komen. Ook hij ging de straat op om voorbijgangers om wat geld te smeeken. Hij werd enkele weken geleden op gepakt en naar het politiebureau gebracht. Thans werd ook hij door den rechter vrijge sproken. ..Heil Hitier!" zei de man, toen hij de zaal verliet, „nu zal alles in dit land wel beter worden!" Zulke gevallen komen thans meer bij de rechtbanken voor. W. M. BEKAAR. WAARBORGEN U PRIMA KWALITEIT PRETTIGE PASVORM BETERE AFWERKING In prijzen van 4.85 - 4.45 - 3.75 - 3.2.45 met ritssluiting 4.35 - 3.50 SPECIALE MODELLEN voor AMBACHTSSCHOOL FORD FABRIEKEN (Adv. Ingez. Med.) VROOM EN DREESMANN Hoewel in het voorjaar de schoonmaak aller belangstelling heeft, hadden toch tal van huisvrouwen gisteren deze beslommerin gen eens voor een middag opzij gezet en de show van Vroom en Dreesmann had dan ook geenszins over gebrek aan belangstelling te klagen. Inderdaad was het ook zeer de moeite waard te aanschouwen, wat „Koning Mode" ons dit voorjaar weer aan nieuwe snufjes te bieden heeft. En de mannequins schenen zelf ook plezier in deze belangstelling te hebben. Allereerst zagen wij eenige morgen toiletjes. Dit seizoen worden er veel imprimés van zijde of wollen stof gedragen, hetgeen altijd iets fleurigs aan het- geheel geeft. Er was ook een aardig taf zij geruit jurkje, dat een frisch effect maakte. Vlotte deux pièces waren er ook, vooral donkerblauw en bruin zijn de kleuren, natuurlijk in diverse nuances. Hier- tusschen door werden ons alleraardigste strandtoiletjes en strandpyjama's getoond, o.m. een aardig strandpakje, bestaande uit een donkerblauwe broek van wollen stof en een helder blauw blousje met punthals. ver sierd met een jaar vlotte knoopen. Opvallend was ook een zwarte japon voor iets zwaardere figuren, daarbij werd dan een groote hoed gedragen. Als garneering van mantelpakjes speelt bont en vooral zilvervos een belang rijke rol. De rokken zijn aanzienlijk korter, echter niet meer zoo nauw. Hoeden meestal van voren met een opge slagen rand. Ze worden zoowel achterover als ook vóórover gedragen en er worden zoowel groote hoeden als ook heele kleine dopjes gedragen In de pauze werd ons een sportgroep getoond, waarbij verschillende al- lercharmantste tennis-shorts, veelal wit met gekleurde jumpertjes. De jassen zijn lang of driekwart. Swagger model is vooral voor regenjassen zeer in zwang. Ook zagen we leuke sportieve man tels van ruige stof. Aardig was ook een keu rige, grijze voorjaarsmantel met een leuke groene viltdop. Voor middagtoiletjes zijn dit seizoen bole ro's en capes toonaangevend. Ook voor achter het stuur zagen we eenige leuke sport- costuums. fleurig van kleur. Bij de avondjaponnen zien we invloed van het Empire- en Directoire-tijdperk. Hierbij valt vooral op. dat er veelal gekleurde sjerpen worden gedragen, in het midden van voren ge knoopt met lange slippen. En zoo kwam het einde van deze aardige show met den gebruikelijken bruidsstoet. Dit maal waren er zelfs twee bruidjes beeldig in wit satijn gekleed, het eene bruidje droeg ook een alleraardigst klein kapje met een langen sluier. De bijbehoorende bruidsmeisjes wa ren in het blauw gekleed in Biedermeier-stijl. De beide andere bruidsmeisjes waren evenals de bruid in het wit. De bruidsmoeders waren stemmig donker gekleed, Al met al een zeer geslaagde show. waarop de firma Vroom en Dreesmann weer met voldoening kan terugzien. B. A. 30 Maart: Men bericht ons Alhier is door den slager H. T. van Luijken, wonende Oranjestraat, een os aangekocht, de kolossale zwaarte heb bende van 2400 halve kilo's. Dit beest is bekroond op de dezer dagen gehouden veetentoonstelling te Rotterdam met den lsten prijs. Velen zullen met mij halsrei kend den Vrijdagavond tegemoet zien, als wanneer het in de Vleesehhal, Bank no. 1, wordt tentoongesteld. PERSONALIA. Tot reserve-kapiteins zijn bevorderd onze stadgenooten de heeren: S. Boonzaayer, arts., (12e reg. inf.). D. M. M. Miedema (8e reg. Arnhem) en C. de Vries (12e reg. Venlo). IIOLLANDIAFABRIEKKN KATTENBURG EN CO. De N.V. Hollandia Fabrieken Kattenburg en Co. stellen voor. uit een na afschrijving resteerend winstsalao van f 103.066 in totaal 133 amortisatiebewijzen af te lossen, een di vidend uit te keeren van 6 pet. op de pre ferente aandeelen en 8 pet, op de gewone aandeelen. HAARLEMMERMEER PERSONALIA. De ambtenaar bij de inspectie der directe belastingen de heer Ph. J. Wessels werd van Utrecht overgeplaatst naar Hoofddorp. P. BROUWER OVERLEDEN. Te Hoofddorp in op 60-jarigen leeftijd over leden de heer Pieter Brouwer, die van zijn geboorte af in deze gemeente heeft gewoond en gedurende vele jaren op het gebied van den paardenhandel in Haarlemmermeer een bekende figuur was. Als lid van het bestuur van de Geref. Kerk te Hoofddorp heeft hij vele diensten bewezen. GEZELLIG SAMENZIJN. Het bestuur van de Tooneelvereeniging „Ge zellig Samenzijn" heeft haar slotavond in dit seizoen bepaald op Dinsdag 26 April in de Beurs te Hoofddorp. Opgevoerd zal worden het bekende stuk „Jantjes II". onder regie van den heer A. Mourik uit Haarlem. RIJWIELDIEFSTAL. In verband met een te Lisse gepleegden rij wieldiefstal, werd in Haarlemmermeer door de politie aangehouden de arbeider P. uit deze gemeente, die er van verdacht wordt de fiets alhier te hebben verkocht. BOTSING. Op den Ringdijk nabij den Venneperweg alhier kwam een wielrijder in botsing met een passeerenden wagen. Hij werd tegen den grond geslingerd, hevig bloedend opgenomen en bleek inwendige kneuzingen te hebben be komen. Na voorloopig door een dokter verbonden te zijn, werd hij naar een ziekenhuis in Am sterdam vervoerd. ZANDVOORT JAARVERGADERING Z.R.B. Dinsdagavond hield de Zandvoortsche Red dingsbrigade in Bodega Mustert haar 16e jaarvergadering. De voorzitter, de heer P. van der Mije heette in zijn openingswoord al len welkom, in het bijzonder burgemeester Van Alphen. Hij bracht dank aan de actieve leden der brigade, die door hun voortdurende zorgen er toe hadden medegewerkt, dat het aantal ver- drinkingsgevallen zoo laag was gebleven. Ook bracht hij dank aan den burgemeester voor zijn medewerking voor de uitbreiding van het materiaal tot twee posthuizen, drie vletten en een wagen. In het jaarverslag van den secretaris werd herinnerd aan de hulp, die vele leden van de brigade verleenden bij het omslaan van de reddingsboot en het uitreiken van het kruis van verdienste aan deze leden. In het afgeloopen jaar werden drie groote demonstraties gehouden. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat het batig saldo, dank zij een ge houden verloting per l Januari '38 580.84 bedroeg. De kascommissie had de boeken en beschei den in goede orde bevonden. Bij de bestuursverkiezingen werden de af tredende bestuursleden de heeren E. H. Brok- meier. dr. Van Fraassen en P. v. d. Mlje bij aclamatie herkozen, Vervolgens werden de verschillende commissie vastgesteld. Besloten werd gedurende de a.s. zomer weer drie demonstraties te houden. Een der demonstraties zal worden gehouden in samenwerking met N.Z.H. Reddings Mij. Nadat burgemeester Van Alphen nog eenige zeer waardeerende woorden had gesproken tot de opnieuw benoemde bestuursleden, kwam hij terug op een oude kwestie. In het najaar van 1932 verdronken twee Zandvoortsche visschers. Voor de weduwen, die onbemiddeld achterbleven, kwam na een oproep een vrij belangrijk bedrag voor hen binnen. In overleg en met volle toestemming van de betrokkenen, een commissie van advies en den burgemees ter. werd het geld tusschen de twee weduwen verdeeld; besloten was, dat de burgemeester de beide kapitaaltjes zou beheeren. Kort daarna kwam een der weduwen evenwel op haar besluit terug en eischte haar aandeel in zijn geheel op. In overleg met de commissie van advies besloot de burgemeester, dit in het belang van de betrokkene te weigeren. Kort geleden hertrouwde bedoelde weduwe echter en veertien dagen geleden eischte zij wederom en thans bij monde van een ad vocaat uitbetaling van het haar toekomen de bedrag. De veranderde omstandigheden in aan merking nemende besloten de burgemeester en de adviseerende heeren haar het volle be drag te doen toekomen. Ook aan de andere weduwe werd daarop ge vraagd of zij uitbetaling van het nog onver minderde bedrag wenschte. Deze wilde echter liever, dat de burgemeester het voor haar bleef beheeren. De voorzitter sprak hierna nog een slot woord en nadat hij den burgemeester het nieuwe insigne van de brigade op de borst had gespeld, sloot hij de vergadering. De rest van den avond werd op gezellige wijze doorgebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 3