NATIONALE Nederland moet te New York goed voor den dag komen. Leider der N.S.B. voor het Hof. DONDERDAG 14 APRIL 1938 HAARLEM'S DAGBLAD LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Particuliere hulp is noodig. Men schrijft ons: Twce-cn-zestig landen en de Volkenbond doen mede aan de vréreldtentoonstelling te New-York, de vijfde wereldtentoonstelling, die in de Vereenigde Staten wordt gehouden: Philadelphia in 1876. Chicago in 1893. St. Louis in 1904 en Chicago in 1933. New-York in 1939, Chicago's wereldtentoonstelling kostte 30 millioen dollar, die te New-York zal 150 millioen dollar kosten. Chicago zag terug op „een eeuw van vooruitgang", New-York ziet in de toekomst: „Building the world of to morrow". In 1939 zullen, volgens den heer Grover Whalen. president van de Fair, 50 millioen menschen de tentoonstelling bezoe ken en er 1 milliard dollars voor uitgeven. De tentoonstelling komt op het terrein van de aschvaalt der New-Yorksche voorsteden, die „Flushing Neadow" heet, gelegen op den noordelijken oever van Long Lsland. De ter reinen zijn 9 mijl verwijderd van Times Square en 12 mijl van Wall Street. In Juni 1936 begon men met het afgraven en ophoogen van het terrein en het leggen van rioleeringen en waterleidingen. Als de tentoonstelling voorbij is, zal 1200 acres land gewonnen zijn, waarop een groot stadspark zal verrijzen. Vijftien maanden voor de opening der ten toonstelling kwamen feeds elf fair-gebouwen tot stand, terwijl 98% is verhuurd van de to tale, voor eigen gebouwen van particuliere inzenders beschikbare oppervlakte. Het is algemeen bekend, dat Nederland en Nederlandsch-Indië op deze tentoonstelling, waaraan de geheele wereld (op China en Spanje na) deelneemt, eveneens aanwezig zullen zijn. De comm.-generaal voor deze officieele participatie, jhr. mr. A. C. D. de Graeff. is van meening, dat bij deze demon stratie het rijk of goed, of in het geheel niet voor den dag moet komen, een opvatting welke de regeering ten volle deelt blijkens het zoo juist genomen besluit, aan de Staten- Generaal te zullen voorstellen het subsidie van het rijk van 750.000 te verhoogen tot 1.490.000. Nederland heeft dan ook alle reden op deze tentoonstelling zoo voortreffe lijk mogelijk voor het forum van de beide Amerika's te treden. Het is nog lang niet tot iedereen doorgedrongen, dat het rijk, volgens de Amerikaansche statistiek, op de vierde plaats staat in de rij der met de Vereenigde Staten handeldrijvende naties. Het bereikte deze positie in 1936 en bevestigde haar in 1937. Dit beteekent. dat de in- en uitvoerhandel van de Vereenigde Staten met het rijk onge veer half zoo groot was als de geheele handel der Vereenigde Staten met het Zuid-Ameri- kaansche contingent, grooter dan de handel der Ver. Staten met Duitschland en Italië tezamen en 173 millioen dollar meer dan de handel der Ver. Staten met de vier Scandina vische landen. Aan de totstandkoming der inzendingen van Nederland en de Nederlandsche over- zeesche gewesten wordt door het werkcomité onder leiding van jhr. De Graeff, en met medewerking van vele personen en instanties, op het oogenblik hard gewerkt. Het project voor den bouw van een paviljoen, van den ar chitect prof. dr. ir. Slothouwer, waarvan de kosten in een redelijke verhouding tot de op dit oogenblik te verwachten beschikbare fondsen staan, is thans vrijwel gereed. Einde dezer maand vertrekt de adviseerend ingeni eur van het werkcomité ir. J. W. Th. van Erp, naar New-Yrk, terwijl naar verwacht wordt de aanbesteding in de tweede helft van Juli zal plaats vinden. Niet alleen zal echter het gebouw een waar dig product van Nederlandsche architectuur, dat inslaat bij de Amerikaansche menigten dienen te zijnniet minder zal de inhoud van het paviljoen in rijke schakeering en pak kende voorstelling behooren weer te geven wat Nederland en zijn Overzeesche gebieds- deelen op cultureel en economisch terrein in de wereld beteekenen. Dit is een probleem van den eersten rang. Niet alleen moet geïnven tariseerd worden, wat Nederland heeft te laten zien. ook moet nagegaan worden wat den Amerikaan het gros der bezoekers zal interesseeren. wat economisch voor Neder land van belang kan worden geacht, en hóé het moet getoond worden. Ruwweg kunnen twee groote afdeelingen worden onderscheiden: de afdeeling waarin de Nederlandsche cultuur zal worden weer gegeven, tezamen met het Nederlandsche economische leven en dat. van de west. en de afdeeling. waarin Nederlandsch-Indië wordt getoond. De wijze, waarop het Indische ge deelte wordt verzorgd, laat zich reeds in hoofdtrekken onderscheiden. Zoowel tech- nisch-aesthetisch als in financieel opzicht is de basis, waarop voortgewerkt kan worden, gereed financieel dank zij de toezeggingen, waardoor op flinken steun van de zijde van de bij het Indische bedrijfsleven belanghebbende ondernemingen gerekend mag worden. Ook wat de West betreft mag met reden verwacht worden, dat het particuliere initia tief zich niet onbetuigd zal laten. Wat Nederland betreft, zal nog een beroep op financieelen steun van particuliere zijde gedaan worden, resp. worden voortgezet. Ondanks de ruime fondsen, door de regee ring ter beschikking gesteld, vereischt een waardige demonstratie een bedrag aan fond sen dat de thans beschikbare resp.- in uit zicht gestelde nog aanzienlijk te boven gaat. Met vertrouwen mag worden verwacht, dat dit beroep niet tevergeefs zal zijn. Het is be grijpelijk. dat men zich bij de beoordeeling van de vraag of men financieel tot het wel slagen onzer Nederlandsche deelneming zal bijdragen, afvraagt welk belang men heeft bij den handel met de Vereenigde Staten. Dit gaat echter niet geheel op. Het gaat hier toch iü de eerste plaats om den naam van Neder- =*jiö in de wereld en ieder, wien die naam aan het hart gaat, moet er zich rekenschap van geven dat al of niet behoorlijke deel neming. zelfs al of niet deelneming zonder meer, afhankelijk is van de mate, waarin van particuliere zijde financieele steun wordt ver leend. Noodlottige manoeuvre van jeugdig fietser. Det 14-jarige D. Stolk, matroos op het op- leidingschip, wonende aan de Aegidiusstraat te Rotterdam wilde Woensdag met zijn fiets od den oprit aan de Van der Takstraat aldaar doorglippen, toen hij de macht over zijn stuur verloor en viel. Hij kwam vlak voor een bestel auto terecht. De bestuurder kon een aanrij ding niet meer voorkomen, het rechterwiel ging den knaap over de beenen en het rech ter 'achterwiel over de borst. Hij liep daarbij zulke zware inwendige kneuzingen op, dat hij Vrijwel op slag dood was. Concert van .Nederlandsche Kamermuziek te Praag. Frits Schuurman dirigeerde. Onder protectoraat van den minister van onderwijs, dr. E. Franken en den Nederland- schen gezant te Praag. dr. ir. J. E. Lambert Carsten, werd dezer dagen te Praag een con cert gegeven van moderne Neder), kamermu ziek en Nederlandsche volksliederen. Uitge voerd werdenkleine suite voor viool en piano van Bertus van Lier, trio van Henk Bading Roemeensch divertissement (danssuite voor piano.) van Henk Badings, liederen van Al- phons Diepenbrock, Hendrik Andriessen, Frits Schuurman, Willem Pijper. Henk Ba dings en Nederlandsche volksliederen in de bewerking van Felix de Nobel. Frits Schuur man, die tevens op 12 April een radioconcert dirigeerde, begeleidde zelf zijn liederen aan den vleugel. Verdere medewerkenden waren Julia Nessy. zang, het Cechisch klaviertrio, Felix de Nobel en Harry van Oss. Het concert is een groot succes geworden. GULLSOJS de nieuwe aanwinst in onze voorjaarscollectie f. 7.50 Aparte modetinten. Bij diefstal of vermissing van Uw hoed. gratis een nieuwe hoed bij Meuwsen! Vraagt ons certificaat. Haarlem, Groote Houtstraat 32, Telef. 13440. (Adv. ingez. Mea.t Bloemententoonstelling tc Boskoop geopend. Prachtige kleurenweelde in tentoonstellings hal. Hedenmorgen heeft de minister van staat, commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, jhr. mr. dr. H. A. van Karne- beek, de groote bloemententoonstelling te Boskoop officieel geopend. Zij wordt tot en met 30 April gehouden. De bezoekers, die ook ditmaal in grooten ge tale naar Boskoop zullen trekken, zullen die dagen in de gelegenheid zijn volop te genieten van de prachtige kleuren, die Boskoop's flora biedt. De voorbereidingen, die aan de tentoon stelling zijn voorafgegaan moet men niet on derschatten. Maanden van te voren zijn de kweekers met het trekken van de planten in de kassen bezig geweest om ze een paar weken eerder dan normaal in bloei te krijgen, weken en weken hebben zij zich uitgesloofd om het beste dat zij konden bereiken, te bieden. De expositie geeft dan ook een prachtig bewijs van de ondernemingsgeest van de kweekers van Boskoop en omgeving. Zij wordt hoofdzakelijk gehouden in de groote permanente tentoonstellingshal. Hier vindt men azalea's, rhododendrons, rozen, blem, Japansche kers. gouden regen, clematis, vele bloemheesters, enz. enz. Het middenge deelte wordt ingenomen door een rosarium, met rozen in een kleur, waarbij een Pergola niet ontbreekt. Er zijn stadtuinen te bewon deren die niettegenstaande zij 'n afzonderlijke afdeeling vormen, toch goed bij het geheel passen. Het achtergedeelte van de hal is in genomen door een aanleg in natuurlijken stijl. In het z.g. overgangsgebouw tusschen de hal en het gebouw „Flora" zijn voornamelijk hor tensia's geëxposeerd. Het geheel maakt een overweldigendfin indruk. Steunt het A. S. I. B. Het hoofdcomité Asib verzoekt opneming van het volgende. Reeds eerder werd er de aandacht op ge vestigd, dat de economische opleving noch voor het moederland noch voor de koloniën, die verbetering heeft gebracht welke zoo naarstig werd verwacht en waarnaar in alle lagen der inheemsche maatschappij met zoo veel verlangen werd uitgezien. Nog steeds zijn er onder de inheemsche bevolking op Java en Madoera schrijnende toestanden. Wil de actie ten behoeve van de armsten der armen onder de inheemschen op Java kunnen worden voortgezet, liefst uitgebreid, dan zal dit zonder belangrijke financieele hulp niet mogelijk zijn. Stort uwe gaven, hoe gering ook, op het Asib-gironummer 280.000 en velen zullen hun bede .sekoel 'n doro-toean", „rijst, heer", in vervulling zien gaan. Maar ook op andere wijze kan geholpen worden. Door het hoofdcomité in Nederland van het Asib werden uitgegeven 2 series geïllus treerde briefkaarten, waarvan de afbeeldin gen betrekking hebben op het Asib-werk, ter wijl de mapjes zelve zijn versierd met een teekening van den bekenden teekenaar Jo SDier. Deze mapjes zijn bij alle boekhandelaren benevens in alle kiosken van de Haagsche kiosken maatschappij verkrijgbaar tegen den prijs van 25 cent per mapje. koopt allen een Asib-mapje en velen zullen u dankbaar zijn. Tegen fraiululeusen invoer van fototoestellen, kijkers en bont. Naar ons van officieele zijde wordt mede gedeeld, zullen binnenkort, als gevolg van de klachten van den binnenlandschen han del over frauduleuzen invoer als reisbagage van bontwerken, fotografietoestellen en kij kers (welke door reizende personen geduren de hun reis in het buitenland zijn aange schaft) nieuwe voorschriften in werking tre den. Hier te lande wonende personen, die van een buitenlandsche reis terugkeeren, zullen dure bontwerken, dure fotografietoestellen en dure kijkers slechts zonder betaling van invoerrecht kunnen invoeren, indien zij daar voor een geldig, vóór den uitvoer uit Neder land door een ambtenaar der invoerrechten en/of accijnzen afgegeven, identiteitsbewijs kunnen vertoonen. Bedoelde identiteitsbewijzen kunnen op alle plaatsen, waar ambtenaren der invoerrech ten en,'of accijnzen geplaatst zijn, worden aangevraagd. De aanvraag moet schriftelijk geschieden op daartoe verkrijgbaar gestelde aanvraagformulieren, terwijl het bontwerk, fotografietoestel of kijker moet worden ver toond. De onder de thans bestaande regeling af gegeven identiteitsbewijzen zullen als óver gangsmaatregel nog korten tijd geldig zijn. Ter vermijding van moeilijkheden bij te rugkomst van een buitenlandsche reis zullen belanghebbenden goed doen, zich op de hoogte te stellen van de nieuwe voorschrif ten, waartoe zij zich over enkele dagen kun nen wenden tot de ambtenaren der invoer rechten en/of accijnzen op hun woonplaats. Vrijman beklaagt zich. De minister heeft hem onrecht gedaan. De oud-rijksbouwmeester Vrijman heeft heden een open brief gericht tot den Minister van Financiën en zulks naar aanleiding van het door dezen over hem in de vergadering der Eerste Kamer op 29 Maart gesprokene. Hij beklaagt zich daarin, dat de minister hem in zeer grove mate en in het openbaar onrecht heeft aangedaan hoewel hij geen enkele aanleiding daartoe had gegeven. Hij gevoelt zich derhalve genoopt zijn pro test tegen het door den minister gesprokene eveneens in het openbaar te doen hooren. De oud-rijksbouwmeester protesteert tegen zijn achterstelling door den minister bij ge- reclasseerde langvingerig gebleken postambte naren. die, in dienst gehouden, zij het soms in lagere functie, later wél eervol ontslag kun nen verwerven, terwijl de minister hem. Vrij man, eervol ontslag weigert op grond van een arrest dat juist elke geldelijke bevoordeeling uitsluit. Hij voegt daar bovendien bij dat dit rech terlijk gewijsde reeds in 1935 door den Minis ter van Onderwijs, mr. Marchant, ter vernie tiging aan den Minister van Justitie was voor gedragen. Hij eindigt zijn beklag als volgt: „In mij heeft het Gerechtshof den Nederlandschen wetgever veroordeeld, die de wantoestanden op comptabel gebied geschapen heeft en be stendigde". Kassier en burgemeester voor de Rotterdainsclie rechtbank. Tegen beide verdachten gevangenisstraf geëischt. Woensdagochtend is de strafzaak tegen den burgemeester van Den Bommel en Ooltgens- plaat en tegen den kassier-boekhouder van het bijkantoor der N.V, Eilandenbank te Ooltgensplaat voortgezet met het requisitoir van het OM. De officier was van meening, dat de han delingen van den kassier van dermate ern- stigen aard zijn, dat er onvoorwaardelijke gevangenisstraf op moet volgen. Hij eischte' derhalve een gevangenisstraf voor den tijd van één maand. In zijn requisitoir tegen den burgemeester zeide de officier dat deze den kassier had uitgelokt tot de misdrijven. Hij was dan ook van oordeel, dat hier van misbruik van gezag kon worden gesproken. Tegen den burgemees ter requireerde de officier een gevangenis straf voor den tijd van drie maanden, omdat hij van oordeel was dat zijn misdrijven veel ernstiger waren dan die van V. DE OVERVAL OP DR. DE RIDDER. Als medeplichtig aan den roof-overval op den Haagschen arts. dokter de Ridder, in zijn woning aan het Oranjeplein te Den Haag. was de 18-jarige T. C. J. V.. broer van één der hoofdverdachten, door de Haagsche rechtbank tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld. De officier van justitie, die drie jaar had gevorderd, teekende van dit vonnis hooger beroep aan en de procureur-generaal bij het Haagsche Hof eischte verhooging van de straf tot twee en een half jaar Het Hof, heden arrest wijzend, bevestigde het vonnis van de rechtbank (één jaar gevange nisstraf) met de bepaling, dat vier maanden voorwaardelijk zullen worden opgelegd. Voor 183,— 's-jaarj verzekert 30-jarige ƒ10.000,- uitkering bij overlijden (Adv. Ingez. Med.) In verband met de Blauwe Zand-affaire. Dp Centrale Landbouw Onderlinge. Te Amsterdam werd Woensdag onder lei ding van den heer P. Hiemstra te Utrecht de "jaarlijksche algemeene ledenvergadering gehouden van de Centrale Landbouw Onder linge. Bedrijfsvereeniging ingevolge de land en tuinbouwongevallenwet 1922. Ter vergadering waren de tien provinciale afdeelingen benevens de afdeeling „de zuivel- onderlinge" vertegenwoordigd. Aan het ter vergadering uitgebracht ver slag over het boekjaar 1 November 1936 t.m. 31 October 1937 ontleenen wij het navolgen de: Bij de vereeniging waren ultimo October 1937 aangesloten 32752 werkgevers, waarvan 3598 patroons vrijwillig verzekerd waren en 1734 leden voor hunne kinderen aan de vrij willige ongevallenverzekering deelnamen. Het door de gezamenlijke leden uitbetaalde loon bedroeg over het bedoelde boekjaar ruim 50 millioen gulden. In het verslagjaar werden bij de vereeni ging aangegeven 10133 ongevallen, waarvan 11 gevallen met doodelijken afloop. Van deze laatste gevallen gaven er acht aanleiding tot het toekennen van een rente aan nagelaten betrekkingen. In totaal moest aan contante waarden van toegekende en nog toe te kennen blijvende renten worden opgebracht bijna f 100.000. De vergadering benoemde tot lid resp olaatsvervangend 'id van het college van lommissarisscn do heeren mr. P Dielemnn te Middelburg (tot dusver plaatsvervangend lid van het college van commissarissen) en D. van Maaswinkel te Arnhem. Bevestiging der vonnissen geëischt. Toen in Januari jl. de Amsterdamsche rechtbank de strafzaak behandelde tegen den leider der N.SJ3., ir. A. A. Mussert. die wegens mishandeling terecht stond, zeide de substituut-officier van Justitie mr. B. Kist ter zitting in zijn requisitoir, dat on der de leden van het Amsterdamsche Parket geen eenstemmigheid bestond over de vraag of verd. Mussert zich terecht op noodweer berfep. Mr. Kist was van meening, dat dit wel het geval was, zoodat hij ontslag van rechtsvervolging requireerde. conform wel ken eisch de rechtbank vonnis wees. De Officier van Justitie mr. dr. J. A. van Thiel was van oordeel, dat waar het hier een zoo questieus vraagstuk als ..noodweer" betrof ook het Hof zijn beslissing over deze vraag diende te geven, zoodat het O.M in weerwil van het feit, dat ae rechtbank den officier in zijn vordering had gevolgd, hooger beroep aanteekende. Zoo heeft dan Woensdag het Amsterdam sche gerechtshof het incident op het Blauwe Zand in zijn geheel behandeld, want de beide andere hoofdfiguren in deze strafzaak, P. Melchers en H. J. Bunning zijn zelf in hooger begroep gegaan. Melchers zou aan ir. A. A Mussert een klap hebben gegeven en de rechtbank had hem wegens deze mishande ling conform den eisch veroordeeld tot f 15 boete. B. was wegens openlijke geweldpleging tot drie maanden en drie weken gevangenisstraf veroordeeld met aftrek van denzelfden tijd in voorarrest doorgebracht. Deze laatste verdach te is reeds op 30 September j.l. door de rechtbank veroordeeld, doch het Hof had de drie zaken voor Woensdag op den rol ge bracht. Voor deze zitting bestond groote belang stelling. (Bovenstaande is reeds in een deel onzer vorige oplage opgenomen). Er werden ook nu weer een groot aantal getuigen gehoord. Er deden zich echter geen nieuwe gezichtspunten voor. Na het uitvoerige verhoor hield de procu reur-generaal mr. dr. D. Reilingh zijn requi sitoir in beide zaken. Mussert en Melchers. Spr. wijst er op, dat in beide gevallen vast staat, dat er geslagen is, een vrijspraak kan dus nooit volgen. Wel ls een ontslag van rechtsvervolging mogelijk, daar beide ver dachten zoowel ir. Mussert als Melchers zich beroepen op noodweer. Ontslag van rechtsvervolging van beide verdachten is uitgesloten. Na de korte juridische inleiding besprak mr. Reilingh uitvoerig de zaak Mussert. Toen ir. Mussert de woning van Zoutberg verliet, trad Melchers uit den kring menschen naar voren. De twee groepen getuigen staan min of meer tegenover elkaar. De eene groep zegt, dat het geweld is uitgegaan van Mel chers. Een veel grootere groep is van mee ning. dat ir. Mussert den strijd daadwerke lijk is begonnen. De vraag is nu. aan welke groep we geloof moeten slaan. De getuigen, die zeggen, dat Melchers begonnen is. spre ken elkaar op enkele ondergeschikte punten tegen. Daaruit blijkt hun voorzichtigheid: zij zeggen geen vooraf geleerd lesje op en verklaren niet meer dan zij kunnen. Bij de groote groep, die verklaren, dat ir. Mussert eerst heeft geslagen, heerscht groote een stemmigheid. Een enkele gaat zelfs verder dan Melchers in zijn verklaringen. Dan schildert spr. de algemeene situatie op het Blauwe Zand. De gemoederen waren zeer bewogen en Melchers liep rechtstreeks op ir. Mussert aan. Spr. kan niet aannemen dat Melchers de bedoeling had om de joelen de en vijandige menigte te kalmeeren. Uit de getuigenverklaringen staat wel vast, dat Melchers ir. Mussert heeft aangespro ken. Melchers ontkent dit echter met klem, blijkbaar met de bedoeling om te verzwijgen wat hij gezegd heeft. Zeer vreemd is het ook, dat Melchers, die dan zoo verontwaardigd zou zijn geweest, niet direct aangifte bij de politie deed. doch daarmede tot den volgen den dag wachtte. Spr. is van meening, dat ir. Mussert zich terecht op noodweer beroept, een noodweer, die reeds aanwezig was voor er geslagen was. Spr. kwam tot de conclusie, dat Ir. Mussert terecht door dc rechtbank op grond van noodweer van rechtsvervolging Is ontslagen, zoodat hij bevestiging van het vonnis requi- reert. Mr. van Vess.em zag van pleidooi af. doch hij maakte van de gelegenheid gebruik om een aanval op den Minister van Justitie te doen. waartegen zoowel de president als de procureur-generaal protesteerden. Vervolgens requireerde de procureur-gene raal in de zaak Melchers eveneens bevesti ging van het vonnis: veroordeeling tot een geldboete van f 15 wegens mishandeling. De verdediger mr. F. Heemskerk hield een zeer uitvoerig pleidooi, waarin hij o.m. aan voert. dat hij het zeer merkwaardig vindt, dat twee van de vier begeleiders van ir. Mussert niet met stelligheid kunnen verkla ren dat Melchers den eersten slag heeft ge geven. Daarnaast staan de verklaringen van vele Blauw Zand-bewoners, die zeggen, dat Melchers eerst werd geslagen. Pl. zou niet willen zeggen, dat de eene of de andere groep niet betrouwbaar is. Liever zou hij op mer ken, dat verschillende punten niet duidelijk zijn geworden. Ten slotte behandelde het Hof nog de strafzaak tegen H. J Bunning, die wegens openliike geweldpleging met vereenigde krachten, tot drie maanden en drie weken gevangenisstraf met aftrek van voorarrest was veroordeeld, omdat hij met anderen een steen naar de auto van ir Mussert had ge- ■rooid en daarmede zich had schuldig ge maakt aan openlijke geweldpleging. Dc steen had de auto getroffen vlak ter hoogte van het hoofd van ir. Mussert. de ruiten waren echter versterkt, zoodat geen ongelukken plaats hadden. Slechts de auto liep schade op. Verd. geeft toe. den steen gegooid te hebben, maar niet toen ook andere steenen door de lucht vlogen. Als getuige hoorde het Hof o.a. ir. Mussert en den chauffeur van diens auto, die het „bombardement" zooals hij het noemt, uit voerig beschrijft. Hij vertelt ook, dat hij een schot loste. Procureur-generaal: U was niet in het be zit van een vergunning voor het dragen van een vuurwapen. Getuige: Neen Proc.-gen.: Bent u daarvoor nog vervolgd? Getuige: Neen, nog niet. De procureur-generaal mr. dr. D. Reilingh, vorderde ook in dit geval bevestiging van het vonnis (drie maanden en drie weken gevan genisstraf met aftrek van den tijd in voor arrest doorgebracht). De verdediger, mr. A. Rodrigues de Mi randa pleitte vrijspraak. Het Hof zal in de drie zaken arrest wijzen op 27 April a.s. Toelating van Oostenrijkers in Nederland. Vragen van den heer Albarda beantwoord. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Al barda in verband met de voorwaarden voor de toelating van z.g. oud-Oostenrijkers in Ne derland heeft minister Colijn het volgende geantwoord. De regeering heeft zich, nadat ons land ge durende de laatste jaren groote bezwaren ondervonden heeft van de toestrooming van uitgeweken onderdanen van een aangren- zenden staat, in het landsbelang genoodzaakt gezien scherpere maatregelen te treffen tegen binnenkomst van een nieuwe categorie vluch telingen, afkomstig uit een niet aangrenzend land en als regel rechtstreeks naar een ander land dan het onze uitgeweken. Uit deze ver klaring van motief en doel der maatregelen blijkt, dat het asylvraagstuk in den eigenlij ken zin zich in dezen slechts zelden zal kun nen voordoen. De ervaring bij de toepassing leert, dat de maatregelen eenerzijds de be oogde preventieve werking hebben en dat anderzijds beleidvolle hanteering, mede op grond van de in de regeling vervatte uitzon deringsbevoegdheid, passende ruimte laat. De regeering is zich bewust, dat aan dc eischen, welke zij voor binnenkomst in ons land gesteld heeft, niet gemakkelijk kan wor den voldaan. Strenge voorwaarden waren in dit opzicht onvermijdelijk, zeker om te voor komen, dat de gevolgen van een plotseling geschapen nieuwe situatie ons land in groo tere moeilijkheden zouden brengen. De practijk heeft uitgewezen, dat de betrok ken vluchtelingen, ofschoon zij afkomstig zijn uit een niet aangrenzend gebied, toch in niet onbelangrijk aantal naar ons land trachten te komen. Het feit, dat zulks niet voor de hand ligt, vormt een argument voor het gestelde dat in casu ten opzichte van ons land het asylvraagstuk zich in dezen niet voordoet. „Patria-affaire" in hooger beroep. Tegen één der directeuren vrijspraak geëischt. Het Haagsche gerechtshof heeft in hooger beroep de z.g.n. „Patria-affaire" behandeld, de strafzaak tegen de beide directeuren van de Rotterdamsche verzekeringsmaatschappij „Patria", den 60-jarigen J. H. en den 35- jarigen dr. R. L„ die wegens bedriegelijke bankbreuk en valschheid in geschrifte tot ge vangenisstraffen van resp. acht maanden en een maand zijn veroordeeld. Uit de voorgeschiedenis van deze gerucht makende zaak halen wij o.a. het volgende aan. De „Patria" was een verzekeringsmaatschappij die langen tijd den naam had een zeer solide onderneming te zijn. Ingewijden in het ver- zekeringsrak wisten evenwel, dat de N.V. sinds geruimen tijd met moeilijkheden te kampen had en dat het, hoewel de zaken uiterlijk goed gingen, steeds verder bergaf waarts ging. Op de aandeelen was 50 procent volgestort en de aandeelhouders zagen den tijd naderen, dat zij de resteerende 50 pet. zouden moeten bijstorten, zonder dat zij daar veel van terug zouden zien. Velen hadden er dan ook een belangrijk bedrag voor over om van hun verplichtingen tot bijstorting ont slagen te worden en toen een Fransch- Engelsche groep zich voor de Patria-aandeelen ging interesseeren, zagen de oorspronkelijke aandeelhouders daarin een kans om van hun verplichtingen af te komen. In de aandeelhoudersvergadering van 23 September 1935 werd medegedeeld, dat 85 procent van het aandeelenkapitaal in buiten landsche handen was overgegaan. Met het overnemen van de aandeelen had de Fransch- Engelsche groep de verplichting op zich go- nomen tot volstorting over te gaan. Dit be trof 137 van de 182 aandeelen, zoodat voor die volstorting' een kapitaal van 137 maal f 2500 of f 342.500 noodig was. Op 30 October 1935 werd het faillissement van de Patria uitgesproken en de curator mr. W. M. E. van Rossem stelde onmiddellijk een onderzoek naar het kapitaal van die f 342.500 in, daar de 137 aandeelen een stem pel droegen ten teeken dat zij volgestort waren. Dit was met een handteekening van de directie gewaarmerkt. Van dit kapitaal was evenwel niets te vin den. Het bleek toen, dat de volstorting nim mer in contanten heeft plaats gehad, doch dat men gemeend had, zijn verplichtingen te kunnen voldoen door den inbreng van aan deelen van de Anglo-Marine Insurance Cy. Ltd.. een Engelsche verzekeringsmaatschappij van zeer twijfelachtig kaliber. De proc.gen. eischte tegen dr. L. vrij- vrijspraak en tegen verd. H. zes maanden gevangenisstraf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5