NATIONALE
Nederland moet te
New York goed voor
den dag komen.
Leider der N.S.B. voor het Hof.
DONDERDAG 14 APRIL 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
Particuliere hulp is
noodig.
Men schrijft ons:
Twce-cn-zestig landen en de Volkenbond
doen mede aan de vréreldtentoonstelling te
New-York, de vijfde wereldtentoonstelling,
die in de Vereenigde Staten wordt gehouden:
Philadelphia in 1876. Chicago in 1893. St.
Louis in 1904 en Chicago in 1933. New-York
in 1939, Chicago's wereldtentoonstelling kostte
30 millioen dollar, die te New-York zal 150
millioen dollar kosten. Chicago zag terug op
„een eeuw van vooruitgang", New-York ziet in
de toekomst: „Building the world of to
morrow". In 1939 zullen, volgens den heer
Grover Whalen. president van de Fair, 50
millioen menschen de tentoonstelling bezoe
ken en er 1 milliard dollars voor uitgeven.
De tentoonstelling komt op het terrein van
de aschvaalt der New-Yorksche voorsteden,
die „Flushing Neadow" heet, gelegen op den
noordelijken oever van Long Lsland. De ter
reinen zijn 9 mijl verwijderd van Times
Square en 12 mijl van Wall Street.
In Juni 1936 begon men met het afgraven
en ophoogen van het terrein en het leggen
van rioleeringen en waterleidingen. Als de
tentoonstelling voorbij is, zal 1200 acres land
gewonnen zijn, waarop een groot stadspark
zal verrijzen.
Vijftien maanden voor de opening der ten
toonstelling kwamen feeds elf fair-gebouwen
tot stand, terwijl 98% is verhuurd van de to
tale, voor eigen gebouwen van particuliere
inzenders beschikbare oppervlakte.
Het is algemeen bekend, dat Nederland en
Nederlandsch-Indië op deze tentoonstelling,
waaraan de geheele wereld (op China en
Spanje na) deelneemt, eveneens aanwezig
zullen zijn. De comm.-generaal voor deze
officieele participatie, jhr. mr. A. C. D. de
Graeff. is van meening, dat bij deze demon
stratie het rijk of goed, of in het geheel niet
voor den dag moet komen, een opvatting
welke de regeering ten volle deelt blijkens het
zoo juist genomen besluit, aan de Staten-
Generaal te zullen voorstellen het subsidie
van het rijk van 750.000 te verhoogen tot
1.490.000. Nederland heeft dan ook alle
reden op deze tentoonstelling zoo voortreffe
lijk mogelijk voor het forum van de beide
Amerika's te treden. Het is nog lang niet tot
iedereen doorgedrongen, dat het rijk, volgens
de Amerikaansche statistiek, op de vierde
plaats staat in de rij der met de Vereenigde
Staten handeldrijvende naties. Het bereikte
deze positie in 1936 en bevestigde haar in 1937.
Dit beteekent. dat de in- en uitvoerhandel
van de Vereenigde Staten met het rijk onge
veer half zoo groot was als de geheele handel
der Vereenigde Staten met het Zuid-Ameri-
kaansche contingent, grooter dan de handel
der Ver. Staten met Duitschland en Italië
tezamen en 173 millioen dollar meer dan de
handel der Ver. Staten met de vier Scandina
vische landen.
Aan de totstandkoming der inzendingen
van Nederland en de Nederlandsche over-
zeesche gewesten wordt door het werkcomité
onder leiding van jhr. De Graeff, en met
medewerking van vele personen en instanties,
op het oogenblik hard gewerkt. Het project
voor den bouw van een paviljoen, van den ar
chitect prof. dr. ir. Slothouwer, waarvan de
kosten in een redelijke verhouding tot de
op dit oogenblik te verwachten beschikbare
fondsen staan, is thans vrijwel gereed. Einde
dezer maand vertrekt de adviseerend ingeni
eur van het werkcomité ir. J. W. Th. van Erp,
naar New-Yrk, terwijl naar verwacht wordt
de aanbesteding in de tweede helft van Juli
zal plaats vinden.
Niet alleen zal echter het gebouw een waar
dig product van Nederlandsche architectuur,
dat inslaat bij de Amerikaansche menigten
dienen te zijnniet minder zal de inhoud van
het paviljoen in rijke schakeering en pak
kende voorstelling behooren weer te geven
wat Nederland en zijn Overzeesche gebieds-
deelen op cultureel en economisch terrein in
de wereld beteekenen. Dit is een probleem van
den eersten rang. Niet alleen moet geïnven
tariseerd worden, wat Nederland heeft te
laten zien. ook moet nagegaan worden wat
den Amerikaan het gros der bezoekers
zal interesseeren. wat economisch voor Neder
land van belang kan worden geacht, en hóé
het moet getoond worden.
Ruwweg kunnen twee groote afdeelingen
worden onderscheiden: de afdeeling waarin
de Nederlandsche cultuur zal worden weer
gegeven, tezamen met het Nederlandsche
economische leven en dat. van de west. en de
afdeeling. waarin Nederlandsch-Indië wordt
getoond. De wijze, waarop het Indische ge
deelte wordt verzorgd, laat zich reeds in
hoofdtrekken onderscheiden. Zoowel tech-
nisch-aesthetisch als in financieel opzicht is
de basis, waarop voortgewerkt kan worden,
gereed financieel dank zij de toezeggingen,
waardoor op flinken steun van de zijde van de
bij het Indische bedrijfsleven belanghebbende
ondernemingen gerekend mag worden.
Ook wat de West betreft mag met reden
verwacht worden, dat het particuliere initia
tief zich niet onbetuigd zal laten.
Wat Nederland betreft, zal nog een beroep
op financieelen steun van particuliere zijde
gedaan worden, resp. worden voortgezet.
Ondanks de ruime fondsen, door de regee
ring ter beschikking gesteld, vereischt een
waardige demonstratie een bedrag aan fond
sen dat de thans beschikbare resp.- in uit
zicht gestelde nog aanzienlijk te boven gaat.
Met vertrouwen mag worden verwacht, dat
dit beroep niet tevergeefs zal zijn. Het is be
grijpelijk. dat men zich bij de beoordeeling
van de vraag of men financieel tot het wel
slagen onzer Nederlandsche deelneming zal
bijdragen, afvraagt welk belang men heeft
bij den handel met de Vereenigde Staten. Dit
gaat echter niet geheel op. Het gaat hier toch
iü de eerste plaats om den naam van Neder-
=*jiö in de wereld en ieder, wien die naam
aan het hart gaat, moet er zich rekenschap
van geven dat al of niet behoorlijke deel
neming. zelfs al of niet deelneming zonder
meer, afhankelijk is van de mate, waarin van
particuliere zijde financieele steun wordt ver
leend.
Noodlottige manoeuvre van
jeugdig fietser.
Det 14-jarige D. Stolk, matroos op het op-
leidingschip, wonende aan de Aegidiusstraat
te Rotterdam wilde Woensdag met zijn fiets
od den oprit aan de Van der Takstraat aldaar
doorglippen, toen hij de macht over zijn stuur
verloor en viel. Hij kwam vlak voor een bestel
auto terecht. De bestuurder kon een aanrij
ding niet meer voorkomen, het rechterwiel
ging den knaap over de beenen en het rech
ter 'achterwiel over de borst. Hij liep daarbij
zulke zware inwendige kneuzingen op, dat hij
Vrijwel op slag dood was.
Concert van .Nederlandsche
Kamermuziek te Praag.
Frits Schuurman dirigeerde.
Onder protectoraat van den minister van
onderwijs, dr. E. Franken en den Nederland-
schen gezant te Praag. dr. ir. J. E. Lambert
Carsten, werd dezer dagen te Praag een con
cert gegeven van moderne Neder), kamermu
ziek en Nederlandsche volksliederen. Uitge
voerd werdenkleine suite voor viool en piano
van Bertus van Lier, trio van Henk Bading
Roemeensch divertissement (danssuite voor
piano.) van Henk Badings, liederen van Al-
phons Diepenbrock, Hendrik Andriessen,
Frits Schuurman, Willem Pijper. Henk Ba
dings en Nederlandsche volksliederen in de
bewerking van Felix de Nobel. Frits Schuur
man, die tevens op 12 April een radioconcert
dirigeerde, begeleidde zelf zijn liederen aan
den vleugel.
Verdere medewerkenden waren Julia Nessy.
zang, het Cechisch klaviertrio, Felix de Nobel
en Harry van Oss. Het concert is een groot
succes geworden.
GULLSOJS
de nieuwe aanwinst
in onze voorjaarscollectie
f. 7.50
Aparte modetinten.
Bij diefstal of vermissing van Uw hoed.
gratis een nieuwe hoed bij Meuwsen!
Vraagt ons certificaat.
Haarlem, Groote Houtstraat 32, Telef. 13440.
(Adv. ingez. Mea.t
Bloemententoonstelling tc Boskoop
geopend.
Prachtige kleurenweelde in tentoonstellings
hal.
Hedenmorgen heeft de minister van staat,
commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland, jhr. mr. dr. H. A. van Karne-
beek, de groote bloemententoonstelling te
Boskoop officieel geopend. Zij wordt tot en
met 30 April gehouden.
De bezoekers, die ook ditmaal in grooten ge
tale naar Boskoop zullen trekken, zullen die
dagen in de gelegenheid zijn volop te genieten
van de prachtige kleuren, die Boskoop's flora
biedt.
De voorbereidingen, die aan de tentoon
stelling zijn voorafgegaan moet men niet on
derschatten. Maanden van te voren zijn de
kweekers met het trekken van de planten in
de kassen bezig geweest om ze een paar weken
eerder dan normaal in bloei te krijgen, weken
en weken hebben zij zich uitgesloofd om het
beste dat zij konden bereiken, te bieden. De
expositie geeft dan ook een prachtig bewijs
van de ondernemingsgeest van de kweekers
van Boskoop en omgeving.
Zij wordt hoofdzakelijk gehouden in de
groote permanente tentoonstellingshal. Hier
vindt men azalea's, rhododendrons, rozen,
blem, Japansche kers. gouden regen, clematis,
vele bloemheesters, enz. enz. Het middenge
deelte wordt ingenomen door een rosarium,
met rozen in een kleur, waarbij een Pergola
niet ontbreekt. Er zijn stadtuinen te bewon
deren die niettegenstaande zij 'n afzonderlijke
afdeeling vormen, toch goed bij het geheel
passen. Het achtergedeelte van de hal is in
genomen door een aanleg in natuurlijken stijl.
In het z.g. overgangsgebouw tusschen de hal
en het gebouw „Flora" zijn voornamelijk hor
tensia's geëxposeerd. Het geheel maakt een
overweldigendfin indruk.
Steunt het A. S. I. B.
Het hoofdcomité Asib verzoekt opneming
van het volgende.
Reeds eerder werd er de aandacht op ge
vestigd, dat de economische opleving noch
voor het moederland noch voor de koloniën,
die verbetering heeft gebracht welke zoo
naarstig werd verwacht en waarnaar in alle
lagen der inheemsche maatschappij met zoo
veel verlangen werd uitgezien.
Nog steeds zijn er onder de inheemsche
bevolking op Java en Madoera schrijnende
toestanden.
Wil de actie ten behoeve van de armsten
der armen onder de inheemschen op Java
kunnen worden voortgezet, liefst uitgebreid,
dan zal dit zonder belangrijke financieele
hulp niet mogelijk zijn.
Stort uwe gaven, hoe gering ook, op het
Asib-gironummer 280.000 en velen zullen hun
bede .sekoel 'n doro-toean", „rijst, heer",
in vervulling zien gaan.
Maar ook op andere wijze kan geholpen
worden.
Door het hoofdcomité in Nederland van
het Asib werden uitgegeven 2 series geïllus
treerde briefkaarten, waarvan de afbeeldin
gen betrekking hebben op het Asib-werk, ter
wijl de mapjes zelve zijn versierd met een
teekening van den bekenden teekenaar Jo
SDier.
Deze mapjes zijn bij alle boekhandelaren
benevens in alle kiosken van de Haagsche
kiosken maatschappij verkrijgbaar tegen den
prijs van 25 cent per mapje.
koopt allen een Asib-mapje en velen zullen
u dankbaar zijn.
Tegen fraiululeusen invoer van
fototoestellen, kijkers en bont.
Naar ons van officieele zijde wordt mede
gedeeld, zullen binnenkort, als gevolg van
de klachten van den binnenlandschen han
del over frauduleuzen invoer als reisbagage
van bontwerken, fotografietoestellen en kij
kers (welke door reizende personen geduren
de hun reis in het buitenland zijn aange
schaft) nieuwe voorschriften in werking tre
den.
Hier te lande wonende personen, die van
een buitenlandsche reis terugkeeren, zullen
dure bontwerken, dure fotografietoestellen
en dure kijkers slechts zonder betaling van
invoerrecht kunnen invoeren, indien zij daar
voor een geldig, vóór den uitvoer uit Neder
land door een ambtenaar der invoerrechten
en/of accijnzen afgegeven, identiteitsbewijs
kunnen vertoonen.
Bedoelde identiteitsbewijzen kunnen op alle
plaatsen, waar ambtenaren der invoerrech
ten en,'of accijnzen geplaatst zijn, worden
aangevraagd. De aanvraag moet schriftelijk
geschieden op daartoe verkrijgbaar gestelde
aanvraagformulieren, terwijl het bontwerk,
fotografietoestel of kijker moet worden ver
toond.
De onder de thans bestaande regeling af
gegeven identiteitsbewijzen zullen als óver
gangsmaatregel nog korten tijd geldig
zijn.
Ter vermijding van moeilijkheden bij te
rugkomst van een buitenlandsche reis zullen
belanghebbenden goed doen, zich op de
hoogte te stellen van de nieuwe voorschrif
ten, waartoe zij zich over enkele dagen kun
nen wenden tot de ambtenaren der invoer
rechten en/of accijnzen op hun woonplaats.
Vrijman beklaagt zich.
De minister heeft hem onrecht gedaan.
De oud-rijksbouwmeester Vrijman heeft
heden een open brief gericht tot den Minister
van Financiën en zulks naar aanleiding van
het door dezen over hem in de vergadering
der Eerste Kamer op 29 Maart gesprokene.
Hij beklaagt zich daarin, dat de minister
hem in zeer grove mate en in het openbaar
onrecht heeft aangedaan hoewel hij geen
enkele aanleiding daartoe had gegeven.
Hij gevoelt zich derhalve genoopt zijn pro
test tegen het door den minister gesprokene
eveneens in het openbaar te doen hooren.
De oud-rijksbouwmeester protesteert tegen
zijn achterstelling door den minister bij ge-
reclasseerde langvingerig gebleken postambte
naren. die, in dienst gehouden, zij het soms
in lagere functie, later wél eervol ontslag kun
nen verwerven, terwijl de minister hem. Vrij
man, eervol ontslag weigert op grond van een
arrest dat juist elke geldelijke bevoordeeling
uitsluit.
Hij voegt daar bovendien bij dat dit rech
terlijk gewijsde reeds in 1935 door den Minis
ter van Onderwijs, mr. Marchant, ter vernie
tiging aan den Minister van Justitie was voor
gedragen.
Hij eindigt zijn beklag als volgt: „In mij
heeft het Gerechtshof den Nederlandschen
wetgever veroordeeld, die de wantoestanden
op comptabel gebied geschapen heeft en be
stendigde".
Kassier en burgemeester voor de
Rotterdainsclie rechtbank.
Tegen beide verdachten gevangenisstraf
geëischt.
Woensdagochtend is de strafzaak tegen den
burgemeester van Den Bommel en Ooltgens-
plaat en tegen den kassier-boekhouder van
het bijkantoor der N.V, Eilandenbank te
Ooltgensplaat voortgezet met het requisitoir
van het OM.
De officier was van meening, dat de han
delingen van den kassier van dermate ern-
stigen aard zijn, dat er onvoorwaardelijke
gevangenisstraf op moet volgen. Hij eischte'
derhalve een gevangenisstraf voor den tijd
van één maand.
In zijn requisitoir tegen den burgemeester
zeide de officier dat deze den kassier had
uitgelokt tot de misdrijven. Hij was dan ook
van oordeel, dat hier van misbruik van gezag
kon worden gesproken. Tegen den burgemees
ter requireerde de officier een gevangenis
straf voor den tijd van drie maanden, omdat
hij van oordeel was dat zijn misdrijven veel
ernstiger waren dan die van V.
DE OVERVAL OP DR. DE RIDDER.
Als medeplichtig aan den roof-overval op
den Haagschen arts. dokter de Ridder, in zijn
woning aan het Oranjeplein te Den Haag. was
de 18-jarige T. C. J. V.. broer van één der
hoofdverdachten, door de Haagsche rechtbank
tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld.
De officier van justitie, die drie jaar had
gevorderd, teekende van dit vonnis hooger
beroep aan en de procureur-generaal bij het
Haagsche Hof eischte verhooging van de straf
tot twee en een half jaar
Het Hof, heden arrest wijzend, bevestigde het
vonnis van de rechtbank (één jaar gevange
nisstraf) met de bepaling, dat vier maanden
voorwaardelijk zullen worden opgelegd.
Voor 183,— 's-jaarj
verzekert 30-jarige
ƒ10.000,-
uitkering bij overlijden
(Adv. Ingez. Med.)
In verband met de Blauwe Zand-affaire.
Dp Centrale Landbouw Onderlinge.
Te Amsterdam werd Woensdag onder lei
ding van den heer P. Hiemstra te Utrecht
de "jaarlijksche algemeene ledenvergadering
gehouden van de Centrale Landbouw Onder
linge. Bedrijfsvereeniging ingevolge de land
en tuinbouwongevallenwet 1922.
Ter vergadering waren de tien provinciale
afdeelingen benevens de afdeeling „de zuivel-
onderlinge" vertegenwoordigd.
Aan het ter vergadering uitgebracht ver
slag over het boekjaar 1 November 1936 t.m.
31 October 1937 ontleenen wij het navolgen
de: Bij de vereeniging waren ultimo October
1937 aangesloten 32752 werkgevers, waarvan
3598 patroons vrijwillig verzekerd waren en
1734 leden voor hunne kinderen aan de vrij
willige ongevallenverzekering deelnamen.
Het door de gezamenlijke leden uitbetaalde
loon bedroeg over het bedoelde boekjaar ruim
50 millioen gulden.
In het verslagjaar werden bij de vereeni
ging aangegeven 10133 ongevallen, waarvan
11 gevallen met doodelijken afloop. Van deze
laatste gevallen gaven er acht aanleiding tot
het toekennen van een rente aan nagelaten
betrekkingen.
In totaal moest aan contante waarden van
toegekende en nog toe te kennen blijvende
renten worden opgebracht bijna f 100.000.
De vergadering benoemde tot lid resp
olaatsvervangend 'id van het college van
lommissarisscn do heeren mr. P Dielemnn te
Middelburg (tot dusver plaatsvervangend lid
van het college van commissarissen) en D.
van Maaswinkel te Arnhem.
Bevestiging der vonnissen
geëischt.
Toen in Januari jl. de Amsterdamsche
rechtbank de strafzaak behandelde tegen
den leider der N.SJ3., ir. A. A. Mussert. die
wegens mishandeling terecht stond, zeide
de substituut-officier van Justitie mr. B.
Kist ter zitting in zijn requisitoir, dat on
der de leden van het Amsterdamsche Parket
geen eenstemmigheid bestond over de vraag
of verd. Mussert zich terecht op noodweer
berfep. Mr. Kist was van meening, dat dit
wel het geval was, zoodat hij ontslag van
rechtsvervolging requireerde. conform wel
ken eisch de rechtbank vonnis wees. De
Officier van Justitie mr. dr. J. A. van Thiel
was van oordeel, dat waar het hier
een zoo questieus vraagstuk als ..noodweer"
betrof ook het Hof zijn beslissing over
deze vraag diende te geven, zoodat het O.M
in weerwil van het feit, dat ae rechtbank den
officier in zijn vordering had gevolgd, hooger
beroep aanteekende.
Zoo heeft dan Woensdag het Amsterdam
sche gerechtshof het incident op het Blauwe
Zand in zijn geheel behandeld, want de beide
andere hoofdfiguren in deze strafzaak, P.
Melchers en H. J. Bunning zijn zelf in hooger
begroep gegaan. Melchers zou aan ir. A. A
Mussert een klap hebben gegeven en de
rechtbank had hem wegens deze mishande
ling conform den eisch veroordeeld tot f 15
boete.
B. was wegens openlijke geweldpleging tot
drie maanden en drie weken gevangenisstraf
veroordeeld met aftrek van denzelfden tijd in
voorarrest doorgebracht. Deze laatste verdach
te is reeds op 30 September j.l. door de
rechtbank veroordeeld, doch het Hof had de
drie zaken voor Woensdag op den rol ge
bracht.
Voor deze zitting bestond groote belang
stelling.
(Bovenstaande is reeds in een deel onzer
vorige oplage opgenomen).
Er werden ook nu weer een groot aantal
getuigen gehoord. Er deden zich echter geen
nieuwe gezichtspunten voor.
Na het uitvoerige verhoor hield de procu
reur-generaal mr. dr. D. Reilingh zijn requi
sitoir in beide zaken. Mussert en Melchers.
Spr. wijst er op, dat in beide gevallen vast
staat, dat er geslagen is, een vrijspraak kan
dus nooit volgen. Wel ls een ontslag van
rechtsvervolging mogelijk, daar beide ver
dachten zoowel ir. Mussert als Melchers
zich beroepen op noodweer. Ontslag van
rechtsvervolging van beide verdachten is
uitgesloten.
Na de korte juridische inleiding besprak
mr. Reilingh uitvoerig de zaak Mussert. Toen
ir. Mussert de woning van Zoutberg verliet,
trad Melchers uit den kring menschen naar
voren. De twee groepen getuigen staan min
of meer tegenover elkaar. De eene groep
zegt, dat het geweld is uitgegaan van Mel
chers. Een veel grootere groep is van mee
ning. dat ir. Mussert den strijd daadwerke
lijk is begonnen. De vraag is nu. aan welke
groep we geloof moeten slaan. De getuigen,
die zeggen, dat Melchers begonnen is. spre
ken elkaar op enkele ondergeschikte punten
tegen. Daaruit blijkt hun voorzichtigheid:
zij zeggen geen vooraf geleerd lesje op en
verklaren niet meer dan zij kunnen. Bij de
groote groep, die verklaren, dat ir. Mussert
eerst heeft geslagen, heerscht groote een
stemmigheid. Een enkele gaat zelfs verder
dan Melchers in zijn verklaringen.
Dan schildert spr. de algemeene situatie
op het Blauwe Zand. De gemoederen waren
zeer bewogen en Melchers liep rechtstreeks
op ir. Mussert aan. Spr. kan niet aannemen
dat Melchers de bedoeling had om de joelen
de en vijandige menigte te kalmeeren.
Uit de getuigenverklaringen staat wel vast,
dat Melchers ir. Mussert heeft aangespro
ken. Melchers ontkent dit echter met klem,
blijkbaar met de bedoeling om te verzwijgen
wat hij gezegd heeft. Zeer vreemd is het ook,
dat Melchers, die dan zoo verontwaardigd
zou zijn geweest, niet direct aangifte bij de
politie deed. doch daarmede tot den volgen
den dag wachtte.
Spr. is van meening, dat ir. Mussert zich
terecht op noodweer beroept, een noodweer,
die reeds aanwezig was voor er geslagen was.
Spr. kwam tot de conclusie, dat Ir. Mussert
terecht door dc rechtbank op grond van
noodweer van rechtsvervolging Is ontslagen,
zoodat hij bevestiging van het vonnis requi-
reert. Mr. van Vess.em zag van pleidooi af.
doch hij maakte van de gelegenheid gebruik
om een aanval op den Minister van Justitie
te doen. waartegen zoowel de president als
de procureur-generaal protesteerden.
Vervolgens requireerde de procureur-gene
raal in de zaak Melchers eveneens bevesti
ging van het vonnis: veroordeeling tot een
geldboete van f 15 wegens mishandeling.
De verdediger mr. F. Heemskerk hield een
zeer uitvoerig pleidooi, waarin hij o.m. aan
voert. dat hij het zeer merkwaardig vindt,
dat twee van de vier begeleiders van ir.
Mussert niet met stelligheid kunnen verkla
ren dat Melchers den eersten slag heeft ge
geven. Daarnaast staan de verklaringen van
vele Blauw Zand-bewoners, die zeggen, dat
Melchers eerst werd geslagen. Pl. zou niet
willen zeggen, dat de eene of de andere groep
niet betrouwbaar is. Liever zou hij op mer
ken, dat verschillende punten niet duidelijk
zijn geworden.
Ten slotte behandelde het Hof nog de
strafzaak tegen H. J Bunning, die wegens
openliike geweldpleging met vereenigde
krachten, tot drie maanden en drie weken
gevangenisstraf met aftrek van voorarrest
was veroordeeld, omdat hij met anderen een
steen naar de auto van ir Mussert had ge-
■rooid en daarmede zich had schuldig ge
maakt aan openlijke geweldpleging.
Dc steen had de auto getroffen vlak ter
hoogte van het hoofd van ir. Mussert. de
ruiten waren echter versterkt, zoodat geen
ongelukken plaats hadden. Slechts de auto
liep schade op.
Verd. geeft toe. den steen gegooid te hebben,
maar niet toen ook andere steenen door de
lucht vlogen.
Als getuige hoorde het Hof o.a. ir. Mussert
en den chauffeur van diens auto, die het
„bombardement" zooals hij het noemt, uit
voerig beschrijft.
Hij vertelt ook, dat hij een schot loste.
Procureur-generaal: U was niet in het be
zit van een vergunning voor het dragen van
een vuurwapen.
Getuige: Neen
Proc.-gen.: Bent u daarvoor nog vervolgd?
Getuige: Neen, nog niet.
De procureur-generaal mr. dr. D. Reilingh,
vorderde ook in dit geval bevestiging van het
vonnis (drie maanden en drie weken gevan
genisstraf met aftrek van den tijd in voor
arrest doorgebracht).
De verdediger, mr. A. Rodrigues de Mi
randa pleitte vrijspraak.
Het Hof zal in de drie zaken arrest wijzen
op 27 April a.s.
Toelating van Oostenrijkers in
Nederland.
Vragen van den heer Albarda beantwoord.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid Al
barda in verband met de voorwaarden voor de
toelating van z.g. oud-Oostenrijkers in Ne
derland heeft minister Colijn het volgende
geantwoord.
De regeering heeft zich, nadat ons land ge
durende de laatste jaren groote bezwaren
ondervonden heeft van de toestrooming van
uitgeweken onderdanen van een aangren-
zenden staat, in het landsbelang genoodzaakt
gezien scherpere maatregelen te treffen tegen
binnenkomst van een nieuwe categorie vluch
telingen, afkomstig uit een niet aangrenzend
land en als regel rechtstreeks naar een ander
land dan het onze uitgeweken. Uit deze ver
klaring van motief en doel der maatregelen
blijkt, dat het asylvraagstuk in den eigenlij
ken zin zich in dezen slechts zelden zal kun
nen voordoen. De ervaring bij de toepassing
leert, dat de maatregelen eenerzijds de be
oogde preventieve werking hebben en dat
anderzijds beleidvolle hanteering, mede op
grond van de in de regeling vervatte uitzon
deringsbevoegdheid, passende ruimte laat.
De regeering is zich bewust, dat aan dc
eischen, welke zij voor binnenkomst in ons
land gesteld heeft, niet gemakkelijk kan wor
den voldaan. Strenge voorwaarden waren in
dit opzicht onvermijdelijk, zeker om te voor
komen, dat de gevolgen van een plotseling
geschapen nieuwe situatie ons land in groo
tere moeilijkheden zouden brengen.
De practijk heeft uitgewezen, dat de betrok
ken vluchtelingen, ofschoon zij afkomstig zijn
uit een niet aangrenzend gebied, toch in niet
onbelangrijk aantal naar ons land trachten
te komen. Het feit, dat zulks niet voor de hand
ligt, vormt een argument voor het gestelde
dat in casu ten opzichte van ons land het
asylvraagstuk zich in dezen niet voordoet.
„Patria-affaire" in hooger beroep.
Tegen één der directeuren vrijspraak geëischt.
Het Haagsche gerechtshof heeft in hooger
beroep de z.g.n. „Patria-affaire" behandeld,
de strafzaak tegen de beide directeuren van
de Rotterdamsche verzekeringsmaatschappij
„Patria", den 60-jarigen J. H. en den 35-
jarigen dr. R. L„ die wegens bedriegelijke
bankbreuk en valschheid in geschrifte tot ge
vangenisstraffen van resp. acht maanden en
een maand zijn veroordeeld.
Uit de voorgeschiedenis van deze gerucht
makende zaak halen wij o.a. het volgende aan.
De „Patria" was een verzekeringsmaatschappij
die langen tijd den naam had een zeer solide
onderneming te zijn. Ingewijden in het ver-
zekeringsrak wisten evenwel, dat de N.V.
sinds geruimen tijd met moeilijkheden te
kampen had en dat het, hoewel de zaken
uiterlijk goed gingen, steeds verder bergaf
waarts ging. Op de aandeelen was 50 procent
volgestort en de aandeelhouders zagen den
tijd naderen, dat zij de resteerende 50 pet.
zouden moeten bijstorten, zonder dat zij daar
veel van terug zouden zien. Velen hadden er
dan ook een belangrijk bedrag voor over om
van hun verplichtingen tot bijstorting ont
slagen te worden en toen een Fransch-
Engelsche groep zich voor de Patria-aandeelen
ging interesseeren, zagen de oorspronkelijke
aandeelhouders daarin een kans om van hun
verplichtingen af te komen.
In de aandeelhoudersvergadering van 23
September 1935 werd medegedeeld, dat 85
procent van het aandeelenkapitaal in buiten
landsche handen was overgegaan. Met het
overnemen van de aandeelen had de Fransch-
Engelsche groep de verplichting op zich go-
nomen tot volstorting over te gaan. Dit be
trof 137 van de 182 aandeelen, zoodat voor
die volstorting' een kapitaal van 137 maal
f 2500 of f 342.500 noodig was.
Op 30 October 1935 werd het faillissement
van de Patria uitgesproken en de curator
mr. W. M. E. van Rossem stelde onmiddellijk
een onderzoek naar het kapitaal van die
f 342.500 in, daar de 137 aandeelen een stem
pel droegen ten teeken dat zij volgestort
waren. Dit was met een handteekening van
de directie gewaarmerkt.
Van dit kapitaal was evenwel niets te vin
den. Het bleek toen, dat de volstorting nim
mer in contanten heeft plaats gehad, doch
dat men gemeend had, zijn verplichtingen te
kunnen voldoen door den inbreng van aan
deelen van de Anglo-Marine Insurance Cy.
Ltd.. een Engelsche verzekeringsmaatschappij
van zeer twijfelachtig kaliber.
De proc.gen. eischte tegen dr. L. vrij-
vrijspraak en tegen verd. H. zes maanden
gevangenisstraf.