mom Voor Weekend en Vacantie „Ons kind RADOX Recept en MENU VAN DE WEEK N.V. DE GROOT Meisjes van Dertien.. DÖNDERDAf 28 APRIL 1938 HAARLEM'S DAGBLAD 9 De post „Onvoorzien" In iedere huishouding komen weieens si tuaties voor, waarin het noodig is, dadelijk handelend op te treden, en die dan ook niet van tevoren verwacht en overzien kunnen worden. Een kind bezeert zich; het leertje van een kraan is versleten en de wateriotvloed is daardoor niet meer te stoppen; een brutaal koopman heeft zijn voet tusschen de deur ge zet en wil niet meer weggaan; een schilderij in lijst valt met denderend lawaai van den muur; een flesch azijn verliest den bodem en al het vocht stroomt over het zeil, er is rest jesdag en krap genoeg voor iedereen, als zich vlak voor tafel eenige gasten aanmelden; de kat wordt gevonden in een hoekje van het logeerbed, waar zij haar jongen heeft gede poneerd; er is een band lek van een der fiet sen die nu juist op dit oogenblik zoo noodig was, de gootsteen is verstopt enzoovoorts, en- zoovoorts. Dit zijn allemaal situaties, die direct om han delend optreden vragen, wanneer de vrouw des huizes tenminste prijs stelt op een vlotten gang van zaken in haar gezin. Bij het kind moet een verbandje worden ge legd; de toevoer van het water moet worden afgesloten; de man aan de deur moet met tact of met boosheid bewogen worden, weg te gaan; het schilderij plus de brokken moeten worden opgeruimd en gerepareerd, de azijn moet worden opgedweild, de glasscherven moeten voorzichtig worden opgenomen; er moet a la minute een geïmproviseerd r.iaal worden bedacht en uitgevoerd; het gezin poes moet op zijn plaats worden gedeponeerd en het beddegoed moet worden schoongemaakt; een andere fiets moet te voorschijn worden gehaald en de eigenaar moet bewogen worden deze niet alleen af te staan, maar tevens de kapotte naar den reparateur te brengen; de gootsteen moet worden doorgestoken en de prop eruit gehaald. Zulke karweitjes komen in ieder gezin on ophoudelijk voor, en het vervelende ervan is, dat zij altijd onverwacht komen, dat zij daar door tusschen het andere werk door moeten worden gedaan en dus een glad verloop van het werk leelijk in de war sturen. Elke behoorlijke begrooting heeft een post onvoorziene uitgaven, maar een behoorlijke werklijst in het huisgezin heeft niet minder behoefte aan een post: onvoorzien werk. Een werkdag die sluit als een bus: zóó laat dit doen, zóó laat dat, kan, hoe goed georga niseerd ook, volkomen in de war loopen dooi- het negeeren van dit onvoorziene werk. Een beetje speling in den tijd wordt meestal pre cies opgevuld door het tegenvallertje dat dien dag ons komt overvallen. Als wij het maar van tevoren konden weten, zouden 'wij tenminste niet veel tijd behoeven te verprutsen met bedenken hoe wij dit spe ciale klusje nu weer eens zullen aanpakken: dat had een huisvrouw ertoe bewogen in de keuken een lijst op te hangen van alle moge lijke gebeurlijkheden die zouden kunnen plaats hebben, met erachter wat eraan moest worden gedaan, met als gevolg dat de enkele maal dat er eens iets gebeurde dat op de lijst stond, véél meer tijd heenging met zoeken naar deze aanteekening met de oplossing' dan anders met het uitdenken ervan, en dat in de meeste gevallen de betreffende gebeurtenis er heelemaal niet op stond vermeld. Als u een maal een kurk i n een flesch amonia hebt ge drukt in plaats van hem. eruit te trekken en het bijtende vocht in uw gezicht is gespoten, overkomt u dat heusch niet voor een tweeden keer, en als eenmaal de vlam in de pan is ge slagen zult u wel zorgen dat het nooit weer gebeurt. Zoo'n lijst is te theoretisch en daar door niet goed bruikbaar. Maar er zijn ook huisvrouwen die al zulke dingen maar aan het meisje of ander personeel overlaten: „je zorgt maar dat het in orde komt". Dat is wel ge makkelijk maar het is geen oplossing. Of zij laten alles maar liggen en halen er iemand bij van buiten de deur die het tegen vergoe ding wil doen. Al deze onvoorziene werkjes maken het huishouden ingewikkelder maar ook aller minst zonder emotie, altijd valt er, vooral in een huishouden met kinderen wat te redderen, wat te regelen, altijd moet er raad geschaft worden en liefst dadelijk. En zij die daar het vlugst en het handigst mee zijn, besturen hun huishouden het allerbeste E. E. J.—P. EEN VETTE,ONZUIVERE HUID kunt U gemakkelijk verbeteren door het gebruik Vin Radox. telkens wanneer ge Uw gezicht waschi Bij apothekers en erkende drogisten a f0.9C per pak en f 0,15 per klein pakje. (Adv. Ingez. Med.) Vleeschcroquetten Benoodigdheden: 200 gr. gaar rund- of kalfs- vleesch, 2 d.L. bouillon of bruin van jus met wat water verdund. 4 lepels bloem, 2 lepels boter. 2 blaadjes gelatine, peper, noot, citroen sap, 2 eiwitten, paneermeel. Eiercroquetten Benoodigdheden 2 d.L. melk, 4 eieren, 4 lepels bloem. 2 lepels boter, peper, zout, paneer meel, 2 eiwitten, fijngehakte peterselie. De hardgekookte eieren in stukjes gesneden door de saus roeren. Vischcroquetten Benoodigdheden; 200 gr. resten gekookte visch zonder graat. 2 d.L. melk, 4 lepels boter, 2 lepels bloem. 2 blaadjes gelatine, peper, zout, citroensap, 2 eiwitten, paneermeel, fijngehakte peterselie. De in kleine stukjes verdeelde visch door de saus roeren, als de gelatine opgelost is. Garnalencroquetten Benoodigdheden: 200 gr. garnalen, 2 d.L. slappe visch- of vleeschbouillon. Vz d.L. room of melk, 2*/2 blad gelatine. 4,/2 lepels bloem. 2 lepels boter, peper, citroensap, 2 eiwitten, paneermeel, fijngehakte peterselie. De goed uitgelekte garnalen door de saus roeren. Kaascroquetten Benoodigdheden: 21/2 d.L. melk. 4'/2 lepels bloem, 2 lepels boter, 2 ons jonge kaas. peper, zout, paneermeel, 2 eiwitten. De in blokjes gesneden kaas door de dikke saus roeren. Verdere behandeling als vleesch croquetten. BOEKEN OF KOUSEN? De echtgenoote van Friedrich von Schlegel was een bizonder geestige vrouw, die over alles en nog wat kon meepraten. Toen een vriend van haar man haar eens kwam bezoeken, vond hij haar bezig met kou sen breien en hij kon zich bij die gelegenheid niet weerhouden te zeggen: .Zonde van uw kostbaren tijd! Waarom schrijft u niet liever een boek?" Waarop de dame fijntjes antwoordde: „Ik heb nog nooit gehoord, dat er teveel kousen op de wereld zijn. maar wel heel vaak. dat er vee! te veel boeken zijn. Daarom lijkt het me nuttiger, kousen te breien dan boeken te schrijven". rO OR BE Gemakkelijke, sportieve kleeding een eerste vereischte. Heerlijk, dat de tijd nu spoedig weer aan komt, dat we er met de fiets voor een mid dag óp een paar dagen op uit trekken! Mis schien wacht ons straks een blijde Pinkster - vacantie, misschien zijn het enkel een paar weekends, die we in volle vrijheid buiten kunnen doorbrengen. In ieder geval mag onze kleeding ons niet hinderen: Ze moet integendeel in harmonie zijn met het gestelde doel en ons nog helpen onze stemming van vrij en blij menschen- kind-met-vacantie te versterken! De figuurtjes op onze teekening van deze week laten even zoovele „vondsten" zien, die u misschien op een lumineus idee brengen voor uzelf. Geheel links ziet u een echt sportief man telpakje. De rok is een z.g. portefeuillemodel van effen wollen stof. Het jasje kan naar verkiezing van 't zelfde óf in een afstekende kleur worden gekozen. Heel aardig en vroolijk is bijv. een combinatie van bruinen rok met blauw jasje en gele blouse. De revers loopen door tot op de schouder. Daarnaast 'n echt gezellig „stelletje", be staande uit een rok van grijs tweed des- ge wenscht kan ook een wijde f ietspantalon worden gekozen met een vest van grijs met rood geruite wollen stof. Het boordje is van rood breiwerk, de ceintuur van rood leer. Het vest sluit van voren met een treksluiting. Vervolgens: De zéér moderne plooirok, in combinatie met een gezellig vest van water dichte stof, dat zelfs nog een capuchon rijk is voor een heel erge bui. En geheel rechts een iets meer gekleed costuumpje. 't Bestaat uit een rok van ma rineblauwe wollen jersey en een vest van gebloemde cretonne, gevoerd met roode jersey. Er wordt een witte gebreide trui onder gedra gen. Heel aardig is hier de combinatie van rood, blauw en wit. Zondag Vleeschcroquetten Kalfsoesters Bloemkool Aardappelen Citroenvla. Maandag Runderlappen Prei Aardappelen Karnemelkpudding Vanillesaus Dinsdag Gestoofde sla in vuurvasten schotel Aardappelen Runderrollade Rabarbervla Woensdag Kerryschotel (van rest rollade) Kropsla Griesmeelpudding m. gestoofde pruimen. Donderdag Groentesoep van blokjes) Biefstuk Spinazie Aardappelen Vruchten. Vrijdag Spinaziesoep Gebakken schelvisch- filets Gekookte aardappe len Botersaus Bietensla Rijstebrij. Zaterdag: Macaroni met ham en kaas Flensjes met abriko zen (koud). VEGETARISCHE MENU'S. 1. Kaascroquetten, Stoofsla Aardappelen Bruine boter Gort met rozijnen. 2. Gebakken eieren Veldsla of kropsla Aardappelpuree Gesmolten boter Rijstetaart. 3. Boonensoep Stamppot van rauwe andijvie Beschuit met kaas. 4 Aardappelsoep met kaas Bietensla Aardappelen Botersaus Vanillevla met rabar ber. ve* <t& Mantelvoering Mantellinnen Kameelhaar GR. HOUTSTR. 98 - HAARLEM TEL 16772 (Adv. Ingez. Med.) Ze vragen een stevige leiding, maar op een afstand! NLANGS las ik een aardig boekje over opvoeding, waarin o.a. de volgende zinsnede voorkwam: Hebt u vijf of zes kinderen en weinig of geen hulp? Wees dan maar erg blij want als u er één of twee had, zoudt u misschien in de verleiding komen, ze te gaan opvoeden enalles gron dig bederven! Dit was wellicht expresselij kt eenigszins overdreven, maar tochhoe dikwijls mer ken we niet op, dat onze opvoedkundige expe rimenten, hoe goed ook bedoeld, ja juist als ze zoo héél goed bedoeld zijn, lijden aan een teveel. 't Probleem is niet gemakkelijk. Vlak naast ons, in ons huis groeien jonge levens, ontstaan uit de onze en toch zoo heel verschillend, met een volkomen nieuw eigen stempel. En nu willen we die leventjes leiden, beschermen, be hoeden voor onze fouten en moeilijkheden, zich doen ontwikkelen zoo vrij en blij, zoo gaaf en harmonisch mogelijk. We willenja, wat willen we eigenlijk niet, als we onze jonge kinderen aanzien? Alle geluk, alle schoonheid, alle rijkdom van geest en intel lect moet hun deel worden! We vergeten als we veel tijd en toewijding voor onze kinderen beschikbaar hebben maar al te vaak dat w ij niet het leven zijn en dat het leven zelf ruimte moet hebben om onze kinderen te leeren leven. We vergeten ook, dat we hun met geen mogelijkheid alle verdriet, dat het leven meebrengt, alle pijn lijke schokken, die ontstaan door het botsen van juist dat karaktertje met de buitenwe reld, kunnen besparen. En al kónden we dat, het zou tot hun groot nadeel zijn, want de smart en het leed zijn opvoeders, die ons kind niet kan missen, net zoomin als wij. Als we dit innerlijk weten en óf we dit weten zal wel een kwestie van eigen levensgroei bij ons zijn! zullen we. zélfs al hebben we veel tijd voor onze kinderen, niet al te angstvallig om hen heen draaien, zullen we die fouten van de over-opvoeding, waardoor een kind de kans tot eigen groei voor een deel wordt ont nomen, intuïtief trachten te vermijden. We zullen dien groei volgen op een afstandje en alleen dan ingrijpen, als we voelen dat het noodzakelijk is. En als we heel weinig tijd voor onze kinde ren hebben? Nu, dan kunnen we althans die eene fout, die van de over-opvoeding, niet maken. Onze moeilijkheid is dan, ons zelf steeds, ondanks onze drukke werkzaamheden, wakker en actief te houden, te blijven letten op het leventje van onze kinderpn. niet al leen in hun stoffeli. ke behoeften te voorzien, maar ook steeds bij de hand te zijn als het noodig is, hen over de een of andere geeste lijke moeilijkheid heen te helpen. Het bovenstaande is wel zeer in het bijzon der van toepassing op onze meisjes van twaalf dertien en veertien jaar, op dien lastigen leef tijd, als ze niet heelemaal meer kind zijn en toch ook nog niet onder de bakvischjes kun nen gerekend worden. Wat gaat er wel allemaal om in hoofd en hart van die jeugdige vrouwtjes-in-knop? Te veel om ons allemaal in te verdiepen en dat hoeft ook niet. Dat er iets in omgaat, dat er veel aan 't veranderen, aan 't woelen, aan 't gisten, aan het botsenkortom: aan 't groeien is onder dat vaak nog zoo kinder lijke uiterlijk, we merken het gauw genoeg als het tot uiting komt in stroefheid, sombere en dan weer opgewonden blije buien, een neiging om tegen te spreken, kinderlijke ij delheid j es enz. enz En als we nu erg kortzichtige moe ders zijn, dan beginnen we natuurlijk, met de schoolkameraadjes den schuld te geven. Die „nesten" hebben ons onschuldig engeltje 't hoofd op hol gemaakt! Maar heel lang houden we deze struisvogelhouding niet vol: we mer ken al spoedig, dat we zelf ook een klein „nest" in huis hebben. En dan is 't maar zaak ons meisje zoo goed mogelijk door die moei lijke overgangsjaren heen te helpen. We beginnen met de moeilijkheden onder 't oog te zien en te bedenken, dat geen meisje ter wereld zonder verdriet en botsingen groot wordt en bereiden ons dus, als we de eerste symptomen opmerken, met ernst voor op een tijd, die allerlei moeilijkheden kan brengen. Groote, liefdevolle waakzaamheid is hier ge boden, maar zij mag zich nooit opdringen. De allergrootste fout, die een moeder maken kan is, dat zij het meisje half en half als patiënt beschouwt. Neen. de veranderingen, die zich geestelijk en lichamelijk in haar voltrekken, zijn volkomen normaal. Zij heeft een lang levenstijdperk achter zich gelaten, waarin ze heelemaal kind was, geen enkele verantwoor delijkheid had. waarin vader en' moeder alles voor haar deden, regelden, bedisselden En nu rijst daar ver in 't verschiet het tijdperk van volwassen zijn. wanneer ze zelf zal moeten handelen, beslissen en. waarschijnlijk zelfs verantwoordelijkheid zal moeten dragen voor nieuwe, opgroeiende levens. Ze bereidt zich voor op haar rol van echtgenoote, moeder, on afhankelijke vrouw. Ze begint nu aan de zwa re taak, zich een eigen persoonlijkheid te ver overen. Vandaar dat woelen en gisten in haar, vandaar al die schijnbare tegenstrijdigheden, die haar maken tot wat in de wandeling ge noemd wordt „een onuitstaanbaar nest". Bijzondere moeilijkheden Laten we eens een paar van die overgangs kuurtjes onder de loupe nemen. Daar is in de eerste plaats het tegenspreken. U merkt op. dat ze opeens alles nét andersom vindt als u 't haar altijd hebt geleerd. En dat ze op alle meeningen, die u verkondigt, hardnekkig ant woordt: „O dat vind ik heelemaal niet" Waarop berust haar oordeel? Meestal óp niets, want den volgenden dag vindt ze 't weer precies omgekeerd De zaak is eenvoudig, dat ze eigenlijk nu voor 't eerst van haar leventje begint na te denken, te oordeelen, iets te voe len van de verrukking van het zélf vinden. En in die vreugde drijft ze 't zelf oordeelen zóó ver, dat haar oordeel nu ook beslist anders moet uitvallen dan dat van ,,de anderen die elkaar domweg napraten". Ga vooral in dezen tijd niet met haar debatteeren. Doet u dit wèl, dan bereikt u alleen, dat al die averechtsche, vaak heel onbekookte meeningen dieper bij haar gaan wortelen dan wenschelijk is. Schenkt -u er niet te veel aandacht aan, dan waaien een heeleboel érg lijkende opvattingen vanzelf over. Natuurlijk is een meisje van dertien erg ko ket en op haar uiterlijk gesteld; als dit niet zoo was is 't bepaald een abnormaal geval. Lach er haar niet om uit, als haar drang om bekoorlijk te zijn, zich uit in onhandige, quasi geraffineerde wijze pogingen. Aanvaard dien drang als natuurlijk en probeer hem in ge zonde banen te leiden. Maak zelfs van haar ontwakende koketterie gebruik om haar een goede lichaamsverzorging en netheid bij te brengen, zoodat ze opgroeit tot een frisch prettig uitziend jong meisje. Even natuurlijk als haar ijdelheid is haar onevenwichtig gedweep in dezen tijd. 't Kan gebeuren dat ze ontzaglijk verrukt is van een bepaald schrijver of dichter, zóó, dat uw cri- tiek op hem haar in tranen doet uitbarsten; ze kan wég zijn van een musicus of een film acteur; ze kan zelf gedichten krabbelen en doodongelukkig zijn als iemand ze vindt en belachelijk maakt (vooral broers zijn in die gevallen ware wreedaards!). 't Is de taak van de moeder het ontluiken de gevoelsleven van haar dochtertje te be schermen tegen al te zware schokken, die uit de buitenwereld op haar af komen. Maak haar nooit belachelijk, wees blij, dat ze u haar ver trouwen schenkt en praat dan met haar als met een echt mensch; de beste manier om haar zoo ongemerkt van uw eigen rijper oor' deel te doen profiteeren. Lukt u dit. dan is er al veel gewonnen. En als die ellendige buien van treurigheid zoo kenmerkend voor dezen overgangsleeftijd, haar overvallen? Er is dan maar één houding die juist is. n.l. neem het ernstig voor uzelf, maak er u niet af met een luchtig „kuurtjes, 't gaat wel over!", maar tracht uw eigen moei lijke jaren met de sombere gedachten, die toen in u omgingen, in uw herinnering terug te roepen. Inderdaad, dit is een ernstige zaak, omdat het hier een jonge, teere menschenziel geldt, die moet worden gesterkt zonder ze noodeloos te bezeer en. Beklaag uw kind niet, maar laat haar voelen, dat u haar begrijpt en vol liefde naast haar staat. Leid haai door passend amusement, maar vooral dooi- bezigheid af van die zware ge dachte. dat zij met haar moeilijkheden eigen lijk het middelpunt van het heelal is. En, als 't mogelijk is zonder forceeren, praat dan eens met haar en vertel haar iets over de heel natuurlijke crisis, waar ze doorheen moet. Ec-n diepe vriendschap kan in dezen tijd tusschen u en uw meisje ontstaan. Verwaar loos dc kansen hiertoe niet! Een nobel boek: ongezocht doch krachtig getuigenis van onze volkseenheid. Ter bespreking werd ons toegezonden het lijvige boekwerk „Ons Kind", een gids voor jonge ouders, voor de stichting „Ons Kind", uitgegeven door de wereldbibliotheek en onder hoofdredactie van prof dr. J. H. Gunning Wzn. Tal van eminente persoonlijkheden op gees telijk, maatschappelijk, medisch en paedago- „isch gebied hebben aan dit boek hun mede werking verleend, het bandontwerp is van Georg Rueter. Men kent allicht de voorge schiedenis; Toen bekend was geworden, dat Nederland naar menschelijke berekening spoedig de geboorte van een troonopvolglstier mocht verwachten, werd in paedagogische kringen de behoefte gevoeld om aan de ge voelens van vreugde en blijde verwachting, die in ons volk leefden, uiting te geven in den vorm van een plan om de verhoogde paeda gogische belangstelling, die dezen tijd ken merkte, vast te leggen in een werk van blij vende waarde ten behoeve van de opvoeding van het Nederlandsche kind. Zonder moeite werd een kring van mannen en vrouwen ge vonden, die bereid waren daaraan naar hun beste krachten mee te werken. Dit werk moest een viervoudige bestemming hebben, n.l. ten eerste, om een blijvende her innering te bewaren aan „de blijde gebeurte nis" van 1938 en dus ten tweede, om als na tionaal geboortegeschenk te worden aange boden aan de Koninklijke Ouders, weshalve iedere Nederlander ook in de gelegenheid moest worden gesteld, daaraan deel te nemen; ten derde, om een bijdrage te zijn tot ver betering van de kinderverzorging en op voeding in Nederland door voorlichting en raad te geven aan onervaren ouders, maar ook ten vierde ,om iets blijvends tot stand te brengen ten behoeve van minder bedeelde kinderen Deze overwegingen leidden tot de oprichting van de stichting „Ons Kind", welks bestuur de hierboven genoemde vier doeleinden het best meende te kunnen verwezenlijken dooi de uitgave van een boekwerk, bestemd tot gids voor jonge ouders bij de opvoeding- hun ner kinderen en daaraan te verbinden het bijeenbrengen van een fonds ten bate van het Nederlandsche kind. Dit boek zou te zijner tijd worden opgedragen aan Hunne Konink lijke Hoogheden, bij welke gelegenheid Hun zou worden verzocht, een nadere bestemming aan het fonds te geven. Toen inmiddels echter de oprichting van het Beatrix-fonds bekend werd, zag het bestuur van het vormen van een eigen fonds af en droeg het batig saldo aan genoemd fonds af. Vol verwachting hebben we de uitgave van „Ons kind", waaraan zooveel eminente man nen en vrouwen meewerkten we noemen o.a. dr. A. ten Bokkel Huinink. prof dr. A. H, M. J. van Roov t, mevr. C. J. Heybroek-d'An- cona. zr. J. J. Kiewit, mevr. M. E. H. Sandberg Geisweit van der Netten, prof. dr. J. Wate rink, prof. dr. H. Jordan, dr. Jac. P. Thijsse. D. L. Daalder, Koos Vorrink. prof. dr. Ph. Kohnstamm, prof. R. Casimir, mevr. dr. A. NanningaBoon, mgr. prof. dr. J. Hoogveld tegemoet gezien. Nu ligt het voor ons. We hebben er langen tijd met belangstelling in gelezen en moeten onzen indruk samenvatten in de woorden: een nobel boek. Er veel van vertellen is in dit korte bestek natuurlijk niet mogelijk, dan zou dit artikel zelf een boekdeel of althans een brochure worden. We kunnen volstaan met erop te wijzen, dat de harmonie tusschen de onderdeelen van de te behandelen stof: De ontvangst (van hel pasgeboren kind)lichamelijke ontwikkeling en verzorging, bezigheden, ontwikkeling van ver stand, gevoel en wil, omgang en gemeenschap, zedelijke vorming en godsdienstige opvoeding, volkomen werd bewaard. Nergens is een teveel, nergens een te weinig; overal werd hel doel: voorlichting te geven voor jonge ouders uit alle kringen van de maatschappij in het oog gehouden. De eerste hoofdstukken, die de jonge moe der goeden raad geven voor haar eigen hy giënische verzorging en die van haar kindje zijn eenvoudig geruststellend en sympathiek door de afwezigheid van nuttelooze geleerd heid; de verdere raadgevingen omtrent de lichamelijke verzorging geven veel «interes sants en behartigenswaardigs, de afdeeling „bezigheden" bevat een schat van mogelijk heden, waarin jonge ouders naar hartelust kunnen grasduinen. Van de beschouwingen, die onder leiding van prof. Waterink „dieper op de zaak ingaan" gaat rust en eenvoud uit, zoodat ze zeer zeker verhelderend zullen wer ken. 't Is een genot om dr. Thijsse te hooren vertellen over „omgang met planten en die ren" en buitengewoon sympathiek (want zéér den kern van dit boek rakende) is ook het artikel van mevr. Nanninga-Boon over „ver wennen en harden". Deze losse grepen uit den inhoud samen vattende en overdenkende komen wij tot de overtuiging, dat hier, een zeer waardevol boek vóór ons ligt; waardevol niet slechts door den inhoud, doch bovenal door den geest, waarin het werd geschreven. Persoonlijkheden van zeer uiteenloopende levens- en wereldbeschouwing hebben eraan meegewerkt en toch werd i n dien geest een zoo groote eenheid en harmonie bereikt, dat het verkwikkend is, zich onder het lezen hier van te laten doordringen. Men voelt in alles dat hier op den voorgrond staan: liefde voor het kind. dat wordt gezien als middelpunt van het gezinsleven, een diepe overtuiging van de heiligheid van de vader en moeder-taak, eenvoudige vroomheid, die zich m laatste instantie door God tot die taak geroepen weet en de kracht hiervoor van Hem verwacht in een zuiver nationaal gevoel, dal er een eer in stelt, het kind op te voeden tot goed Nederlander. Wanneer in de élite van onze opvoeders deze vier dingen leven en zoo harmonisch samenstemmen, dan is de con clusie niet te gewaagd, dat in diepe lagen van ons volk dezelfde krachten werken. En dan legt dit boek ongezocht en treffend en krachtig getuigenis af van onze volkseenheid. Ook hierom achten wij het een nobel en in onzen tijd zeer verheugend boek! .VIE VOND DE MACARONI UIT? De smakelijke pijpjes, waarvan we zulk een dankbaar gebruik maken bij 't bereiden van onze spijzen, werden in 1220 uitgevonden door een alchemist, die er zeker genoeg van gekregen had, altijd maar pogingen te doen om goud te maken. Hij woonde te Napels en heette Cicho. Een handigen keukenmeid, die luisterda naar den mooien naam Gïovanella de Canzio, wist hem zijn geheim te ontfutse len. Ze ging groote hoeveelheden macaroni maken en zorgde ervoor, dat het gerucht van de nieuwe spijs koning Frederik n, vorst van Napels, ter oore kwam. En toen deze de ma caroni had geproefd en er dol op bleek tc zijn, haar kostje gekocht. Giovanella was in een paar jaar tijds een rijke vrouw, want van Napels uit hield de macaroni haar triomftocht over de geheel» wereld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 15