Nederlands eerste autostrada
nadert haar voltooiing.
z
Vorstelijke doopplechtigheden
te 's-Gravenhage.
CONCERT
WOENSDAG 11 MEI 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
Een overzicht van de beide gescheiden verkeersbanen bij den Menneweg bij
Sassenheim. Dit deel is met het oog op eventueele verzakkingen met klinkers
aangelegd. Verder op is men bezig met asfalteering. U ziet hier de prachtige
strada in de richting Den Haag.
De laatste loodjes wegen het
zwaarst.
(Van onzen redacteur.)
Met man en macht wordt er in de
buurt van Sassenheim tusschen de Ring
vaart en de Postbrug gewerkt om het
sluitstuk van Nederland's eerste auto-strada
Amsterdam—Den Haag voor het einde van
Juni gereed te krijgen, in zooverre dat de ver
keersbanen berijdbaar zullen zijn. Dan zal een
prachtige verkeersweg bestaande uit twee
gescheiden banen van elk 7 meter 25 voor
heengaand en terugkeerend verkeer, waar de
auto's elkaar kunnen inhalen zonder last te
hebben van tegenliggers, de residentie met de
hoofdstad des lands verbinden.
In het Hellegat bij de Ringvaart scheurt de
grond onder den druk van de zandopeenhoo-
ging, noodig voor den aanleg van de auto
strada AmsterdamDen Haag. open. Hier
zien we de lugubere spelonken aan den rand
van het vredige Hollandsche weilandschap.
De bedoeling van deze strada is kruisingen
op gelijke hooge te vermijden door middel van
c'.en bouw van viaducten, die over de kruisen
de verkeerswegen heen leiden.
In het traject PostbrugRingvaart, 3200
meter ongeveer, zijn 11 viaducten en brug
gen; Postbrug. Postviaduct, Spoorweg
viaduct, Klinkerberger viaduct, Dingsdagsche
brug, Warmonderdamviaduct. Wasbeekerlaan-
viaduct. Zandslootbrug, Mennewegviaduct,
Sassenheimervaartbrug. en de beweegbare
brug over de Ringvaart. De meeste viaducten
en bruggen zijn gereed. Met de spoorwegvia-
duct. de Sassenheimervaartbrug en de Ring-
vaartbrug is dit nog niet geheel het geval
De Fostbrugviaduct, de Klinkerbergervia-
duct, de Wasbeekerlaanviaduct, de Sassenhei-
mervaart- en de Ringvaartbrug leiden over
kruisende verkeerswegen heen, zoodat hier
met recht sprake is van het bouwen van een
weg over een anderen weg heen teneinde zij-
delingsverkeer te vermijden.
Beweegbare brug over de Ringvaart.
In het traject komt een beweegbare brug,
n.l. die over de Ringvaart voor, die met een
klapsysteem open en dicht kan gaan om groote
schepen door te laten. Men is uiteraard van
plan om het openen van de brug zeer te be
perken. aangezien anders aan de bedoeling
van de strada. n.l. het autoverkeer gelegenheid
te geven zoo snel mogelijk te rijden, afbreuk
gedaan zou worden. De Ringvaart is echter een
hoofdader van de binnenscheepvaart en men
heeft daarmede rekening moeten houden. Be
halve over 't water van de Ringvaart gaat de
brug ook over den kruiselingschen straatweg
zoodat zij hieraaai tevens den naam van viaduct
mag ontleenen. Aan de voltooiing van deze
viaduct-brug wordt nog ijverig gearbeid. Het
deel na de vaart, op den weg naar den Haag
is nagenoeg gereed. Dit gedeelte voert nog een
lang stuk over gewoon weiland en sluit dan
pas aan op de aarden verhoogde baan, waai
de verdere weg op aangelegd is. Men heeft
dit gedaan, omdat wanneer de aarden baan tot
de Ringvaart doorgetrokken zou zijn groot
gevaar voor verzakking van den grond en
dichtslippen van de vaart zou bestaan. Naar
het zich laat aanzien zal de betonnen Ring
vaartbrug. die sober doch sierlijk van archi
tectuur is, een waardige verbinding vormen
tusschen de provincies Noord- en Zuid-Hol
land, en als technische schepping harmo
nieeren met de natuur van het lieflijke land
schap.
De grond scheurt open.
Van de Ringvaart af tot bij de Wasbeeker-
laan wordt klinkerbestrating toegepast. Dit
geschiedt vooral met het oog op het verschijn
sel dat het weglichaam zich op dit traject
niet dadelijk definitief zal vormen. De on
dergrond is daarvoor te week; en derhalve
bestaat er kans dat gedeelten van dit traject
nog eenigszins zullen verzakken, en in dat
geval zijn reparaties natuurlijk gemakkelij
ker uit te voeren wanneer het wegdek uit
losse klinkers bestaat dan ingeval dit uit één
stuk asfalt gegoten zou zijn.
Men past bij den wegaanleg op dit stuk het
volgende systeem toe; er wordt eerst een soort
goot gegraven, deze wordt gevuld met zand
en dit zand wordt opgehoogd. Door de druk
van het zand begint de weeke grond te wij
ken en aan weerszijden omhoog te komen.
Deze omhoog gekomen grond wordt wegge
voerd en er wordt net zoo lang zand opge
hoopt en aangestampt tot het weglichaam op
een vaster ondergrond stuit. Plaatselijk ver
schilt dit proces natuurlijk, doch in het alge
meen rekent men erop een weeke grondlaag
van ongeveer 9 M. dikte door te moeten
komen.
Bij het Hellegat, waar na de Ringvaart het
traject naar Den Haag begint, is men wat de
zandstorting betreft voor een onaangename
verrassing komen te staan. De ondergrond is
tot flinke diepte zeer week gebleken. Over een
afstand van 1500 Meter is hier reeds 300.000
M3. zand gestort en men berekent dat er
thans nog 100.000 M3. zand bij zullen moeten
alvorens men tot de wegverharding zal kun
nen overgaan. (Aangezien per etmaal 3000
M3. zand gestort kunnen worden zal men
flink aan moeten pakken om klaar te ko
men!) Aan weerszijden van de wegverhoo-
ging is het normale grondniveau op vele
plaatsen opengescheurd, en lugubere spelon
ken vertoonen zich temidden van het vredige
weilandschap. Een voor ons rustige landje
vreemd verschijnsel! Verderop worden overal
sloten gegraven en andere maatregelen ge
troffen op dat het omgevende land niet zal
gaan „werken". Men hoopt ook op dit traject
tijdig de wegbasis, van gestabiliseerde klei
(klei met zand en cement gemengd) voor de
z.g.n. gefundeerde klinkerweg aan te kun
nen brengen. Het ligt in de bedoeling om de
klinkerbestrating, wanneer het weglichaam
zich t.z.t. „gezet" heeft te vervangen door een
asfaltdek. Iets verederop bij de Warmonder
damviaduct legt men reeds thans een asfalt
dek aan; andere deelen van den weg. die niet
op een weeken ondergrond rusten, zijn trou
wens ook reeds dadelijk in asfalt uitgevoerd.
Een ideale auforijweg.
Wanneer men erin zal slagen om den weg
eind Juni gereed te krijgen zullen 125 auto's
van de leden van het van 19 Juni tot 2 Juli te
Scheveningen te houden Internationale We-
genconogres de eerste particuliere voertui
gen zijn die hun bandensporen op de strada
zullen drukken. Uiteraai-d zullen tegen dien
tijd alleen de verkeersbanen klaar kunnen
zijn. Aan beide zijden van deze banen zal een
parkeerberm van 3 Meter breedte komen.
Stilstaande auto's moeten op deze berm gaan
staan, zoodat het verkeer ook van deze wa
gens geen hinder ondervindt.
Naast de verhooging zullen op het nor
male grondniveau parallel aan de strada de
fietspaden met tegels worden aangelegd. De
auto's en fietsen kunnen dus „rustig" ieder
„Nieuw-Amsterdam".
In zilver uitgevoerde reproductie van
„De Halve Maan".
Het nieuwe vlaggeschip van de Holland
Amerika Lijn, de „Nieuw Amsterdam" voert
op zijn eerste reis naar de nieuwe wereld een
zeldzaam schoon sieraad mede, dat bij aan
komst te New York door de Nederlanders in de
Vereenigde Staten aan de directie van de
H.A.L. zal worden aangeboden. Met den aan
koop van dat geschenk had zich de Neder-
landsch-Amerikaansche Kamer van Koophan
del te Amsterdam belast die. in overleg met
den binnenhuis-architect, den heer H. T. Wij-
develd, de keus liet vallen op een geheel in
zilver uitgevoerde reproductie van „De Halve
Maan", het schip dat door de Kamer Amster
dam der Vereenigde Oostindische Compagnie
in 1609 werd uitgerust en dat toen onder
commando van Henry Hudson de eerste reis
der Hollanders naar Amerika volbracht, de
historische zeetocht, die de aanleiding zou
worden tot de stichting van New York.
De Schoonhovensche zilverfabriek H. Hooy-
kaas, heeft de opdracht op de meest lofwaar
dige wijze uitgevoerd.
„De Halve Maan" is volkomen natuurge
trouw nagemaakt, eenerzijds naar de teeke-
ningen van de werf, anderzijds, om het leven
dig geheel te verkrijgen, naar een teekening,
zooals het schip er in volle zee moet hebben
uitgezien, dus met bolle zeilen en wapperende
ylaggen. De fa. Hooykaas heeft er een waar
juweel van zilversmeedkunst van gemaakt.
Tot in de kleinste bijzonderheden is alles aan
dit miniatuurschip, dat toch altijd nog 80 c.M.
lang en 70 c.M. hoog is en een gewicht van
3Y2 kg. aan zuiver zilver heeft, uitgevoerd.
Het uitzonderlijk fraaie kunstproduct zal op
de „Nieuw Amsterdam" geplaatst wordexx op
een groote. blauw gespoten metalen bol, die
de wereldzee voorstelt en waarop in relief de
golven zijn voorgesteld.
VRIJWILLIGE BIJDRAGEN VOOR
VERSTERKING DEFENSIE.
f 100 ingezetene van 's-Gravenhage;
f 100 D., Leiden.
f 600 penningm. der alg. verg. van Marine
officieren Den Helder.
Ontvangen tot en met deze afrekening
f 116.349.51.
CHRISTELIJKE BOEREN- EN
TUINDERSBOND.
Aan het jaarverslag van den Christelijken
boeren- en tuindersbond over 1937, ontleenen
wij het volgende:
Einde 1937 waren aangesloten 370 plaatse
lijke afdeelingen en 16849 individueele leden.
In het afgeloopen jaar is het aantal plaat
selijke afdeelingen toengenomen met 10; het
aantal individueele leden met 822. Steeds
dringender werd de behoefte aan uitbreiding
van het aantal Christelijke lagere land- en
tuinbouwscholen gevoeld. Een zeer groote
achterstand bestaat ten aanzien van het
Christelijke landbouwlxuishoudonderwijs.
Voor het aanstampen van den grond, die als
fundeering voor de klinkerbestrating van Ne
derland's eerste autostrada moet dienen, wordt
o.a. de z.g.n. Delmastamper gebruikt. In klei
ner type werd dit instrument reeds vaker ge
bruikt. Dit type weegt echler 1000 K.G., en
werd nog zelden toegepast. De stamper heeft
een mechaniek, waarmede hij zich „afzet".
Hij springt dan als 't ware uit zichzelf steeds
de lucht in. Hier zien we een zeldzame op
name van den stamper, namelijk in het korte
oogenblik dat hij zwevende is.
De Betonnen ISru- o-.or de Ringvaart, welke deel zal uitmaken van de autostrada
Den HaagAmsterdam, is bijna gereed. Links moet het beweegbare deel van de
brug echter nog aangebracht worden. Links is de provincie Noord-Holland, rechts
de provincie Zuid-Holland.
Doop van Frederica Louise Wilhelmina. dochter van Prins Willem V
19 December 1770.
Morgen zal Prinses Beatrix in de Groote
of Sint Jacobskerk te 's-Gravenhage
worden gedoopt. Zooals men heeft
kunnen lezen, zal deze gebeurtenis
worden beschouwd als een familie-plechtig
heid, d.w.z. van pracht en praal zal hierbij
geen sprake zijn.
Onwillekeurig gaan onze gedachten terug
naar vroeger eeuwen, toen ook voi'stelijke
doopelingen dit kerkgebouw binnengingen en
daarbij werden omstuwd door een groot ge
volg van edellieden en edelvrouwen.
In den grafelijken tijd.
In die dagen was de St. Jacob nog een ka
tholiek bedehuis. Door den doop werd de jong
geborene bij de kerk ingelijfd en hiervoor
waren getuigen noodig. Die doopgetuigen na
men verschillende verplichtingen op zich en
zij waren o.a. met de ouders verantwoordelijk
voor de godsdienstige opvoeding van het kind.
Vandaar hun eigenaardige naam: gevaders
d.w.z. mede-vaders. Later ontwikkelde zich
hieruit het gebruik ook vrouwen als doopge
tuigen uit te noodigen; men kreeg toen peters
en meters, (mede-) vaders en (mede-)
moeders.
Zoo waren voor de jonge hertogin van
Beieren, die in 1372 in Den Haag werd geboren
„de vrouwe van Ghelre en die van Tuyr-
mont" meters, terwijl de abt van Egmond en
de Heer van Brederode als peters fungeerden.
In een luiterrijken stoet werd de doopeling
ter kerke gedragen. Trompetters van Dordt,
pijpers van 's-Gravenzande, Rotterdam en
Leiden. Ook de heeren van Arkel en van Put
ten. 'de abt van Egmond, de hertogen van
Brabant en Gelderland hadden hun pijpers
gezonden om in den optocht mee te gaan.
Twee sprooksprekers uit Dordt, een sprook-
spreker van den burggraaf van Neurenberg en
twee narren van den bisschop van Utrecht in
hun bonte kleederdracht vergezelden den
stoet vanaf de groote zaal (het Binnenhof)
naar de Sint Jacobskerk van Die Haghe, al
waar de bisschop van Utrecht zelf „mins heren
dochter" doopte.
In den tijd der stadhouders.
De 1ste Juli 1626 was een vreugde-dag voor
de residentie.
In de Groote Kerk, toen reeds een halve
eeuw voor de Protestantsche eeredienst in ge
bruik. werd de doopplechtigheid voltrokken
van het prinsje, dat den 27sten Mei was ge
boren uit het huwelijk van Frederik Hendrik
en Amalia van Solms en dat bij die gelegenheid
den naam ontving van zijn grootvader. Prins
Willem van Oranje.
Ghij Graevenhage, suit op Willem moedigh
zijn", had Vondel bij de geboorte van dit
vorstenkind gezongen en de residentie was er
moedigh" (trotsch) op. Met de Staten-Gene-
raal stonden bij den doop als peters de Staten
van Holland en Westfriesland, alsmede de
Magistraat van Delft. Eerstgenoemden ver
eerden den jongen prins, als pillegift, een
rentebrief van acht duizend gulden s jaars.
Ook de anderen bleven niet achter en schon
ken eveneens rentebrieven. Voorts werd een
ruim bedrag ter beschikking gesteld van de
Prinses, om in de kraamkamer uit te deelen.
De doop evenwel van Prinses Frederica
Louise Wilhelmine, dochter van Prins Willem
V op 19 December 1770, stelde alles wat Den
Haag in den loop der eeuwen aan plechtig
heden van dien aard had mogen aanschou
wen, in de schaduw. Wel werkte het strenge
jaargetijde niet mede om de schittering van
den stoet te verhoogen. waarmede de prins ter
kerke toog om de jonggeborene ten doop te
houden, doch was hij zoo luisterrijk dat nij
een weerspiegeling was van de hoogheid,
waartoe het Huis van Oranje was gestegen.
Wie zou toen hebben durven voorspellen,
dat vijf en twintig jaar later dezelfde Prins
Willem V aan het Scheveningsche strand af
scheid zou moeten nemen van zijn vaderland
om als balling in den vreemde te sterven!
In een langen optocht ging het kerkwaarts
Afgevaardiaden van de Staten-Generaal. van
de Staten der verschillende gewesten, van de
voornaamste steden van Holland, van Amster
dam. Delft. Dordrecht. Haarlem. Rotterdam
en Schiedam. Verder tal van groot waardig
heidsbekleders. Daartusschen in hun bonte
kleeding valkeniers, mooren, hardloopers en
hellebaardiers.
Bij den doop van de vervolgens geboren
zoons van het Stadhouderlijk paar schijnt niet
zooveel praal te zijn ten toon gespreid als bij
dien van het prinsesje.
Onder het koningschap.
Nadat in November 1813 voor het eerst na
bijna twintig jaren het „Oranje boven" weer
had geklonken, was de zoon van Willem V tot
souverein vorst uitgeroepen: koning Willem I.
Den Haag moest de eer van Residentie j
voortaan met Brussel deelen en zoo werd het
1818 alvorens het weer een vorstelijke doop
plechtigheid te aanschouwen kreeg, want de
latere koning Willem III was in 1817 te Brus
sel geboren en daar ook gedoopt.
In 1818 werd Prins Alexander op Soestdijk
geboren en den 24sten Augustus in de Groote
Kerk te 's-Gravenhage gedoopt; ook in de
daarop volgende jaren had nog menige plech
tigheid van dien aard plaats. In 1824 Prinses
Sophie, de eenige dochter van Koning Willem
II. later Groot-Hertogin van Saxen-Weimar,
in 1828 Prinses Louise, later koningin van
Zweden, in 1833 en 1836 de beide zoons van
den Kroonprins en in 1841 Prinses Marie, de
latere Vorstin van Wied.
Het ligt echter niet in de bedoeling hier een
opsomming te geven van alle Oranjetelgen,
die in de vorige eeuw in Den Haag in de
Groote Kerk. in de Kloosterkerk of In de Wil
lemskerk zijn gedoopt.
Straks zal Prinses Beatrix ten doop worden
gehouden in dezelfde kerk. welke reeds zoo
dikwijls in den loop der eeuwen van een der
gelijke plechtigheid getuize mocht zijn. Geen
valkeniers, mooren en ha.Jloopers, geen bonte
stoet, geen pracht en praal; dat alles is ver
dwenen. Een ding is echter gebleven: het en
thousiasme. dat ook nu weer zal los barsten:
't Ls Oranje, 't Blijft Oranje, 't Is Oranje
boven!
MUZIEK
DOOPSGEZIND ZANGKOOR.
in de Doopsgezinde Kerk.
Wanneer we de uitvoering van Handel's
„Psalm 112" als proefstuk nemen voor een be
oordeeling van hetgeen D. Z. Dinsdagavond
ten gehoore bracht dan kan het judicium niet
anders dan hoogst gunstig luiden. De rijke fi
guraties van het derde deel. de vrije modu
laties van 't min of meer recitativische vijfde:
ze slaagden alle even goed. Corrie Bijster zong
de sopraansolo's helder en zuiver en Gosse
Kroese speelde het klavicrarrangement der or
kestpartij eveneens met groote klaarheid en
in het laatste deel gingen beiden in schier ein-
delooze tertsenrljen eendrachtig te zamen als
schilderden zij Orpheus en Euridicc, die dooi
de velden der gelukzaligen wandelden. Het
eenige. wat bij de uitvoering van „Psalm 112"
ontbrak was de hobo, maar dat mocht niet als
een gemis gevoeld worden, want Martin Lür-
sen nam onvoorziens de partij over en vertolk
te die op de fluit zóó voortreffelijk als men
van den doorkneden musicus slechts verwach
ten kon. In dit geval beteekende de vervanging
eigenlijk slechts winst. Immers bij no. 3 van het
programma, de sopraan-aria met obligaat
hobo uit Bach's Cantate „Ich hatte viel Be-
kümmemls" was gebleken, dat de hobo niet
met het klavier stemde en dat bovendien de
bespeler niet voor zijn taak berekend was. zoo
dat. ook al wijl de sopraanzangeres zich daarin
niet van haar beste zijde deed kennen, dit
nummer een mislukking werd. Gelukkig kwam
de zang van Corrie Bijster in de daaropvolgen
de liederen, toen ze van de medewerking dei-
hobo bevrijd was, op een veel hooger peil. Er
ging iets uit van die vertolkingen: van Schu
bert's „Nacht und Traume", Hugo Wolf's „Ge
bet" en diens „Schlafendes Jesuskind" en dat
was mede te danken aan de fijn-gevoelige be
geleidingskunst van den pianist Gosse Kroese.
Uitstekend samenspel van de twee fluitisten
Henk van Kempen en Martin Lürsen hoorden
we in de duosonate in G van Telemann. Een
welluidend, pastoraal „Soave". een fugatisch
.Allegro", een eenigszins taai „Adagio" en een
aardige, licht bewegelijke „Giga" volgden in
deze Sonate elkaar op. Weliswaar liggen uit-
teraard de beide fluitstemmen veelal in eikaars
onmiddellijke nabijheid, zoodat het coloriet
weinig afwisseling heeft, maar in den regel
waren ze toch beide zonder inspanning te
volgen en klonk het werk van den ouden
componist heel wat klaarder en amusanter dan
de moderne Partito voor 2 Fluiten die we des
tijds op de Maneto hoorden. Ook de Sonate
voor 2 Fluiten en Klavier van Handel werd
zeer goed gespeeld.
Van de koornummers hebben we er in het
bovenstaande pas één besproken. Dit eene
werd met begeleiding uitgevoerd, de andere
zong D. K. a capella. Van deze nummers viel
Gounod's „Prés du fleuve étranger" vrijwel
buiten het kader en de sfeer van dit kerkcon-
cert. De werking der „liedertafelstijl"-effecten,
van het „bouche fermée" en van de zoetighe
den wordt door het fugato van het „Seigneur,
sous ce joug odieux" niet geneutraliseerd. In
de liederen op teksten van Jan Luyken is de
koraalstijl zonder pretentie aangewend en het
koor zong die, op enkele door de sopranen ver
oorzaakte onzuiverheden na. verdienstelijk.
Hendrik Andriessen's „De Stilte" op een
tekst van Adama van Schcltema schijnt
tusschen verschillende stijlen te zweven cn het
koor wist zich daar niet overal even gelukkig
door te slaan. Vooral de bassen bleken nog
correctie noodig te hebben. De uitvoering van
den „Psalm" 112" maakte echter allies goed
en den dirigent Jac. Zwaan komt daarvoor
een woord van grooten lof toe.
K. DE JONG.
LEZING
VOOR AMATEURCACTUSKWEEKERS.
Op den a s. Donderdag in hotel „Lion d'Or"
te houden vereenigingsavond van de Nederl.
Vereeniging van Liefhebbers van Cactussen
en Vetplanten (Kring Haarlemhoudt de
heer Lenselink een lezing over het vermenig
vuldigen ln het bijzonder het stekken en
enten.
huns weegs gaan. De afwerking van de strada.
en de aanleg van de parkeerberm en van de
fietspaden hoopt men in October van dit jaar
te kunnen voltooien.
Eind Juni zou de nieuwe weg Amsterdam
Den Haag berijdbaar zijn.
Geen wegverlichting.
Er zullen langs de strada geen lichten wor
den aangebracht. Men staat op het stand
punt dat de auto's hun eigen voor- en achter
lichten hebben en de voor hen rijdende wa
gens onder alle omstandigheden tijdig kun
nen onderscheiden.
De weggrens zoomede de afbakening tus
schen de beide verkearsbanen zijn door witte
steenen duidelijk aangegeven. En aangezien
men geen rekening meer behoeft te houden
met tegenliggers vervalt de geheele noodzaak
van de wegverlichting.
Thans echter staan langs den weg overal
wel lantaarns opgesteld, die des nachts den
arbeiders hun taak mogelijk maken, want
dag en nacht wordt er gewerkt aan de laatste
loodjes van Nederland's eerste autostrada.
En zooals altijd wegen ook in dit geval de
laatste loodjes het zwaarst.