Het kampleven voor den modernen mensch
Waarin ligt de charme van het kampeeren?
Aartsluiaards kunnen beter thuis blijven.
....en het puikje van de nieuwe Sumatra-
Oogst is weer voor de Ritmeester-Rookers
Litteraire
Kantteekeningen.
F RAMS PERQUin
Centrale Verwarming
HohUl TEL. 15597
ZXTERDXG 11 JUNI 1938
HA'A RE EM'S DXGBEAD
Indien men zich openstelt
vóór men op reis gaat,
keert men een stuk rijker
terug.
U de groote wijde zomer weer aange
broken is met zijn heerlijke va-
canties, hebben de kampeerliefheb-
bers hun kampbenoodigdheden op
gezocht en nagekeken. Bij het eerste behoor
lijke weekend reeds zijn de meest enthousias
ten stilletjes de stad uit en de natuur inge
trokken
Waar toch ligt de charme van dit leven, dat
zoo velen en ieder jaar meer het verkie
zen boven een vacantie met gegarandeerd
comfort? Voor sommige menschen is deze
vraag inderdaad een onoplosbaar raadsel. Het
begrip „kampeeren" is voor hen synoniem
met: mieren en spinnen, kou, hard liggen,
blikgroenten en op je knieën in het natte
gras rondkruipen, in één woord, het „aller-
ongenoegelijkst"! Nu geldt dit in de meeste
gevallen voor personen, die nog nooit eenigen
tijd in een tent doorbrachten. Zij beoordee-
len van buitenaf en zoo'n oordeel is natuurlijk
Diets waard.
in één woord, met alleronge-
noeglijksf'
Waar ligt dan de charme van dit leven voor
een raskampeerder? Dit is moeilijk met een
paar woorden te omschrijven. Want de
waardeering van het kampeeren hangt uit
sluitend af van de geestesgesteldheid van den
persoon die het doet.
Slechts indien je open staat voor de wisse
lende stemmingen in de natuur, als je verrukt
kunt zijn over het gekweel van een vogeltje
boven de tent, het rhytmisch gekabbel van de
golfjes tegen de cano of den oever, het fluis
teren van den wind in het Tietover het
licht der zon in de boomen of de immense
rust en wijdheid van den nachtelijken sterren
hemelJa, dan is het kampeeren op zich
zelf eigenlijk niet eens meer het doel; het is
het middel om geheel één te zijn met de na
tuur. En hier uit kan dus ook de gevolgtrek
king gemaakt worden, dat men kampeert om
een tijdlang de min of meer gevoelde opge
schroefdheid van het dagelijksch leven af te
kunnen leggen.
om zich te bezinnen op het
groote wonder van een ontluikend
bloemetje,
Dit alles geldt voor de geestelijke waardee
ring. Indien je van nature gezond bent, kan
het buitenleven ook slechts het lichaam ten
goede komen. Het is uitstekend voor de
spieren eens een tijdje niet zoo zacht te lig
gen 's nachts, het stroobed went trouwens
gauw genoeg! Het is zeer goed met donker in
de veeren (in het stroo?!) te liggen en op te
staan wanneer de zon boven den horizon komt
gluren. Het is prachtig een paar weken niets
aan frissche lucht in te ademen en zon op je
huid te hebben.
Kampeeren is gezond. Maardit geldt
alleen wanneer men bepaalde dingen in acht
neemt. Indien men een aartsluiaard is, kan
men beter niet gaan kampeeren, want dan
komt men er toe weinig zorg aan het eten te
besteden. Blikgroenten zijn erg gemakkelijk
nu en dan. regelmatig gebruik is echter abso
luut verkeerd. 'Nu noemen we nog niet eens
de luiaards, die denken het geheel met brood
te kunnen stellen!) Ook het zich niet aan
vaste tijden houden met eten werkt ongezond
heid in de hand. En dan komt men er n.b.
toe het kampeeren de schuld te geven, wan
neer men, door al deze zorgeloosheid waar het
de maag betreft, flink van streek raakt!
De gezondheid eischt eveneens goede klee
ding en goed kampmateriaal. Men kan zich
aan al voor één twee nachten willen behel
pen. op den duur kan men door bijv. onvol-
cioede grondbedekking rheumatiek en andere
iare dingen oploopen tenzij men een ijzeren
gestel heeft of zeer gehard is. Naast de be
langrijkheid van goed voedsel kampeer ma
teriaal en kleeding. zijn er nog twee dingen
die noodig zijn, wil een kampeertocht slagen.
Men moet zich tot het werkelijk noodzakelijke
kunnen beperken bij het meenemen van
dingen en kleeding enmen moet in het
bezit zijn van een behoorlijk humeur. Waar
schijnlijk is er niemand die van zichzelf
erkennen zal dat hij een slecht humeur
heeft! En toch is het van groot belang bij
het kampeeren geen „buitjes" mee te brengen
of althans zich van te voren op dit punt on
derzocht te hebben. Heusch, indien je ge
wend bent met 't verkeerde been uit bed te
stappen, maak je in het kamp een allertreu
rigst figuur.
Voor het kampleven moet men over een even
wichtig humeur beschikken. Want stel dat
er tegenslagen komen! Die komen soms.
Regen in het kamp.
IPj E Regen! Er is waarschijnlijk niets in het
jL/ gewone leven hetgeen een mensch dermate
op zijn humeur beproeft als regen in het
kamp. En nu hangt het er maar van af hoe
je hier tegenover staat: laat je oogenblikke-
lijk den kop hangen, evenals de bloemen in
het natte gras rond je tent, of weet je het je
zelf en de anderen in de tent ook nu nog ge-
noegelijk te maken met gebabbel, snoeperij
tjes en spelletjes? Natuurlijk is dit niet dagen
lang uit te houdeniedere raskampeerder
zal wel kunnen verhalen hoe hij eens naar
huis geregend is. Het komt er slechts op aan
welke geestesgesteldheid je tegenover de ge
beurlijkheden aanneemt.
Behalve regen zijn er meer vaste kamp-
ongerieven. De wind kan het je wel eens flink
lastig maken bij het koken en sommige in
secten verkiezen halsstarrig den kortsten weg
te gaan, ook al voert deze dwars door je bord
heete soepDe bordjes beelden zich soms
in, wagentjes van een tobogan te zijn en
Nu de zomer weer is aangebrokenzoeken
tallooze kampeerders de natuur op, om
daar, vrij van alles, te leven in een zelf
gebouwde tent en de weldaden van het
buitenleven zoo intens mogelijk te ge
nieten.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan
gedaan, want voor het kampleven van den
modernen mensch komt heel wat kijken.
Machteld den Hertog vertelt in een
drietal prettig geschreven en door haar
zelf geïllustreerde artikelen, waarvan wij
hier het eerste publiceeren hoe men het
meest van dit kampleven kan profitee-
ren door medeneming van nuttige voor
werpen enachterlating van overbo-
digen ballast.
schieten derhalve met je hellingafwaarts.
Muggen weten juist altijd dat eene gaatje in
het tentdoek te vindende kikkers in de
slooten houden 's nachts een gratis concert.
O ja, indien je wilt, zijn er dingen genoeg te
vinden, die een buitenstaander bij het hooren
alleen al ervan doen uitroepen: afgrijselijk!
Waar heb je lust in!
En toch, als je hier voor open staat, bieden
de natuur en het kampeeren zooveel heerlijks,
dat je al die ongeriefjes op den koop toe
neemt. Bovendien wen je aan al deze dingen.
Den eersten dag zal men waarschijnlijk om
de minuut overeind springen met verwoed
slaande armen en beenen, bij het zien van de
mieren bij de tentNa een paar dagen
tenzij je je linnen huis boven op het
mierenpaleis bouwdel
heb je bemerkt dat een mierenbect toch bijna
niet voor komt tenzij je natuurlijk je linnen
huis bovenop het mierenpaleis bouwde! En
daar raken we een nieuw punt van belang:
in het kamp moet je je oogen kunnen gebrui
ken.
Kampeeren moet geleerd worden.
Hf eer zeker moet men het zien in het kamp-
'Lj leven door ervaring leeren. Vrijwel een
ieder, die de eerste maal van zijn leven in een
tent doorbrengt, zal zich niet al te zeer op
zijn gemak voelen, al het nieuwe zal hem
waarschijnlijk verwarren. Laat hij den moed
niet opgeven. Als hij wat gewend is en zich
niet meer voelt als een kat in een vreemd
pakhuis, zal hij bemerken, welk een geweldi
ge vreugde in dit simpele leven besloten ligt
Maar laat hij beginnen, vóór hij er met tent
en slaapzak gewapend op uit trekt, met zich
zelf te toetsen op zijn humeur en zijn bereid
heid om aan te pakken. Dan verzekert hij
zich en de anderen een heerlijke vacantie.
Een kampeerder heeft natuurlijk ook ver
plichtingen tegenover de omgeving, waarin
zijn tent staat. Het valt den uittrekkenden
stedeling meestal moeilijk te begrijpen, dat
de buitenmenschen een andere mentaliteit
hebben dan zij, hoe zij weinig gesteld zijn op
overdreven luidruchtigheid en dergelijke
meer, vooral op de Zondagen. En waar zij zoo
vriendelijk zijn toestemming tot kampopzet-
ten te verleenen, daar moeten de kampeer
ders toch ook een beetje rekening kunnen
houden met hun gevoelens.
Een goed kampeerder zorgt er verder voor.
dat hij geen brand kan veroorzaken door het
wegwerpen van brandende sigaretten of het
stoken van vuurtjes en hij is zoo beleefd alle
papieren, etensresten en ander afval te be
graven, zoodat de eigenaar van het terrein
wanneer hij na het vertrek van zijn gasten
eens komt kijken, niet behoeft te denken op
een vuilnisbelt verdwaald te zijn!
Bij elkaar lijkt het dus of de kampeerder
een ideaal mensch moet zijn, voor hij er op
uit trekt! Stel dat ideale menschen tot de
mogelijkheden behooren (waarschijnlijk zou
den zij eerder „onmogelijk" zijn), een
kampeerder behoeft daar heusch niet naar te
streven. Het gaat er maar om dat hij zich
zelf openstelt voor hij op reis gaat. Open voor
de schoonheid der natuur, open voor de be
langen van zijn medemenschen en open om
flink op te treden, aan te pakken waar dat
noodig mocht zijn. En dan zal hij geweldig
veel leeren en een stuk rijker terugkeeren tot
het gewone leven. Een voordeel van het kam
peeren is bovendien: de geringe kosten die
ermee gemoeid zijn; dat is te zeggen: indien
men reeds in het bezit is van een behoorlijke
uitrusting.
MACHTELD DEN HERTOG.
Volgende week plaatsen wij een artikel met
practische wenken voor het kampeeren, op
het gebied van tentkeuze, kleeding, eenige
gemakkelijke, gezonde gerechten, enz.
JUBILEUM J. FIEGE.
Donderdag 16 Juni hoopt de heer J. Fiege
den dag te herdenken dat hij 25 jaar geleden
benoemd werd tot besteller bij de P. T. T. Van
dezen tijd was de jubilaris vele jaren waar
nemend hoofdbesteller en gedurende eenige
jaren secretaris van de Woningbouwvereeni-
ging „De Voorzorg", in welke functies hij zich
vele vrienden heeft verworven.
(Adv. Ingez. Med.)
Anthonie Donker. Onvoltooide
symphonie. Arnhem, Van
Loghum Slaterus.
Hcnriette Roland Holst- van der
Schalk. Keur uit de gedichten,
verzameld en ingeleid door S. A.
Jansen Baelde. 2e druk. R'dam
Brusse.
Annie de Hoog Nooy. Silhouetten
levensliederen en gedichten, Am
sterdam Albert de Lange.
Enkele gedichtenbundels liggen al enkele
weken rustig bij elkaar op een aankondiging
te wachten. Wij kijken er zoo nu en dan
naar met een zekere bedeesdheid. Wij stellen
het graag nog eventjes uit, er aan te begin
nen. Gedichten zijn zulke vreemde dingen.
Ze kunnen soms ontroeren maar even vaak
iemand aan het lachen maken. Als het bij
voorbeeld volmaakt onbegrijpelijk is waarom
een schrijver zich al die moeite van vorm
gebondenheid en rijmzoekerij getroost, als
hetgeen hij vertelt in goed verzorgd proza
beter tot zijn recht zou komen.
Het is met dichters en gedichten al onge
veer als met schilders en schilderijen: er zijn
er meer die er op gelijken, dan die het wer
kelijk zijn. En tusschen die twee groepen zijn
weer zooveel nuances mogelijk, dat het schif
ten en ordenen wel heel moeilijk wordt.
Over Anthonie Donker's dichterschap be
staat geen twijfel. Bij zijn debuut reeds ging
hij met den Domprijs voor Poëzie strijken,
een onderscheiding die hem door de andere
dichters van zijn generatie en die zijn
critisch en lastig niet betwist werd.
Ook in ons blad is zijn groote roman ..Scha
duw der Bergen" zeer waardeerend bespro
ken, maar voor zeer velen is Donker als
dichter nog belangrijker dan als prozaïst. Wij
wagen het niet daarin te beslissen, maar zeer
zeker is de sonnettenreeks, die hij pas als
onvoltooide symphonie publiceerde, weer een
dichtwerk van beteekenis.
In de eerste plaats al. omdat de dichtvorm
hier volkomen door den inhoud, de telkens
van aspect wisselende leegte, ontstaan door
een verloren gegane liefde, gemotiveerd is.
Het in beeldende taal omgieten van gevoelens
en gewaarwordingen, door die al of niet per
soonlijke ervaring ondergaan, vereischt den
bezonken, gebonden vorm. althans wordt
daardoor beter gediend dan voor een hoe
mooi ook geschreven prozastuk, waaraan
een onvermijdelijke nuchterheid zou kunnen
schaden. Hoe gemakkelijk de broze stemming
zelfs van den dichter verbroken wordt, zou
men met een enkele regel uit dit gedicht kun
nen bewijzen waar woorden plots een wen
ding nemen die ze uit den toon doet vallen.
Die toon is die eener verkropte droefenis, die
zich achter hardheid verschuilen wil:
„Zorg dat gij nooit om iets, om iemand
treurt.
„Ga tot de grens der kwetsbaarheid, niet
nader".
Maar dat gelukt den dichter immers nim
mer volkomen. Wat verder dicht hij:
„Liefde begint weer als men afscheid
neemt"
En hij zal zich tenslotte moedig te weer
stellen:
„Probeer de scheuren maar niet meer te
krammen
En weet het eens voor altijd, stuk is stuk.
En schrijnt de pijn van het doorboord
geluk
Te diep, zeg dat het striemen zijn en
schrammen".
Donker's onvoltooide symphonie is een
mooi gedicht. Een kleine, volstrekt niet on
gewone tragedie van den geest, waarvan een
rijp man zich, al schrijvend, bevrijdt.
De keur uit de gedichten van Henriëtte
Roland Holst, in tweeden druk, vermeerderd
verschenen, bewijst dat men althans deze
waar lij ke dichteres voldoende leest. Zoo er
gens. dan ervaart men juist bij deze schrijf
ster dat verstechniek en vormgelegenheid te
verwaarloozen factoren zijn, wanneer het
geen rhytmisch tot uiting kwam zoo regel
recht uit het hart zijn weg naar de men
schen zoekt. De groote innerlijke bewogen
heid dezer schrijfster verleent haar werk die
kracht tot ontroeren, waarbij alle prosodische
vrijheden veroorloofd zijn. Die bovendien
meer in de hoorspelen enz. dan in de lyriek
zouden kunnen aangewezen worden en dan
nog van geen beteekeniss zijn omdat even
als een schilder als Van Gogh soms zijn eigen
techniek vond. een dichteres als mevr.
Holst de hare mag vormen naar welbehagen.
De inleiding tot deze bloemlezing lijkt ons
zeer geslaagd, omdat ze in beknopten en toch
overzichtelijken vorm de evoluties van den
geest der dichteres schetst, en op die wijze
werkelijk tot het imposante oeuvre dezer
Hollandsche vrouw inleidt. Voor wie er reeds
Vreeseftjk eenvoudig:
'nV-vormig verkeers
bord beteekent, dat
u 'n Voorrangsweg
nadert, waarop het
verkeer voorrang
heeft, onverschillig
of bet voor u van
links of von rechts
komt.
Let op de V-borden:
't is voor uw eigen
veiligheid!
meer mede vertrouwd waren bestaat er trou
wens en dat zal hun bekend zijn vol
doende uitvoeriger litteratuur over.
Mevrouw Annie De Hoog-Nooy moet in dit
dit toevallige trio wel met een zeer beschei
den plaats genoegen nemen. Haar gedichten
behooren ln een ander loket van onze lit
teraire brandkast. Een zekere mate van lieve
hartelijkheid zal men dezen uitingen niet
willen ontzeggen, de maat is nergens kapot
en het rijm staat op zijn plaats. Bovendien
heeft men telkens neiging, voor een goeden
ouden bekende eerbiedig den hoed te lichten.
Zoo voor ons zeventiend' eeuwsch „Colom-
bijntje', zalig keindje" als we bij mevr. De
Hoog lezen: „Wiegekindje, zeg. wat vind je"
of wanneer we Frederik van Eeden's „Mij is
gemeenzaam, wie even eenzaam" meenen te
herkennen in „We zijn niet eenzaam zoolang
gemeenzaam" enz. Wij mochten hier eeni
gen tijd geleden een prozawerk dezer schrijf
ster bespreken, dat ons verdienstelijker voor
kwam dan deze dichtkundigheden, welke die
van Clinge Doorenbos slechts in geringe mate
overtreffen
Diet Kramer. Karakters en ge
beurtenissen. A'dam Uitg. Mij.
Holland.
Van de begaafde schrijfster van „Begin"
en ..De Bikkel" hebben wij pas „Roeland
Westwoud" besproken. Nu bieden haar uit
gevers ons een bundel met vijf korte verha
len aan die blijkbaar tusschen 1929 en '35
geschreven zijn en waarvan de drie middel
ste episodes uit het kinderleven behandelen,
de eerste en de laatste juist vaak tragische
accenten in het leven van oudere menschen
belichten. Alle verhalen hebben de verdien
ste op grondige wijze zoowel van de jeugd
als van den ouderdom passende karakteris
tiek te geven en al schijnen de gegevens niet
absoluut nieuw, ik zou toch de verhalen over
de ouderen om hun toon prefereeren. Niet
dat de andere drie zooveel minder zijn. doch
een stille ontroering als de schrijfster ons in
„Laatste Kerstfeest" bezorgt, maakt dat ver
haal wel tot iets heel bijzonders. Het eerste
gegeven, dat van den ouden blinden vader
die op zijn verjaardag een brief van zijn zoon
verwacht, maar die uitblijft en vervangen
wordt door een gefingeerden brief, dien de
oude mama voor haar man in elkaar zet
is misschien wel al eens meer. met kleine
variatie, behandeld. Maar Diet Kramer deed
het toch wel heel fijntjes en de woordloozc
overgangen in de aandoeningen van den
ouden man, eerst de onzekerheid of er een
brief zou zijn, dan de vreugde dat er een is.
daarna de twijfel aan de echtheid, die in
zekerheid overgaat, om tenslotte te berusten
in een alles opvangende liefde voor zijn
vrouw, die hem wilde sparendat alles is,
gelijjc reeds gezegd, heel fijntjes uitgeplozen'
en weer saamgesteld Diet Kramer bewijst
ook in deze korte verhalen, een uitmuntend
vertelster te zijn.
L H. DE BOIS.
rZi| KunriEn.
OP Hun UUWEPEn T3U3TEn?
WANT Zl| IS EST E LD EN TtOEft
DE LAAGST* XOM6f3PRl|ZCr<
kolEM mj:
TELEFOON 10212.
(Adv. Ingez. Med.)
Nationale Burgerwacht-Landdag.
Het instituut van de Burgerwacht bestaat
20 jaar.
Op Zaterdag 18 Juni 1938 zal, in ver
band met het 20-jarig bestaan van het
Burgerwacht-Instituut op Ypenburg (Rijs
wijk) een groote Nationale Burgerwacht-
Landdag worden gehouden. De Burgerwacht
afdeelingen zullen naar het landdagterrein,
het vliegveld „Ypenburg" opmarcheeren.
De opening zal om 14.30 uur geschieden. De
nationale vlag wordt dan geheschen. Het ope
ningswoord wordt door den bondsvoorzitter
Jhr. mr. C. J. A. den Tex gesproken. Daarna
wordt een vaandelgroet gebracht door vaan
dels en fanions der Burgewachten.
De minister van binnenlandsche zaken H.
van Boeyen, zal vervolgens een toespraak
houden.
Dan wordt een demonstratie gegeven be
staande uit: gesloten exercitiën, stilstaande
en marcheerende; voorbereidende schietoefe
ningen, zonder gebruik van patronen en
gymnastiek met het geweer. Voor 1, evenals
voor 2 en 3 tezamen word een tijd van 10 mi
nuten beschikbaar gesteld. Aan deze demon
stratie wordt deelgenomen door de burger
wachten Alphen a.d. Rijn, Barneveld, Delft,
Gendringen, 's-Gravenhage, Helmond, Lei-
dene, De Lier, Rotterdam, Voorburg (Z.H.),
Bloemendaal, Nieuwer-Amstel, Utrecht en
Zwolle.
Voorts worden verschillende oefeningen
tegelijkertijd gehouden, o.a. seinen, scher
men, colonne geweer, E.H.B.O., vrije gym
nastische oefeningen en wat de Burgerwach
ten in dien geest gaarne zelf wenschen te
demons treeren.
Een toespraak van pater Borromeus de
Greeve O.F.M. volgt. Na een demonstratie van
vendelzwaaien komt de sluitingsrede.
Aan het défilé kan worden deelgenomen
door: geüniformeerde gewapende Burger-
wachtafdeelingen, geüniformeerde ongewa
pende, niet-geuniformeerde gewapende en
niet-geuniformeerde ongewapende afdeelin
gen.
Bevordering: Met ingang van 31 Mei 1938
werd bevorderd tot Hopman bij de Bewa-
kingsafdeeling, de Ploegcommandant L. Lam.
OLIESTOOKINRICHTING. - NATUURLIJK VAN
m ADR. STOOPPLEIN 24
(Adv. Ingez. Med.)
Het Neelerlandsche Roode Kruis.
Prinses Juliana aanwezig op dc jaar
vergadering te Bergen op Zoom.
In dc sociëteit Thalia" te Bergen op Zoom
heeft 't Nederlanudsche Roode Kruis Vrijdag
zijn jaarlijksche algemeene vergadering ge
houden. onder voorzitterschap van H. K. H.
Prinses Juliana.
De Prinses opende de vergadering, waarbij
zij welkomstwoorden sprak en verzocht daar
na den eersten onder-voorzitter de leiding
der vergadering te willen overnemen.
De eerste onder-voorzitter mr. W. J. baron
van Lijnden, stelde daarop voor een tele
gram van hulde en verknochtheid te richten
aan H. M. de Koningin (applaus).
Aan het jaarverslag ontleenen wij het vol
gende:
Het aantal transportcolonnes beweegt zich
nog steeds in stijgende lijn.
Nadat in het begin van Februari 1937 over
eerste hulp bij ongelukken langs de verkeers
wegen het overleg had plaatsgevonden met
de verkeersbonden, werd het plan tot uitbrei
ding van het postennet met een 200-tal nieu
we posten aan den minister van waterstaat
voorgelegd. De minister hechtte daaraan zijn
goedkeuring en het in uitzicht gestelde be
drag van f 30.000 uit het voordcelig saldo van
het centraal bureau voor de afgifte van be
wijsstukken van rijvaardigheid kwam ter be-
schikkinig van het hoofdbestuur ter uitvoe
ring van het omvangrijke project. Met vol
doening kon aan het einde van het verslag
jaar worden geconstateerd, dat het geheele
werk zoo goed als voltooid was en Nederland
daarmee in het bezit van een net van hulp
posten is, dat aan de meeste andere landen
ten voorbeeld kan strekken.
Door het houden van lezingen, het beleg
gen van groote vergaderingen en het voeren
van besprekingen is krachtige propaganda
gevoerd tot uitbreiding van het aantal Roode
Kruis bloedtransfusiediensten. Aan 39 afdee
lingen is thans zulk een dienst verbonden.
Het aantal donors steeg van 1290 tot 1800.
In het algemeen moet de opmerking wor
den gemaakt, dat de medewerking van de af
deelingen nog niet is wat zij in het belang
van dezen tak van dienst behoorde te zijn.
Moge de toekomst daarin spoedig verbetering
brengen.
Na de verdere behandeling der agenda
punten werden de deelnemers door het ge
meentebestuur van Bergen op Zoom op het
stadhuis ontvangen, waar zij werden toege
sproken door den burgemeester, mr. drs. P.
A. F. Blom.
Prinses Juliana heeft de rede van den
burgemeester beantwoord.