a
f59.
Een bezoek aan de Philippijnen.
Nikolaus Horthy
70 jaar
èauuewamte ftet zak
HOENDERDOS
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
ZATERDAG 18 J U NI 1938
HAARLE M'S DAGBLAD
S
Een vruchtbaar land, maar..... dun bevolkt
Bevolkingsproblemen
en de toekomst
(Van een correspondent in het
Verre Oosten).
HONGKONG, 29 Mei 1938.
DUIZENDEN kleine en groote Philippijn-
sche eilanden zijn er, doch maar zeven
van werkelijk grooten omvang. Daar
wonen veertien millioen Philippino's. Geen
dicht bevolkt gebied dus, in vergelijking met
Java zelfs uiterst dun bevolkt. Eerste pro
bleem: hoe komt een rijk en vruchtbaar ge
bied zoo weinig bevolkt? Tweede probleem: zal
dit op den duur geen aantrekkingskracht uit
oefenen op naburige landen, waar de druk
van een steeds toenemende bevolking steeds
grooter wordt?
We zullen niet trachten in het bestek van
dit artikel deze beide vraagstukken te behan
delen. Het eerste vordert een diepe studie, het
tweede leidt tot politieke speculaties, altijd
een gevaarlijk werk.
We waren slechts een paar dagen in Ma
nilla, wallen dus volstrekt niet den indruk
geven, dat we een diepe studie van het vraag
stuk, dat Philippijnen heet, gemaakt hebben.
Wel spreken we met heel veel lieden, op de
boot er heen gaande en in Manilla zelf.
Waren hun meeningen zeer verschillend en
elkaar tegensprekend geweest, het zou ons
moeilijk gevallen zijn er een resumé van te
geven. Nu is het vrij eenvoudig, dank zij de
eenstemmigheid van de meest uiteenloopende
kenners van het land.
Er was dan niemand die geloofde, dat de
onafhankelijkheid, het geschenk van de Ver-
eenigde Staten, het land tot een zegen zou
worden.
Een onrustige toekomst.
ER is een bedenkelijke trek naar de groote
steden. Ze vliegen op het licht van Manilla
aan als een mug naar de kaars.
Er is natuurlijk een traditie, maar dat is
een koloniaal Spaansche, die geen waarborg
geeft, dat men in staat zal zijn een ambte
narencorps te vormen, dat zonder corruptie in
staat zal zijn ieder het zijne te geven.
Reeds thans hoort men van alle kanten be
denkelijke staaltjes van omkooperij. De goe
den natuurlijk niet te na gesproken, maar de
verleiding moet wel heel sterk zijn en niemand
gelooft, dat de huidige bevolking zeer karak
tervast is. Per slot van rekening wil ook een
onafhankelijkheid na langen strijd veroverd
zijn, een strijd die stalen moet en het karakter
van een volk smeden. Een onafhankelijkheid,
die men geschonken krijgt, is te gemakkelijk
verkregen.
Maar wil men die zoo lang begeerde vrijheid
eigenlijk wel?
Zeker men is er trotseh op thans een ge-
meenebest te zijn. Met Spaanschen zwier
voelt men zich onafhankelijk; maar zij, die
nadenken, en dat zijn er velen, vragen zich
toch af of op den duur de nadeelen niet groo
ter zullen blijken dan de voordeelen.
Thans is men burger, zij het ook in zeker op
zicht een tweede klas burger van de groote
Republiek over 't water. Daardoor geniet men
groote economische voordeelen, want nu kun
nen de producten van het land: suiker, plan-
tenolie en hennep, gemakkelijk op de binnen-
landsche Amerikaansche markt vei'kocht
worden tegen hooge prijzen, dank zij den be-
schuttenden tariefmuur van de U.S.A.
Met de onafhankelijkheid houdt dat op.
Economische moeilijkheden.
•- Tydings-Mc Duffie-wet op instigatie van
de Cuba-suikerproducenten tot stand kwam.
Zij moeten er millioenen dollars voor over
hebben gehad om de betrokken instanties voor
hun plannen te winnen. Men wilde den Phi
lippino's geen pleizier doen, maar hun pro
ducten moesten van de Amerikaansche markt
vei*dwijnen. Een volkomen los worden van
Amerika beteekent dan ook, dat de Philippij
nen voor hun producten andere markten zul
len moeten zoeken en niet meer die hooge
prijzen van thans zullen kunnen maken.
Een gedeelte van de Amerikaansche bevol
king, zelf nog levend in een soort koloniaal
stadium, voelt niets voor de Philippijnen, zij
steunde gedeeltelijk ook uit ethische motieven
een voorstel dat volstrekt niet ethisch bedoeld
was en dat werd aangenomen dank zij zeer
bedenkelijke politieke methoden.
Toch zoude er niets meer aan te doen ge
weest zijn, ware het niet, dat met het Ja-
pansch-Ohineesch incident de angst voor
Nippon velen de oogen geopend heeft. De noor
delijke buren zijn niet populair in de Philip
pijnen.
Eenige duizenden Japanners vestigden zich
in Davao en plantten er hennep. Ze brachten
uit hun vaderland hun noeste vlijt mede en
cultiveerden het land. Nu zegt echter de wet,
dat geen buitenlander land in de Philippij
nen mag bezitten. De occupatie door de Ja
panners zou derhalve onwettig zijn. De Ja
panners komen echter met papieren voor den
dag. Blijkbaar hebben locale gezaghebbers
hun bevoegdheden overschreden of ze zijn
vatbaar geweest voor klinkende Japansche
argumenten, dan wel werkten zij met stroo-
mannen. Heel hoog schat niemand de inte
griteit van de plaatselijke ambtenaren. Hoe
het ook zij, de Japanners zijn er en staan op
hun recht. Op het oogenblik is hun positie
niet benijdenswaardig, want daar de Regee
ring hun rechten niet erkent, moeten ze alles
trachten te bereiken door het gebruiken van
middelmannen, die zich daarvoor zwaar laten
betalen.
Ik heb me laten vertellen, dat een Japanner
zelfs geen postzegels kan koopen, want voor
den ambtenaar van het postkantoor bestaat
hij immers niet, en dus koopt een Philippino
de zegels, om die met winst aan den Japanner
te verkoopen.
Zoo gaat het met alles.
Daarbij gaan de zaken slecht, dank zij de
beperkende financieele en economische maat
regelen in Japan.
Japan dreigt.
"JUIST op den dag. dat ik in Manilla aan-
kwam stond er in de bladen, dat de Japan
ners op hun scholen in Davao zouden leeren,
dat dit gebied een deel van het Keizerrijk is.
Dat is natuurlijk olie op het vuur.
Men voelt zich niet meer zeker, politiek niet
en nog minder economisch.
Voorloopig gaat alles nog goed.
Op sommige producten wordt in Amerika
tol geheven, die door het Amerikaansche gou
vernement terug betaald wordt. Niet echter
aan de producenten of verkoopers van de goe
deren doch aan de rggeering in Manilla. Daar
door heeft deze voorloopig althans een groot
Inkomen. Men zwemt om zoo te zeggen in het
geld.
Een Amerikaansch generaal met den titel
van veldmaarschalk, zal thans een leger moe
ten organiseeren.
Wat hij daarover aan de pers verteld heeft,
klinkt wel eenigszins fantastisch. Een leger
van driehonderdduizend man zal de onafhan
kelijkheid moeten verdedigen. Hoe dat betaald
zal moeten worden, werd er echter niet bij
gezegd. Men wil echter ook algemeenen dienst
plicht als school voor de bevolking,'de eenheid
van de natie over zooveel eilanden verdeeld
zal er door bevorderd moeten worden.
Voorloopig is men het echter nog niet eens
over de taal. De oudere generatie spreekt
Spaansch, de jongere kent algemeen Engelsch
maar nu willen sommigen de oude taal van
het eiland Luzon tot nationale taal verheffen.
Een taal echter, die bijzonder arm is en nog
maar door weinigen behoorlijk gekend.
Hoofdzaak is echter de economische relatie
met de Vereenigde Staten. Er is nu een com
missie geweest, die aan het Amerikaansche
congres een voorstel zal hebben in te dienen
om deze kwestie afdoende te regelen. Het
rapport is bereids gereed, maar de inhoud
Is nog niet algemeen bekend. Het schijnt
echter vrijwel zeker, dat men een overgangs
toestand beoogt, die tot 1960 zal duren en
waarbij voor suiker bijv. het tarief langzamer
hand verhoogd zal worden, terwijl voor an
dere producten, bijv. tabak, de quota's lang
zamerhand gewijzigd zullen worden.
Nu zeggen sommigen: 1960 is nog zoo ver
af, daarover behoeven we ons nu niet druk
te maken.
Gezien echter de economische moeilijkhe
den en de angst voor Japan schijnen er velen
te zijn en men zegt zelfs, dat President Que
zon er toe behoort, die willen trachten de
positie van de Philippijnen radicaal te wijzi
gen, waarbij men dan de onafhankelijkheid
zou opgeven voor een soort dominion-status.
President Quezon zal dan zijn landgenooten
duidelijk moeten maken, waarom hij ineens
de voor enkele jaren zoo heet begeerde vrij
heid wil laten varen. Dat zal hem gezien zijn
onloochenbare populariteit, misschien niet
zoo heel veel moeite kosten. Iets anders is het
er ook de Amerikanen van te overtuigen.
Daarom schreven we in ons vorig artikel
de kwestie van de onafhankelijkheid van de
Philippijnen is in hoofdzaak een vraagstuk
van binnenlandsche Amerikaansche politiek.
Algemeen wordt in Amerikaansche kringen
echter aangenomen, dat er wel een oplossing
gevonden zal worden, waarbij een zekere band
tusschen Philippijnen en Amerika zal blijven.
Ontwikkeling is voor Nederland
van belang.
U OOR Nederland is de ontwikkeling der
dingen hier natuurlijk van zeer veel be
lang. Men denke maar eens wat het zou be-
teekenen, wanneer de Philippijnen hier nog
weer eens met hun suikerproductie op ae
markt zouden komen. Hoewel de producenten
het riet moeten koopen van rietplantages
schijnt de kostprijs toch niet hoog te liggen.
Kenners van het land beweren, dat het nog
groote mogelijkheden heeft. Mogelijkheden,
waarvoor tot nu toe de Britten de meeste be
langstelling hadden.
Sinds een jaar heeft nu ook de Ned. Indi
sche Handelsbank, blijkbaar niet zonder suc
ces, een Agentschap in Manilla geopend. De
Javalijn heeft er een kantoor. Er komt dus
ook van onzen kant meer belangstelling
Voorloopig liggen de eilanden nog binnen
het Amerikaansche tolgebied, waardoor het
leven er vrij duur is, al heeft de Pesos maai
de waarde van een halven Amerikaanschen
dollar. Salarissen en loonen schijnen in het
Een nationale
feestdag in
Hongarije.
(Vantonzen correspondent)
BOEDAPEST. 16 Juni.
SEDERT enkele dagen hangen overal in
de Hongaarsche hoofdstad gedrukte
proclamaties, waarop in de Hon
gaarsche taal natuurlijk te lezen
staat, dat de burgemeester, de heer Szendy.
alle bewoners van de stad verzoekt op Za
terdag den 18en Juni de vlag uit te steken,
daar de rijksbestuurder van het land, admi
raal Nikolaus Horthy von Nagybanya. op
dien dag zeventig jaar wordt. Deze dag zal
in het geheele land als een nationale feest
dag gevierd worden. Sedert achttien jaren
reeds is Horthy het Hongaarsche staats
hoofd. Hij regeert eigenlijk voor den koning,
die er niet is en heelemaal niet bestaat, want
Hongarije is weliswaar in naam een konink
rijk. maar men heeft nog niemand aangewe
zen. die zich koning mag noemen en die de
kroon van Stefan den Heilige, welk kostbare
kleinood in een gepantserd vertrek in den
Hofburg, het koninklijke paleis, bewaard
wordt, op het hoofd mag zetten.
Nikolaus Horthy stamt uit een oude Pro-
testantsche familie, die reeds sedert het jaar
1635 van adel is. Horthy's vader, Stefan Hor
thy, was lid van het Hongaarsche magnaten-
huis. Op den 18en Juni 1868 werd Horthy te
Kenderes in het comitaat Szolnok geboren,
Toen hij veertien jaren telde, in 1882 dus,
deed hij als adelborst zijn intrede in de ma
rineschool te Fiume aan de Adriatische Zee.
Vier jaar later reeds verliet hij dit instituut
om als piepjong luitenantje dienst te gaan
doen op een oorlogsfregat. In 1900 werd hij
luitenant op een linieschip. Hij onderscheid
de zich al heel gauw door zijn bijzondere be
kwaamheden en hij maakte vlug promotie.
Tijdens de eerste groote Balkan-onlusten in
1908 en in 1909 was hij al bevelhebber van
het groote slagschip Taurus, dat langen tijd
voor de haven van Constantinopel lag. Later
werd hij vleugeladjudant van den ouden kei
zer Frans Jozef en kreeg hij een hooge be
trekking op de marine-afdeeling van het Oos-
tenrijk-Hongaarsche ministerie van oorlog
te Weenen.
Tijdens den balkanoorlog van 1912 en 1913
was hii commandant van den kruiser Boeda
pest. In den wereldoorlog was hij eerst de be
velhebber van het slagschip Habsburg en la
ter van de Novara. Op den 23en Maart 1915.
in den nacht, welke op de oorlogsver-klaring
aigemeen nog vrij laag te zijn. Te laag mis
schien. Vooral is dat van belang nu, al is de
onafhankelijkheid nog niet geheel bereikt, de
Philippino's zich toch al geheel zelfstandig
moeten regeeren. Er is een President van het
Gemeenebest, er is een volksvertegenwoordi
ging en er zijn vrijwel uitsluitend Philippijn-
sche ambtenaren.
Men moet nu bewijzen deze locale autono
mie te kunnen waardeeren. Velen twijfelen.
Vooral onder de Amerikanen, die het land
goed kennen, zijn er velen die beweren, dat
het een geweldige mislukking zal worden.
Met het weergeven van de bovenstaande
meeningen moeten we hier volstaan, de tijd
was te kort om tot het vormen van een eigen
oordeel te komen.
J. FABIUS
Het vliegveld bij Bergen.
Aanbesteding op 24 Juni.
De Eerstaanwezend-Ingenieur der Genie
te Haarlem zal op Vrijdag 1 Juli 1938 te
11 uur in de voormalige Infanterïe-kazerne
aan den Koudenhorn aldaar, in het openbaar
aanbesteden: Bestek no. 249. Het inrichten
van een militair luchtvaartterrein bij Ber
gen (N.H.). (Raming f 799.000,
STRAATPREDIKING.
Naar wij vernemen zal er Dinsdagavond op
het Leidscheplein een straatprediking gehou
den worden door de Gereformeerde Evangeli
satie. Een zangkoor verleent medewerking.
Inderdaadbrandstoffen van
HOENDERDOS zijn geconser
veerde zonnewarmte, waar U
's winters van kunt profiteeren.
En als U ze NU bestelt, profiteert
U óók van de goedkoope voor j aars-
prijzen.
TELEFOON 11979
(Adv. Ingez. Med.)
van Italië volgde, trok hij er met een kleine
flottielje op uit om de Italiaansche kust te
bombardeeren. Hij speelde een groote rol bij
de verovering van Lovcen, ook heeft hij Porto
Cosini en San Giovani di Hedua gebombar
deerd. Zijn roemruchtste daad ter zeé was de
zeeslag van Otranto op den 14en Maart 1917.
Hij had slechts drie schepen bij zich, de No
vara, de Saida en de Helgoland en daarmede
doorbrak hij niet alleen een sterk cordon van
vijandelijke oorlogsschepen, maar wist hij
ook vijf groote slagschepen, twee torpedoboo-
ten, twee-en-twintig patrouillebooten en drie
vx-achtschepen in den grond te boren. Hij
werd zelf in dit gevecht gewond, maar bleef
op de commandobrug staan totdat hij zijn
drie schepen veilig en wel buitan het bereik
van het vuur van den vijand gebracht had.
Toen hij genezen was. werd hij tot com
mandant van de Prinz Eugen benoemd en
verkreeg hij de allerhoogste militaire onder
scheiding van het Oosten rij k-Hongaai-sche
rijk. de Maria Theresia-orde.
In 1918 wei-d hij admiraal en opperbevel
hebber van de Oostenrijk-Hongaarsche vloot.
Als zoodanig moest hij op den 31 en October
1918 op bevel van keizer Karl, die kort daar
op van den troon gejaagd zou worden, alle
schepen van de marinevloot aan de Serviërs
overgeven.
Toen bloedige onrusten het Hongaarsche
land teisterden, trok Horthy zich op het land
goed te Kenderes. dat hij van zijn voor
ouders geërfd had. terug. Doch al spoedig
stond hij in het middelpunt van de anti-re-
volutionnaire beweging.
De opmarsch van 1919
TP IJDENS het schrikbewind van Bela Kun
ging hij in Juli 1919 naar Szegedin. dat
door Fransche troepen bezet was. Hier ver
zamelden zich aanhangers om hem heen. Na
den val van Bela Kun werd Horthy minister
van oorlog en zette hij terstond een prachtig
kader in elkaar om daarmede Hongarije van
de bolspewiki te bevrijden. Aan het hoofd van
een leger trok hij naar de streken, die ten
westen van den Donau liggen, welke sterk
door de revolutie en door de bezetting van
de Roemeensche troepen te lijden hadden
gehad, om hier weer de rust en de orde te
herstellen. Eerst sloeg hij zijn hoofdkwartier
te Siöfok aan het Platten-meer op en op den
Rijksbestuurder Nikolaus Horthy.
Stads-Bibliotkeek en Leeszaal.
Nieuwe aanwinsten.
De Stads Bibliotheek en Leeszaal (Prinsen
hof) kreeg de volgende aanwinsten:
Wijsbegeerte: zede- en zielkunde.
Bergson. Het lachen: studie over de be-
teekenis van het komische.
Rombouts. De anderen en gij; moderne
psychologie en menschenkennïs.
Rümke. Levenstijdperken van den man.
Weg, De. naar fortuin.
Exacte wetenschappen.
Crowther. An outline of the universe, 2 din.
Haslett. Probleem der wetenschap.
Sullivan. Limitations of science.
Landbouw.
Toepassing, De. van electriciteit in het tuin
bouwbedrijf.
Springer. Oude Nederlandsche tuinen.
Geschiedenis.
Abraham Kuyper; 18371937.
Berkelbach van der Sprenkel. Regesten en
oorkonden betr. de bisschoppen van Utrecht
uit de jaren 1301—1340.
Bontemantel. Notulen gehouden ter verga
dering der Staten van Holland in 1670; uitg.
door Smit.
Moerman en Klynhout-Moerman. De prin
sen uit ons Vorstenhuis.
Wessem, Van. Een prince van Orangiën.
Ncdcrl. en in het Nederl. vert. romans.
Gontjarow. Oblomov.
Goudsmit. Ter bruiloft.
Kuypervan Oordt. Jonker Costyn.
Laxness. Salka Valka.
Viksten. De witte oneindigheid.
Zeggelen, Van. Oude glorie.
Algemeene vergadering, „Kerk en
Vrede".
„Mislukte oogst vermindert het oorlogs
gevaar".
Vrijdag werd te Apeldoorn de veertiende
algemeene vergadering van ..Kerk en Vrede"
onder leiding van dr. K. v. d. Voet op de ge
bruikelijke wijze geopend
De voorzitter besprak den internationalen
toestand, die een beeld van ontwrichting te
zien geeft. De eenige lichtzijde is. dat een
mislukte oogst het oorlogsgevaar vermindert
in Europa. De werkloosheid voert de menschen
tot wanhoop en maakt hen rijp voor het oor-
logsavontuur.
De jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester werden goedgekeurd.
Tot leden van het hoofdbestuur werden met
algemeene stemmen gekozen ds. L. H. Ruiten
berg en ds. S. Coolsma (periodiek aftredend)
en ds. M. Hinloopen.
Aangenomen werd een voorstel van het
hoofdbestuur om afdeelingen, die niet aan
haar omslag kunnen voldoen, tegemoet te
komen.
Het voorstel Amsterdam, tot wijziging van
het boekjaar wordt in overweging genomen.
Het voorstel Assen, dat propaganda van de
vredesidee onder de padvinders bepleitte, werd
door Assen teruggenomen.
Het voorstel Assen, dat van het H B. een
standpunt inzake de pacifistische volkshand-
having vraagt, werd aangenomen.
Het voorstel den Haag. betreffende een uit
gebreide propaganda met kfleine pakkende
pamfletten werd aangenomen
Het voorstel Nijmegen betreffende samen
werking met alle landelijke vredesorganisaties
werd verworpen.
Het beleid van het hoofdbestuur werd goed
gekeurd. De voorzitter deelde mede, dat de
studiecommissie voor pacifistische volkshand-
having met haar rapport was klaar gekomen.
Het H. B. meende, dat dit probleem nog te
zeer in statu nascendi verkeert om dit voorloo-
pige rapport reeds nu te publiceeren.
Het beleid van de redactie werd na enkele
opmerkingen eveneens goedgekeurd.
16en November trok hij Boedapest binnen,
waar hij met gejubel ontvangen werd.
Toen de nationale vergadering ln
Februari 1920 geconstitueerd was en
voor de eerste maal bijeenkwam,
werd de grondwet van het voormalige
Hongaarsche koninkrijk in eere her
steld. maar men besloot de konings
kwestie voorloopig nog maar te laten
rusten. Met 131 van de 141 stemmen
werd Horthy tot rijksbestuurder ge
kozen.
Hoewel Horthy een aanhanger van het
monarchistische principe is. heeft hij tot
twee malen toe pogingen van den gevluch-
ten Habsburgschen heerscher Karl om weer
in het bezit van den Hongaarschen troon te
komen, moeten verijdelen. Bij Karl's eerste
poging in April 1921 weigerde hij den Habs-
burger hem de macht over te geven en slaag
de hij er in Karl te overreden het land weer
te verlaten. Toen Karl echter In October van
hetzelfde jaar wederom in Hongarije ver
scheen en hij met troepen naar Boedapest
oprukte, zond Horthy hem zijn eigen troepen
tegemoet, teneinde hem tot den aftocht te
dwingen.
Op politiek gebied is Horthy nooit bijzon
der op den voorgrond getreden, zooals ook
een staatshoofd in zijn positie betaamt. Men
bewondert algemeen zijn tact. Horthy resi
deert met zijn echtgenoote in het voorma
lige koninklijke paleis, een prachtig gebouw,
dat zich boven op een berg. vlak aan den
Donau, in de eene van de twee zustersteden
Boeda en Pest, in Boeda vertoeft. Maar hij
bewoont er niet dc appartementen ln den
zoogenaamden Habsburger-vleugel, waarin
vroeger de Habsburgers zelf gehuisd hebben,
doch de vertrekken, die steeds ter beschik
king van de hooge gasten der heerschers
stonden. Bij officieele recepties in het paleis
ontvangt hij zijn gasten tezamen met zijn
echtgenoote in het midden van de zaal. In
tegenstelling met den ouden keizer Frans
Jozef, die nooit op een van zijn eigen groote
feesten verscheen zonder dat alle"gasten al
bij elkaar waren.
Frans Jozef ontving bezoekers op een
audiëntie alleen maar staande, hij gaf hen
nooit een hand en bood hen nooit een stoel
aan. Van Horthy krijgt een ieder een hand
druk en een ieder verzoekt hij te gaan zitten.
Hoewel Horthy Protestant is neemt- hij
toch bij bijzondere nationale gebeurtenissen
en op nationale feestdagen aan R.-K. proces
sies deel, waarbij de verdroogde hand van
den in 1038. dus precies negenhonderd jaar
geleden overleden koning Stefan den Hei
lige in een reliquieschrijn wordt meegedra
gen. Dit is dus alweer een bewijs van Hor
thy's tact en zijn verdraagzaamheid.
Bii officieele plechtigheden draagt Horthv
altijd een eenvoudig uitziend admiraalsuni-
form hoewel hij zich even goed in een prach
tig met bont bezet en met veel tressen en
gouden kettingen en knoopen versierd mag-
natencostuum zou kunnen vertoonen.
W. M. BEKAAR.
ELEGANT MANTELPAK.
Voor dit aardige manteltje heeft men noo-
dig twee meter stof van 120 c.M. breedte,
voor het rokje evenens twee nieter.
Het patroon is vervaardigd op maat 40,
door het al of niet aanknippen van naden
kan men het patroon passend maken voor
het eigen figuur.
Prijs van het patroon 26 ets. Het is van
Maandag af gedurende een week verkrijgbaar
bij de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat
93 en Soendaplein 37.
Alleen tot en met 30 Juni.
V.A. f 1-00 p. week
Modem costuum n. m.
samen
Gabardine of tweedjas n. m.
Vraagt eens vrijblijvend coupeursbezoek met
stalen, u belt 17273 of brieven aan
Telefoon
17273
Schagchclstraat 19 c
De Kleeding Verkoop Centrale
naast Slagcr's Vcrfh.
(Adv. ingez. Med.)
OPMERKINGEN VAN LEZERS.
DE DOORGEDRAAIDE GROENTEN.
De heer B. Hagebout, Radboutstraat 8.
schrijft ons:
Het is mij bekend, dat er op de groenten-
veilingen alhier steeds groote hoeveelheden
versche groenten worden doorgedraaid d.w.z.
dat ze onverkoopbaar zijn.
Dikwijls zie ik arme menschen, op de
groentenmarkt die probeeren een maal van
deze doorgedraaide groenten voor hun vrouw
en kinderen machtig te worden. Maar de
marktmeester verbiedt den menschen aan
deze groenten te komen.
Wagens vol van deze edele volksvoeding
gaat dan in de richting Zomervaart en Oude-
weg en daar wordt deze versche groenten
vernietigd of als varkensvoer gebruikt.
Zou hierin geen verandering kunnen ko
men?
Wij hebben deze klacht overgebracht aan
den heer A. van Driel, den directeur van het
Marktwezen die ons mededeelde dat het hier
in hoofdzaak spinazie en sla betreft. Als de
aanvoer van deze groenten zeer groot is dan
koopt de Ned. Groente en Fruitcentrale voor
raden op om de prijzen op peil te houden. Dit
gebeurt in het veilinggebouw. De beambten
van het veilinggebouw houden op deze groen
ten toezicht en moeten er voor zorgen dat
niemand iets wegneemt. Dit is dus niet den
taak van den marktmeester. Nu kan het wel
eens voorgekomen zijn dat de marktmeester
de menschen waarschuwt om niet aan de
groente te komen daar dit diefstal is. Het
marktwezen heeft met deze kwestie echter
verder niets te maken de groenten zijn eigen
dom van de Groenten en Fruitcentrale. Zou
den deze groenten echter gratis worden ver
strekt, dan zouden de groentenhandelaren
hiervan nadeel ondervinden. Het is niet juist
dat alle voorraden vernietigd worden; er
gaan hoeveelheden naar andere steden om
daar verkocht te worden.
FUSIE BRIDGECLUBS.
In Café-Rest. „Lido" werd door dc Bridge
club „Haarlem 1932" en door den Neder!.
Bridgebond, afd. Haarlem, een buitengewone
algemeene ledenvergadering gehouden. Het
resultaat dezer bijeenkomsten was. dat tot
fusie der beide vereenigingen werd besloten.
De naam der nieuwe combinatie, welke offi
cieel op 1 October 1938 in werking treedt, zal
zijn: Bridgeclub „HaarlemN. B. B
Het bestuur werd als volgt samengesteld:
F. S. Noordhoff, voorzitter; W. S. Noordhoff.
secretaris. Madelievenlaan 4. Aerdenhout;
mevr. M. L. de GrootKemming, W. J. P.
Schalken, W. N. J. Bakker, J. Burger en A.
W. V. Hoepennans.
Ongetwijfeld zal de nieuwe vereeniging er
met alle kracht naar streven den goeden
naam. dien beide clubs op bridge-gebied
reeds bezitten, ook voor de toekomst onver
zwakt te handhaven.