a f59. Een bezoek aan de Philippijnen. Nikolaus Horthy 70 jaar èauuewamte ftet zak HOENDERDOS ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. ZATERDAG 18 J U NI 1938 HAARLE M'S DAGBLAD S Een vruchtbaar land, maar..... dun bevolkt Bevolkingsproblemen en de toekomst (Van een correspondent in het Verre Oosten). HONGKONG, 29 Mei 1938. DUIZENDEN kleine en groote Philippijn- sche eilanden zijn er, doch maar zeven van werkelijk grooten omvang. Daar wonen veertien millioen Philippino's. Geen dicht bevolkt gebied dus, in vergelijking met Java zelfs uiterst dun bevolkt. Eerste pro bleem: hoe komt een rijk en vruchtbaar ge bied zoo weinig bevolkt? Tweede probleem: zal dit op den duur geen aantrekkingskracht uit oefenen op naburige landen, waar de druk van een steeds toenemende bevolking steeds grooter wordt? We zullen niet trachten in het bestek van dit artikel deze beide vraagstukken te behan delen. Het eerste vordert een diepe studie, het tweede leidt tot politieke speculaties, altijd een gevaarlijk werk. We waren slechts een paar dagen in Ma nilla, wallen dus volstrekt niet den indruk geven, dat we een diepe studie van het vraag stuk, dat Philippijnen heet, gemaakt hebben. Wel spreken we met heel veel lieden, op de boot er heen gaande en in Manilla zelf. Waren hun meeningen zeer verschillend en elkaar tegensprekend geweest, het zou ons moeilijk gevallen zijn er een resumé van te geven. Nu is het vrij eenvoudig, dank zij de eenstemmigheid van de meest uiteenloopende kenners van het land. Er was dan niemand die geloofde, dat de onafhankelijkheid, het geschenk van de Ver- eenigde Staten, het land tot een zegen zou worden. Een onrustige toekomst. ER is een bedenkelijke trek naar de groote steden. Ze vliegen op het licht van Manilla aan als een mug naar de kaars. Er is natuurlijk een traditie, maar dat is een koloniaal Spaansche, die geen waarborg geeft, dat men in staat zal zijn een ambte narencorps te vormen, dat zonder corruptie in staat zal zijn ieder het zijne te geven. Reeds thans hoort men van alle kanten be denkelijke staaltjes van omkooperij. De goe den natuurlijk niet te na gesproken, maar de verleiding moet wel heel sterk zijn en niemand gelooft, dat de huidige bevolking zeer karak tervast is. Per slot van rekening wil ook een onafhankelijkheid na langen strijd veroverd zijn, een strijd die stalen moet en het karakter van een volk smeden. Een onafhankelijkheid, die men geschonken krijgt, is te gemakkelijk verkregen. Maar wil men die zoo lang begeerde vrijheid eigenlijk wel? Zeker men is er trotseh op thans een ge- meenebest te zijn. Met Spaanschen zwier voelt men zich onafhankelijk; maar zij, die nadenken, en dat zijn er velen, vragen zich toch af of op den duur de nadeelen niet groo ter zullen blijken dan de voordeelen. Thans is men burger, zij het ook in zeker op zicht een tweede klas burger van de groote Republiek over 't water. Daardoor geniet men groote economische voordeelen, want nu kun nen de producten van het land: suiker, plan- tenolie en hennep, gemakkelijk op de binnen- landsche Amerikaansche markt vei'kocht worden tegen hooge prijzen, dank zij den be- schuttenden tariefmuur van de U.S.A. Met de onafhankelijkheid houdt dat op. Economische moeilijkheden. •- Tydings-Mc Duffie-wet op instigatie van de Cuba-suikerproducenten tot stand kwam. Zij moeten er millioenen dollars voor over hebben gehad om de betrokken instanties voor hun plannen te winnen. Men wilde den Phi lippino's geen pleizier doen, maar hun pro ducten moesten van de Amerikaansche markt vei*dwijnen. Een volkomen los worden van Amerika beteekent dan ook, dat de Philippij nen voor hun producten andere markten zul len moeten zoeken en niet meer die hooge prijzen van thans zullen kunnen maken. Een gedeelte van de Amerikaansche bevol king, zelf nog levend in een soort koloniaal stadium, voelt niets voor de Philippijnen, zij steunde gedeeltelijk ook uit ethische motieven een voorstel dat volstrekt niet ethisch bedoeld was en dat werd aangenomen dank zij zeer bedenkelijke politieke methoden. Toch zoude er niets meer aan te doen ge weest zijn, ware het niet, dat met het Ja- pansch-Ohineesch incident de angst voor Nippon velen de oogen geopend heeft. De noor delijke buren zijn niet populair in de Philip pijnen. Eenige duizenden Japanners vestigden zich in Davao en plantten er hennep. Ze brachten uit hun vaderland hun noeste vlijt mede en cultiveerden het land. Nu zegt echter de wet, dat geen buitenlander land in de Philippij nen mag bezitten. De occupatie door de Ja panners zou derhalve onwettig zijn. De Ja panners komen echter met papieren voor den dag. Blijkbaar hebben locale gezaghebbers hun bevoegdheden overschreden of ze zijn vatbaar geweest voor klinkende Japansche argumenten, dan wel werkten zij met stroo- mannen. Heel hoog schat niemand de inte griteit van de plaatselijke ambtenaren. Hoe het ook zij, de Japanners zijn er en staan op hun recht. Op het oogenblik is hun positie niet benijdenswaardig, want daar de Regee ring hun rechten niet erkent, moeten ze alles trachten te bereiken door het gebruiken van middelmannen, die zich daarvoor zwaar laten betalen. Ik heb me laten vertellen, dat een Japanner zelfs geen postzegels kan koopen, want voor den ambtenaar van het postkantoor bestaat hij immers niet, en dus koopt een Philippino de zegels, om die met winst aan den Japanner te verkoopen. Zoo gaat het met alles. Daarbij gaan de zaken slecht, dank zij de beperkende financieele en economische maat regelen in Japan. Japan dreigt. "JUIST op den dag. dat ik in Manilla aan- kwam stond er in de bladen, dat de Japan ners op hun scholen in Davao zouden leeren, dat dit gebied een deel van het Keizerrijk is. Dat is natuurlijk olie op het vuur. Men voelt zich niet meer zeker, politiek niet en nog minder economisch. Voorloopig gaat alles nog goed. Op sommige producten wordt in Amerika tol geheven, die door het Amerikaansche gou vernement terug betaald wordt. Niet echter aan de producenten of verkoopers van de goe deren doch aan de rggeering in Manilla. Daar door heeft deze voorloopig althans een groot Inkomen. Men zwemt om zoo te zeggen in het geld. Een Amerikaansch generaal met den titel van veldmaarschalk, zal thans een leger moe ten organiseeren. Wat hij daarover aan de pers verteld heeft, klinkt wel eenigszins fantastisch. Een leger van driehonderdduizend man zal de onafhan kelijkheid moeten verdedigen. Hoe dat betaald zal moeten worden, werd er echter niet bij gezegd. Men wil echter ook algemeenen dienst plicht als school voor de bevolking,'de eenheid van de natie over zooveel eilanden verdeeld zal er door bevorderd moeten worden. Voorloopig is men het echter nog niet eens over de taal. De oudere generatie spreekt Spaansch, de jongere kent algemeen Engelsch maar nu willen sommigen de oude taal van het eiland Luzon tot nationale taal verheffen. Een taal echter, die bijzonder arm is en nog maar door weinigen behoorlijk gekend. Hoofdzaak is echter de economische relatie met de Vereenigde Staten. Er is nu een com missie geweest, die aan het Amerikaansche congres een voorstel zal hebben in te dienen om deze kwestie afdoende te regelen. Het rapport is bereids gereed, maar de inhoud Is nog niet algemeen bekend. Het schijnt echter vrijwel zeker, dat men een overgangs toestand beoogt, die tot 1960 zal duren en waarbij voor suiker bijv. het tarief langzamer hand verhoogd zal worden, terwijl voor an dere producten, bijv. tabak, de quota's lang zamerhand gewijzigd zullen worden. Nu zeggen sommigen: 1960 is nog zoo ver af, daarover behoeven we ons nu niet druk te maken. Gezien echter de economische moeilijkhe den en de angst voor Japan schijnen er velen te zijn en men zegt zelfs, dat President Que zon er toe behoort, die willen trachten de positie van de Philippijnen radicaal te wijzi gen, waarbij men dan de onafhankelijkheid zou opgeven voor een soort dominion-status. President Quezon zal dan zijn landgenooten duidelijk moeten maken, waarom hij ineens de voor enkele jaren zoo heet begeerde vrij heid wil laten varen. Dat zal hem gezien zijn onloochenbare populariteit, misschien niet zoo heel veel moeite kosten. Iets anders is het er ook de Amerikanen van te overtuigen. Daarom schreven we in ons vorig artikel de kwestie van de onafhankelijkheid van de Philippijnen is in hoofdzaak een vraagstuk van binnenlandsche Amerikaansche politiek. Algemeen wordt in Amerikaansche kringen echter aangenomen, dat er wel een oplossing gevonden zal worden, waarbij een zekere band tusschen Philippijnen en Amerika zal blijven. Ontwikkeling is voor Nederland van belang. U OOR Nederland is de ontwikkeling der dingen hier natuurlijk van zeer veel be lang. Men denke maar eens wat het zou be- teekenen, wanneer de Philippijnen hier nog weer eens met hun suikerproductie op ae markt zouden komen. Hoewel de producenten het riet moeten koopen van rietplantages schijnt de kostprijs toch niet hoog te liggen. Kenners van het land beweren, dat het nog groote mogelijkheden heeft. Mogelijkheden, waarvoor tot nu toe de Britten de meeste be langstelling hadden. Sinds een jaar heeft nu ook de Ned. Indi sche Handelsbank, blijkbaar niet zonder suc ces, een Agentschap in Manilla geopend. De Javalijn heeft er een kantoor. Er komt dus ook van onzen kant meer belangstelling Voorloopig liggen de eilanden nog binnen het Amerikaansche tolgebied, waardoor het leven er vrij duur is, al heeft de Pesos maai de waarde van een halven Amerikaanschen dollar. Salarissen en loonen schijnen in het Een nationale feestdag in Hongarije. (Vantonzen correspondent) BOEDAPEST. 16 Juni. SEDERT enkele dagen hangen overal in de Hongaarsche hoofdstad gedrukte proclamaties, waarop in de Hon gaarsche taal natuurlijk te lezen staat, dat de burgemeester, de heer Szendy. alle bewoners van de stad verzoekt op Za terdag den 18en Juni de vlag uit te steken, daar de rijksbestuurder van het land, admi raal Nikolaus Horthy von Nagybanya. op dien dag zeventig jaar wordt. Deze dag zal in het geheele land als een nationale feest dag gevierd worden. Sedert achttien jaren reeds is Horthy het Hongaarsche staats hoofd. Hij regeert eigenlijk voor den koning, die er niet is en heelemaal niet bestaat, want Hongarije is weliswaar in naam een konink rijk. maar men heeft nog niemand aangewe zen. die zich koning mag noemen en die de kroon van Stefan den Heilige, welk kostbare kleinood in een gepantserd vertrek in den Hofburg, het koninklijke paleis, bewaard wordt, op het hoofd mag zetten. Nikolaus Horthy stamt uit een oude Pro- testantsche familie, die reeds sedert het jaar 1635 van adel is. Horthy's vader, Stefan Hor thy, was lid van het Hongaarsche magnaten- huis. Op den 18en Juni 1868 werd Horthy te Kenderes in het comitaat Szolnok geboren, Toen hij veertien jaren telde, in 1882 dus, deed hij als adelborst zijn intrede in de ma rineschool te Fiume aan de Adriatische Zee. Vier jaar later reeds verliet hij dit instituut om als piepjong luitenantje dienst te gaan doen op een oorlogsfregat. In 1900 werd hij luitenant op een linieschip. Hij onderscheid de zich al heel gauw door zijn bijzondere be kwaamheden en hij maakte vlug promotie. Tijdens de eerste groote Balkan-onlusten in 1908 en in 1909 was hij al bevelhebber van het groote slagschip Taurus, dat langen tijd voor de haven van Constantinopel lag. Later werd hij vleugeladjudant van den ouden kei zer Frans Jozef en kreeg hij een hooge be trekking op de marine-afdeeling van het Oos- tenrijk-Hongaarsche ministerie van oorlog te Weenen. Tijdens den balkanoorlog van 1912 en 1913 was hii commandant van den kruiser Boeda pest. In den wereldoorlog was hij eerst de be velhebber van het slagschip Habsburg en la ter van de Novara. Op den 23en Maart 1915. in den nacht, welke op de oorlogsver-klaring aigemeen nog vrij laag te zijn. Te laag mis schien. Vooral is dat van belang nu, al is de onafhankelijkheid nog niet geheel bereikt, de Philippino's zich toch al geheel zelfstandig moeten regeeren. Er is een President van het Gemeenebest, er is een volksvertegenwoordi ging en er zijn vrijwel uitsluitend Philippijn- sche ambtenaren. Men moet nu bewijzen deze locale autono mie te kunnen waardeeren. Velen twijfelen. Vooral onder de Amerikanen, die het land goed kennen, zijn er velen die beweren, dat het een geweldige mislukking zal worden. Met het weergeven van de bovenstaande meeningen moeten we hier volstaan, de tijd was te kort om tot het vormen van een eigen oordeel te komen. J. FABIUS Het vliegveld bij Bergen. Aanbesteding op 24 Juni. De Eerstaanwezend-Ingenieur der Genie te Haarlem zal op Vrijdag 1 Juli 1938 te 11 uur in de voormalige Infanterïe-kazerne aan den Koudenhorn aldaar, in het openbaar aanbesteden: Bestek no. 249. Het inrichten van een militair luchtvaartterrein bij Ber gen (N.H.). (Raming f 799.000, STRAATPREDIKING. Naar wij vernemen zal er Dinsdagavond op het Leidscheplein een straatprediking gehou den worden door de Gereformeerde Evangeli satie. Een zangkoor verleent medewerking. Inderdaadbrandstoffen van HOENDERDOS zijn geconser veerde zonnewarmte, waar U 's winters van kunt profiteeren. En als U ze NU bestelt, profiteert U óók van de goedkoope voor j aars- prijzen. TELEFOON 11979 (Adv. Ingez. Med.) van Italië volgde, trok hij er met een kleine flottielje op uit om de Italiaansche kust te bombardeeren. Hij speelde een groote rol bij de verovering van Lovcen, ook heeft hij Porto Cosini en San Giovani di Hedua gebombar deerd. Zijn roemruchtste daad ter zeé was de zeeslag van Otranto op den 14en Maart 1917. Hij had slechts drie schepen bij zich, de No vara, de Saida en de Helgoland en daarmede doorbrak hij niet alleen een sterk cordon van vijandelijke oorlogsschepen, maar wist hij ook vijf groote slagschepen, twee torpedoboo- ten, twee-en-twintig patrouillebooten en drie vx-achtschepen in den grond te boren. Hij werd zelf in dit gevecht gewond, maar bleef op de commandobrug staan totdat hij zijn drie schepen veilig en wel buitan het bereik van het vuur van den vijand gebracht had. Toen hij genezen was. werd hij tot com mandant van de Prinz Eugen benoemd en verkreeg hij de allerhoogste militaire onder scheiding van het Oosten rij k-Hongaai-sche rijk. de Maria Theresia-orde. In 1918 wei-d hij admiraal en opperbevel hebber van de Oostenrijk-Hongaarsche vloot. Als zoodanig moest hij op den 31 en October 1918 op bevel van keizer Karl, die kort daar op van den troon gejaagd zou worden, alle schepen van de marinevloot aan de Serviërs overgeven. Toen bloedige onrusten het Hongaarsche land teisterden, trok Horthy zich op het land goed te Kenderes. dat hij van zijn voor ouders geërfd had. terug. Doch al spoedig stond hij in het middelpunt van de anti-re- volutionnaire beweging. De opmarsch van 1919 TP IJDENS het schrikbewind van Bela Kun ging hij in Juli 1919 naar Szegedin. dat door Fransche troepen bezet was. Hier ver zamelden zich aanhangers om hem heen. Na den val van Bela Kun werd Horthy minister van oorlog en zette hij terstond een prachtig kader in elkaar om daarmede Hongarije van de bolspewiki te bevrijden. Aan het hoofd van een leger trok hij naar de streken, die ten westen van den Donau liggen, welke sterk door de revolutie en door de bezetting van de Roemeensche troepen te lijden hadden gehad, om hier weer de rust en de orde te herstellen. Eerst sloeg hij zijn hoofdkwartier te Siöfok aan het Platten-meer op en op den Rijksbestuurder Nikolaus Horthy. Stads-Bibliotkeek en Leeszaal. Nieuwe aanwinsten. De Stads Bibliotheek en Leeszaal (Prinsen hof) kreeg de volgende aanwinsten: Wijsbegeerte: zede- en zielkunde. Bergson. Het lachen: studie over de be- teekenis van het komische. Rombouts. De anderen en gij; moderne psychologie en menschenkennïs. Rümke. Levenstijdperken van den man. Weg, De. naar fortuin. Exacte wetenschappen. Crowther. An outline of the universe, 2 din. Haslett. Probleem der wetenschap. Sullivan. Limitations of science. Landbouw. Toepassing, De. van electriciteit in het tuin bouwbedrijf. Springer. Oude Nederlandsche tuinen. Geschiedenis. Abraham Kuyper; 18371937. Berkelbach van der Sprenkel. Regesten en oorkonden betr. de bisschoppen van Utrecht uit de jaren 1301—1340. Bontemantel. Notulen gehouden ter verga dering der Staten van Holland in 1670; uitg. door Smit. Moerman en Klynhout-Moerman. De prin sen uit ons Vorstenhuis. Wessem, Van. Een prince van Orangiën. Ncdcrl. en in het Nederl. vert. romans. Gontjarow. Oblomov. Goudsmit. Ter bruiloft. Kuypervan Oordt. Jonker Costyn. Laxness. Salka Valka. Viksten. De witte oneindigheid. Zeggelen, Van. Oude glorie. Algemeene vergadering, „Kerk en Vrede". „Mislukte oogst vermindert het oorlogs gevaar". Vrijdag werd te Apeldoorn de veertiende algemeene vergadering van ..Kerk en Vrede" onder leiding van dr. K. v. d. Voet op de ge bruikelijke wijze geopend De voorzitter besprak den internationalen toestand, die een beeld van ontwrichting te zien geeft. De eenige lichtzijde is. dat een mislukte oogst het oorlogsgevaar vermindert in Europa. De werkloosheid voert de menschen tot wanhoop en maakt hen rijp voor het oor- logsavontuur. De jaarverslagen van secretaris en pen ningmeester werden goedgekeurd. Tot leden van het hoofdbestuur werden met algemeene stemmen gekozen ds. L. H. Ruiten berg en ds. S. Coolsma (periodiek aftredend) en ds. M. Hinloopen. Aangenomen werd een voorstel van het hoofdbestuur om afdeelingen, die niet aan haar omslag kunnen voldoen, tegemoet te komen. Het voorstel Amsterdam, tot wijziging van het boekjaar wordt in overweging genomen. Het voorstel Assen, dat propaganda van de vredesidee onder de padvinders bepleitte, werd door Assen teruggenomen. Het voorstel Assen, dat van het H B. een standpunt inzake de pacifistische volkshand- having vraagt, werd aangenomen. Het voorstel den Haag. betreffende een uit gebreide propaganda met kfleine pakkende pamfletten werd aangenomen Het voorstel Nijmegen betreffende samen werking met alle landelijke vredesorganisaties werd verworpen. Het beleid van het hoofdbestuur werd goed gekeurd. De voorzitter deelde mede, dat de studiecommissie voor pacifistische volkshand- having met haar rapport was klaar gekomen. Het H. B. meende, dat dit probleem nog te zeer in statu nascendi verkeert om dit voorloo- pige rapport reeds nu te publiceeren. Het beleid van de redactie werd na enkele opmerkingen eveneens goedgekeurd. 16en November trok hij Boedapest binnen, waar hij met gejubel ontvangen werd. Toen de nationale vergadering ln Februari 1920 geconstitueerd was en voor de eerste maal bijeenkwam, werd de grondwet van het voormalige Hongaarsche koninkrijk in eere her steld. maar men besloot de konings kwestie voorloopig nog maar te laten rusten. Met 131 van de 141 stemmen werd Horthy tot rijksbestuurder ge kozen. Hoewel Horthy een aanhanger van het monarchistische principe is. heeft hij tot twee malen toe pogingen van den gevluch- ten Habsburgschen heerscher Karl om weer in het bezit van den Hongaarschen troon te komen, moeten verijdelen. Bij Karl's eerste poging in April 1921 weigerde hij den Habs- burger hem de macht over te geven en slaag de hij er in Karl te overreden het land weer te verlaten. Toen Karl echter In October van hetzelfde jaar wederom in Hongarije ver scheen en hij met troepen naar Boedapest oprukte, zond Horthy hem zijn eigen troepen tegemoet, teneinde hem tot den aftocht te dwingen. Op politiek gebied is Horthy nooit bijzon der op den voorgrond getreden, zooals ook een staatshoofd in zijn positie betaamt. Men bewondert algemeen zijn tact. Horthy resi deert met zijn echtgenoote in het voorma lige koninklijke paleis, een prachtig gebouw, dat zich boven op een berg. vlak aan den Donau, in de eene van de twee zustersteden Boeda en Pest, in Boeda vertoeft. Maar hij bewoont er niet dc appartementen ln den zoogenaamden Habsburger-vleugel, waarin vroeger de Habsburgers zelf gehuisd hebben, doch de vertrekken, die steeds ter beschik king van de hooge gasten der heerschers stonden. Bij officieele recepties in het paleis ontvangt hij zijn gasten tezamen met zijn echtgenoote in het midden van de zaal. In tegenstelling met den ouden keizer Frans Jozef, die nooit op een van zijn eigen groote feesten verscheen zonder dat alle"gasten al bij elkaar waren. Frans Jozef ontving bezoekers op een audiëntie alleen maar staande, hij gaf hen nooit een hand en bood hen nooit een stoel aan. Van Horthy krijgt een ieder een hand druk en een ieder verzoekt hij te gaan zitten. Hoewel Horthy Protestant is neemt- hij toch bij bijzondere nationale gebeurtenissen en op nationale feestdagen aan R.-K. proces sies deel, waarbij de verdroogde hand van den in 1038. dus precies negenhonderd jaar geleden overleden koning Stefan den Hei lige in een reliquieschrijn wordt meegedra gen. Dit is dus alweer een bewijs van Hor thy's tact en zijn verdraagzaamheid. Bii officieele plechtigheden draagt Horthv altijd een eenvoudig uitziend admiraalsuni- form hoewel hij zich even goed in een prach tig met bont bezet en met veel tressen en gouden kettingen en knoopen versierd mag- natencostuum zou kunnen vertoonen. W. M. BEKAAR. ELEGANT MANTELPAK. Voor dit aardige manteltje heeft men noo- dig twee meter stof van 120 c.M. breedte, voor het rokje evenens twee nieter. Het patroon is vervaardigd op maat 40, door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Prijs van het patroon 26 ets. Het is van Maandag af gedurende een week verkrijgbaar bij de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat 93 en Soendaplein 37. Alleen tot en met 30 Juni. V.A. f 1-00 p. week Modem costuum n. m. samen Gabardine of tweedjas n. m. Vraagt eens vrijblijvend coupeursbezoek met stalen, u belt 17273 of brieven aan Telefoon 17273 Schagchclstraat 19 c De Kleeding Verkoop Centrale naast Slagcr's Vcrfh. (Adv. ingez. Med.) OPMERKINGEN VAN LEZERS. DE DOORGEDRAAIDE GROENTEN. De heer B. Hagebout, Radboutstraat 8. schrijft ons: Het is mij bekend, dat er op de groenten- veilingen alhier steeds groote hoeveelheden versche groenten worden doorgedraaid d.w.z. dat ze onverkoopbaar zijn. Dikwijls zie ik arme menschen, op de groentenmarkt die probeeren een maal van deze doorgedraaide groenten voor hun vrouw en kinderen machtig te worden. Maar de marktmeester verbiedt den menschen aan deze groenten te komen. Wagens vol van deze edele volksvoeding gaat dan in de richting Zomervaart en Oude- weg en daar wordt deze versche groenten vernietigd of als varkensvoer gebruikt. Zou hierin geen verandering kunnen ko men? Wij hebben deze klacht overgebracht aan den heer A. van Driel, den directeur van het Marktwezen die ons mededeelde dat het hier in hoofdzaak spinazie en sla betreft. Als de aanvoer van deze groenten zeer groot is dan koopt de Ned. Groente en Fruitcentrale voor raden op om de prijzen op peil te houden. Dit gebeurt in het veilinggebouw. De beambten van het veilinggebouw houden op deze groen ten toezicht en moeten er voor zorgen dat niemand iets wegneemt. Dit is dus niet den taak van den marktmeester. Nu kan het wel eens voorgekomen zijn dat de marktmeester de menschen waarschuwt om niet aan de groente te komen daar dit diefstal is. Het marktwezen heeft met deze kwestie echter verder niets te maken de groenten zijn eigen dom van de Groenten en Fruitcentrale. Zou den deze groenten echter gratis worden ver strekt, dan zouden de groentenhandelaren hiervan nadeel ondervinden. Het is niet juist dat alle voorraden vernietigd worden; er gaan hoeveelheden naar andere steden om daar verkocht te worden. FUSIE BRIDGECLUBS. In Café-Rest. „Lido" werd door dc Bridge club „Haarlem 1932" en door den Neder!. Bridgebond, afd. Haarlem, een buitengewone algemeene ledenvergadering gehouden. Het resultaat dezer bijeenkomsten was. dat tot fusie der beide vereenigingen werd besloten. De naam der nieuwe combinatie, welke offi cieel op 1 October 1938 in werking treedt, zal zijn: Bridgeclub „HaarlemN. B. B Het bestuur werd als volgt samengesteld: F. S. Noordhoff, voorzitter; W. S. Noordhoff. secretaris. Madelievenlaan 4. Aerdenhout; mevr. M. L. de GrootKemming, W. J. P. Schalken, W. N. J. Bakker, J. Burger en A. W. V. Hoepennans. Ongetwijfeld zal de nieuwe vereeniging er met alle kracht naar streven den goeden naam. dien beide clubs op bridge-gebied reeds bezitten, ook voor de toekomst onver zwakt te handhaven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9