SI MARGAGA. In het kanaal Luik Maastricht is ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van .De goede vangst" een internationale vischwedstrijd gehouden Ook de Indische Bergen op Zoomers hebben te Batavia het 650-jarig bestaan van hun geboortestad j®ugd van Bourges verwelkomde op feestelijke wijze gevierd. - Het gezelschap tijdens den feestavond in Hotel Des Indes Seze stad. ^it"we^kom^gin^van een bloemenhulde vergezeld Het einde van een luchtgevecht boven het Spaansche front. Een der neergeschoten nationalistische vliegtuigen stort brandend ter aarde. De piloot weet zich per parachute te redden Z. K. H. Prins Bernhard heeft Maandag in het Kurhaus te Scheveningen de opening van het 8ste Internationale Wegencongres bijgewoond. Ill UG IIOdlG UlliyGTH.y 1 3 'J f kampioenschappen op den weg verreden. Een groep renners bij de beklimming van den Couwberg Aan boord van de Amerikaansche krui sers, die een bezoek aan Havre brengen Ter eere van den 80sten verjaardag van mr. D. Fock, oud-G.G. van Ned. Indië, werd Maandagavond te Scheve ningen een diner gegeven. Naast den jubilaris onderscheidt men minister president dr. H. Colijn FEUILLETON Een avontuurlijk verhaal uit de binnenlanden van Sumatra's Oostkust, door GERT HARTEN AU—T HIE L, 15) Zooals te verwachten was, ontpopte zich daarop Si Timbo als de woordvoerder van de deputatie; de anderen maakten eerbiedig plaats, toen hij hoog opgericht uit hun midden naar voren trad. De waardigste was hij aller minst, er waren oudere en meer markante figuren onder de acht priesters, die daar tegenover ons stonden, maar Si Timbo (Van Trassen zei fluisterend: „Die kerel heeft stellig de brutaalste snuit".) was ongetwij feld de gewiekste van hen. Hij scheen wel diep doordrongen te zijn van de belangrijke taak. die hem was toevertrouwd, want in zijn ge- heele houding lag iets statigs, maar tevens iets gereserveerds, dat ik niet van hem gewend was. Misschien was ook de minder vriendelijke ontvangst van den vorigen dag daarvan de oorzaak. In ieder geval scheen dit hem wat voorzichtiger te hebben gemaakt. „Toean commandant", begon hij plechtig, „de hooge raad der moefti's heeft besloten de oppas voor het opsporen van de heilige cas sette zijn dank te betuigen en Mohammeds zegen over u af te smeeken". „Mohammed moge de oppas beschermen en Allah hen zegenen!" mompelde het koor. Si Timbo knikte en zei zalvend: „Saja! Allah en zijn profeet moge hem beschermen en zegenen! En het teeken van den profeet, de sikkel van de maan, moge uw geluk be lichten op al uwe wegen I" Het koor boog toestemmend het hoofd: „Het teeken moge u belichten! Saja!" Het kostte ons werkelijk eenige moeite bij deze ceremonie, die iets gemaakts had, een glimlach te onderdrukken, maar dit gelukte ons toch vrij spoedig, toen Si Timbo, iets min der plechtig nu, vervolgde: „De toean com mandant kent echter geen wraak. Hij heeft de tempeldieven niet opgehangen en niet dood geschoten. Hij heeft hen zelfs niet eens op gesloten!" „Ooo! Ooo!" klonk het verwijtend uit de monden der overige priesters. „Tida. neen! De hooge heeren zijn door vermoeidheid overvallen; ongestraft zijn de roovers vrij gelaten!" vervolgde Si Timbo. „O! O!" De priesters deden of zij dit voor het eerst hoorden, staarden ons ontsteld aan en schudden bedenkelijk het hoofd. „De dieven van den heiligen tulband en van onze heilige schriften zijn vrij gelaten?" De deputatie begon vervelend te worden en vooral de toon, waarop Si Timbo zijn nood klaagde, was bepaald irriteerend. Woedend sprong ik van mijn stoel op. „Nu is het genoeg! Ik verbied jullie mijn handelingen te becritiseeren!" De zeven moefti's bogen verschrikt het hoofd: alleen Si Timbo liet zich niet zoo spoe dig uit het veld slaan. „Tida! Tida!", zei deze. „Ik heb alleen gezegd, dat een diepe vermoeidheid, de wensch naar slaap den toean commandant aldus liet handelen!" „Nonsens!" schreeuwde ik, me meer en meer opwindend. „M'n nuchtere verstand heeft mij geleid. Ik moest een burgeroorlog vermijden begrijp je dat?" Si Timbo schudde bedachtzaam het hoofd. „Saja, saja! Maar Heftig viel ik hem in de rede: „Geen maren! Je weet evengoed als ik, dat de werkelijke daders niet zijn vrij gelaten, maar hier in ae cel opgesloten zitten. Zij zullen in Batavr bestraft worden". „In Batavia!" krijschte een der priesters „Zij behooren ons toe, den moefti's, wij willen over hen recht spreken en hen bestraffer^" „Ja, aan ons! Ons!" riepen allen door el kaar. „Tempelroovers behooren aan het kerkelijk gerecht!" De zooeven nog deemoedig gebogen hoofden strekten zich en hun drei gende blikken spaarden geen onzer. Ik dwong mij zelf tot kalmte, maar des ondanks klonk het nog vrij scherp, toen ik ant woordde: „Ook een misdadiger staat onder de bescherming van de wet en de wet schrijft mij m'n handelingen voor. Daarom moeten de gevangenen in Batavia terecht staan!" Si Timbo beefde van verontwaardiging. „Toean commandant", riep hij, buiten zich zelf van woede nu, „wij eischen de uitlevering van de roovers en van de Chineesche koop lieden! U hebt de juweliers vrij gelaten; wij echter, als vertegenwoordigers van de kerk, eischen huil hernieuwde gevangenne ming en uitlevering aan ons! De kooplieden zy'n de aanstichters; zij hebben zich verbonden met onze vijanden, de Visjnoeieten!" Van Trassen sprong geërgerd van zijn stoel en ook Sodikromo achter me hoorde ik eenige verwenschingen mompelen. Ik beduidde echter beiden zich kalm te houden en mij daarna over de tafel heen buigend en den woedenden moefti scherp aankijkend, zei ik met nadruk: „Wij denken er niet aan uw eisch in te wil ligen! Hebt u dat goed begrepen?" -„Saja, saja", klonk het uit vijf, zes monden, „wij hebben het begrepen, maar gelooven kunnen we het niet! De toean commandant zou de Chineezen beschermen, die tempel- dieven, die het heiligdom van den profeet met voeten traden! Dat kunnen we niet geloo ven! De toean commandant is weliswaar een ongeloovige, geen aanhanger van Moham med, maar wij meenden, dat ook onder de on- geloovigen rechtvaardige menschen waren!" „Het recht zal behoorlijk zijn loop hebben. Ik verzeker jullie, dat elke Chinees, zonder aanzien des persoons, zwaar zal worden ge straft als we voldoende bewijzen in handen hebben. Slechts het opperste gezag, de recht bank te Batavia, heeft daarover echter te be slissen Het eindoordeel is noch aan ons, noch aan jullie!" Met een van woede verwrongen gelaat trad Si Tombo naar voren. Hij boog zich half over de tafel heen en siste dreigend: „Wij wij zijn de heeren van het land! Wij houden ons aan onze Maleische wetten en niet aan die, welke door Europeanen gemaakt zijn. Levert ons de gevangenen uit, want anders an ders „Anders?", drong ik aan, toen hij bleef zwij gen. „Kom, Si Timbo, geen bedekte dreige menten. Zeg het maar ronduit!" „Anders zullen wij de geloovigen niet terug houden en dan kunt u er van op aan, dat er heel wat boedhistenbloed zal vloeien!" De andere priesters vielen hem onmiddellijk hartstochtelijk bij: „Saja! Geen moefti zal onze volgelingen terughouden! Si Timbo niet en wij niet!" Dit was de openlijke aankondiging van een opstand, een verzet tegen het gezag, dat de ernstigste gevolgen na zich kon sleepen. Ik keerde me om en gaf Sodikromo een teeken. Deze bracht zijn fluitje aan den mond en het volgende oogenblik stormde een aantal sol- laten het vertrek binnen. „Si Timbo", zei ik hard, „ik arresteer je en bovendien den moefti aan je rechter- en dien aan je linkerzijde!" Nauwelijks waren deze woorden er uit, of de soldaten grepen het drietal aan en boeiden hen de handen. Hevig ontdaan door dezen onverwachten loop der gebeurtenissen deins den de andere priesters achteruit. Si Timbo kuchte van woede. En waarom gebeurt dat met ons?!" „Wegens poging tot opruiing en op grond van de wetten der ongeloovige Europeanen", antwoordde ik kalm. En de dienaren van Mohammed bogen het hoofd. Op aller gelaat was slechts diepe ont steltenis te lezen. „Ik weet", vervolgde ik. „dat jullie onder de geloovigen opwinding, haat en verzet hebt gezaaid het dreigement liet dienaangaande geen twijfel over. Wanneer dus het slechte zaad zou blijken te ontkiemen, als het opge ruide volk naar de wapens grijpt en de vreed zaam arbeidende Chineesche bevolking tot den strijd dwingt, dan zal ik Si Timbo en 4e beide andere gearresteerde moefti's volgens de krijgswetten behandelen en laten fusillee- ren!" „Oooo! Ooo!" jammerden, nu weer kleintjes, de geestelijken. „Maar", ging ik voort, op elk woord den klemtoon leggende, „als de geloovigen zich rustig gedragen, wanneer zij als op eiken anderen dag hun werk doen en geen aanlei ding geven tot twist en strijd, dan zal ik de drie arrestanten hun vrijheid teruggeven. Alles hangt dus geheel van jullie zelf af. Ge draag je daarnaar!" Ik gaf den soldaten een wenk. „Leidt hen weg!" Maar Si Timbo rukte zich los uit den greep van zijn bewakers en richtte zich op. „Heer!" riep hij fanatiek, „ik vrees den dood niet! De profeet zal zijn dienaren beschermen en de geloovigen wreken. Het bloed over u allen, dat daardoor vergoten zal worden!" r— Zijn don kere oogen fonkelden; het schuim stond hem op de lippen. Opnieuw gaf ik den soldaten een wenk. Deze pakten den geboeiden man vast en duwden hem naar de deur. Si Timbo brulde van woede en spuwde een der mannen, die hem wat al te hardhandig aangreep, in het gelaat. Dan viel de deur achter hem in het slot. De achtergebleven priesters stonden als aan den grond genageld met neergeslagen óogen. Ernstig keek ik hen aan: „Jullie kunt kiezen, strijd of onderwerping. Behoed jezelf en de geloovigen! Gaat, Allah moge jullie wegen leiden 1" Zwijgend kruisten zij hun armen en bogen het hoofd. Daarop drongen zij naar de deur, geheel ontdaan en verslagen. En buiten ontving hen een gloeiende zon en een joelen de, opgewonden menschenmassa nam hen in haar midden. „Sodikromo", wendde ik my tot den adju dant. „ga eens zien, of alles behoorlijk toe gaat! Neem de moefti's hun boeien af en zorg er voor, dat zij als heeren, als gijzelaars worden behandeld!" De onderofficier verliet het vertrek. (Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9