Peek Cloppenburg
OSS.
MARECHAUSSEE KOMT ZELF
AAN HET WOORD.
ZOMER-COSTUMES
IVO ROL
-ió v&oiukkettjk!
Mishandeling en onjuist optreden ontkend.
Amsterdam blijft voor zijn luchthaven
strijden.
Spelen met revolver
kost jong leven.
V K I JD A G 24 J U N I 1938
HAARLEM'S DAGBEAD
3
Procureur-generaal legt
eveneens getuigenis af.
Gistermiddag heeft het Ambte
narengerecht in den Haag de
behandeling voortgezet van de
bekende zaak van de marechaussee
te Oss. In deze zitting zijn zoowel de
wachtmeesters gehoord als de Procu
reur-generaal uit 's Hertogenbosch.
Eerste getuige was wachtmeester de Gier.
Deze getuige zegt op 8 Maart met een an
deren wachtmeester hij den officier van ju
stitie van den Burg te zijn geweest, om
aangifte te doen van verduistering door zeke
ren B. en ook te hebben medegedeeld, waarin
de verduistering bestond.
Hij heeft daarbij niet gesproken van een
civielrechtelijke vordering.
De grens is volgens getuige tusschen straf
zaken en civiele zaken soms zeer moeilijk te
trekken, en wanneer getuige de overtuiging
had gehad, dat het een zuivere civiele kwestie
zou betreffen, zou hij geen aangifte hebben
gedaan.
Getuige verklaart voorts, dat de gang van
zaken het wel eens noodzakelijk kan ma
ken om een zeer langdurig verhoor af te
nemen, en dan de betrokkenen een tijdlang
vast te houden. Ook de arbeider de W. is een
nacht vastgehouden.
Over mishandeling van de W. heeft getuige
niets gehoord, terwijl evenmin de W. bij ge
tuige daarover heeft geklaagd.
Getuige verklaart voorts met wachtmeester
van Renes bij den officier te zijn geweest om
te spreken over de zaak van den bankier van
der H. De officier wilde toen zoo spoedig mo
gelijk van der H. laten arresteeren en de
administratie in beslag nemen doch van R.
heeft aangeraden om nog even daarmede te
wachten, omdat hij nog meer bewijs zou kun-
nen krijgen.
President: Hebt u, toen van der H. weer
vrijgelaten was, aan dezen gevraagd: hebt
u nog klachten?
Getuige: Dat heb ik gevraagd in mijn kwa
liteit van brigadecommandant.
President: Waarom wordt dat gevraagd?
Dat ligt toch niet voor de hand?
Getuige: Dat geschiedt overeenkomstig de
voorschriften.
President: Ik zie de ratio van zoo'n vraag
niet in, want iemand die gearresteerd wordt,
en dan weer moet vrij gelaten, zal altijd
daarover wel niet te spreken zijn.
Getuige: De heer van der H. heeft op mijn
vraag geantwoord, dat hij integendeel correct
was behandeld en dat hij in dit opzicht niet
te klagen had.
President: De heer van der H. heeft ver
klaard, dat u hem gevraagd heeft: „hebt u
het hier goed gehad" en dat hij daarop heeft
geantwoord: integendeel.
Getuige: Ik blijf bij mijn verklaring en ik
kan mij het gesprek zeer goed herinneren.
Mr. Meyes constateert, dat de getuige niet
kan zeggen, waar het voorschrift in zake het
vragen te vinden is.
Opperwachtmeester Curfs
gehoord.
Vervolgens wordt gehoord de opperwacht
meester Curfs.
Mr. James vraagt aan dezen getuige: heeft
u aan wachtmeester van Hennes geadviseerd,
om met den officier overleg te plegen in zake
de arrestatie van van der H.
Getuige: Ik had het verbaal van van Renes
gelezen, doch de zaak was mij niet geheel
duidelijk, en omdat ik niet zeker wist of de
gronden, waarop de aanhouding zou moeten
geschieden, wel geheel juist waren, heb ik
van Renes naar den officier verwezen.
Daarna heeft van Renes een nader onder
zoek ingesteld en het resultaat daarvan was.
dat ook getuige toen van meening was, dat
de arrestatie moest geschieden.
In overleg met den officier is die arrestatie
dan ook geschied.
Daarna komt de kwestie van de oplichters
bij de werkverschaffing ter sprake.
President: Waarom is u, toen u opdracht
van den officier had gekregen, om de zaak
ter kennis te brengen van den burgemeester,
toch door gegaan met het hooren van andere
getuigen.
Getuige: Ik moest eerst de verbalen nog
opmaken, doch heb geen nieuwe getuigen
meer gehoord.
President: Uit uw verbalen blijkt echter
het tegendeel, want u zegt in uw verbaal
zelf: ,,op 16 October kreeg ik van den officier
opdracht de zaak ter kennis te brengen van
den burgemeester. Daarna hoorde ik op 16
October nog de volgende getuigen".
Eerst op 19 October is u bij den burgemees
ter geweest. Heeft de burgemeester toen ge
zegd, dat u voorzichtig moest zijn en er reke
ning mee moest houden, dat die menschen
de beschikking hadden over die tuintjes?
Getuige: Neen, dat weet ik zeker. Van groo-
te porties, welke ze mee mochten nemen,
heeft de burgemeester zeer zeker niet ge
sproken, wel over een „kooksel".
Wat het onderzoek tegen de beide geeste
lijken betreft, zegt getuige, dat hij hierover
bij den officier is geweest, die tegen hem
zegd heeft, met het onderzoek door te gaan
en rapport uit te brengen en zoonoodig over
tegaan tot het opmaken van een proces
verbaal.
President: Het lijkt me toch niet waar
schijnlijk. dat de offiicer u zou opdragen een
rapport uit te brengen, ook al zouden er geen
strafbare feiten zijn.
Getuige: Dat gebeurt wel meer. Ik krijg
zooveel opdrachten van den officier om rap
porten over bepaalde personen uit te brengen
Volgende getuige is wachtmeester Van
Renes. Deze is op 12 Maart met de Gier bij
den Officier geweest om te spreken over den
bankier van der H. Toen is ook over de gees
telijken gesproken. De officier van den Burg
heeft daarbij gezegd, dat de Gier, maar door
moest gaan en alles moest onderzoeken.
Hij voegde daaraan toe, dat we ook reke
ning moesten houden met den geestelijken
stand en dat ook wanneer de zaak niet tot
een strafrechterlijke vervolging zou leiden,
het toch wel goed zou zijn alles ter kennis
te brengen van de kerkelijke autoriteiten.
Verder heeft getuige met dit onderzoek
niet te maken gehad.
Wel is hij belast geweest met het onder
zoek in de zaak van bankier van der H. Ook
toen het opsporings-onderzoek aan getuige
was ontnomen, kwamen nog verschillende
menschen bij hem, die aangifte wilden doen.
Getuige heeft toen de klacht van een juf
frouw opgeschreven, door haar laten onder
teekenen, en haar daarmede naar de ge
meentepolitie verwezen. Hierbij heeft getuige
gehandeld in het algemeen belang.
De wachtmeester-titulair van den Berg,
ontkent de W. te hebben mishandeld.
Wat nog de arrestatie van Van der H. be
treft, zegt getuige, dat er geen belangstel
ling bij deze arrestatie was en dat daarna
langs buitenwegen naar de kazerne is ge
reden.
De marechaussee Van Ree verklaart, dat
de officier in zijn tegenwoordigheid aan de
Gier opdracht heeft gegeven door te gaan
met het verzamelen van de feiten tegen de
beide geestelijken. Met de Gier is getuige
daarna naar Den Haag geweest om daar een
dame te hooren
Getuige marechaussee van Essen zegt, dat
Van der H. bij zijn vrijlating heeft gezegd,
dat hij zoo goed was behandeld, dat hij daar
over een stukje in de krant wilde zetten. Ook
bood hij eenige sigaren aan, welke getuige
niet, doch de wachtmeester wel heeft aan
genomen. Bij het vertrek gaf Van der H. ieder
een hand.
Getuige marechaussee Van Kuilenborg zegt,
dat op verzoek van wachtmeester Renes.
Van der H. op Zondagavond bij getuige in
zijn kamer heeft doorgebracht en daar een
sigaar heeft gerookt en de krant heeft gele
zen. Van der H. was over de behandeling niet
ontevreden.
Procureur-Ceneraai als
getuige.
N,a een pauze van tien minuten werd als
getuige-deskundige gehoord de procureur-
generaal bij het Gerechtsshof te 's-Hertogen-
bosch, Baron Speyart van Woerden, z z
Spr. zette de reden uiteen, welke aanlei
ding is geweest voor de opdracht aan den
officier van Justitie om op 15 November
1937 de brigade te Oss haar opsporingsbe
voegdheid te ontnemen in zake gemeentelijke
aangelegenheden.
Deze opdracht heeft spr. ontleend aan art.40
wetboek van strafvordering, nadat hem ver
schillende zaken ter kennis waren gekomen,
waarbij de marechaussee optrad zonder dat
er aanleiding was van eenig strafbaar feit.
Steeds weer kwamen echter de marechaus
see op die zaken terug, omdat zij meende, dat
het hier ging om een mindere waardeering
van haar arbeid, waarbij nog kwam de ge
dachte, dat het de bedoeling van den burge
meester was, om die zaken in den doofpot te
stoppen. Deze gang van zaken heeft groote be
langstelling getrokken en aanleiding gege
ven tot een uitgebreide perscampagne, vooral
de kwestie bij de werkverschaffing. Een on
derzoek, dat spr. in deze zaak, ook op ver
zoek van den betrokken minister, heeft inge
steld, heeft uitgewezen, dat er hier niets on
regelmatigs was gebeurd en dat er geen enkel
strafbaar feit was gepleegd.
Toch ging de marechaussee door met haar
onderzoek en toen eenige jongens, die een
aantal aardappelen aan familieleden hadden
gegeven, voor eenigen tijd waren geschorst,
heeft wachtmeester de Gier zich bij die jon
gens vervoegd en hen nader ondervraagd. Ook
werden nog andere jongens, in totaal ongeveer
50, gehoord, en deze verklaringen moesten
strekken tot een aanklacht tegen het beleid
van den burgemeester en de gemeentepolitie,
die misstanden bij de werkverschaffing voor
de jeugd zouden willen goedpraten.
Ook uit een onderzoek, ingesteld door amb
tenaren van het departement van sociale za
ken, is gebleken, dat er geen enkele aanwijzing
was van eenig strafbaar feit.
Zoo waren er nog meer zaken ,en het voort
durend wantrouwen van de marechaussee te
gen het gemeentelijk beleid is voor spr. aan
leiding geweest om te beslissen, dat het daar
mee uit moest zijn. Toen is de opdracht van
15 November gegeven
Nieuwe reeks feiten.
Eenigen tijd bleef het daarna rustig, totdat
een nieuwe reeks van feiten zich voordeed.
Het eerste was dat van 21 Maart j.l., toen spr.
uit de ochtendbladen las van de arrestatie van
den bankier, waarbij de marechaussee betrok
ken was. Spr. acht het personeel van de mare
chaussee voor het instellen van een onderzoek
als noodig is om fraude bij een bankier te con
stateren. niet in staat en hij verwacht dat
ook niet van hen. Direct heeft spr. zich toen
met den officier in verbinding gesteld, om na
dere inlichtingen te vernemen. De stukken
waren er toen niet en de officier was van al
les niet op ae hoogte doch op den 25sten heeft
spr. met den officier het dossier nagegaan en
daaruit is direct gebleken, dat er geen enkele
reden was om den bankier te arresteeren.
Wat het optreden van den officier betreft,
citeert spr. een stuk van den wachtmeester,
waai*uit blijkt, dat men geen tijd meer had
om over de arrestatie nog nader overleg met
den officier te plegen.
Uitvoerig ging spr. daarna de in de proces
sen-verbaal opgenomen feiten na, welke mee-
rendeels reeds verjaarde feiten waren.
In vele opzichten leden deze processen-ver
baal aan ernstige fouten. Naar spr. meening
heeft hier de gedachte voorgezeten, dat v. d H
wel een groote schurk moest zijn, en dat wan
neer men maar eenmaal in zijn papieren zou
kunnen grasduinen, er wel iets gevonden zou
worden, dat z»jn arrestatie rechtvaardigde.
Toen de rechtbank te beslissen had over de
gevangenhouding, heeft spr. den president op
gebeld en hem er op gewezen, dat men met
deze zaak voorzichtig moest zijn.
i Zoo heeft de zaak-van der H. een einde ge-
j nomen, niettegenstaande het zeer ondeskun
dig optreden van het personeel der Ossche
brigade.
Wat de zaak tegen de geestelijken betreft,
zegt spr. opgebeld te zijn door den bisschop
van den Bosch, die zeide bezoek te hebben ge
had van twee geestelijken, die hem mededeel
den. dat er een onderzoek tegen hen word in
gesteld wegens beweerde zedenmisdrijven
Onmiddellijk heeft spr. toen mr. van den Burg
opgebeld, en deze zeide, dat hem bekend was,
Koel en luchtig.
Gevoerd en ongevoerd.
HAARLEM: GROOTE HOUTSTRAAT 38-40
(Adv. Ingez. Med.)
dat er een onderzoek gaande was. Spr. heeft
toen inzage gewenscht van de stukken en
daarop is de opdracht van den officier ge
volgd om een rapport in te dienen.
Uit dat rapport bleken slechts verklaringen,
welke in geen enkel verband stonden met het
wetboek van strafrecht.
Spr. heeft zich toen weder afgevraagd, uit
welken hoofde de marechaussee de bevoegd
heid ontleende op eigen gelegenheid hier een
onderzoek in te stellen.
De marechaussee heeft jin deze zaak een
onderzoek ingesteld, waarbij tal van kinderen
werden ondervraagd in verband met art. 248
bis, zoodat vele ouders daaraan niet hebben
willen medewerken.
Over deze wijze van optreden was spr. in
hooge mate ontstemd, en hij heeft, wachtmees
ter de Gier bij zich laten komen. Het onder
houd met de Gier toen heeft inderdaad lang
geduurd en aan het eind daarvan heeft de
Gier de bekende verklaring onderteekend.
Op verzoek van den president breekt spr.
hier zijn rede af.
De president verdaagt hierna de zitting tot
heden 10 uur.
(Voor het verslag der zitting van heden zie
men elders in dit nummer).
Grijpautomaat geen hazardspel.
Koopman door Gerechtshof te Arnhem
vrijgesproken.
ARNHEM, 23 Juni. Het gerechtshof te
Arnhem heeft vandaag uitspi'aak gedaan in
de zaak tegen J. L., koopman te Amster
dam, die door de rechtbank te Almelo was
veroordeeld tot f 500 boete of 30 dagen hech
tenis, wegens het gelegenheid geven tot ha
zardspel. Hij had in een automatiek te Hen
gelo een grijpautomaat voor het publiek neer
gezet.
Het gerechtshof heeft het vonnis van de
rechtbank vernietigd en den verdachte vrij
gesproken.
Het Hof overwoog, dat niet is bewezen, dat
het toeval invloed oefende op het bemachti
gen van voorwerpen uit de automaat door
middel van den grijper, voorts dat uit de ver
klaringen van getuigen en deskundigen is
gebleken, dat de spelers door behendigheid
invloed kunnen oefenen op het bemachtigen
van voorwerpen uit de automaat, zoodat vrij
wel elk voorwerp daaruit kan worden ge
haald.
TANDPASTA
(Adv. Ingez. Med.)
Schiphol moet Schiphol blijven!
SCHIPHOL*. GUNSTIGE LIGGING TEN OPZICHTE VAN
HET IN WORDING ZUNDE WEGENNET.
AFSTANDEN VANUIT
AFSTANDEN
VANUIT
SCHIPHOL NAAD:
LEIDEQDORP
NAAR:
AMSTERDAM 40 K.M.
AMSTERDAM
36 K.M.
HAARLEM 46
HAARLEM
36
DEN HAAG A7
DEN HAAG
22
ROTTERDAM 57
ROTTERDAM
36 -
LEIOEN SS
LEIDEN
3
UTRECHT 44
UTRECHT
50
Dienstplichtige doodelijk
getroffen.
Ongeluk in Chassee-kazerne
te Breda.
Gistermiddag omstreeks kwart
voor drie is de dienstplichtige
v. D. uit Tilburg in dc Chassee-
kazerne te Breda getroffen door een
revolverschot, dat door een anderen
dienstplichtige, eveneens uit Tilburg,
die in de meening verkeerde, dat het
wapen niet geladen was, op van D.
werd afgevuurd. De kogel ging dwars
door den schedel van laatstgenoemde
waardoor hij zwaar gewond werd en
eenigen tijd later overleed.
Beide dienstplichtigen behooren tot het eer
ste bataljon, zesde regiment infanterie. On
middellijk na het gebeurde werd geneeskun
dige- en geestelijke hulp ingeroepen. De ge
troffene is later aan de gevolgen van de ver
wondingen overleden.
De dienstplichtige, die het ongeluk veroor
zaakt heeft, dacht niet anders, dan dat de
revolver ongeladen was. Hij richtte spelender
wijs het wapen op zijn kameraad en trok de
haan over met het bovengemelde noodlottige
gevolg. Hij was zoo geschrok-ken. dat hij be
wusteloos op den grond viel.
Het slachtoffer, dat in d evan Heutzstraat
te Tilburg woont, was het eenige kind der
familie van D., werkmeester der Nederl.
Spoorwegen aldaar. Hij was pas enkele
maanden in dienst bij I 6 R.I. Het droevig
ongeval heeft bij het geheele garnizoen een
grooten schok te weeg gebracht en algemeen
is het medeleven met de betrokkenen.
Overwerk worde zooveel mogelijk
ingekrompen.
Aandrang tot beperking.
De regeeringspersdienst deelt mede:
In verband met het belang, dait in de hui
dige tijdsomstandigheden gelegen is in een
verdeeling van de beschikbare hoeveelheid
werk over een zoo groot mogelijk aantal ar
beiders, treedt de wensehelijkheld naar vo
ren, bij het verleenen van vergunningen tot
afwijking van den wettelijk 'toegestanen ar
beidsduur naar nog grootere beperking te
streven dan tot dusverre reeds het geval is.
Uit den aard der zaak zullen zich steeds
gevallen voor blijven doen. waarbij overwerk
niet te vermijden is, doch het moet niet on
mogelijk worden geacht, den omvang van
het jaarlijks verrichte overwerk tot kleiner
proporties terug te brengen, zulks niet alleen
voor zooveel betreft vergunningen van in-
dividueelen aard. doch ook wat aangaat de
collectieve en de seizoenvergunningen (b.v.
voor het kleedingbedrijf).
Ten einde het ontstaan van moeilijkheden
zooveel mogelijk te voorkomen, moet. het
raadzaam worden geacht, dat allen, die van
het instituut der overwerkvergunningen ge
bruik maken, trachten door het toepassen
van andere middelen, als het tijdig ter oplei
ding in dienst nemen van meer personeel,
het bedingen van ruimer leveringstijden e.d.,
de noodzakelijkheid van werktijdverruiming
te beperken.
Binnenlandsche lijnen der
K. L. M. trekken.
Wethouder Kropman tegen de
regeeringsplannen.
„Gij weet het allen mijne heeren: Amster
dam maakt zich in deze dagen ernstig bezorgd.
Het is dan ook begrijpelijk, dat het gemeen
tebestuur niet nalaat groepen belangstellen
den uit te noodigen met het doel haar deelge-
nooten te maken van die bezorgdheid. Daarbij
is het steeds een groot genoegen te mogen
vaststellen, dat unaniem wordt verklaard, dat
de regeering met haar plannen ten aanzien
van een centraal vliegveld te Leiderdorp op
den verkeerden weg is. Dit heeft het gemeen
tebestuur gesterkt in de overtuiging, dat niets
mag worden nagelaten om te trachten de
regeering duidelijk te maken, dat haar plan
nen onjuist zijn en dat het niet alleen een be
lang van de hoofdstad, maar tevens een na
tionaal belang is. dat Schiphol blijve Schiphol"
Met deze woorden leidde de wethouder der
handelsinrichtingen te Amsterdam, mr. G. L.
J. D. Kropman, Woensdagochtend een even
enthousiast, als uitvoerig gedocumenteerd plei
dooi in, dat hij hield ten aanhoore van ver
tegenwoordigers der Nederlandsche pers, die
gevolg laadden gegeven aan de uitnoodiging
van het Amsterdamsche gemeentebestuur zich
te overtuigen van het feit, dat op dit oogenblik
gewerkt wordt aan de voltooiing van een dei-
belangrijkste stadia van uitbreiding, welke
Schiphol tot nu toe heeft ondergaan.
In den herfst van dit jaar zoo vervolgde
de heer Kropman zal het landingsterrein
driemaal de tegenwoordige oppervlakte heb
ben. Het zal dan 180 H.A. in plaats van 60
H.A. groot zijn. de geheele luchthaven is dan
vergroot tot 210 H.A. Sedert 1935 wordt aan
deze uitbreiding gewerkt. 210 KM. draineer-
buizen zijn op het nieuwe terrein aangelegd,
de Nederlandsche Heidemaatschappij kweekte
er een grasmat op. In den westelijken hoek
wordt een groote boerderij gesloopt in het be
lang van een betere inzweefmogelijkheid ter
plaats. De voltooing van het verharde banen
stelsel is in vollen gang. Er wordt van 's mor
gens vier tot 's avonds tien uur aan gewerkt
In October zal Schiphol beschikken over het
modernste- en mooiste banenstel van Europa.
Groote bouwwerken bevinden zich bij de ge
meente in uitvoering. De kantoren van den
IC. L. M.-vliegdienst aan loods b worden ver
dubbeld. De motorenwerkplaats wordt met
T50 vierk. meter uitgebreid, een vijfde vlieg-
tuigloods met een stallingsoppervlakte van
4000 vierk. meter is in aanbouw, met ruime
bijgebouwen voor verbeterde vestiging van de
op Schiphol gecentraliseerde K.L.M.-diensten.
Spr. wees er verder op. dat op het gebied
der verlichting te Schiphol pionierswerk wordt
verricht en hoe de verbindingswegen met
Schiphol steeds weer worden verbeterd.
Dat het internationaal verkeer aan Neder
land zal voorbijgaan, kan volgens spr. worden
voorkomen door een taakverdeeling tusschen
de luchthavens, daarvoor behoeft geen cen
traal vliegveld te Leiderdorp te komen. Men
moet niet letten op het geografisch middel
punt. maar op het verkeers-economisch zwaar
tepunt. Thans heeft men in Nederland niet de
keus tusschen twee gelijkwaardige luchthavens
want er is één primaire (Schiphol) en één
secundaire luchthaven (Waalhaven)
De besparing, welke men zich voorstelt met
één centraal vliegveld door de K. L. M. te
kunnen bereiken zou slechts verkregen wor
den door een belangrijken achteruitgang
in de service aan de gebruikers van
het luchtverkeersmiddel, de veel hoogere
kosten van het vervoer langs den weg
mogen hier ook niet uit het oog worden ver
loren. Men gaat er echter ten onrichte van
uit. dat de omvang van het verkeer door op
heffing van Schiphol en Waalhaven en ver
vanging dezer beide havens door een lucht
haven op veel grooteren afstand dezer steden
niet ongunstig beinvloed zou worden. De juist
heid dezer verwachting ontkende de wethouder
ten stelligste. De lading, welke Leiderdorp
zou kunnen verwerven, zou aanmerkelijk ge
ringer zijn dan de gezamenlijke lading van
Schiphol en Waalhaven.
De verdere ontwikkeling van het Nederland
sche luchtverkeer zoo besloot de heer Krop
man zijn betoog zou bovendien geremd wor
den, wanneer de beide belangrijkste steden
van Nederland: Amsterdam en Rotterdam, de
nabijgelegen luchthavens verliezend, niet lan
ger door de directe aanraking van haar bevol
king met de luchtvaart de Luchtvaartgezind
heid van ons volk zouden kunnen stimuleeren.
Aan de hand van een aantal statistieken
heeft de directeur der handelsinrichtingen, de
heer L. Boogers, het pleidooi van den heer
Kropman nader toegelicht.
Morgen in vollen omvang in gebruik.
Zaterdag a.s. zullen de binnenlandsche
lijnen van de K.L.M. in vollen omvang in ge
bruik zijn.
Heden wordt de lijn op Zeeland tot Knocke
doorgetrokken en morgen zal de lijn op
Leeuwarden worden geopend. Voor deze lijn
heeft zich als eerste passagiere aangemeld een
zeventigjarige Friezin in gewestelijke dracht,
de oorijzers niet uitgesloten.
Wij vernemen dat sinds de tariefverlaging
met ingang van de zomerdienst het binnen
landsche luchtverkeer veel belangstelling van
de zijde van het publiek ondervindt. Het ge
middeld aantal passagiers ligt tusschen 150 en
175 per dag voor de binnenlandsche lijnen te
zamen,
Oranje-Nassau-mijnen maakten
ruim 2 millioen winst.
Produotie in 1937 aanmerkelijk hooger dan
in 1936.
Aan het jaarverslag over 1937 der N.V.
Maatschappij tot Exploitatie van Limburg-
sche steenkolenmijnen, genaamd Oranje-
Nassau mijnen, gevestigd te Heerlen, wordt
het volgende ontleend:
De opbrengst van het product vertoonde
een aanmerkelijke stijging; in overeenkom
stige richting bewoog zich de kostprijs,
hoofdzakelijk als gevolg van het oploopen
der prijzen van de meeste bedrijfsbenoo-
digdheden en van verhoogingen van loonen,
salarissen en sociale lasten.
De netto-productie bedroeg in 1937
2.930.340,50 ton en is vergeleken met die van
het vorige jaar met 653.530 ton gestegen.
De eletcrische centrale leverde 83.678.009
Kwh.
Het vaste arbeiderspersoneel telde op 31
December 1937: bovengronds 1809 man, on
dergronds 4168 man,, totaal 5977 man.
De vennootschap bezit in eigendom 1212
arbeiders- en 189 beambtenwoningen.
Aan sociale lasten werd o.a. uitgegeven:
bijdragen aan het beambtenfonds f120.631.79;
bijdragen aan het Algemeen Mijnwerkers
fonds van de steenkolenmijnen in Limburg
en premién voor de invaliditeits- en de
ziekteverzekering f 690.222,29: buitengewone
bijdrage aan het Algemeen Mijnwerkersfonds
van de steenkolenmijnen in Limburg tot tij
delijke verbetering van de pensioenen in ver
band met de stijging van de kosten van het
levensonderhoud f 167.989.14; kosten van on
gevallen f 326.893.97: gezinstoelagen,
f 383 457.62; verlof met behoud van loon.
f 181.692.86; verlies op aan het personeel ver
strekte kolen f 49.696,48.
Aan nieuwe werken werd uitgegeven een
bedrag van f 440.046.13.
Na afschrijving van een bedrag van.
f 2.390.141.57 sluit de winst- en verliesreke
ning met een saldo-winst van f 2.120.353,78,
Het dividend werd bepaald op 12 pet. van
het geplaatste maatschappelijke kaüitaaL