DIRECTE BELASTINGEN
BRENGEN VEEL OP.
Haarlem's martelkamer verdwijnt.
Overige middelen blijven bij Mei ten achter.
ZOMERUITVERKOOP 1938
ZATERDAG 16 JUL'I 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
Wordt een ingang van het vernieuwde Stadhuis.
In den loop der eeuwen kan veel verande
ren! In den ouden tijd was een der vertrekjes
van het Stadhuis te Haarlem aan de zijde der
Pandpoort ingericht tot martelkamer. Toen
hebben ongetwijfeld velen het hoofd geschud
en gezegd ,,wie dezen grond betreedt laat alle
hoop varen", want daar stonden immers de
gruwelijke werktuigen om een kwaaddoener
Interieur der martelkamer. Aan de zware eiken
balken zijn de ringen te zien waaraan de
veroordeelden werden vastgezet.
(vermoedelijk ook wel eens een onschuldige)
tot een bekentenis te dwingen, of hem door
wreede lijfstraffen tot een beter leven aan te
sporen. Maar over een goed jaar zal dezelfde
grond door honderden Haarlemmers betreden
worden zonder dat zij aan narigheid denken.
De oude martelkamer in de Pand
poort wordt afgebroken omdat op die
plaats de nieuwe ingang komt voor de
administratieve afdeelingen in het
vernieuwde Stadhuis.
Als de verbouwing van het Stadhuis klaar
is komt de portier in het kamertje te zitten
waar vroeger de beul op zijn manier aan het
recht werkte.
De gewelven van het Stadhuis, nu on
schuldig voor kolenbergplaats bestemd, wa
ren eenige eeuwen geleden als gevangenis
ingericht. Die kelders liggen onder het oud
ste gedeelte van het Stadhuis. Ongetwijfeld
dateeren zij uit den tijd dat het Stadhuis het
paleis van den Graaf van Holland was. Ook
worden kelders gevonden onder het nieuwe
gedeelte van het Stadhuis aan den kant dei-
Zijlstraat. Daar werd namelijk in het begin
der 17e eeuw een gevangenis gebouwd. Maar
reeds 10 jaar nadat de gevangenis gebouwd
was werd het bovengrondsche deel al opge
offerd om gebruikt te worden voor de ver
grooting van het Stadhuis.
Op de muren van deze gewelfde kelders
heeft de heer C. J. Gonnet in 1927 nog namen
geschreven gevonden van veroordeelden die
daar opgesloten waren.
Op die sombere plaatsen zuchtten de men-
schen die verdacht werden tegen de wetten
gezondigd te hebben. Zij hoopten weer gauw
het zonlicht te zien. maar liefst niet op de
Groote Markt, want daar was de plaats des
gerechts. Het ook nu nog vooruitspringende
gedeelte waar de ingang wordt gevonden,
was vroeger nog meer uitgebouwd en diende
tot schavot. De kamer van den secretaris
diende toen als Justitie-kamer. De veroor
deelden die terechtgesteld werden, of in het
openbaar lichamelijk gestraft, moesten door
die kamer het schavot betreden opdat
de beul zijn vreeselijk werk kon volvoeren.
Voor het schavot stonden dan honderden
menschen de terechtstelling te aanschouwen.
De een beklaagde den veroordeelde die zoo
gruwelijk leed, maar de ander sloeg met wel
gevallen gade dat Vrouwe Justitia (het beeld
van de geblindoekte Godin van het recht is
in zandsteen in den gevel gehouwen) de re
kening met de kwaaddoeners vereffende. Er
wordt beweerd als het waar is, is het ty
peerend voor den wreedheid van dien tijd
dat de toeschouwers op de Groote Markt
weddingschappen aangingen over de vraag
hoe lang de doodstrijd van een veroordeelde
zou duren
Een enkele keer gebeurde het, dat het pu-,
bliek partij trok voor een veroordeelde, na
melijk als men van zijn onschuld overtuigd
was. Dan klonken er luide protesten en in de
geschiedenisboeken is opgeteekend, dat de
toeschouwers te Haarlem eens zoo kwaadge-
zind opdrongen, dat het leek of zij de beul
zelf wilden terechtstellen. De schepenen, die
in de gerechtshoven de strafoefening bij
woonden moesten te hulp snellen om den
beul te ontzetten.
In de officieele archiefstukken van Haar
lem is ook een document waaruit blijkt, dat
soms onsehuldigen veel te lijden hadden. Zoo
is in 1536 door de overheid een schadeloos
stelling uitbetaald aan iemand die gepijnigd
was omdat hij verdacht was van moord, ter
wijl later bleek dat hij „onnosel" (onschul
dig) was. Hij kreeg het geld om te genezen
van zijn wonden en voor het verlies van ar-,
beidsgeld in dien tijd van herstel.
Het loon van den beul was hoog. Hij kreeg
voor het onthoofden of wurgen van een ver
oordeelde 6 gulden, als hij het ontzielde
lichaam zelf kistte nog 3 gulden bovendien.
Vooral het radbraken bracht hem veel geld
want voor eiken slag schreef hij 3 gulden op
zijn rekening en soms waren voor een ver
oordeelde negen slagen noodig!
Voor het leggen van een gloeiend zwaard op
den blooten rug van een veroordeelde kreeg
de beul 6 gulden. Als hij iemand geeselde
werd dit betaald met 3 gulden. Het gebeurde
wel, dat de scherprechter op één dag 24
menschen geeselen moest, wat hem dus niet
minder dan 72 gulden opleverde. Ook werden
veroordeelden soms met „een brief" te pronk
gezet. Dit was een straf bij voorkeur toege
diend wegens achterklap, kwaadsprekerij.
Dit was dus een onbloedige geschiedenis,
maar toch streek de beul daar 6 guldep
voor op.
De martelwerktuigen die op het schavot,
gebruikt werden waren geborgen in de mar-
telkamer in de Pandpoort, Maar in dit ka-j
niertje werd ook gemarteld, Blijkbaar alleen
als de straf niet in het openbaar werd toege
diend. Het „verhooren" van verdachten, dat
wil zeggen hem op de pijnbank leggen om
de „waarheid" uit hem te halen, geschiedde
ook in dat kamertje. Dat er gestraft werd
blijkt ook wel uit het feit, dat er nu nog
ringen aan de zware eiken balken der zolde
ring zitten waaraan de veroordeelden vast
gebonden werden om hun straf te onder
gaan.
De martelkamer in den Haag is nog steeds
een bezienswaardigheid. In Haarlem heeft
men er nooit aan gedacht de plek waar in
vroeger eeuwen de beul oppermachtig was,
voor publiek ter bezichtiging te stellen. De
herinnering aan dien wreeden tijd was al zoo
vervaagd, dat in 1885 door Openbare Werken
een teekening van het Stadhuis werd ge
maakt waarbij de verkeerde kamer als mar
telplaats werd aangegeven. Een onderzoek ter
plaatse wees uit, dat de martelkamer geves
tigd is geweest in het eerste kamertje bij den
ingang van de Pandpoort aan de zijde dei-
Koningstraat. Wij geven van het interieur
een foto. waarop nog de zware ijzeren haken
aan de zoldering te zien zijn. Thans is het
kamertje als bergplaats voor oude kachels in
gebruik. Er is niets moois aan het kamertje,
alleen is te zien dat de zoldering oud is, als
ook de deur en het raam. Eenige reden om het
als oudheid te bewaren is er dus niet. Boven
dien was er alleen een goede oplossing voor
de verbouwing van het tegenwoordige Stad
huis te maken als op die plek de hoofdingang
gemaakt wordt.
In het Frans Halsmuseum zijn de martel
werktuigen die indertijd op het schavot en
in deze martelkamer gebruikt zijn tentoon
gesteld. Wie dus nog wil griezelen en peinzen
over de wreedheid van onze voorouders kan
naar het Groot Heiligland gaan.
Daar vindt men voorwerpen als een pijn
bank waarop de slachtoffers werden vastge
bonden aan handen en voeten, waarna hun
lichaam werd uitgerekt. Gruwelijk waren ook
De achterzijde van de martelkamer, uitkomend
op een kleine binnenplaats.
de banken waarop veroordeelden werden ge
radbraakt. Met een koevoet werden de armen
en de beenen stuk geslagen. Het afgeslagen
hoofd van een gevonniste werd op een piek
gestoken om ter afschrikking tentoongesteld
te worden, om tenslotte te dienen als spijs
voor hongerige raven. Er zijn ook ijzers met
het wapen van Haarlem die gloeiend werden
gemaakt om in te branden op de lichamen
van veroordeelden. Verder was er een ton
met spijkers waarin een veroordeelde werd
voortgerold.
O, gruwelijke tijd!
OLIEBORINGEN OP WEST JAVA
Staatsexploitatie te riskant geacht.
OPSPORINGEN ZIJN ZEER KOSTBAAR.
In de Memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer over het wetsontwerp waarbij de re
geering machtiging vraagt tot het sluiten van
een overeenkomst met de N.V. „De Bataafsche
Petroleum Maatschappij" voor de opsporing
en ontginning van aardolie, enz. in een ter
rein, gelegen in de provincie West-Java, be
toogt minister Weiter nogmaals, dat Staats
exploitatie van petroleumvelden niet wensche-
lijk is wegens de moeilijkheden en de risico's,
welke een zoodanig bedrijf medebrengt.
De Bataafsche Petroleum Maatschappij is
tot de aanvraag van het onderhavige terrein
gekomen, nadat door haar sedert 1928 in
West-Java opsporingen waren verricht over
een totale uitgestrektheid van 1.100.000 H.A.
Gedurende deze werkzaamheden werden 850
handboringen uitgevoerd tot een gemiddelde
diepte van 175 M. en een 12-tal mechanische
boringen tot een maximum-diepte van 1180
M. Het resultaat is geweest, dat op 49 pun
ten aardgas werd aangetoond en op drie pun
ten aardolie in zeer geringe hoeveelheid werd
aangetroffen. Van Gouvernementswege is in
deze terreinen geen olie-exploratie verricht.
De Dienst van het Mijnwezen is van meening,
dat het voorloopig zeer te betwijfelen blijft,
of de structuren, welke in de diepte aanwe
zig worden geacht, aardolie in ontginbare
hoeveelheden zullen bevatten.
De zeer belangrijke kapitaalsinvestatie.
waartoe een deelneming van het Land in den
vorm van een gemengd bedrijf al aanstonds
zou leiden, acht de minister onder deze om
standigheden niet verantwoord.
De vraag, welke toekomst de oliewinning in
Ned.-Indië heeft en hoelang de olievoorraad
toereikend zal zijn, is niet voor rechtstreek-
sche beantwoording vatbaar.
Openbaarmaking van gegevens omtrent
hetgeen onder alle voorbehoud als „bekende"
reserve kan worden aangediud, acht de mi
nister niet in het belang van het Land.
Rijksmiddelen in Juni.
Omzetbelasting boven de
raming.
Het zuiver bedrag van de kohieren
der directe belastingen bedroeg ultimo
Juni j.l. f 61.665.705,05 tegen
f 57.775.374.61 op ultimo Juni van het
vorig jaar of wel ruim 3.89 millioen
meer.
Eind Mei ivoren deze bedragen resp.
f 47.259.70128 en f 44.191.681,74. het
geen toen een hooger bedrag beteeken-
de van bijna 3.07 millioen.
De vooruitgang heeft zich dus over de afge
loopen maand Juni voortgezet met ongeveer
f 820.000, waarin de grondbelasting voor
f 571.178,86 heeft bijgedragen. Want, was er
eind Mei j.l. ten aanzien van deze belasting
in vergelijking met het vorig jaar nog een
achterstand van f 425.579.91 thans is er op
ultimo Juni een voorsprong van f 145.598,95
ten opzichte van het vorig jaar.
Bij een totale raming voor de grondbelasting
van f 10.6 millioen (vorig jaar f 10.3 millioen)
was het zuiver kohierbedrag eind Juni
f 10.464.242.90 (vorig jaar f 10.318.643.95).
Was derhalve het vorig jaar de raming
reeds met ruim f 18.600 overschreden, thans
is de hoogere raming van 0.3 millioen nog lang
niet ingehaald, aangezien de avance tot dus
ver niet meer dan f 145.600 heeft bedragen.
De inkomstenbelasting wees eind Juni een
zuiver bedrag aan van f 34.944.225,15 tegen
over het vorig jaar f 32.379.426,73 of
f 2.564.798,42 meer.
Voor de vermogensbelasting was de vooruit
gang f 306.040,34 (f 9.402.602,40 nu tegen
f 9.069.562,06 het vorig jaar) en voor de ver
dedigingsbelasting f 721.014,73 (f 5.454.204
tegen f 4.733.189 87).
Wat de belasting van de doode hand be
treft, het zuiver bedrag hiervan was eind Juni
f 1.400.430 tegen f 1.247.552 het vorig jaar. het
geen een vooruitgang beteekent van f 152.878.
In percentages uitgedrukt, is het zuiver be
drag der kohieren eind Juni j.l. ruim 52.89 pro
cent van de raming ad f 116,4 millioen. terwijl
dat bedrag het vorig jaar iets meer dan 52,38
procent uitmaakte van de toen lagere raming
ad f 110.3 millioen.
Niettegenstaande de hoogere raming is er
derhalve toch nog eenige verbetering te con-
stateeren.
Vacantiegangers en file voor een restantje „mooi weer" en een couponnetje ^zon".
Overige middelen.
De overige middelen hebben in de
maand Juni van dit jaar ongébracht
f 39.287.901,01, waarmede zij de maan-
delijksche raming ad f 35.768.750,met
ruim 3V.i millioen hebben overschre
den.
Toch bleef deze opbrengst nog
f 1.122.867 ten achter bij die van Juni
van het vorig jaar en zelfs f 2.115.603,—
bij de opbrengst van Mei 1938.
Wanneer we nu de opbrengst van deze mid
delen over het eerste half jaar beschouwen,
dan moet hierbij in het oog worden gehouden,
dat de totale raming voor het loopende jaar
55/2 millioen hooger is gesteld dan die van
het vorig jaar en wel f 429.225.000 thans tegen
f 373.725.000 voor 1937.
De raming voor het eerste half jaar be
draagt derhalve f 214.612.500. terwijl die het
vorig jaar f 186.862.500 was.
Zien we nu. dat de opbrengst over de eerste
6 maanden heeft bedragen f 217.234.116,95 dan
mag het tot verheugeni stemmen, dat deze
opbrengst de hoogere raming nog met ruim
f 2.6 millioen heeft overschreden, al moet hier
onmiddellijk aan worden toegevoegd, dat deze
halfjaarlijksche opbrengst nog niet de helft
heeft kunnen halen van de opbrengst over
het geheele jaar 1937. zijnde f 436.835.901,35.
Aangezien de opbrengst over de eerste 6
maanden van 1937 bedroeg f 209.115.399.46 of
bijna 47.87 procent van genoemde opbrengst
over het geheele jaar, zoodat de middelen in
het tweede halfjaar nog ruimer hebben ge
vloeid, is misschien eenig optimisme ten aan
zien van het loopende jaar wel gewettigd, te
meer waar ook het jaar 1936 eenzelfde ten-
denz vertoonde als 1937, n.l. een totaal op
brengst van f 3T0.925.387.bij een opbrengst
van f 175.980.506.over de eerste 6 maanden.
Ten aanzien van de verschillende middelen
kan nog het volgende worden opgemerkt.
De dividend- en tantièmebelasting heeft in
het verschenen halfjaar f 3.347.980.— meer
opgebracht dan het vorig jaar en heeft met
een opbrengst van f 10.742.025 de halfjaarlijk-
sche raming met f 242.025, overtroffen
Rechten op den invoer blijven achter.
De rechten op den invoer hebben de ra
ming van 49 millioen niet kunnen bereiken en
bleven daar f 1.868.287 onder, terwijl deze op
brengst zelfs ruim f 481.000 minder was dan
in het eerste halfjaar van 1937.
Dit ongunstige cijfer heeft niet aan de
maand Juni gelegen, want in deze maand was
de opbrengst f 8.756.171 tegenover een raming
van f 8.166.666, terwijl deze opbrengst ook
hooger was dan in Juni van het vorig jaar.
toen zij f 8.617.077 bedroeg.
Wat de accijnzen betreft, deze hebben in
het eerste half jaar alle meer opgebracht dan
het vorig jaar en wel die op zout f 120.095. die
op geslacht f 87.863, die op wijn f 39,379. die
op gedistilleerd f 195.177. die 00 bier f 402.637.
die op suiker f 475.892. en die on tabak f 984 430
Toch zijn twee dezer accijnzen bij de ra
ming ten achter gebleven en wel die op het
gedistilleerd met f 427.188 en die op suiker
met f 965.468.
De omzetbelasting, waarvoor per
maand f 6.250.000 is geraamd, heeft
in Juni opgebracht f 6.501.314, tegen
over f 6.488.167 in Juni van het vorig
jaar.
Over het eerste half jaar (raming
f 37500.000) was de opbrengst
f 37.583.381 tegen f 35.938.998 het vorig
jaar.
De couponbelasting is in Juni met een op
brengst van f 324.792 meer dan f 175.000 on
der de maandelijksche raming gebleven en
bijna f 140.000 beneden de opbrengst van Juni
1937.
Over de eerste 6 maanden was de opbrengst
f 252.545 onder de raming en f 564.109 min
der dan het vorig jaar.
De rechten en boeten van zegel brachten
het eerste half jaar f 1 325 631 minder op dan
de raming en f 5.735.431 minder dan in de
eerst 6 maanden van 1937.
Een aanmerkelijk aandeel in de hoogere
opbrengst van het totaal der middelen lever
den de rechten en boeten van successie, van
pvergang bij overlijden en van schenking en
wel f 5.705.233 boven de halfjaarlij ksche ra
ming en f 8.011.166 boven de opbrengst van
het eerste halfjaar van 1937.
Wat voorts de inkomsten ten bate van het
gemeentefonds betreft, deze waren tot en met
Juni f 66.645.878.34 of f 4 043.736 meer dan het
vorig jaar en ruim VA millioen boven de loo
pende raming.
De inkomsten ten bate van het werkloos-
heidssubsidiefonds hebben voor den dienst
1937 de raming ad f 51.525.000 nog niet ge
haald.
Tot ultimo Juni jl. bedroeg het zuiver be
drag der kohieren f 50.268.079.79 terwijl bij
een raming voor 1938 ad f 52.300.000 het zuiver
bedrag der kohieren voor dit jaar thans
f 32.147.263.78 bedraagt.
De inkomsten ten bate van het verkeers-
fonds waren in Juni f 1.571.404.16 waarvan
f 1.548.984.16 aan motorrijtuigenbelasting en
22.420 aan rijwielbelasting.
De opbrengst van deze beide belastingen
over de eerste 6 maanden van dit jaar be
droeg resp. f 13.675.324,22 en f 119.922.50 bij
een totale raming van 31 millioen gulden.
Wat tenslotte de uitkomsten van alle mid
delen voor het dienstjaar 1937 aangaat, kan
worden medegedeeld, dat de zuivere opbrengst
over het tijdvak van 1 Januari 1937 tot- en met
de maand Juni 1938 hebben bedragen
f 553.195.806.90 waardoor tot dusver de ra
ming met f 69.170.806.90 is overschreden.
Iersche president lieeft een auto-
ongeluk.
Lichte hersenschuding opgeloopen.
De auto van dr. Douglas Hyde, den presi
dent van den Ierschen Vrijstaat, is bij Athlone
in botsing gekomen met een andere auto,
meldt, Havas. De president, die van Dublin
op weg was naar zijn huis te French Park in
Roscommon, kreeg een lichte hersenschud
ding.