Belangrijke wijzigingen
van Vereenigingsrecht
gewenscht?
Enorm prestatievermogen der Karimata.
jentje geeft 'n
bilabiale click.
DONDERDAG 21 JULI 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
Vele Kamerleden achten nadere
motiveering noodig.
„ER WORDT GESTOLEN.
Mandie waarschuwde, stal zelf
De kwestie van het repressief toezicht.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot wijziging en aanvulling van de
wet van 22 April 1855, tot regeling en beper
king der uitoefening van het recht van ver-
eeniging en vergadering, en van eenige
daarmede verband houdende artikelen van de
wetboeken van strafrecht en strafvordering
verklaarden verscheidene leden, dat zij van
de noodzakelijkheid van elk der daarin voor
gestelde wijzigingen nog geenszins overtuigd
waren. Gaarne zouden zij nader worden in
gelicht over de gronden, waarop de regee
ring tot de indiening van het ontwerp geko
men is.
In het bijzonder zouden zij het op
prijs stellen te mogen vernemen of
bepaalde toestanden of gevallen de
regeering tot het inzicht gebracht
hebben, dat in de wet van 1855 de
voorgestelde wijzigingen moeten wor
den aangebracht, en zoo ja, welke
toestanden of gevallen dat geweest
zijn.
Met name meenden deze leden te
moeten twijfelen, of een verscher
ping van het repressief toezicht in
den vorm van den omvang als thans
wordt voorgesteld door de feiten ge
wettigd wordt.
Tegen twee van de verdere grondgedach
ten van het ontwerp, n.l. dat deelneming van
vreemdelingen aan Nederlandsche staatkun
dige vereenigingen niet wenschelijk is, en
dat Nederlandsche staatkundige vereenigin
gen haar werkzaamheden niet tot het bui
tenland behooren uit te breiden, hadden zij
in beginsel geen bezwaar, integendeel, zij
konden deze gedachten wel als juist aan
vaarden. Reeds dadelijk wilden zij er echter
op wijzen, dat de wijze, waarop die gedachten
zijn uitgewerkt en in het bijzonder de vage
en rekbare terminologie van het ontwerp,
aanleiding mot geven tot zoo groote moei
lijkheden, dat het ontwerp op deze punten
huns inziens zeker niet ongewijzigd tot wet
mag worden verheven. Zou dit toch geschie
den, dan zullen bona-fide vereenigingen ten
zeerste in haar werk worden gehinderd, ter
wijl niettemin ernstige misbruiken als sub-
sidieering van extremistische groepen door
buitenlandsche organisaties nauwelijks zullen
worden belemmerd.
Voorts verklaarden zij ernstig bezwaar te
hebben tegen de voorgestelde uitbreiding-
van de bevoegdheden der politie en tegen het
in het ontwerp opgenomen volstrekte verbod
voor vreemdelingen om het woord te voeren
in vergaderingen, waarin uitsluitend of mede
de Nederlandsche staatkunde wordt be
handeld.
Vele andere leden hadden de in
diening van dit wetsontwerp met in
stemming begroet. Zij waren van
oordeel, dat de vrijheid van vereeni-
ging en vergadering, welke zij op
zich zelf als een groot goed beschouw
den, beschermd moet worden door
misbruik van die vrijheid beter te
keeren dan onder de werking van de
thans geldende wet mogelijk geble
ken is.
Misbruik van de vrijheid van vereeniging
en vergadering kan thans ernstiger gevolgen
hebben dan de wetgever van 1855 voor oogen
stonden.
Enkele leden zagen in dit wetsontwerp een
bewijs, dat de regeering, die bij de grondwets
herziening van verleden jaar vergeefs ge
poogd heeft om de macht der huidige poli
tieke partijen blijvend te vestigen, thans
tracht dit doel langs anderen weg te berei
ken. Het ontwerp beschouwden zij als een
nieuwen stap naar het staatsabsolutisme, in
het bijzonder van de Roomsch-Katholieke
Staatspartij, volgens het systeem-Schusch
nigg.
Tegen deze beschouwing kwamen zeer vele
leden met kracht op.
Van verschillende zijden betreurde men
het standpunt der regeering, dat dit wets
ontwerp niet de plaats is tot het treffen van
een regeling omtrent, staatkundige organi
saties van vreemdelingen hier te lande, welke
geen betrekking hebben op de staatkunde
van Nederland, doch op die van het eigen
lang. Zulke organisaties van buitenlanders,
zoo meende men, kunnen bezwaarlijk langer
ongemoeid worden gelaten.
Van verschillende zijden werd er de aan
dacht op gevestigd, dat, al moge de regee
ring bij de behandeling van dit wetsontwerp
omtrent alle punten, die tot moeilijkheden
aanleiding kunnen geven, geruststellende
verklaringen afleggen, de rechter, die de
nieuwe bepalingen zal hebben toe te passen,
aan zulke verklaringen niet gebonden zal
zijn.
ïware straf tegen amanuensis geëischt.
De Officier van Justitie bij de Am-
sterdamsche rechtbank, mr. A. L. F.
van Dullemen requireerde tegen een
ex-amanuensis, werkzaam in het Wil-
minagasthuis wegens diefstal een ge
vangenisstraf van twee en een half
jaar.
De man is geruimen tijd in dienst geweest
en thans stond hij voor de vacantiekamer der
arr. rechtbank terecht wegens diefstal van
geld uit de kastjes van de doctoren. Wanneer
de artsen in het ziekenhuis werkzaam waren,
hadden zij de gewoonte hun colbertjasjes
tegen een operatiejas te verwisselen. Hun
kleedingstukken hingen zij in kastjes die met
een sleutel waren afgesloten. Reeds geruimen
tijd misten de doctoren geld uit hun porte
feuille of portemonnaie. De amanuensis, die
hen herhaaldelijk gewaarschuwd had, dat er
gestolen werd, bleek tenslotte zelf niet vreemd
te zijn aan deze misdrijven. Hij had sleutels
nagemaakt en soms brak hij de kastjes open.
De officier had slechts enkele gevallen ten
laste gelegd die door den verdachte werden
bekend.
De verdediger mr. M. O. Cahen .bepleitte
clementie.
Toen zij haar bloemen water wilde geven.
Aan de Ruysdaelkade te Amsterdam is
Woensdagavond een 38-jarige dame van een
ongeveer 16 meter hoog dak gevallen. Zij
kwam op een steenen binnenplaats terecht en
is in ernstigen toestand met zware inwendige
kneuzingen naar het Wilhelminagasthuis ver
voerd, waar zij ter verpleging is opgenomen.
Het slachtoffer wilde haar bloemen water
jeven, welke stonden op een platje naast den
zolder. Via een zolderraam en langs een smal
trapje is het platje te bereiken. Toen zij op
het trapje stond is vrouw blijkbaar het even
wicht kwijtgeraakt met het gevolg, dat zij
naar beneden stortte.
Groote gezinnen worden door den
fiscus niet vergeten.
Voorloopig nog geen rijtijden
besluit?
Wachten zou zijn op reglement autovervoer
van goederen.
De heer Van Braambeek heeft de volgende
vragen gericht tot den minister van sociale
zaken
Is het juist, dat de minister van plan is de
uitvaardiging van het rijtijdenbesluit, geba
seerd op de wet van 9 November 1936 (St.bl.
802) te verschuiven, totdat een reglement auto
vervoer van goederen zal zijn in werking ge
treden?
Indien dit inderdaad juist is, welke is dan de
reden om dit rijtijdenbesluit, hetwelk reeds
ruim anderhalf jaar op zich laat wachten, tot
dat tijdstip uit te stellen, waar het zich toch
volstrekt niet tot de vrachtauto's bepaalt?
Is de minister niet van oordeel, dat de vei
ligheid op den weg, geheel afgescheiden van
alle sociale wenschelijkheden daartoe, een
spoedige invoering van het rijtijdenbesluit
noodzakelijk maakt?
Indien het antwoord op de laatste vraag'
bevestigend luidt, wanneer kan uitvaardiging
dan tegemoet worden eezien?
Vrouw van 16 Meter hoog dak
gevallen.
Enkele eerste levensbehoeften en toekomst
vrij van Omzetbelasting?
De minister van Financië schrijft in de
Memorie van Antwoord inzake de herziening
van de omzetbelastingwet het niet eens te zijn
met die Eerste-Kamerleden die van oordeel
zijn, dat de omzetbelasting het zwaarst drukt
op dat deel dei- bevolking, hetwelk dien druk
het minste kan lijden. Verschillende van de
in de wet vervatte voorzieningen hebben im
mers juist de strekking om, binnen het ka
der van het mogelijke, den druk der belasting
op de minder draagkrachtigen, in verhou
ding tot dien op het overige deel der bevol
king, te verlichten.
Het onderhavige ontwerp van wet behelst
geen bijzondere maatregelen strekkende tot
verlichting van de lasten, drukkende op de
groote gezinnen, al zullen die gezinnen onder
bepaalde omstandigheden van de tijdens de
behandeling in de Tweede Kamer bij amen
dement in het ontwerp opgenomen vrijstellin
gen van fruit en van gerookte haring kun
nen profïteeren
De minister kan intusschen mede-
deelen, dat in een mogelijk ontwerp
tot verhooging van het heffingsper
centage der omzetbelasting enkele
nieuwe vrijstellingen van eerste le
vensbehoeften niet zullen ontbreken.
Met betrekking tot de meer algemeene vraag
betreffende de behartiging van de belangen
van het groote gezin op het geheele gebied
der belastingwetgeving, brengt de minister in
herinnering dat, ten einde deze aangelegen
heid in algemeen verband onder de oogen te
zien, in den loop van het vorig jaar de com-
missie-Fleskens is ingesteld Deze commissie is
met haar arbeid nog niet gereed gekomen,
doch de minister verwacht, dat zulks nog in
den loop van dit jaar zal geschieden.
Met betrekking tot hetgeen in het verslag is
opgemerkt nopens de mededeeling van den
minister tijdens de omndelinge behandeling
van het ontwerp in de Tweede Kamer aan
gaande de vrijstelling van machines, moge er
zulks ter voorkoming van misverstand, op
worden gewezen, dat de door den minister
overwogen vrijstelling niet op de omzetbelas
ting of het bijzonder invoerrecht doch op het
gewone invoerrecht betrekking heeft. Het ligt
in de bedoeling dit punt bij de thans in over
weging zijnde herziening van de tariefwet 1934
tot een oplossing te brengen.
Nederland betaalt de bouwkosten.
Exploitatiekosten van Indische maritieme
defensie voor rekening der Koloniën.
Ingediend is een aanvullingsbegrooting voor
1938 van het departement van Koloniën, in
zake de verdeeling der vlootkosten over Ne
derland en Indië.
In het kort samengevat komen de hoofdbe
ginselen in groote lijnen hierop neer dat van
de uitgaven voor de Indische maritieme de
fensie de aanbouwkosten van schepen en
vliegtuigen voor rekening van Nederland ko
men, terwijl Indië de exploitatiekosten be
taalt.
Het aanbouwplan-1936 omvatte o.a. een 33-
tal bommenwerpers voor de landmacht. Te-
rugkeerende tot de traditie, dat Indië zijn le-
geruitgaven zelf betaalt, meent de regeering
van de gelegenheid, dat nieuwe richtlijnen
worden getrokken, gebruik te moeten maken
om de bekostiging van deze vliegtuigen ten
laste van Indië te laten. Als gevolg hiervan
kan het betreffende artikel met f 1.326.000
worden verlaagd.
Ten aanzien van de vraag of met betrek
king tot de vlootkosten voor 193-8 behoefte be
staat aan toepassing van het correctief, gele
gen in de toekenning van een bijdrage van
het eene gebiedsdeel aan het andere, is de
regeering te rade seworden dat laatstgenoemd
gebiedsdeel een bijdrage in de bedrijfskosten
niet kan ontberen. Zij meent deze bijdrage te
moeten stellen op f 5.000.000, welk bedrag in
het wetsontwerp wordt uitgetrokken.
KON. NED. MIDDENSTANDS.
BOND BLIJFT VOORUITGAAN.
Voorstellen voor contributie-
verhooging teruggenomen
HET CONGRES TE ZEIST.
Onder voorzitterschap van den heer Ed. G.
Schürmann is Dinsdag te Zeist het congres
van den Kon. Ned. Middenstandsbond begon
nen.
De voorzitter zeide in zijn openingswoord
o.m.:
Onder de nog niet bereikte desiderata is in
de eerste plaats de wensch tot verlaging dei-
vaste lasten. Juist in moeilijke tijden, met
te geringe koopkracht van het publiek druk-
wen deze vaste lasten loodzwaar op het be
drijfsleven.
Het cadeaustelsel, waartegen de organisatie
reeds jaren lang strijd voert, werkt nog steeds
op volle kracht, ofschoon, indien niet alle
voorteekenen bedriegen, het inzicht hierom
trent van den middenstand langzamerhand
veld wint bij de regeering en ook zelfs bij de
z.g.n. gevers van cadeaux. Op den duur zal
het cadeaustelsel moeten verdwijnen.
Een spoedige herziening van de wet inzake
het uitverkoopen en opruimen en een in het
leven roepen van een wettelijke regeling van
het veilingwezen zijn van het grootste belang
voor het middenstandsbedrijfsleven.
Volle aandacht verdient in de naaste toe
komst het werkloosheidsvraagstuk, daar net
den middenstand niet onverschillig kan zijn,
dat zoo talrijke verbruikers inkomsten uit
eigen arbeid moeten ontberen en daardoor
in plaats van de koopkrachtige vraag te ver
sterken en de bedrijvigheid in de distributie
te verhoogen, gedoemd zijn om ten koste
van de gemeenschap te leven.
De bondssecretaris de heer L. de Groot heeft
over de werkzaamheden van den bond ge
durende het eerste halfjaar 1938 nog eenige
mededeelingen gedaan in aansluiting aan het
verslag over het kalenderjaar 1937.
Dankbaar wordt vermeld, dat op ruime
schaal het vijfde lid van arftikel 1 van de
vestigingswet werd toegepast, waardoor voor
de schoenbranche, den kantoorboekhandel,
het kruideniersbedrijf en het automobiel- en
garagebedrijf op voorstel van den midden-
standsraad een tijdelijk vestigingsverbod van
kracht werd.
In het jaar 1937 telde de K.NM.B. (volgens
de gegevens per 1 Januari 1937) 200 af-
deelingen en middenstandsvereenigingen in
Ned. Oost-Indië, 55 vakorganisaties, 24 jonge
renorganisaties, 5 buitengewone leden-ver-
eenigingen met 34740 leden.
Twintig nieuwe afdeelingen, tellende 838
leden, traden toe alsmede dertien vakorgani
saties met 3172, zeven jongerenorganisaties
met 116 (A.M.J.O.'s) en epn buitengewoonlid-
ver-eeniging met 1600 leden.
Na afvoering van uitgetredenen is de netto
toename drie en twintig organisaties met
1527 leden.
Langdurig werd gediscussieerd over den fi-
nancieelen toestand van den bond.
De voorstellen tot contributie-verhooging
werden in zooverre teruggenomen, dat als
overbruggingsmaatregel eenmaal een bijdrage
van f 0.25 per lid van de organisaties zal
worden geheven.
Bij acclamatie werd de heer J. K. W. F. van
Bommel te 's Gravenhage, oud-penning-
meester op voorstel van het hoofdbestuur be
noemd tot eerelid. De heer van Bommel is het
eerste en eenige eerelid, dat de K.N.MB.
kent.
De bondsvoorzitter sprak den heer van
Bommel toe en bood hem een oorkonde aan.
Ten zeerste geroerd dankte het nieuwe eere
lid voor deze onderscheiding.
In den middagvergadering hield de heer
F. L. van der Leeuw, directeur van het bonds-
bureau een inleiding over de verhouding
tusschen groot- en kleinbedrijf.
Spr. beschouwde het vraagstuk objectief
Krijgen kleine tuinders geen
z.g. B-steun?
Vragen aan den minister van Sociale Zaken.
De heer Van der Sluis heeft aan den minis
ter van sociale zaken de volgende vragen
gesteld: 1. Is het juist, dat de z.g. B-steun
(steun in den vorm van schoeisel, kleeding en
dekking), waarvoor de kleine boeren in aan
merking komen, gedurende het jaar 1938
niet aan de kleine tuinders wordt toegekend?
2. Als de eerste vraag bevestigend woi'dt be
antwoord, is de minister dan bei'eid om alsnog
te bevorderen, dat ook de kleine tuinders in
1938 van deze aanvullenden steun kunnen
profiteeren?
De civiele zittingen.
Gedeeltelijke waarneming door een rechter.
Van 1 September a.s. af zal natuurlijk
ook voor Haarlem de wet van 9 December
1937 worden ingevoerd, die betrekking heeft
op de waarneming der civiele zittingen van
de Arr. Rechtbank door één rechter. Zooals
bekend worden op het oogenblik nog ook de
civiele zittingen waargenomen door een pre
sident en twee rechters.
Van 1 September a.s. af zal nu de regeling
der civiele zittingen als volgt zijn. De presi
dent en twee rechters zullen eerst de extra-
judicieele zaken behandelen, n.l.: faillisse
mentsaanvragen, familie verhooren, reques-
ten. Daarna neemt verder één rechter de an
dere zaken waar: het aanhooren van de ver
zoeken der procureurs betreffende hun za
ken: vragen om uitstel en aanhouding, het
nemen van enkele conclusies enz.
zonder conclusie te trekken. Spr. somde de
factoren op, waardoor het gi-ootwinkel- en
filiaalbedrijf een voorsprong had. Daartegen
over heeft het middenstandsbedrijf weer eco
nomische voordeelen.
Het kleinbedrijf brengt een betere ai'beids-
verdeeling.
De maatschappij heeft meer belang bij
een breede welvarende middengroep dan bij
een kleine groep rijkaards.
De heer v. d. Leeuw besprak vervolgens
de verwermiddelen. Spr. wilde fiscale ge
lijkstelling. De ovex-heid mag de groot be-1
drijven niet voortrekken. Spreker zeide
geschrokken te zijn van de ongelijkheid ge
schapen in het vestigingsbesluit broodbe-
di'ijven waarbij 1940 aan filiaalbeheerders
lichtere exameneischen worden gesteld dan
aan zelfstandigen.
Nadat verschillende leden het woord hadden
gevoerd werd besloten, dat het hoofdbestuur
op korten termijn een rapport over dit on
derwerp zal uitbrengen, waarop de vakraad
en distiicten hun standpunt kunnen bepalen
en tenslotte de bondsraad een besluit zal
nemen.
Veiwolgens deelde de heer C. S. Th van Gink
secretaris van het natioxxaal comité tot be
teugeling van het cadeaustelsel mede, dat
eenige dagen geleden dit comité via de com
missie van overleg der drie Nederlandsche
middenstandsbonden de verzekering mocht
ontvangen, dat de strijd tegen het cadeau
stelsel krachtig zal worden voortgezet. Als
de normale distributie in de juiste banen wordt
geleid en de handelrijvertde middenstand
zich daarvoor offers moet getroosten, ma;
deze verwachten, dat ook de uitwassen, de
abnormale distributievormen verdwijnen. De
handelswetgeving is er echter niet op inge
steld deze uitwassen uit te schakelen en dat
wreekt zich iederen dag.
Hiervan noemde spr. een treffend voor
beeld.
Terwijl de bonafide handel niet in vol
doende mate, beschikking krijgt over con
senten voor Tsjechisch glas, porcelein en
aardewerk en niet in staat is de publieke
vraag, welke naar artikelen van die soort
uitgaat, volledig te bevredigen, zijn zij, die in
de basisjaren enorme hoevelheden glas, por
celein en aardewerk uit Tsjecho-Slowakije
invoerden ten behoeve van het cadeaustelsel,
thans in het bezit van ruime consenten.
IJzeren platen worden doorgesneden.
Dezen zomer niet meer
naar Indië.
(Van onzen specialen verslaggever).
WEST-TERSCHELLING, 20 Juli.
Wij spraken vandaag eenige deskundigen,
die van meeixing waren dat hetgeen de Ka
rimata presteert, haast aan het ongelooflijke
grenst. Deze week worden eei-st recht de ca
paciteiten van 's werelds grootsten tinbagger
molen gedemonstreerd. Zooals men weet is
de molen thans gestuit op de resten van den
toren van Beckers, van welk gevaarte nog
pl.m. 50.000 K.G. ijzer op den zeebodem aan
wezig was. Bij stukken en brokken wordt dit
ijzer thans opgehaald. De emmers snijden
door de ongeveer 2 c.M. dikke platen als een
mes door de koek.
Er zullen nog wel 3 a 4 dagen verloopen,
voor alles wat herinnert aan de poging van
den heer Beckers van den zeebodem is ver
dwenen. Het is duidelijk, dat het verwijderen
van de duizenden K.G. ijzer minder snel vor
dert dan het baggeren in zand en klei.. Maar
ook deze hinderpaal wordt vlot overwonnen
en reeds is men een flink stuk gevorderd. Des
ïxachts. werkt de molen naast de resten van
den toren, daar het gewenscht is het moei
lijke werk van het omhoog halen der stuk
ken ijzer bij daglicht te verrichen.
Dc groote vraag.
De groote vraag, welke men zich van den
aanvang af heeft gesteld: wanneer komt men
op de plaats, waar de schat gevonden kan
worden? is hoe kan het anders nog
steeds niet te beantwoorden. De menschen op
het eiland, die bij vroegere pogingen betrok
ken zijn geweest, zijn van oordeel, dat men
nog niet op de plek is. waar men zijn moet.
Maar zekerheid daaromtrent bestaat pr na
tuurlijk in geen "nkel opzicht.
Het is een nief -p miskenre - feit dat mor
vroeger op deze plèk steeds zonder succes
heeft gewerkt. Ook de heer Beckers meende
zijn toren daar m moeten neerlaten.
Maar in elk geval staat vast, dat men nu
vlak boven een der wrakstukken van de Lu-
tine is. Vandaag werden weer eenige kogels,
ballastbroodjes en stukken wrakhout opge
haald. Het is zoo goed als zeker, dat de molen
thans boven het voorschip werkt Algemeen
wordt echter aangenomen dat in het achter
schip de schatten waren geborgen, Vermoe
delijk ligt, daar de Lutine uit elkaar is gesla
gen, het achterschip een eind verder in zee.
Merkwaardig is het intusschen, dat ook
vroeger van dit achterschip zoo goed als nooit
iets is opgehaald. Alleen heeft men een st-uk
van het roer gevonden. Zou. er toch iets waar
zijn van de geruchten, dat dit achterschip
een eind is weggesleept?
De plannen van Beckers
onuitvoerbaar.
Thans blijkt zonneklaar hoe fantastisch en
feitelijk onuitvoerbaar de plannen van den
heer Beckers zijn geweest. Hij liet zijn toren
neer op een plaats waarvan niemand met
eenige zekei-heid wist, dat er de schatten kon
den worden gevonden Het onderste deel van
den toren, waarin gewerkt moest worden, be
sloeg slechts een heel kleine oppervlakte en
honderd tegen een, dat men niet op de goede
plaats was. Bij voorbaat waren die plannen
eigenlijk reeds tot mislukking gedoemd.
Vandaag was de Karimata op een diepte
van pl.m. 19 Meter gekomen. Het is écht Lu-
tine-weer geworden. Een blauwe hemel koe-
pelt over Terschellixxg. Het dorp is vol van
het beweeg van fleuióg en luchtig gekleede
zomergasten; een zacht windje brengt eenige
verkoeling.
Het is inmiddels eind Juli geworden. Wan
neer de Karimata nog dezen zomer naar In
dië zou vertrekken, zou dit begin Augustus
moeten geschieden. Uit goede bron vernemen
wij. dat het zoo goed als uitgesloten moet
worden geacht, dat de molen nog dit jaar de
lange reis naar Billiton zal aanvaarden. Men
werkt nistig door op de Terschellinger gron
den en na beëindiging van djt werk keert de
Karimata voorloopig naar Kinderdijk terug
om het volgend jaar naar Indië te worden
gesleept.
G. P. D.
Kent u het blad „Onze Taaltuin"? Wanneer
u het precies weten wilt: het is een maand
blad voor de taal als volksuiting, nationale
cultuurschat en instrument voor schoone
kunst en officieel orgaan van de dialecten
commissie der Koninklijke Nederlandsche
Akademie van Wetenschappen (hè, hè
Wanneer u het nóg preciezer weten wilt: re
dacteur is prof, dr. Jac. van Ginniken, met
medewerking van dr. J. Grauls, prof. dr. J.
Wille en P. J. Meertens. Dat is dus best in
orde. En bovendien is het werkelijk een heel
interessant blad, waaruit altijd wat te leeren
valt. Het hoofdartikel van het nummer van
Juli 1938 draagt tot titel „De Smak- of Zuig-
klanken" en een gewoon mensch staat ver
baasd over de terreinen, waarop de weten
schappen in het algemeen en derzelver dienst
willige dienai-en zeer in het bijzonder zich
bewegen. Wie bij mijn taxxte Johanna zou
aankomen met een verhandeling over de
smak- of zuigklanken zou niet als weten
schappelijk man aandachtig worden aange
hoord, doch als onbeschaafd pei'soon tante
Johanna's onroerend goed onvei'biddelijker-
wijs hebben te verlaten. Maar nu de knappe
Nijmeegsche prof. Van Gimxiken er mee in
de Taaltuin verschijnt, hooren wij hem vol
aandacht en wetenschappelijke belangstel
ling aan. De prof. vertelt ons héél veel over
de smak- en zuigklanken. Niet die. welke wij
beluisteren wanneer wij een reisgezelschap
aan den maaltijd aantreffen en welker moge
lijke wetenschappelijke beteekenis ons ontgaat,
doch de zoogenaamde „clicks" wat de taalkun
dige benaming voor zulke onoirbare geluiden
blijkt te zijn.
Het vervelende is dat voor de wetenschap
geen enkel ideaal veilig is. want is het niet
ontnuchterend van prof. van Ginniken (zie
pagina 82 van dit Julinummer van De Taal
tuin) te vernemen. „Onze kus is niets anders
als de bilabiale click der Boschjesmannen"?
Het staat er letterlijk zóó. („niets anders
sschijnt professoraal Taaituinderij te
zijn voor het goed Nederlandsche „niets an
ders danmaar daar heb ik het niet
over).
Ik heb het in navolging en op gezag van
prof. vair Ginniken over het feit, dat onze
kus de bilabiale click van den Boschjesman
is en ik moet tot mijn spijt en teleurstelling
zeggen, dat met deze wetenschap een groot
deel van mijn plezier in het kussen veixïwe-
nen is. Ik kan nu geen argelooze omhelzing
meer plegen. Iix stede van het even guitige als
schalksche gevoel te hebben een kusje te ste
len, zie ik mijzelf als zoo'n enge Boschjesman
en hóór ik mijzelf als die lieve Lientje we
tenschappelijk. taalkundig en min of meer
historisch bilabiaal te clicken.
Wanneer tante Johanna boven-gememo-
reerd, mij haar tuitmondje toesteekt om mij
ter gelegenheid van mijn verjaardag bilabiaal
te beclicken, deins ik oixwillek.eurig achteruit
omdat ik mij verbeeld met een Boschjesman
te doen te hebbenwaar tanteliefs uiterlijke
verschijning trouwens toe bijdraagt).
Ik bedoel dat de hooggeleerde Nijmeegsche
taaltuinier mij door zijn wetenschappelijke
mededeeliixg een zeer goed deel mijner hei-
melijkste levensvreugden heeft ontroofd,
want wie aan bilabiale clicks en Boschjes
mannen moet dexxken op die levensoogenblik-
ken. die men teedere momenten noemt, dat is
een vei-armd man.
Men moest dunkt mij die Taaltuin verbie
den voor reguliere stervelingen. En zijn pa
den alleen betreedbaar stellen voor hoogge
leerde heeren. Want de hooggeleerdheid is uit
haar aard en wezen allicht een beetje onge
voeliger voor de precieuze momenten die wij
kusjes noemen en die zij bilabiale clicks
noemt.
Waarom, o wetenschap, moet gij ons onze
illusies ontnemen? Ge hebt oixs de bombar
deervliegtuigen, de ondex-zeeërs, de radio, de
telefoon, de auto, de snelheid, het spektakel
gebracht moet nu zelfs het poëtische kusje
door u om zeep gebracht worden?
Een bilabiale clickStel je voor!
En dan nog van de Boschjesmannen
Dat is niet aardig van u, professor.
Dat neem ik u hoogst kwalijk, professor.
Ik vind uw tuin heelemaal niet poëtisch,
pi-ofessor.
Een bilabiale click van een boschjesman.
nou moe!
Een bilabiale clickhoe bestaat t....
Volkstuinders wenschen Overheids
steun.
O.m. door het beschikbaar stellen van
gronden.
Op initiatief van het bestuur van het Alge
meen Verbond van Volkstuin Ver. in Neder
land, kwam een aantal personen bijeen in
het gebouw American te Amsterdam ter be
spreking, wat gedaan zou kunnen worden om
het Volkstuinwerk te bevorderen.
De vooi'zitter leidde het doel van de sa
menkomst in en liet uitkomen, dat de Volks
tuinen. waarvan er meer daxx 100.000 in ons
land zijn, zonder uitzondering de entrée van
elke groote stad meer ontsieren dan ver
fraaien Goede voorbeelden zijn er te vinden,
echter veel te gering in aantal. Spr. meende
dat voor dit werk, evenals voor allerlei Sport
beoefenaars. gelegenheid moet bestaan, op
vaste plaatsen hun liefhebberij te kunnen
botvieren aan het kweeken van bloem en
plant.
De inrichting van Volkstuingroepen. ook al
geschiedt dit door de gegadigden zelf, eischt
financieele offers, waar de betrokkenen niet
over beschikken. Het doel dezer bijeenkomst
is te komen tot stichting van een comité dat
zal trachten het financieel mogelijk te maken,
dat leeningen tegen geen of zeer lage rente
zullen kunnen worden verstrekt.
Bij de discussie waaraan velen deelnamen
bleek men het nut vaxx een Nat. Comm. in te
zien.
Echter was men van meening dat van Re-
geeringswege aan gemeentebesturen voortge
schreven moest worden, dat voor Volkstuinen
gi-onden beschikbaar gesteld dienen te wor
den. Dan zal de taak van het Comité zijn,
het Alg. Verbond te steunen, door de midde
len te verschaffen aan de inrichting van
Volkstuingroepen, op de wijze die het Alg.
Verbond te steunen, door de middelen te ver
schaffen aan de inrichting van Volkstuin-
gx-oepen, op de wijze als het Alg. Verbond
voorstaat.
Besloten werd binnen niet al te langen tijd
opnieuw bijeen te komen en dan tot stich
ting van het Comité over te gaan.
In het voorloopig Comité namen zitting de
heeren, H v. d. Masch—Spakler, G. Wolters,
Mr. J. J. Romein. Mr. K Jansma