Een rokvier jurken!
De vrouw bij de politie
MENU VAN DE WEEK
Recept
en
'nSteentje in uwschoen'i
y R TT P G 70 T U LI 1938
De dag vóór de vacantie
E ouderen onder ons herinneren zich
allemaal uit het boek van Jules Verne
„De reis om de wereld in 80 dagen"
het verhaal van den knecht van Phi-
leas Fogg, Passepartout, die bij het overhaast
vertrek vergeten heeft een gasvlam uit te
draaien, en dat onderweg bedenkt. Uit eerste-
geïllustreerde uitgaven van het boek kan men
zich zelfs een stuntelig plaatje herinneren,
waarop Passepartout ademloos naar het heet,
maar met bolle wangen, komt aangerend om
den vleermuisbrander uit te draaien!
Ziedaar de nachtmerrie van alle over-
zorgzame menschen die op reis gaan: wat
heb ik vergeten? En dan niet in de allereerste
plaats, wat zij vergeten hebben in de koffers
te pakken maar veel meer nog welke dinge
tjes zij vergeten hebben te regelen, wat ze
vergeten hebben af te sluiten of op te ruimen,
al die kleine maatregelen die genomen moe
ten worden voordat de deur achter hen dicht
geslagen kan worden
Daarmee bedoel ik niet in de eerste plaats
de maatregelen die sommigen nemen voor
een reisje van een paar weken, alsof zij
maanden weggaan: gordijnen afnemen, de
meubels in hoezen pakken, kleeden opnemen,
overal kamfer strooien, de bedden afnemen
en de dekens op zolder hangen, enzoovoorts.
Dat zijn van die dingen, die door sommigen
als absolute noodzaak worden aangemerkt,
terwijl minstens evenveel anderen dit over
dreven en lastig vinden en er niet over den
ken het te doen.
Maar velerlei kleinigheden moeten wor
den gedaan door ieder die op reis gaat tenzij
men zoo gemakkelijk is. dat koffer pakken de
eenige zorg is, „ik zal verder wel vinden of er
wat gebeurd is als ik thuiskom". Zóó lucht
hartig gaan echter slechts weinigen op reis,
de meesten van ons hebben nog heel wat
zorgjes af te werken, voordat zij in vacantie-
stemming op weg zijn.
De huissleutel moet bij een familielid of
vriend in bewaring worden gegeven.
De planten in huis moeten op een of andere
manier worden verzorgd.
De huisdieren moeten onderdak en voedsel
hebben.
De ramen en deuren moeten goed gesloten
zijn.
Resten afval moeten zijn weggehaald of op
een andere wijze worden opgeruimd.
Familie en vrienden moeten worden goe
dendag gezegd, een vriendelijkheid die meest
al erg wordt geapprecieerd.
De leveranciers moeten worden gewaar
schuwd dat het huis gesloten is.
Er moet iemand gevonden worden die de
brievenbus leegt, anders is óf na twee dagen
de bus stampvol, of men moet zich bij thuis
komst over een berg van papier een weg ba
nen om het huis binnen te komen.
En zoo zijn er meer kleinigheden die ge
daan moeten worden, voordat men, los van
alles, van de vacantie kan genieten.
Al dit gedoe plus het onaangename werkje
van koffers pakken kost ons een vervelenden
dag, het hoofd loopt ons om, en tot overmaat
overpeinzen we nog: wat ben ik eigenlijk be
gonnen, al die omhaal, en misschien is het
daarginder heelemaal niet mooi, of erg slecht
weer of een nare omgeving: bleven we meer
thuis, dat zou wel zoo gemakkelijk zijn, en
zoovoorts.
Niet iedereen denkt er zoo over, maar in
formeert u maar eens bij uw vrienden en ken
nissen, de meesten van hen houden toch wel
een dergelijke overpeinzing, als zij in één ren
zijn om alles goed in orde te krijgen. Degenen
onder hen, die alleen op zichzelf zijn inge
steld en zich weinig of niet interesseeren voor
anderen, meenen dat zij alléén dien zeer bij-
zonderen landziekigen dag hebben, voor het
op reis" gaan, maar wie zooiets in een gezel
schap oppert, bemerkt dat de meeste ande
ren dat evenzoo ondervinden.
Bij sommigen gaat dit weieens zoover, dat
zij er óf het reisje voor laten schieten, óf
maar dicht bij huis blijven, dan kunnen zij er
desnoods nog weieens tusschentijds heen om
te zien of alles in orde is.
Voor wie dien landerigen dag vóór het
op reis gaan beleeft, is het een troost te we
ten, dat hij niet de eenige is, die daarmee
moeilijkheden heeft: dat behoort nu eenmaal
tot de kleine onaangenaamheden die verbon
den zijn aan alle dingen die tot een groote
vreugde willen leiden; wie het er niet voor
over heeft maakt zijn leven vlak en zonder
tegenstellingen die het kleur en leven geven.
E. E. J—P.
HSÏREEH'S DKGBES15
TT
BABY GAAT MEE OP REIS
Augustus, de vacantiemaand bij uitne
mendheid! Nu is het overal druk en vol. „Ge
zellig" vindt de een, „vreeselijk" klaagt de
ander.
Hoe het zij, 't kan zijn, dat u juist in deze
maand vacantie kijgt en dat u besloten zijt,
baby mede te nemen. Nu gaat het er natuur
lijk om, het kindje zooveel mogelijk te laten
genieten en zoo weinig mogelijk te doen
lijden door de reisvermoeienissen. Laat ons
eens kijken was we hiervoor kunnen doen,
We maken een klein hangmatje of een
reisbrancard. Deze voorwerpen zijn allebei zeer
practisch en wat zoo prettig is: we kunnen
ze zelf maken.
Het hangmatje.
is uitstekend geschikt voor een zuigelin-
getje. Men kan het in de coupé ophangen,
tusschen de twee bagagenetten in en als :t
kindje esr warmpjes toegestopt in ligt, zal
't even heerlijk slapen ais thuis in de wieg en
geen gevaar loopen, emit te vallen. Voor 't
hangmatje hebt noodig een stuk grof katoen
zeer stevig natuurlijk in groen, blauw of rood.
Geeft u echter de voorkeur aan gebloemd
cretonne, dan moet de stof dubbel worden
genomen. U knipt de stukken volgens het
schema, dat u hier ziet. De halfcirkelvormige
zijkant wordt natuurlijk tweemaal geknipt.
Als u de stukken aan elkaar hebt genaaid en
de randen met zoomen afgewerkt, naait u de
zoomen aan één kant dicht en schuift er
kleine latjes in, dat geeft meer zekerheid. Het
andere einde van den zoom wordt met een
drukker gesloten. Wilt u het hangmatje op
vouwen om het in den koffer te kunnen mee
nemen, dan haalt u de latjes bijv.
houten gordijnroetjes eruit. Vervolgens
bevestigt u aan de vier hoeken van de hang
mat vier stevige banden van 2 cM. breed,
die u zelf kunt maken van dubbelgevouwen
piqué. De banden moeten 50 cM. lang zijn en
uitloopen in S-vormige haken, waarmee u
het hangmatje ophangt. Vergeet vooral niet
een zeiltje onder baby te leggen!
Voor grootere kinderen zal
een brandcardje
meer geschikt zijn. Het moet iets langer zijn
dan de afstand tusschen de twee banken in
de coupé. U maakt het van twee stukken hout
lang pl.m. 90 c.M. (bezemstokken, die u even
met een lakverf een prettig kleurtje geeft,
zijn heel geschikt!), waartusschen u stevig
katoen spant, dat met spijkertjes wordt be
vestigd. De lap katoen moet dezelfde kleur
hebben als de stokken en 85 bij 75 cM. groot
zijn. Als het doel van de reis bereikt is, rolt
u het gevalletje op en bindt het op een kof
fer; 't veroorzaakt daar absoluut geen last.
Handig idee voor uw vacantie?
Als we met vacantie gaan nemen we niet'
alleen kleeren mee die er niet op aan komen,
maar toch ook een paar aardige jurken voor
meer gekleed.
Of dit echter avondjaponnen zullen zijn
of zoo'n tusschensoortje, dat hangt natuur
lijk geheel af van ons vacantie verblijf en van
het milieu, dat we daar zullen aantreffen.
Heel vaak weten we 't zelf nog niet zoo pre
cies en daarom is het idee, dat onze teekening
laat zien, juist zoo buitengewoon practisch.
Eén rok een lange geplisseerde van
mousseline, hetzij in een lichte effen tint.
hetzij marineblauw of zwart, dient hier als
„basis" voor vier verschillende jurken.
Op onze teekening ziet u van links naar
rechts: zwaar linnen in dezelfde tint van
den rok, óf indien deze zwart is, in een aar
dige pasteltint (concert). De rok, gedragen
met een chique blouse in kimonomodel. Wan
neer de rok bijv. zachtblauw is, zal hierbij
een korenblauwe blouse zeer bijzonder staan
vooral wanneer u het geheel nog accentueert
door een breede ceintuur in afstekenden tint,
bijv. donkerlila (diner).
De rok, zeer sober aangevuld met een sport-
blouse van dezelfde stof, zoodat het geheel
als namiddagjaponnetje dienst kan doen
(theemiddag).
En tenslotte verkrijgt u een .groot avond
toilet", als u op den rok een geplisseerd lijfje
draagt van dezelfde stof, aan den hals ver
sierd met bloemen in teere pasteltinten. De
breede ceintuur kan in zilverlamé worden ge
kozen
KINDERJURKJE
(2 tot 3 jaar).
vierde pen. Met de verkregen 130 st. breien,
we 12 ribbels, waarna we strak afkanten.
Opmaak.
Op de machine worden de zijnaden dlcht-
gestikt en ook de mouwen. De schouders
worden aan elkaar gebreid en de mouwtjes
er met veel ruimte aan den kop Ingezet. De
kraag wordt rond gestreken en er opgenaaid
en dan wordt het jukstukje met kleine bloe
metjes van gekleurde wol (.verschillende
nuances blauw met groene takjes staat heel
aardig bij geel) versierd, en dan natuurlijk
bijpassende bloemetjesknoopjes.
SP.—TH.
Dit vroolijke kinderjurkje is gebreid van
okergele Leytenwol.
We hebben noodig 200 gr. wol en twee
pennen no. 3.
Rug.
We zetten 180 st. op en breien: 4a. 10 r. 8a.
lOr. 8a. lOr. enz. en aan het eind weer 4a.
Hiervan breien we 25 pennen en maken dan
in de 8a. twee tezamen. Na 15 pennen
maken we vervolgens in de 7 overgebleven
aver, twee tezamen; dan na 10 pennen weer
twee tezamen en dan nog vier keer achter
eenvolgens na 5 pennen tot er tusschen de
averechten nog maar een recht overblijft. Nu
breien we door tot het jurkje ongeveer 30
cM. lang is en dan breien we de twee rechten
aan weerszijden van de averechte met de
averechte tezamen, dus drie tezamen, zoodat
er nog 90 st. op de pen staan, waarna we wis
selen op pennen no. 2. Het jukstukje breien we
nu: 1 pen recht, 1 pen averecht en wel 20
toeren. Voor het armsgat kanten we aan
weerszijden 10 st. af (4, 3, 2, 1) en breien
dan nog 50 pennen. Voor de schouders laten
we nu aan weerskanten 20 st. staan en de 30
st. in het midden kanten we stevig af. Het
jukstuk is dus met de 20 pennen onder het
armsgat in het geheel 70 toeren hoog.
Voorkant.
De voorkant breien we als de rugzijde, maar
zoodra we van pennen gewisseld hebben
splitsen we het werk in tweeën. We maken
er midden voor nu 5 st. bij, die we telkens
recht breien, zoodat het ribbels worden en
we een goede afwerking van het splitje knj
gen. Deze 51 st. breien we tot het armsgat
en vervolgens tot we 28 ribbels hebben. Nu
"kanten we eerst 10 st. af voor den hals, daar
na achtereenvolgens 4, 3, 3 en 1 st. waarna we
20 st. van den schouder nog 4 x opbreien. De
rechterkant is gelijk aan den linker maar nu
maken we om de 9 ribbels een knoopsgat van
2 st.
Mouw
De mouw begint aan den kop en wordt een
pen recht, een pen aver, gebreid. We zetten
26 st. op en maken bij elke pen van de laat
ste steek er twee tot er 52 st. op de pen
zijn. Nu zetten we er in een keer voor en
achter 13 st. bij op en met deze 78 st. breien
we 60 toeren. Nu breien we een pen: twee
recht, twee te zamen, en breien dan een
boordje van 8 ribbels.
Kraag.
De kraag begint aan den onderkant met
126 st.. Bij de derde pen (we breien ook weer
ribbels) maken we van de eerste en laatste
st. er twee en dit doen we ook weer bij de
Moeilijk, maar zeer nuttig werk.
We hebben natuurlijk allemaal weieens ge
hoord van vrouwelijke politie-agenten en
dan dachten we in de eerste plaats aan de
plaatjes in geïllustreerde tijdschriften, waarop
vrouwen in uniform in Londen of elders bezig
waren, kleine kwajongens, die op de een of
andere wijze het pad der deugd hadden ver
laten, in hun nekvel te nemen!
Toch is dit het werken op straat en in
uniform slechts een onderdeel van den po-
litioneelen arbeid, die tegenwoordig door
vrouwen wordt verricht ons land kent zelfs
geen uniformen voor vrouwen, hoewel er zeer
zeker vrouwelijke agenten zijn! en omdat
dit mooie en nuttige werk nog zoo weinig be
kend is, willen we er u vandaag een en ander
van vertellen.
Aanleiding om het onderwerp ,de vrouw
bij de politie" eens onder de loupe te nemen
was een gesprek, dat we onlangs mochten
hebben met mej. Meta Kehrer, inspectrice le
klasse bij de Amsterdamsche zedenpolitie.
Mej. Kehrer vertelde ons bij die gelegenheid
heel wat, dat we niet wisten en dat ongetwij
feld iedere vrouw interesseert.
Eerst ter inleiding een kort historisch over
zicht. In het jaar 1911 aldus mej. Kehrer
heeft in ons land de vrouw bij de politie haar
intrede gedaan en wel te Rotterdam, waar
mej. Samson als eerste vrouw bij de zedenpo
litie werd benoemd. De bedoeling was, dat de
vrouw maatschappelijk werk zou verrichten
voor meisjes, die zedelijk gevaar liepen.
Al spoedig bleek, dat maatschappelijk werk
voor jonge meisjes met meer succes zou kun
nen worden gedaan, indien een afzonderlijk
bureau voor dit soort werk zou worden opge
richt ten behoeve van minderjarigen.
Een dergelijk bureau werd opgericht on
der den naam kinderpolitie en mej. Samson,
daarheen overgeplaatst, kreeg spoedig vrou
welijke hulpkrachten.
Hier hebben vrouwen reeds vóór den oorlog
uitstekend preventief werk gedaan.
Door den oorlog werd natuurlijk ook op dit
terrein een remmenden invloed uitgeoefend,
maar langzamerhand groeide het werk toch
zóó, dat thans in de meeste groote plaatsen
van ons land een kinderpolitie bestaat, waar
bij het intensieve werk door vrouwen verricht
wordt.
Ik noem bijv. Rotterdam. Amsterdam Den
Haag. Haarlem. Utrecht. Nijmegen. Bussunv.
Den Haag. Leeuwarden, Gouda enz. Zij werkt
hier in nauw contact met de mawuUjkc
krachten, aan de bescherming van kinderen
tegen zichzelf en tegen volwassenen. Ze
spreekt met ouders en opvoeders over moeilij
ke kinderen, over wie klachten zijn ingeko
men van baldadigheid e.d., doet onderzoek
naar die klachten, spreekt de kinderen zelf
en beraamt de maatregelen, die blijvend ge-
wenscht zijn; zij geeft inlichtingen aan
voogdijraad en rechtbank en werkt samen
met allerlei maatschappelijke vereenigingen,
die de kinderbescherming beoefenen enz. enz.
En op kleinere plaatsen, waar de afdeeling
kinderpolitie uit den aard der zaak niet zoo
uitgebreid is, heeft ze er wel eens ander werk
bij. als bijv. woninginspectie, controle in
bioscopen enz.
Eerst na den oorlog, in 1920, werd, nadat
men door de eerste Rotterdamsche pogingen
geleerd had hoe de zaak het beste aan te
pakken, te Amsterdam een afdeeling kinder
politie opgericht.
Deze kreeg al spoedig heel wat werk te ver
zetten; de tijd bleek er rijp voor te zijn.
Dit werk ligt de vrouw bijzonder goed en
vermoedelijk wel mede door haar optreden is
veel van den angst voor de politie, die vaak bij
kinderen wortelt, verdwenen. Ook gelukte het
aan de kinderpolitie, enkele misstanden weg
te krijgen, bijv. het gebedel met kinderen
langs den weg en in sommige plaatsen werd
door haar bemiddeling het particulier initia
tief opgewekt tot intensieven arbeid op maat
schappelijk gebied'.
„Een vraag: ging het initiatief tot aanstel
ling van de vrouw bij de politie van de vrouw
zelf uit of werd de behoefte hieraan door de
autoriteiten gevoeld?"
..Ongetwijfeld het laatste. Met name de
commissaris Roest van Limburg te Rotterdam
deed het inzicht, dat preventief gewerkt
moest worden en dat dus de vrouw in het po
litioneel apparaat een plaats moest hebben,
ingang vinden".
„Is de samenwerking met de mannelijke
krachten prettig?"
„Ja, en buitengewoon vruchtbaar. Wij heb
ben vooral in gevallen van twijfel elkanders
inzicht zeer noodig. De vrouw zal zich soms
iets te veel door medelijden laten bewegen,
de man kan wel eens al te zakelijk zijn. Wan
neer in een twijfelgeval beider inzicht tegen
over elkaar gewogen wordt, dan hebben we
de grootst mogelijke kans, dat de eindconclu
sie juist is".
„De aanvankelijke verwachtingen van de
autoriteiten met betrekking tot de vrouw bij
de politie zijn dus wel vervuld?"
„In ieder geval wordt haar werk zeer ge
waardeerd. Het breidt zich nog voortdurend
uit en het contact met de bevolking en met
de maatschappelijke werkers groeit steeds.
Merkwaardig is in dit verband, dat er zelfs
in tijden van zware bezuiniging aan den vrou
wenarbeid bij de politie zeer weinig getornd is.
„Kunt u cijfers geven omtrent het aantal
vrouwen, werkzaam bij de politie in ons
land?"
„In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
zijn respectievelijk 5, 4 en 2 inspectrices, in
kleinere plaatsen minder. Amsterdam telt ook
de meeste vrouwelijke agenten; in het geheel
zijn er in ons land een 15-tal. Nijmegen geeft
een ideaal voor de indeeling in een provincie
plaats te zien: daar is zoowel een inspectrice
als een vrouwelijke rechercheur.
„En hoe is de toestand in het buitenland?
Komt die in groote trekken met onze opvat
tingen overeen?"
„Vrijwel, met dien verstande, dat men zich
natuurlijk overal aanpast bij de mentaliteit
van de politie, in 't algemeen niet dat boe-
man-achtige in de oogen van het publiek, dat
ze bij ons tot voor korten tijd had en nóg ge
deeltelijk heeft: men is er gemoedelijker in
gesteld en neemt b.v. in het geheel geen aan
stoot aan een vrouw in agents-uniform, het
geen men hier wel zou doen. Als de Londen-
sche vrouwelijke agenten echter op huisbezoek
gaan, verschijnen ze in burger, dus net als
bij ons. Ook Frankrijk kent sinds korten tijd
vrouwelijke politie: zij bestaat uit vrouwen
met een behoorlijke ontwikkeling, die een wei
nig opvallend uniform dragen".
„Worden er ook bij ons bepaalde eischen ge
steld aan candidaat-agenten en inspectrices?'
„Zeker, in Amsterdam moeten ze een exa
men afleggen voor inspectrice en voor agente
Bepaalde ontwikkelingseischen bestaan he
laas nog niet daar ligt nog een groot terrein
braak! We krijgen nu onze inspectrices en
agenten eigenlijk uit alle vakken De verpleeg
stersopleiding is gebleken een heel goede voor
studie te zijn. Anderen hebben eerst gestu
deerd voor mr. in de rechten of maatschap
pelijk werk gedaan. Maar u begrijpt, dat het
hoewel een goede ontwikkeling zeer zeker
van belang is! toch bij dit werk vooral op
het karakter aankomt. Persoonlijke eigen
schappen geven den doorslag, 't Werk is moei
lijk en men mag er vooral niet te jong voor
zijn- stellig niet jonger dan 25 jaar. Het ka
rakter moet veelzijdig zijn, een liefhebbend
hart alleen is niet voldoende, ook zakelijkheid
en een behoorlijk overwicht zijn noodig. Kort
om: ik zou een heele reeks van eigenschap
pen kunnen opnoemen, die de inspectrice en
agente noodig hebben. Maar 't lijkt me het
beste, dat ik u in aansluiting hiermee maar
eens 't een en ander over ons werk vertel".
R. de RUYTER-v d. FEER
.«Slot volgt)
Zondag:
Kippensoep
Biefstuk
Snijboonen
Aardappelen.
Amandelpudding
Frambozensaus.
Maandag
Schelpen met kippen-
ragoüt
Gehakt
Andijvie
Aardappelen.
Vruchten
Dinsdag:
Kerrysoep
Rollade
Slaboonen
Aardappelen.
Citroenvla
Woensdag:
Vleeschpannekoeken.
Komkommersla
Rijstebrij met jam
Donderdag:
Kalf slappen
Postelein
Aardappelen.
Maizenapudding
Gestoofde versche
pruimen
Vrijdag:
Gekookte tong
Peterseliesaus.
Worteltjes
Aardappelen.
Pannekoeken.
Zaterdag:
Runderlappen
Gestoofde tomaten
Rijst
Broodschoteltje.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Eieren met kaassaus 3. Groentesoep
Aardappelpuree
Andijvie
Bessen en frambozen
met dunne room
2. Champignonsoep.
Aardappelen.
Botersaus
Slaboonen
Rijstebrij met
gestoofde kersen.
Sla van komkommen
en tomaten
Aardappelen.
Rijstcroquetjes.
Trommelkoek met
stroopsaus
4. Roereieren met
Macaroni.
Kropsla
Warme broodpudding
met frambozensaus.
Kippensoep.
(6 a 8 personen).
Benoodigdheden: 1 soepkip, 2 L. water, zout
foelie, 60 gr. bloem, 60 gr. boter, 1 a 2
eidooiers.
Bereiding: De kip van binnen en buiten
goed wasschen en opzetten met het water, een
stukje foelie en het zout pl.m. 2 uur zachtjes
laten koken. De kip uit de bouillon nemen, de
mooie stukjes wit vleesch er af nemen en deze
houden voor vulsel in de soep. De rest van de
kip tot den volgenden dag bewaren voor de
schelpen. De bouillon zeven en met boter en
bloem een gebonden soep maken. Is de bouil
lon erg vet, dan minder boter nemen of liever
het vet er af scheppen. De soep op smaak af
maken en bij de eidooiers schenken die in de
soepterrine geklopt zijn. De mooie stukjes
vleesch erin doen.
't Leven bestaat uit kleinigheden
zorg dat die u niet hinderen.
We hebben allemaal al dikwijls gezucht
over ons eigen lastige karakter, dat zich
steeds maar weer stoot aan kleinigheden. We
hebben zelfs weieens uitgeroepen: een groot
verdriet is beter te dragen dan dit nare,
vervelende gedoe! En 't volgende oogenbülc
schaamden we ons. omdat we die denkbeel
dige groote ramp licht hadden geteld. We
moesten ons schamen, we moesten dankbaar
zijn voor al onze zegeningen! Ja, en toch....
Hebt u weieens opgemerkt, dat groote te
leurstellingen en ontberingen een groot leed
zelfs betrekkelijker gemakkelijker te dragen
zijn dan kleinigheden!
Ze zijn als steentjes in je schoen, hinder
lijk, lastig, doodelijk vermoeiend.
Laten we eens even eerlijk zijn: hoe dik
wijls al zijn we een heelen dag uit ons
humeur geweest alleen maar omdat bij 't ont
bijt de pap was aangebrand? Hoe vaak waren
we minstens een paar uur van streek, omdat
de werkster een half uur later dan gewoon
lijk kwam opdagen? Hoe menigmaal... maar
neen. wat helpt die opsomming? Vele en
velerjei zijn in iedere huishouding de kleinig
heden, waaraan men zich ergeren kan. Laten
we die zoo goed mogelijk bewerken en er
niet langer bij stilstaan dan hoog noodig is.
Kent u 't geval van de kastdeur, die nooit
wil dichtblijven? Alle huisgenooten hebben er
al eens een schop tegen gegeven, nadat ze
eerst gevoelig hun hoofd eraan hadden ge-
stooten. Je hoort de melk overkoken, je holt
naar de keuken enloopt precies tegen
die deur, die juist op dat moment weer open
zwaait! Je hebt je been bezeerd, de melk
is verspild, diepe rimpels van ergernis griffen
zich in je overigens zoo jong en liefelijk
gelaat en aan tafel moeten de anderen 't
ontgelden! Allemaal, omdat jc toch maar
niet de energie kunt verzamelen om een
stukje rubber tegen die deur te spijkeren of
het kleine euvel door een timmerman te
laten verhelpen!
Of is 't misschien een lekkende kraan? f
Of een slot. dat niet sluit, of een buffetkastje
dat zóó akelig klemt, dat je steeds weer je
je armen lam trekt? Of is 't een kapot ruitje
in keuken of bijkeuken, waardoor nu al
maanden lang een venijnig tochtstroompje
precies op je nek afkomt? Öf een tafel, die
wiebelt of misschien een spijker, die ergens
zit. waar hij niet hoort en waaraan al heel
wat zijden kousen zijn ten offer gevallen,
vóór het lumineuze idee bij je opkomt, dat Je
hem zoudt kunnen uittrekken?
Dit beteekent. dat het ïevcn ook en voor
al het leven van de huisvrouw, zoo heel ge
makkelijk een sleur wordt. Dagelijks staan
we op denzelfden tijd op, en wc doen achter
elkaar onze gewone bezigheden af. En je kunt
al stof afnemende, groente schoonmakende,
kopjes wasschende. kousen stoppende zoo
heerlijk je gedachten den vrijen loop laten
'oen soort van „denken", dat erg gemakke
lijk ontaardt in droomen of soezen, wist u
dat?)
En dankomt er een onverwachts moei-
Ujkheidje, Je ziet voor 't eerst die losse deur
knop, dat kapotte ruitje. En nu is 't een
heel ding om opeens uit de droomerigen sleur
toestand wakker te worden en maatregelen
te nemen: niet ..morgen", maar onmiddeV
lijk!
En toch is dat de weg. Wacht niet, tot
ongelukken gebeuren, humeuren ycrzuaÉ