Aan allen!
BRIEVENBUS
V" R IT D A G 29 T U L I 1938
HAARLE M'S DAGBLAD
12
7
J
OO af en toe lezen we in de courant dat
in een onzer kustplaatsen een onzer
helden der zee gestorven is. We krij
gen dan in den regel een relaas van
de vele reddingspogingen, die de man in zijn
leven als roeier of schipper bij de Noord- en
Zuid-Hollandsche Reddingboot-Maatschappij
met meer of minder goed gevolg heeft verricht.
Zoo licht komen we dan tot de meening dat die
Redding Maatschappij het eenige is wat er
aah onze kust is opgericht ten behoeve van
den zeeman. En dat is toch niet zoo. De Red
ding Maatschappij doet haar werk en met
succes als het schip of gestrand is of in nood
verkeert. We hebben echter aan onze kust nog
tal van maatregelen getroffen om juist te
voorkomen, dat het met de schepen zoo ver
komt. In de eerste plaats liggen er voor onze
kust vier lichtschepen, n.l. Schouwenbank,
Maas, Haaks en Terschellingerbank, die des
nachts door middel van een groot sterk licht
onze zeelieden waarschuwen dat ze de ge-
vaarlijke kust naderen. Voor onze zeegaten
liggen tal van licht- en brulboeien en dan
staan er op onze kust op afstanden van 10 tot
20 zeemijlen (1 zeemijl is 1852 meter) 14 groote
vuurtorens, die door verschillend gekleurd
licht of door grootere of kleinere onderbre
kingen van de verlichting den zeeman in staat
stellen te ljepalen op welke hoogte hij zich be
vindt. De meeste van deze torens zijn niet
hooger dan 50 meter; de Brandaris is van al
deze torens misschien wel de meest bekende,
de toren bij den Helder, nabij Huisduinen, in
de wandeling bekend als de „Lange jaap" de
hoogste n.l. 64 meter en bezit ook het hoogste
licht. Het staat n.l. 57 meter boven den water
spiegel. De Brandaris staat op 't eiland Ter
schilling en is zoo genoemd naar een Iersohen
heilige, de abt Brandaris, die in zijn leven veel
gereisd en veel avonturen beleefd heeft. Als
we aan een Terschelling-er vragen hoe lang die
toren daar al staat, zal hij zeer waarschijn
lijk zeggen dat niemand het weet, zoo oud is
hij. Maar dat is niet zoo. Op een oude kaart
van den zeeweg om Terschelling staat een to
ren aangegeven als Sint-Brandaris. In de 14de
eeuw bestond ze echter niet, want toen brand
de men op Terschelling slechts vuren om den
zeeman den weg te wijzen. In 1323 werd er de
eerste vuurbaak opgericht en wel door de
stad Kampen, die daarvoor een jaarlijksch be
drag aan geld betaalde. Bovendien zond het
stadsbestuur aan de regeering van Terschel
ling jaarlijks een kwart zalm of steur, welk ge
schenk door de Terschellingers zeer op prijs
werd gesteld. Ook uit een besluit van de
vroedschap van Amsterdam van 1599 blijkt
dat deze stad zich bemoeide met de verlich
ting op Terschelling, terwijl in 1593 de Staten
van Holland besloten hadden den in verval
geraakten vuurtoren te herstellen. Ter herin
nering aan deze herstelling bevindt zich in een
der muren een steen met het volgende op
schrift: „Tot waarschouwinghe aller seeva-
rende, die God behoede. 1594". In 1834 werd hij
nogmaals hersteld en kreeg toen een draaiend
kustlamplicht, wat hij behield tot 1907. Toen
kreeg hij het licht waarmee hij nu nog den
wijden omtrek bestralen kan; het heeft n.l.
een sterkte van 30 millioen kaarsen en is over
een afstand van 65 kilometer zichtbaar, zoo
dat we het licht van den Brandaris in IJmui-
den kunnen zien. De lamp in den toren heeft
natuurlijk niet een sterkte van 30 millioen
kaarsen, maar dooor tal van vernuftige in
strumenten kan het licht tot die groote sterk
te opgevoerd worden.
W. B.—Z.
VACANTIE- WEDSTRIJDEN
Nu zitten jullien allen in de vacantie-pret
en 't spreekt van zelf, dat ik jullie vraag mij
straks eens een opstel te willen zenden over
Wat ik in mijn vacantiie beleefd heb.
't Opstel behoeft niet langer te zijn dan 2
schriftvelletjes (aan één zijde beschreven).
De jongeren van Afdeeling II (Leeftijd 9
jaar en jonger) behoeven mij maar één schrift
velletje te sturen (aan één zijde beschreven).
Nu mag je één heerlijken dag van je vacan-
tie beschrijven, maar je mag ook van allerlei
dingen vertellen, die in de vacantie gebeurd
zijn. Dat laat ik heelemaal aan jullie over.
1 September moet het werk in mijn bezit
zijn. Denk vooral aan naam en leeftijd.
Als 1ste prijs in beide afdeelingen loof ik uit;
een voetbal voor jongens, een handwerkdoos
voor meisjes.
2de prijs in beide afdeelingen: een school-
tasch.
3de prijs in beide afdeelingen een boek.
Geniet nu eerst maar volop van duin en
strand en bosch en hei en begin dan b.v. 15
Augustus aan je opstel. Ik wensch je allen een
heerlijke vacantie toe.
W. B.—Z.
LOESJE BREIT
door W. B.-Z.
Twee steken recht,
Twee averecht.
Loes heeft het goed van Moes verstaan.
En heeft het netjes nagedaan.
Moes heeft de steken opgezet
't Worden sokjes voor Margret.
Margret is 't oudste poppekind.
Die iedereen vast aardig vindt.
Ze heeft een scheiding in 't haar,
En is altijd 't eerste klaar.
Als Loes de sokjes heeft gebreid,
Breit ze een jurk voor pop Aleid.
Aleid speelt altijd vreeselijk druk.
En maakt haar kleeren dadelijk stuk.
Ze zit geen oogenblikje stil
En doet niet altijd, wat Loes wil.
Is dan de jurk ook kant en klaar.
Dan breit Loes broekjes voor pop Saar.
Want Saartje is nog maar heel klein,
't Moeten ook luierbroekjes zijn.
Twee steken recht,
Twee averecht.
Nu afgehecht.
Loes heeft de tweede ook gebreid,
Maar toen riep Moes: ,,'t Is etenstijd!"
Deze raadsels zijn ingezonden door Jon
gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Vrouwtje Ulebuut.) Verbor
gen plaatsen.
a. Let op je hengel. O, er zit een groote
visch aan.
b.Het was mooi weer. "t Zonnetje scheen.
c. Pas op, hoor naar goeden raad.
d. Geef me alstublief een snee koek.
e. Hij maakt zich vuil in 't zand. Voortaan
moet hij een speelpakje aan hebben.
2. (Ingez. door Joice.)
Plaats voor elk van deze 4 woorden één let
ter, zoodat er 4 nieuwe woorden ontstaan. De
beginletters moeten nu den naam vormen van
een eiland in de Middellandsche Zee.
Land Af Rug As
3. (Ingez. door Vrouwtje Ulebuut.)
Mijn eerste is een leelijk beest,
Maar nuttig is het steeds geweest.
Mijn tweede is een lidwoord zonder meer.
Een elk gebruikt het keer op keer.
Mijn derde zal vast in uw kamer staan.
En mijn geheel kan eetbaar zijn, doch kent
J ge 't hiet
Blijf er dan vandaan.
4. (Ingez. door Joice.) Strikvragen.
a. Als een neger in de witte zee valt, wat is
hij dan?
b. Welke boog is de grootste?
5. (Ingez. door Vrouwtje Ulebuut.)
Als je achter een lichaamsdeel een lengte
maat zet, verschaf ik aan veel menschen
brood.
6. (Ingez. door Machteld.)
Neem uit iederen zin een woord, zoodat er
een spreekwoord ontstaat.
Vele kinderen gaan nu op reis.
Hoofden en handen mogen rusten.
Ze mogen nu plezier maken,
De avonden zijn nog zoo licht.
Straks wacht het werk weer.
AFDEELING II.
(Leeftijd 9 jaar en jonger)
1. (Ingez. door Vrouwtje Ulebuut.) Verbor
gen meisjesnamen.
a. Hoor die snaak eens opscheppen.
b. Ma, riep u ons?
c. Boem! Boem! Maken die muzikantjes al
tijd zoo'n lawaai?
2. (Ingez. door Mosplantje.) Verborgen jon
gensnamen.
a. Jaren her mankeerde zij al wat.
b. Ja, dolfijnen zijn tropische vlsschen.
c. In October tramden wij naar Amsterdam
3. (Ingez. door Vrouwtje Ulebuut.)
Met t ben 'k rond, soms ook vierkant.
Met k groei ik nog op het land.
Met N woon ik in 't verre Noorden.
Met W ben ik heusch niets dan woorden.
4. (Ingez. door Tromp.)
Welke viervoeter is door tweeën gedeeld
weer een viervoeter?
5. (Ingez. door Vrouwtje Ulebuut.)
Men ziet mij bij zon en kunstlicht. Ik kan
heel snel groeien en ook snel weer afnemen.
Ook verplaats ik mij snel. want ofschoon ik
niets ben, ben ik toch iets. Wie of wat ben ik'
6. (Ingez. door de Ruyter.) Kamraadsel.
12 3 4 5 6 7 8 9
1 is een groot water
2 is een grappig dier
3 is een ander woord voor keurig
4 zit om een ei
5 heeft een visch
6 is een lichaamsdeel.
7 is een lichaamsdeel
8 is een knaagdier.
9 is een insect.
Langs den rug van de kam moet je een bad
plaats lezen.
RAADSELOPLOSSINGEN
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDEELING I
1. Valkenswaard.
2. a. haring, b. de kapper, c. eksteroog, d.
natte steenen.
3. Onderdendam.
4. AntonKanton.
5. Kameel. Ooievaar. Krokodil.
6. Wolkbreuk.
AFDEELING II
1. Fien, Lien, Mien, Sien, Tien.
2. Telefoondraden.
3. Ren. tent, hen, rat, Aart, Tante, Ant.
4. Vink, musch, kanarie, lijster.
5. Paard, koe, stier, kalf, varken, konijn.
6. Bloemendaal.
Goede oplossingen ontvangen van:
Vrouwtje Ulebuut 3 De kleine Bootsman 6
Anjertje 6 Truus Lameris 6 Eikeldopje 6 Lolly
pop 6 Welp 6 Zonnepit 6 Zondagskindje 5
Viooltje 6 Kerkje 6 Lodi Pieters 6 Karli Pie-
ters 5 De kleine Gichelaar 6 Eureka 5 Kruid
noot 6 Kdnnie 6 Kaboutertje Slim 6 Feetje Ro
zerood 6 Gymnast 6 Boerinnetje 6 Duizend
schoon 6 Poppenmoedertje 6 Iris 6 Janny Fel
ler 6 Vaders Oudste 4 Moeders Schat 4 Cellist
4 Joice 6 Boterbloempje 6 Lindebloesem 6
Beery 6.
Juffertje Spring in 't Veld 6 De kleine Reken-
baas 6 Rietzangertje 6 Machteld 6 Mosplantje
5 De Ruyter 6
RUILRUBRIEK
LENA SMIT, Spionkopstr. 37, heeft ong. 180
kwartjesbons van Jamin en ong. 200 Hillebons
en wenscht die om te ruilen tegen melkbons
van Jamin, Douwe Egbert of Levers Zeepbons.
FRIDA WOUDHUIZEN. Tesselschadelaan 8.
Aerdenhout, heeft: 45 Kwatta soldaatjes. 30
Vetplanten, 29 Haas azijn, 89 Hilles, 13 Albert
Heijn, 30 Coelinghs. 1 Tjoklat-sagen, 1 Tjok-
latbon, Hiervoor gaarne terug: Onze groote
Rivieren, Paddenstoelen, Java II en Sunlight.
K. H., Olieslagerslaan 13, heeft: groot aan
tal buitenlandsche postzegels, ook Nederland
en Koloniën. Hiervoor gaarne terug: Stark.
Haka, D, E„ Hille (alle bons) Droste. Roode
Klok, Hag, Haust, Wijbert, Vergulde Hand, Al
beit Heyn, Groote rivieren, Felix Kattenbr.,
Duifmerken, Wennex, Vim, enz. Scholte, van
Nelle, Jamin, Everlasting, Klaverblad, IJzen-
dijk's boekenb., Franken's beschuitk., Tjok-
lat zegels, bonbonnièrebons, Sagen, Bussink,
Bruine bijtjes. Dobbelmann, Sickesz, Kwatta,
Weegschaal, K. H. C.
JAN FEHRES. Lindenstr. 34. H.-N. heeft:
veel Voetbalplaatjes, 42 van Patria, 28 Dijkstra
Boekenbons, 18 plaatjes van Vetplanten, 17
plaatjes van Bonte wei, 16 Liga boekenbons,
15'o punt van Ruitertjes, 11 Vogelplaatjes. 11
plaatjes van Bosch en Hei, 9 van IJsendijk, 8
van Honing's Maizena album no. 4, 8 van
Dobbelman's theehandel. 8 Pleines dieren-
plaatjes, 7 van Roodband. 7 Olympische spe
len 1932, 7 van de Wereld in beeld, Dobbelman
8 van album III en 1 van album n, 6 van Keg,
4 van ten Houten, 3 Wennix, 2 Sunlight, 1
Hondenplaatje, Hiervoor terug: D. E., f 0.70,
van Lommelaars, Karnemelk, Zeepbons, Hille,
Haka, Lido, de plaatjes van het album: Texel
No. G. H, J, K, L, M, N.
HET „HELLEGAT" IN DE DUITSCHE ALPEN
Geheimzinnige spleet in de aarde, waarvan
niemand het rechte weet.
De toerist, die op een bergwandeling de
hooge Ifen in de Allganerbergketen is overge
trokken en afdaalt in de richting van de ri
vier de Breitoch, vindt opeens een klein bordje
midden op den weg, waarop met duidelijke let
ters te lezen staat: „Skiërs, pas op! Hellegat!
100 meter diep!" 't Staat daar zoo doodeenvou
dig en toch duidt dit bordje op een der groot
ste raadsels van de geheimzinnige alpenwe
reld. Met een beetje moeite slaagt men erin
in het gat af te dalen tot 3 meter diepte, waar
men terecht komt op een plateau, dat de halve
breedte van het vreeselijke gat vult. Wie nu
geen last heeft van duizeligheid of angsten,
gaat plat op zijn buik liggen en kijkt over den
rand in de pikzwarte diepte. De aanblik is
werkelijk aangrijpend! Wat 100 meter hoogte
beteekent, weten jullie wel zoo ongeveer, want
de Dom te Utrecht is immers 110 M. en 100 M.
diepte is van 't vrije veld uit gezien griezelig ge
noeg! Maar nu een zwarte, kale koker, die
100 meter in de diepte reikt. Niemand, al is
hij ook nog zoo dapper kan zonder huiveren
in het „hellegat" kijken!
De herders, die vele eeuwen geleden dit gat
ontdekten, zullen wel gerild en gebeefd hebben
door W. B. Z.
Wij hebben samen,
Vier vlechten in 't haar.
Ik zal 't maar verklikken,
Ook zes roode strikken.
't Haar van Margreetje
Is maar een klein beetje
Maar 't haar van Heieen
Springt om haar ooren heen.
En loopen wij samen heel vlug naar school
Dan dansen de vlébhten van louter jool.
Vier vlechten hippen op en neer.
Vijf strikken wappren heen en weer.
Of 't zomer is of barre kou
De vlechten blijven ons altijd trouw.
Wij zijn vriendinnen voor 't heele jaar
Twee meisje,
Vier vlechten,
Tel ze maar!
Brieven aan de Redactie van de Klnder-Af-
deeling moeten gezonden worden aan Mevrouw
BLOMBERG—ZEEMAN. Delftlaan 75.
.TANNA A. Wel bedankt voor het snoezige
grasklokje. Ik ben ook door I-IairlIngen gereden,
't Zou leuk zijn geweest als ik je had gezien.
Waar logeerde Kitty? En waar was Zwem graag?
Nu tot spoedig?
BOTERBLOEMPJE. Wat was het Zondag
heerlijk weer voor alle weidebloempjes. Ben je
over gegaan? Gezellig voor je, dat Ada straks
ook naar school gaat. Als ze lezen en schrijven
kan. mag ze ook Rubriekertje worden.
JOICE. Mijn dank voor je felicitatie. Je was
wel in de buurt. Leuk. dat je een j>op breit. Is
ze nog afgekomen? Heb je een fijne vacantie?
CELLIST. Gefeliciteerd met je o-vergang. Je
pen schrijft keurig. Geniet je heerlijk bfj groot
moeder? Bloeit de hei al? Wamneer kom je weer
op Haarlem aan?
MOEDERS SCHAT. —Ben je over gegaan?
Logeer je weer in Loosdtiinen? Ik geloof heusch.
dat Augustus echt zomerweer zal geven.
VADERS OUDSTE. Wat heerlijk, dat je over
bent gegaan. Je hadt er hard genoeg voor gewerkt
hè. Nu maar vergeten dat er nog zoo iets als een
chool bestaat.
JANNY F. Dat Is een fijn schoolreisje ge
veest. Jullie hebben den dag wel uitgebuit. Je
denkt zeker nog alle dagen aan de Jeugd-Herberg
terug. I-Ieb je poes al een bezoek gebracht?-
BOSCHFEE. 'k Dacht heusch, dat de fee
us weggezweefd. Maar 't schoolreisje heeft je ge
lukkig weer doen tcrtigkeeren. Je versje is niet
onaardig, maar ik denk. dat je het wat heel gauw
hebt neergeschreven. En haastige spoed is zel
den goed
POPPENMOEDERTJE. Zijn jullie nog in
t hooge Noorden? Heb je flink gebruik gemaakt
van tantes fiets? Wat prettig, dat jullie beiden
zijn overgegaan.
DUIZENDSCHOON. Wat is dat oen heerlijk
schoolreisje geweest. Sliep jij boven of onder in
de Jeugd-Herberg? Je had er zeker wel graag de
heele vacantie willen blijven. Staat het vaasje bij
moeder op tafel?
GYMNAST en BOERINNETJE. Jullie bof
ten maar weer met die vrijkaart voor de gondel-
vaart. Iloe was de sluitingsavond? Is Boerinnetje
ook mee geweest? Heeft de pop al een nieuw jum-
pertje aan?
KRUIDNOOT. Wat zal dat een schrik ge
weest zijn, toen die twee Jongens er niet waren.
1-Ioe wus je rapport? En wat zijn de verdere va-
cantieplaivnen?
EUREKA. Ben je al eens weer naar Zandvoort
geweest? Heb je ook een zwempakje? 't Is maar
heerlijk, dat je een fiets hebt. Wat gezellig, dat
Joice ook mee mag zingen met de aubade.
DE KLEINE GICHELAAR. Nu ben je van
onderen en van boven mooi. Gelukkig maai- voor
je pep, dat ze toch een nieuwe jurk heeft ge
kregen. Hoe bevalt de vacantie? 't Lijkt me wel
vroolijk zoo'n Tekenschrift met plaatjes tussclien
de sommen. Had je ook zulke mooie cijfers op je
rapport?
KARLI P. Heb je ook nog in een vliegtuig
mogen zitten? Leuk hè die Jonge tijgertjes. Jam
mer, dat ze niet zoo lief blijven. Dat zeggen moe
ders ook wel eens van hun kinderen, 't Was maar
goed, dat de regen wachtte tot 't feest achter den
rug was.
HYACINT. Prettig dat Je zoo'n goeden ver
jaardag hebt gehad. Wees maar zuinig op dat
mooie postpapier. Is 't feest van Juffrouw E. leuk
geweest? Gelukkig, dat ze nu vooruit gaat. Ben
je tevreden met je rapport? Is je nichtje er nu?
LODI P. Wat gezellig, dat jullie samen zijn
uitgeweest. Dien nacht sliepen jullie zeker als
rozen. Ben je niet blij. dat het huiswerk nu is af-
geloopen?
VROUWTJE ULEBUUT. Is de poes al ge
wend bij Opa? Vorder je met het broekje? Har
telijk gefeliciteerd met de verjaardagen van groot
moeder en moeder? Is 't borduurwerk klaar ge
komen? Heeft moeder weer fijne vacantie-ver-
rassingen?
VIOOLTJE. Hoe was Je rapport? Een heer
lijke gedochte hè. dat er vooreerst geen proeven
moer komen. Heb je 't land ook goed gekend?
ROZEKROONTJE. Je hebt zeker een druk
leventje achter den rug. Wat een bof was die
Brusselsche reis. Dat ls een onvergetelijke dag
voor je geweest.
ZONDAGSKINDJE. Vertel je me den volgen
den keer eens of je nog lauweren behaald hebt
in de Sportweek? Hoe was de water-polo-wed
strijd? Je bent natuurlijk overgegaan? Heb je
prettig gejokerd?
WILLEM v. ORANJE. 't Doet me genoegen,
dat je toch nog een paar heerlijke dagen ïn 't
vooruitzicht hebt. Op 3 Augustus zal er dus weer
druk vergaderd worden.
ANJERTJE. De vorige keer kreeg ik je
briefje te laat. Ben je weer terug uit I-lilversum?
Aardig dat vader je de krant opstuurdo.
DE KLEINE BOOTSMAN. Ja, 11c heb nog al
goed weer gehad in mijn yacan-bieweek. Heb j'
Zondag veel genoegen gehad bij grootmoeder?
Je gaat toch over? Je schrijft steeds netter. Doen
de vingers niet meer pijn?
JUFFERTJE SPRING IN 'T VELD en DE
KLEINE REKENBAAS. Als je mij de Ruil-
aanvraag nog eens stuurt wil ik ze wel plaatsen.
Leuk, dat jullie ook zoo genoten hebben op "t
schoolreisje. Zijn jullie beiden overgegaan? Wat
had die Juffertje Spring in 't veld een prachtig
rapport. Gefeliciteerd ermee.
ROBBEDOES. 't Doet me plezier, dat je het
boek zoo prachtig vindt. Ik zou best een heelen
dag in jullie hut willen bivakkeeren. Nog hartelijk
gefeliciteerd met je verjaardag. Nu rust je zeker
heerlijk uit van alle vermoeienissen.
ZWEMGRAAG. 'k Vond het gezellig weer
eens wat van je te hooren. Geniet je fijn van je
vacantie? Je hebt je dapper geweerd in de
Sportweek. Hebben jullie al bericht uit Indië
gekregen? Heerlijk, dat er nog zooveel bloemen
in den tuin zijn. De regen heeft daar vast wel
goed aan gedaan. Zwem je alle dagen?
RIETZA.NGERTJE. Is de koffer naar je zin?
Wanneer gaan jullie kampeeren? Ja. dan komt hij
goed van pas. Leuk, dat hy ook nog naar Assen
reist. Wat heb je al een heerlijk reisje gemaakt
met vader. Welke bloemen bloeien in je tuintje
aan de Delftlaan?
DE KLEINE BOOTSMAN en VROUWTJE
ULEBUUT. Hartelijk dank voor het mooie
handwerkje en het aardige versje. Wat hebben
jullie dat goed onthouden. Moeder drinkt nu ze
ker alle dagen uit die mooie kop. Vast hartelijk
gefeliciteerd met zusjes verjaardag. Wanneer ga
bij tante logoeren?
W BLOMBERG -ZEEMAN
Delftlaan 75.
Haarlem, 29 Juli 19 38,
van ontzetting, vandaar ook de sombere naam.
Het gat is een in doorsnee ovale, loodrecht in
Je diepte dalende schacht in het zwarte rots
gesteente. De wanden zijn door het smeltwa
ter, dat op bepaalde tijden, vooral in het voor
jaar, van de bergen komt en vaak woeste be
ken vormt, geheel glad geslepen. Hoe ver kan
men, turend over den rand van het plateau,
in de diepte kijken? Dat is moeilijk te zeggen.
De kleine knik, die op 50 m. diepte in de
schacht zit, kan men niet meer zien: wel hoort
men een helder geluid, als men een steen
daartegen laat vallen. Dan gaat een seconde
voorbij, een heel zacht, dof klopje volgt ten
teeken, dat de steen op den bodem is aange
land. en daneen donderend geluid als van
duizend echo's tegelijk stijgt op uit het helle
gat. 't Zijn de echo's van dit eene, doffe klapje
en dus moeten daar beneden in de aarde
machtige zalen zijn, die het geluid weerkaat
sen en duizendvoudig verstei-ken.
Ongetwijfeld hebben de eenvoudige herders
het donderend geraas uit de diepte als helsche
geluiden opgevat.
Ondanks het heel bijzondere van het geval,
want een diepe koker als het hellegat is ner
gens anders op de aarde te vinden, komen wei
nig vreemdelingen het bekijken; slechts een
enkele eenzame tourist wendt zijn schreden
naar dit plekje.
Vele jaren geleden liet de Alpenvereeniging
het bordje met de waarschuwing voor het gat
plaatsen, doch dat dit niet voldoende was,
werd in den winter van 1934'35 bewezen
door een skispoor dat recht op het gat afliep.
Twee dappere berggidsen haalden den dag
daarop een doode uit de diepte op. Zij slaag
den hierin door boomstammen over het gat te
leggen en zich aan touwen naar beneden te
laten zakken.
Dit slachtoffer, dat misleid door den sneeuw
storm het bordje vermoedelijk over het hoofd
had gezien, was niet het eenige. In September
1936 liet de jonge ingenieur Gerstmair zich
met drie kameraden aan een touw, dat op een
klos was gewonden, naar beneden zakken. Toen
zij beneden waren barstte er een vreeselijk
onweer los en het hellegat stroomde vol water.
Doordat het natte touw op een gegeven
oogenblik niet kon worden opgewonden ver
dronk Gerstmair, terwijl zijn kameraden
slechts met de allergrootste moeite gered kon
den worden. Dit was overigens niet de eerste
keer dat menschen een poging ondernamen
om het hellegat te onderzoeken. De oude pas
toor van het dorpje Riezlern is dertig jaar ge
leden met een paar makkers den griezeligen
weg in de diepte gegaan en behouden terug
gekeerd. Zij volgden een onderaardsche rivier
bedding, zwommen en klauterden door ont
zaggelijke zalen, waar-van ze zelfs met sterke
lampen de einden niet konden zien, hoorden
het gedonder van onzichtbare watervallen en
stonden aan de oevers van pikzwarte meren.
Er ligt daar een onderaardsche zalen-wereld,
zooals er misschien geen tweede op aarde te
vinden is. Maar het „ontdekken" ervan zal nog
niet zoo gemakkelijk zijn. Slechts mannen, die
bereid zijn hun leven op het spel te zetten,
kunnen in het hellegat afdalen. Er zullen dus
eerst andere toegangen moeten worden ont
dekt, wil men werkelijk de zalen voor toeristi
sche doeleinden kunnen gebruiken.
POSTZECELRUBRIEK
1930 11e Spoorweg Congres
1 c
10
15
20
25
30
40
50
IP.
4 P.
10P.
1930 Chr. Columbus tent
1 c
2c
10
15
20
30
50
4 P
10 P
xxn
In 1930 verscheen ter gelegenheid van het
11e congres der intern. Spoorwegvereeniging
een serie zegels met afbeelding van een lo
comotief in twee verschillende teekeningen.
Voorts staat nog op de zegels „11e congreso
internacional de Ferrocarriles" Madrid 1930.
De waarden zijn 1 c. (blauwgroen), 2 c. (groen-
olijf) 5 c. (granaatrood) 10 c. (groen) 15 c.
(blauwgroen) 20 c. (violet) 25 c. (rose) 30 c.
(bruin) 40 c. (blauw) 50 c. (oranje) 1 P. (grijs
blauw) 4 P. (rose) 10 P. (geelbruin) Grootte 45
x 32 mm. Tevens had in 1930 te Sevilla'n ten
toonstelling plaats ter herinnering aan Chris-
toffel Columbus.
Hiervoor verscheen een speciale herinne
ringsserie. waarbij de lagere waarden een af
beelding geven van het vlaggeschip Santa Ma
ria van voren en van achteren gezien. De
waarden zijn l c. (bruin) 2 c. (olijf), 5 c.
(bruinlila) 10 c. (groen) 15 c. (ultram.) 20 c.
(violet) Grootte 52 x 38 mm.
Drie driehoekzegels met afbeelding van de
vloot, die naar Amerika voer 25 c. (roodkarm.)
40 c. (ultram.) 1 P. (grijszwart). Grootste ba
sis 85 x 45 mm. 30 c. (bruinzwart, bruin en
blauw) 50 c. (bruinviolet, violet en blauw) met
afbeelding van het vertrek van de Spaansche
kust op 2 Aug. 1492. gezegend door een pries
ter; de 4 P. (donkerblauw en zwart) 10 P.
(bruinviolet en bruin) met afbeelding van de
aankomst van Columbus op de Amerikaansche
kust op 12 October 1492. Grootte 60 x 40 mm.
N.B. Wie nog zegels te missen heeft, kan
deze (zonder bellen) in de bus gooien, liefst
met naam en adres in enveloppe.
Zendingen, die nog achterbleven, zoo spoe
dig mogelijk doorsturen s.v.p.
Rustenburgerlaan 23.