Mr. C Ridder
van Rappard
overleden.
Kweekschool met
vierjarige opleiding
heeft vele voordeelen
uw
DE DUITSCHE MANOEUVRES
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1938
HAARDE M'S DAGBtAD
Kundig en veelzijdig diplomaat.
GISTERMIDDAG is op het de
partement van Buitenland-
sche Zaken bericht ontvan
gen dat de Nederlandsche
gezant in Berlijn, mr C. Ridder van
Rappard, aan de verwondingen, die
hij opliep bij het auto-ongeluk te
Bückeburg, is overleden.
Mr. C. Ridder van Rappard. f
Mr. Carel Ridder van Rappard is op 19 Oc
tober 1874 te Assen geboren. Hij doorliep het
gymnasium te 's-Gravenh&ge en studeerde
daarna rechtswetenschappen aan de universi
teit te Utrecht. Na voltooiing zijner studiën
was hij eenigen tijd als advocaat ingeschre
ven bij de Haagsche balie, doch spoedig trad
hij in den diplomatieken dienst.
In het jaar 1916 werd hij benoemd tot chef
van de afdeeling bescherming van het depar
tement van Buitenlandsche Zaken. Het jaar
daarop werd hij aangesteld als leider van de
Britsche afdeeling aan het gezantschap der
Nederlanden te Berlijn met den titel van mi
nister-resident. Mr. Van Rappard bleef aldaar
werkzaam tot 1925. hij werd in 1920 „bevor
derd tot gezantschapsraad.
Hij vertrok in 1925 naar Rio de Janeiro,
waar H.M. de Koningin hem benoemd had tot
haar buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister. Vier jaar later in 1929, volgde zijn
benoeming tot Ncderlandsch gezant te Boe
karest, terwijl hij van 1933 af tevens de be
langen van Nederland in Zuid-Slavië als ge
zant behartigde.
Een jaar later werd mr. Van Rappard be
noemd tot gezant te Bern. Tevens permanent
vertegenwoordiger van Nederland bij den
Volkenbond.
Deze functie vervulde hij tot 1*937, want in
dat jaar ging hij als opvolger van mr. J. p.
Graaf van Limburg Stirum naar Berlijn.
De Nederlandsche gezantschapsraad te Ber
lijn, mr. C. G. W. H. Baron van Boetzelaer
van Oosterhout heeft de Duitsche regeering
gistermiddag officieel in kennis gesteld van
het overlijden van mr. C. Ridder van Rappard.
H.M. buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister te Berlijn.
Ook bekend sportfiguur.
Het tragisch verscheiden ten gevolge van
een auto-ongeluk van den Nederlandschen
gezant te Beriijn mr. C. Ridder van Rappard,
doet de belangrijke plaats in de herinnering
terugroepen, welke de overledene in zijn jon
gere jaren heeft ingenomen in de Nederland
sche sportwereld en in het bijzonder in de
lawntennis- en golfsport. In deze takken van
sport heeft de overledene niet alleen als
speler uitgeblonken, doch ook organisatorisch
werk verricht, waarop thans nog wordt voort
gebouwd, aldus de Tèl.
Zoo was het wijlen mr. Van Rappard, die
in 1899, op 5 Juni in het Poolsche Koffie
huis te Amsterdam, te zamen met de heereen
jhr. W. P. Teding van Berkhout en P.
Louwerse den Nederlandschen Lawn Tennis-
Bond oprichtte, waarvan hij de eerste secre
taris was. Dit bleef hij tot 1907, toen hij
vooratter van den bond werd, welke functie
hij tot 1912 vervulde.
Aan den heer Van Rappard is de bond
onnoemelijk veel verplicht, want hij leidde
de jonge organisatie in de eerste moeilijke
jaren.
Niet alleen organisator, maar ook speler
van beteekenis is mr. Van Rappard geweest.
Reeds in 1897 dus voor de oprichting van
den bond vinden wij hem in de dubbel-
finale om het kampioenschap van Nederland,
dat toen nog als een onder-onsje werd ver
speeld.
In 1899 bereikte Van Rappard de finale
heeren-enkelspel, welke hij van K. Beukema
verloor. In 1900 won hij het dubbelspel te
zamen met den huidigen president van de
Nederlandsche Bank, mr. L. J. A. Trip, waar
bij mr. Van Rappard uitkwam onder het den
ouderen tennissers zoo wel bekende pseudo
niem ,.S. P. Eler". In 1901 tenslotte treffen
wij zijn naam aan als enkelspelkampioen
van Nederland.
Ook in de golfwereld heeft het verscheiden
van mr. Van Rappard diepen indruk gemaakt
Hij was in den voor-oorlogschen tijd een be
kende figuur in het Haagsche golf en werkte
mede aan de oprichting van het Nederlandsch
Golf Comité op 16 Maart 1914, waarvan hij
de eerste voorzitter werd tot zijn aftreden in
1918.
De Führer en rijkskanselier Hitier heeft
naar aanleiding van het overlijden van den
Nederlandschen gezant te Berlijn, mr. C. Rid
der van Rappard, telegrafisch aan Koningin
Wilhelmina zijn deelneming betuigd.
Ook heeft de Führer en rijkskanselier een
telegrafische condoleance aan de zuster van
den overledene, jkvr. Hooft Graafland, gezon
den.
De rijksminister van Buitenlandsche Zaken
von Ribbentrop, heeft den Nederlandsche mi
nister van Buitenlandsche Zaken en de zuster
van den overledene een hartelijk telegram
van deelneming gezonden.
NEDERLANDSCHE
rtANDEL MAATSCHAPPIJ, N.v
AGENTSCHAP HAARLEM
Gr. Houtstr./Gr. Markt
Tel. 13990 (3 lijnen)
VACANTIE-SEIZOEN
Wij fourneeren U direct uit depót,
Italiaansche reislires, betaalbaar in
geheel Italië. Eveneens openen wij
accreditieven in goedkoope Lires.
(Adv. Ingez. Med.j
De rijweg is geen speelplaats.
Vrijdagmiddag omstreeks half vier is het
vierjarig zoontje van de familie D. Rutgers te
Varsseveld bij het spelen op den rijweg door
een vrachtauto uit Nijmegen gegrepen.
Het kind werd op slag gedood. Den chauf
feur treft geen schuld.
Fietser bij het passeeren door auto
gegrepen.
Vrijdagavond omstreeks acht uur is op den
Rijksweg te Holten de 22-jarige ongehuwde
straatmaker Loteweges, wonende te Holten, die
per rijwiel gaande in de richting Deventer, een
woonwagen passeerde, door een uit de andere
richting komende personenauto gegrepen. De
man sloeg tegen den grond en bleef bewuste
loos liggen. De geneesheer, die de eerste hulp
verleende, constateerde een schedelfractuur.
In zeer ernstigen toestand is hij naar een
ziekenhuis te Deventer vervoerd en daar op
genomen. Men vreest voor zijn leven.
KOOPT
STOFZUIGER
in een SPECIAALZAAK. Keuze uit 45 ver
schillende merken.
DE STOFZUIGER CENTRALE H A G E M A N
GED. O. GRACHT 52 - HAARLEM - Tel. 12762
(Adv. Ingez. Med.)
meent Minister
van Onderwijs
Godsdienstonderwijs
niet verplicht
Aan de memorie van antwoord inzake het
wetsontwerp tot wijziging van de lager-onder-
wijswet 1920 en van daarmee verband hou
dende bepalingen der pensioenwet 1922 is het
volgende ontleend:
In het pleidooi van vele leden voor het in
voeren van de vijfjarige kweekschool wordt er
terecht aan herinnerd, dat reeds de daaraan
verbonden kosten voor den minister van On
derwijs een onoverkomelijk bezwaar zijn ge
weest om het desbetreffende ontwerp van zijn
ambtsvoorganger over te nemen.
Daargelaten nog de overige bezwaren, moet
dan ook de minister zijn in de memorie van
toelichting uiteengezet standpunt blijven in
nemen.
Er worden drie zakelijke gronden tegen
de uitbreiding van de driejarige opleiding met
een vierde leerde leerjaar genoemd. De eerste
is", dat de driejarige kweekschool goed bruik
bare onderwijzers aflevert, de tweede, dat een
vierde leerjaar tot niets anders zal leiden dan
opvoering van nuttelooze intellectueele kennis,
en de derde, dat verlenging van de opleiding
een zeer zwaren last op de ouders der kwee-
kelingen zal leggen.
De stelligheid, waarmede in het voorloopig
verslag is beweerd, dat men de vraag, of de
driejarige kweekschool goed bruikbare onder
wijzers aflevert, niet ontkennend kan beant
woorden, zou aan overtuigingskracht gewon
nen hebben, indien men daarbij de bewijzen
had kunnen voegen van eenige jaren onder
vinding. Het feit is echter, dat de driejarige
kweekschool eerst in 1935 leerlingen voor de
aanvangsklasse aannam en als zoodanig dus
in 1938 voor het eerst onderwijzers afleverde.
Het is in strijd met de feiten, wanneer men
stelt, dat op de kweekschool groote geleerd
heid wordt aangebracht. Haar doel is slechts
de leerlingen zoover te brengen, dat zij over
voldoende leerstof voor de Lagere School ge
makkelijker kunnen beschikken en dat zij
die wat nog iets gdheel anders is in ge-
schikten vorm voor de schoolkinderen weten
te gebruiken.
De leden, die de tegenwoordige kweekschool
verdedigen, hebben, naar het voorkomt, geen
oog voor het groote bezwaar, dat de drie
jarige opleiding maar één jaar van rustig
werken bevat: het eerste jaar komt in de ver
drukking doordat de kennis en ontwikkeling
der toegetreden leerlingen in velerlei opzicht
uiteen loopen, en het derde jaar staat onder
den druk van het komende examen.
Uitbreiding van den leertijd tot vier jaren
zal daarom vooral van beteekenis zijn, omdat
zij 't mogelijk maakt de middelmoot, waarin
in rustige sfeer de eigenlijke, ontwikkelende
studie valt. van één tot twee jaren te ver
lengen.
Met verschillende argumenten licht de
minister verder toe. dat de meening van ver
scheidene leden, dat het wetsontwerp tot een
verhooging der onderwijsuitgaven van meer
dan een half millioen gulden zal leiden, van
allen grond ontbloot is.
Ten slotte is den minister gevraagd duidelijk
uiteen te zetten, welke wijzigingen in de fi-
nancieele verhouding tusschen het rijk en de
bijzondere kweekscholen zullen ontstaan.
In tegenstelling met de bestaande subsi-
dieering kent het wetsontwerp drie elementen
voor het bepalen van de rijksvergoeding:
de aan de directeuren en leeraren uitbetaalde
wedden, b. de kosten van grond en van
schoollokalen, c. de overige kosten. Ten aan
zien van punt a. blijft de tot dusver reeds
bestaande financieele verhouding tusschen
het rijk en de kweekscholen gehandhaafd;
alleen zal de rechtsgelijkheid nog iets meer
in acht genomen worden, doordat het aantal
lesuren van de afdeeling a. en dat van de af
deeling b., waarvoor vergoeding wordt ver
leend, niet begrensd zullen zijn tot vaste getal
len, doch als maximum zal gelden het ge
middeld aantal lesuren van de gezamenlijke
rij kskweekscholen
Het komt den minister niet wenschelijk
voor, het aantal akten voor speciale vakken
uit te breiden met die voor stenografie, ma-
chineschrijven en Esperanto. De behoefte
daaraan is naar zijn meening niet gebleken.
De minister kan zich vereenigen met het
denkbeeld, dat de wet de gevallen zal noemen,
waarin op de akte als onderwijzer wordt aan-
geteekend, dat deze niet de bevoegdheid ver
leent tot het geven van onderwijs in lichame
lijke oefening.
Dat ook de leerling van de rijkskweekschool
met gqdsdienst en bijbel moet worden in aan
raking gebracht, staat voor den minister vast.
Kennis van den inhoud van den bijbel is
voorshands nog afgezien van religieuse waar
den voor eiken beschaafde, ook voor den
onderwijzer der jeugd, onmisbaar. Onze taal,
onze letterkunde, onze kunst, onze geschiede
nis, onze volksziel blijft een gesloten boek
voor wie den bijbel niet kent.
Voor den aandrang van sommige leden om
het ontvangen van godsdienstonderwijs als
verplichting voor te schrijven bestaat geen
voldoende grond.
De datum van in werking treden is thans
vastgesteld op 1 September 1939 in plaats van
op 1 September 1938.
J Tuinders worden geholpen, j
Minister stelt verdere uitkeering
van voorschotten in het zicht.
Definitieve steuntoeslag eerst na
bestudeering van alle gegevens.
Op de vragen van den heer Wijnkoop be
treffende de economische positie van den
tuinbouw heeft de minister van Economische
Zaken geantwoord, dat het hem bekend is.
dat de economische positie van den tuinbouw,
voornamelijk als gevolg van de nog steeds
voortdurende moeilijkheden bij den uitvoer
van tuinbouwproducten, moeilijk is en dat
Mr. M. L. Steenberqhe
Minister van Econom. Zaken
dientengevolge de toestand in de tuinbouw
bedrijven, alsmede in de gezinnen der tuin
ders veelal zorgelijk moet worden geacht. De
bedrijfsuitkomsten van den tuinbouw, die in
de eerste helft van 1937 eenige verbetering
vertoonden, zijn sindsdien weer ongunstiger
geworden, terwijl de bedrijfsnrikosten een stij
ging vertoonden. In verband hiermede werden
reeds in den loop van het jaar 1937 de richt
prijzen voor tuinbouwproducten verhoogd,
waardoor de steuntoeslag voor de daarvoor in
aanmerking komende producten kon worden
verruimd.
De op 7 Juli jl. plaats gefoad hebbende uit
keering van tuinbouwsteun de eerste van
dit jaar was slechts een voorschofcuitkee-
ring op den steuntoeslag. welke eerst defini
tief kan worden vastgesteld, als de volledige
gegevens ter beschikking staan.
Evenals in de afgeloopen jaren het geval
was, ligt het in het voornemen der regeering
ook in 1938 den steuntoeslag op tuinbouwpro
ducten vast te stellen met inachtneming van
de gemiddelde opbrengst van het product ter
veiling en den richtprijs. Teneinde aan de be
hoefte van de tuinders tegemoet te komen,
zal, in afwachting- van de definitieve vaststel
ling van dien toeslag, zoodra de vereischtc ge
gevens zijn verzameld, met bekwamen spoed
tot het doen van verdere voorschotuitkecrin-
gen worden overgegaan.
Marianne:
3 o h n Buil: „Weineen, hij gaat alleen maar een eindje wandelen."
Zeevaartda«ï en vlootscliouw te
Scheveningen.
Ter gelegenheid van het Regeeringsjubilcum.
Onder auspiciën van het comité voor de
luisterrijke viering van het veertigjarig regee-
ringsjubileum van H.M de Koningin te Den
Haag wordt op Zaterdag 3 September te Sche
veningen een zeevaartdag en vlootschouw ge
houden.
De voorzitter van het comité opent des och
tends 3 September as een tentoonstelling van
scheepsmodellen en boeken op zeevaartgebied
in den tweeden foyer van het Kurhaus.
Om twee uur begint in de groote Kurzaal
een marine-bijeenkomst. Daar zullen het
woord voeren de chef van den marinestaf,
vice-admiraal J. Th. Furstner, en de vlce-
voorzitter van de Nederlandsche Reedersver-
eeniging de heer J. E. G. Wesselink.
Het matrozenkoor. onder leiding van den
heer Th. van Elferen, zal Nederlandsche zee
liederen zingen en er zal een film over de
marine vertoond worden.
Om kwart over drie is deze bijeenkomst af
geloopen.
Aan den minister van Economische Zaken,
mr. P. L. M. Steenberghe is gevraagd het
woord te willen voeren van de muziektent van
het Kurhaus-terras uit tot het publiek over de
beteekenis van de Nederlandsche marine.
Om half vier vangt op den Scheveningschen
boulevard het défilé aan. De opstelling vindt
plaats op den boulevard ter hoogte van het
Seinposttheater.
Om vier uur vangen de demonstraties van
de vloot en de marinevliegtuigen aan. Hieraan
wordt deelgenomen door: Hr, Ms. flottielje-
leider Tromp, kruiser ..Sumatra", de onderzee
booten de 08. de Oil. de 012. de 015. de 016.
de torpedobooten de Z 6 en de Z 7. de kanon
neerboot ,J3rinio". mijnenleggers „Douwe
Aukes" en ..Hydra", de mijnenvegers ..Willem
van Eeuwijk". „Pieter Floriszoon". ..Jan van
Gelder" en .Abraham van der Hulst", twee
nevelvliegtuigen, twee torpedovliegtuigen. een
demonstratiegroep marinevliegtulgen bestaan
de uit twee T 4 toestellen, 3 C 11 W, en 5 C
7 W. toestellen.
Het geheel staat onder leiding van den ka
pitein ter zee L. A C. M. Doorman, comman
dant van de ..Tromp".
Met zonsondergang, illumineeren de sche
pen. die voor de kust zijn blijven liggen en
die zooals b.v. de Sumatra een prikkabel heb
ben.
Om halftien des avonds vangt dan het zoek-
lichtspel aan van boord van de oorlogssche
pen. Intusschen is de verlichting van boule
vard en pier gedoofd en worden van kwart
voor tien tot tien uur van boord van de Su
matra en de Tromp lichtgranaten en licht
spoormunitie afgeschoten Bij de lichtgrana
ten. die met een tijdbuis van 2000 Meter wor
den afgeschoten, straalt bij de ontploffing een
sterke magnesiumzon, die den achtergrond in
een helder licht stelt.
Van tien uur tot kwart over tien komen
vliegtuigen. Zij zullen o.m. parachute-Bares
uitwerpen en bij gunstig weer in het licht
van de door hen uitgeworpen fakkels landen.
Van kwart over tien tot half elf wordt van
boord van de Sumatra en de Tromp vuurwerk
afgestoken.
Om half elf begint op het terras van het
Kurhaus een taptoe, te geven door de Ko
ninklijke Marinekapel met de tamboers en
pijpers van de mariniers.
Om elf uur is de zeevaartdag ten einde.