HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE.
Op uitnoodiging Yan den Noord Afrikaanschen zwembond vertrok Maandag de
Amsterdamsche zwemvereeniging .Het IJ" yoor een tournée naar Noord Afrika
In hinderlaag. - Manschappen der grensbataljons, die alvorens .al te zwaaien" In de om. ft le??"»'°°'-<li9heid van minister-president dr..
D j H. Coliin is Maandag in de Ridderzaal te Den
geving van Roosendaal oefenmgen houden, gereed, om het vuur op den .vijand" te openen Haag de 34ste conferentie van de Interparle
mentaire Unie officieel geopend. Een overzicht
tijdens de openingszitting
Adolf Hitler bij de Duitsche
legermanoeuvres in Gross
Born. De Führer laat zich
omtrent een der verster
kingen voorlichten
Op weg naar de gevechtslinie tijdens de driedaagsche oefeningen der grensbataljons in samen
werking met twee peletons pantserwagens in de omgeving van Roosendaal
Hooren en zien verging bij het gedonder van het geschut tijdens de militaire
oefeningen aan de Nederlandsche Zuid-grens bij Roosendaal
De deelnemers aan de interparlemen
taire conferentie zijn Maandagavond
namens de Nederlandsche regeering
officieel in het Rijksmuseum te Amster
dam ontvangen. De begroeting der
gasten. V.r.n.l.: de ministers H. van
Boeyen, mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren
en mr. J. A. N. Patijn
De aankomst van den Hongaarschen
Rijksregeerder Horthy te Weenen voor
zün officieel bezoek aan het Duitsche
Rijk
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
HECTOR JENNINGS.
32)
Maar toen wij voorbij het wit en groene huis
van dokter Walker reden, bedacht ik iets.
Wacht een oogenblik, Gertrude, zei ik,
ik moet er even uit.
Naar Louise?, vroeg ze.
Neen, ik moet dien meneer Walker iets
vragen.
Ik begreep, dat zij nieuwsgierig was. maar
ik wachtte niet om haar uitleggingen te
geven. Ik ging de openstaande deur naar de
wachtkamer binnen en dat vertrek vond ik
leeg, maar uit de aangrenzende spreekkamer,
kwam het geluid van twee stemmen, die niet
bepaald vriendelijk klonken.
Het is een buitensporig bedrag, zei iemand
opgewonden. Daarop hoorde ik den dokter op
rustigen toon iets beweren. Maar ik had geen
tijd en lust om te luisteren naar een twistge
sprek over een te hooge rekening en gaf door
kuchen mijn aanwezigheid te kermen. De
stemmen zwegen onmiddellijk; er werd ergens
een deur gesloten en de dokter kwam binnen.
Hij keek verbaasd toen hij mij zag.
Goedenmiddag dokter, zei ik beleefd. Ik
zal u niet lang ophouden, ik wilde u alleen
maar iets vragen.
wilt u niet gaan zitten?
Dat is niet noodig. Wat ik te vragen had
is dit: is er vanmorgen of vandaag ook ieman
bij u geweest om een schotwond te laten ver
binden?
Neen, zoo'n dramatisch geval heb ik niet
te behandelen gehad, zei hij een tikje spot
tend. Wel, wel, een schotwond? Het schijnt
daar op Sunnyside rumoerig toe te gaan.
Ik heb niet gezegd dat het op Sunnyside
gebeurd was. Maar als zoo iemand bij u komt,
zoudt u het mij dan willen laten weten?
Met het grootste genoegen, was het
antwoord. Ik heb gehoord dat er brand is
geweest op het landgoed, ging hij voort.
Een brand en een schietpartij in één nacht
is voor een rustig oord wel wat veel.
Ik ontkende maar niet meer dat het bewuste
schot op Sunnyside gelost was.
Het is er zoo rustig als in een kook-
ketel, antwoordde ik, terwijl ik aanstalten
maakte om heen te gaan.
En toch wilt u er blijven?
Desnoods tot het heelemaal afgebrand
is, antwoordde ik en ging de kamer uit. Doch
toen ik op de stoep afging, keerde ik me
plotseling om.
Dokter, zei ik a bout portant, hebt u
wel eens van een kind gehoord dat Lucien
Wallace heet?
Hoeveel zelfbeheersching hij ook mocht be
zitten, er kwam een ondeelbaar oogenblik een
uitdrukking van onrust op zijn gezicht. Maar
hij was direct weer op zijn hoede.
Lucien Wallace, herhaalde hij, neen,
ik geloof niet dat ik dien ken. Wel verschil
lende anderen met dezen achternaam, maar
geen Lucien.
Ik was er van overtuigd, dat hij loog. Ik
laat mij niet zoo gemakkelijk voor den gek
houden.
Mijn volgende bezoek gold dokter Steward
en daar was de ontvangst heel anders. Flin
ders werd vastgebonden en knabbelde met
smaak aan het gras aan den kant van den
weg. Gertrude en ik werden direct binnen
gehaald, onthaald op eigengemaakte vruch
tenwijn en wij vertelden van de gebeurtenis
sen van den afgeloopen nacht net zooveel als
we kwijt wilden zijn. Maar toen wij van de
familie afscheid hadden genomen en de vrien
delijke dokter ons naar het hek bracht, deed
ik hem dezelfde vraag die ik dokter Walker
gedaan had.
Geschoten!, zei hij verschrikt, lieve
deugd, neen! Wat is toch in dat huis aan de
hand, juffrouw Inn es?
Iemand heeft geprobeerd tijdens den
brand het huis binnen te komen en wei'd licht
bezeerd, zei ik haastig; praat u er maar
niet over, wie willen het liever niet rond
verteld hebben.
Wij hadden nog één pijl op onzen boog.
op het kleine station van Casanova sprak ik
met den waardigheidsbekleeder die dén weid-
schen titel ,chef" heeft, maar niet veel
meer is dan een baanwachter en ik vroeg
hem of er tusschen een uur 's nachts en den
vroegen morgen ook treinen uit Casanova
vertrokken. Er bleek er een om zes uur te
gaan. De volgende vraag eischte meer di
plomatie.
Hebt u ook gezien of er met den trein
van zes uur iemand meeging, die een beetje
hinkte?, vroeg ik. Probeert u het zich eens
te herinneren; we trachten iemand op te
sporen die gisteravond in de buurt van Sun
nyside heeft rondgezworven.
De man was direct een en al aandacht.
Ik was bij den brand, zei hij heel mede-
elzaam. Ik ben lid van het vrijwillige
iweercorps. Dit is de eerste groote brand
i l we hebben gehad sedert het zomerhuis
tegenover de Golfclub is afgebrand.
Hij maakte aanstalten om een omstandig
verhaal van deze interessante gebeurtenis te
doen, maar Gertrude stuitte zijn woorden
stroom door te vragen:
En hebt u een man gezien, die hinkte?
Niet bij den trein, juffrouw, daar is
vandaag niemand geweest, die mank liep.
Ik zal u vertellen waar ik wèl een hinken
den man heb gezien. Ik kon niet wachten tot
de brandweer inrukte; om kwart voor vijven
vertrekt er een vroege goederentrein en ik
moest aan het station zijn. Ik zag wel dat
we niet veel meer aan het vuur te doen
hadden we waren het meester (Gertrude
keek me even glimlachend aan) en toen ging
ik de heuvel af in de richting van het station.
Er liepen hier en daar menschen die naar huis
gingen en bij het pad van de Club zag ik
twee mannen. Een van de twee was een klein
kereltje. Hij zat op een stuk rots met zijn
rug naar mij toe en hij had iets wits in zijn
hand, ik geloof, dat hij bezig was om zijn
voet te binden. Toen ik een eindje verder was,
keek ik nog eens om. En ik zag dat hij voort-
hinkte, en neemt u me niet kwalijk, juffrouw,
hij vloekte als een dronken matroos.
Gingen ze in de richting van de Club?,
vroeg Gertrude gretig.
Neen, juffrouw, ik denlk dat ze naar 't dorp
gingen. Ik heb hun gezicht niet kunnen zien,
maar ik ken ieder kind en iedere kip in de
buurt en ieder kent mij. En als zij menschen
uit het dorp waren geweest, hadden ze mij,
zooals ik daar in mijn brandweeruniform liep
(er klonk trots in zijn stem) wel even toege
roepen. Ik ben vast overtuigd dat het vreem
den waren.
Dus het resultaat van onze nasporingen van
dien middag was net volgende. Iemand was
getroffen door den kogel, die door de deur
was gegaan; de gewonde had het dorp niet
verlaten en hij had ook niet de hulp van een
arts ingeroepen. En verder: dokter Walker
wist meer van Lucien Wallace en zijn ontken
ning van dat feit bracht mij tot de overtuiging
dat wij, tenminste in één richting, op het
goede spoor waren. Het feit, dat de detective
dien avond terug zou komen, was het meest
verblijdende van alles en ik geloof dat zelfs
Gertrude er verheugd om was.
Toen we dien middag naar huis reden zag
ik het gezicht van mijn nicht in het volle
zonlicht, wat de laatste dagen niet gebeurd
was. En ik schrok er van hoe slechts ze er uit
Gertrude, zei ik, ik ben een zelfzuchtig
oud spook geweest. Je moet zou gauw mogelijk
uit dat miserabele huis. Annie Morton gaat
de volgende week naar Schotland en jij gaat
met haar mee.
Er kwam een pijnlijk blos op Gertrude's
gezicht.
Ik zou nu heusch liever niet weggaan,
tante Ray, zei ze bijna smeekend.
Je verliest hier je gezonde kleur en je
levenslust, zei ik gedecideerd. Je hebt ver
andering broodnoodig.
Ik verzet geen voet! U en Liddy hebben
mij veel te hard noodig om iederen dag
jullie geschillen te beslechten!
Maar ik vertrouwde die vroolijkheid niet;
die leek me erg geforceerd.
Hoofdstuk XXV.
BEZOEK VAN LOUISE.
Toen ik binnenkwam vond ik Elisa, het
keukenmeisje, amechtig in een stoel liggen
op de gang, terwijl Mary Anne zich beijverde
haar met ammoniak te bewerken en Liddy
bezig was haar polsen te wrijven. Ik begreep
direct dat de geest aan het rondwandelen
was geweest en dezen keer bij daglicht.
Elis, zei ik streng, terwijl ik mij losrukte,
zich aan mijn mouw vast, toen ik in haar
nabijheid kwam en dreigde mij niet te zullen
loslaten voor ik haar verhaal gehoord had.
Inmiddels verschenen Alex en de tuinjongen
op het tooneel; ze droegen een zwaren koffer
naar beneden.
Ik wilde het niet doen, juffrouw Innes,
zei Alex verontschuldigend, maar ze was zoo
opgewonden dat ik bang was dat ze doen zou
wat ze zei: hem zelf naar beneden sleepen en
de trap ruïneeren.
Elise, zei ki streng, terwijl ik mij losrukte,
als jij je gezicht gewasschen hebt, en
met je geschreeuw ophoudt, kun je bij mij in
de zitkamer komen en vertellen, wat er ge
beurd is.
Liddy pakte zonder iets te zeggen mijn hoed
aan en door een beweging van haar schouders,
zag ik dat zij ontstemd was.
(Wordt vervolgd)