Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur. Alvata begrijpt dat DINSDAG 30 AUGUSTUS 1938 HAARLEM'S DAGBLAD 9 Bedrijfsmaatregelen voor het bloembollenbedrijf noodig. Ook volgens uitspraak der algemeene vergadering. Na de openingsrede van den voorzitter, dr. A. J. Verhage, (in ons vorig nummer reeds vermeld) werd de algemeene vergadering van de Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur in het gebouw van den Haarl. Kegelbond in de Tempeliersstraat voortgezet. Het Hoofdbestuur had voorgesteld, de vraag: „Keurt de algemeene vergadering het alge meen standpunt van het Hoofdbestuur (dat n.l. bedrijfsmaatregelen voor het bloembollen vak afgezien van de vraag wat die precies zullen zijn in het belang van het vak ge troffen moeten blijven) goed?" met „Ja" te beantwoorden. De voorzitter opende de discussies. Geen der afdeelingen vroeg het woord, wel eenige leden. Dr. D ij t verdedigde zich tegen een aanval van den heer H. van Zonneveld in de verga dering der afd. Sassenheim, waarin de heer v. Z. gezegd had, dat de heer Dijt zijn teelt vergunningen duur verkocht had en dus nu wel tegen de saneering kon zijn. Voorts deelde spr'. mede, dat hij geschrapt i/as als lid van de Sierteeltcentrale, omdat liij zich in het openbaar tegen crisismaatregelen der re geering had verklaard. Spr. moest zijn bedrijf verkoopen. Aan den heer v. Z. vroeg de heer Dijt zijn woorden in te trekken in deze verga dering (de heer v. Z. bleek niet aanwezig) of in de vergadering der afd. Sassenheim. Voortgaande, zeide de heer Dijt, dat zijn actie tegen de saneering uitsluitend een gevolg is van zijn persoonlijke overtuiging. Hij is ove rigens van oordeel, dat er wel iets gebeuren moet, maar geen beperking of vernietiging en dat iedere daad der kweekers, die gericht is tegen den zin der samenleving, zich zal keeren tegen de menschen, die dat besluit nemen. De heer De Zeeuw protesteèrde er tegen, dat in dezelfde vergadering der afd. Sassen heim, de heer van Zonneveld ook zijn naam gebruikt had. De heer v. Z. had hier nu aan wezig moeten zijn. Ook spr. heeft zijn teelt vergunningen verkocht, maar in 1936 en 1937 meer dan het dubbele bij gekocht. Dit had de heer v. Z. kunnen weten. Spr. heeft bezwaar tegen de houding door het hoofdbetuur gedurende een jaar aange nomen en zeide. dat de.groote kweekers voor de saneerihg zijn, de. kleine zijn er tegen. De grootste concurrent in de bloembol lencultuur daar. Het rapport van de com missie die de cultures in Engeland heeft, on derzocht, durft het Hoofdbestuur blijkbaar niet te publiceeren. De heer Murk protesteerde tegen de on verantwoordelijke wijze .van handelen van het Hoofdbestuur.. Deze' vergadering wordt gehouden op een tijdstip, waarop het zeer druk is in het vak. Het rapport over de groote uitbreiding der cultures in -Ehgèland wordt' niet gepubliceerd. Wij zitten met een surplus van misschien milliarden. De Engelschen koopen niet, omdat de Hol landers zulke dwaze maatregelen hebben ge nomen en hun Engelsche vakgenooten in den rug hebben aangevallen. De heer V a r e*n k a m p betoogde dat de bedrijfsmaatregelen moeten blijven, anders graaft het graf zijn eigen graf. De bloem- bollenuitvoer is nog op een redelijk peil. ge bleven, hetgeen van andere agrarische pro ducten niet kan worden gezegd'. Spr. gelooft niet, dat den heer Dijt zijn teeltvergunning is afgenomen, omdat hij anti-saneerder was. Zou dat wel zoo zijn, dan zou spr. het af keuren. Ook deze spreker wees er op, dat het vak dit jaar voor een geweldig surplus zit en drong er bij het Hoofdbestuur op aan, wan neer inderdaad blijkt dat de korting te groote schade aan het bedrijf berokkent, aan de re geering te verzoeken, het bloembollenvak te steunen, zooals zij ook andere agrarische be drijven steunt. De heer Bakker zeide, dat door de sa neering een belangrijk bedrijf tot bespotting is gemaakt. De saneerders zijn „valsche pro feten". Het monopolie van Nederland is vernietigd. De saneerders hebben de consu menten gedrongen naar 't gebruik van andere bloemen. Het vak is op een hellend vlak ge bracht en hoe langer 't daar 'op blijft, des te moeilijker zal de terugkeer zijn. De heer van Re ij sen vroeg de zaak van het moeten verkoopen van teeltbewijzen om dat men anti-saneerder is, goed te onderzoe ken. De heer Staats vroeg, waarom het Hoofd bestuur toch zoo geheimzinnig is met het. rap port' betreffende de uitbreiding der cultures in Engeland. De heer van Egmond heeft als kleine kweeker geen baat bij de saneering gehad. Integendeel. De heer L e f e b e r verklaarde dat het vak niet buiten maatregelen kan. De anti-saneer ders erkennen dit ook. Men moet nu alleen vragen: wat is noodzakelijk? De toestanden dwingen tot maatregelen. Wat zullen die zijn? Daarvoor moet het vak vertrouwen stel len in het Hoofdbestuur. De voorzitter kon hier op het per soonlijk feit, dat door de heeren Dijt en De Zeeuw was genoemd (uiting van den heer van Zonneveld) niet ingaan. Dat het Hoofdbestuur een jaar heeft ge wacht met de uitvoering van het besluit dei- vorige vergadering, is niet juist. Er is dade lijk een audiëntie bij den minister aange vraagd, maar deze wilde niet op de wenschen der vergadering ingaan. Het rapport betreffende de buitenlandsche speciaal Engelsche cultures, is niet gepubli ceerd, omdat de commissie slechts gedurende 2 dagen indrukken opgedaan heeft in een be paald district. Dit is niet voldoende, jln een publicatie die zal volgen, zullen, zooals spr al meer heeft gezegd, alle factoren die noodie zijn voor een overzicht van de buitenlandschr cultures, behandeld worden. Het bedoelde rapport is slechts één der gegevens hier voor. Dat de tijd voor deze vergadering onge schikt zou zijn, bestreed spr. Het bezoek der afdeelingsvergaderingen is in dezen tijd vol strekt niet zoo slecht geweest. Inzake het vragen van financieelen steun aan de re geering verwees spr. naar zijn openingsrede In "tweede instantie verklaarde de heer D ij t zich bereid, als de gelegenheid daarvoor zich aanbiedt, uiteen te zetten, wat hij vindt dat gebeuren moet om het vak te helpen. De heer Varekamp betoogde nog dat niet de saneeringsmaatregelen maar de ver- andere economische omstandigheden oor zaak zijn van den moeilijkheden van het be drijf. Spr. verklaarde van een Engelschen kweeker vernomen te hebben, dat deze zijn bollen goedkooper uit Nederland kon betrek ken, dan ze zelf te telen, daar hij dan alleen aan arbeidsloon reeds meer moest betalen.. Tenslotte beantwoordde de vergadering met 162 tegen 35 stemmen de vraag van het Hoofd bestuur bevestigend. (Eén stem blanco). Jamin's ijsventers weer de straat op. Optocht door Haarlem9s straten De voorgeschiedenis. Zondag j.l. trok er een eenigszins zonder linge optocht door de Haarlemsche sti-aten. Tien hefitg bellende jjsbakfietsen van de firma Jamin reden demonstratief een rondje. De stoet werd ontbonden en elke fiets vervolgde daarna op eigen houtje den weg door de stad om ijs te venten. Aan deze gebeurtenis is een voorgeschiedenis verbonden. 1 Juli is de firma Jamin begonnen met 10 ijsventers op fietsen er op uit te sturen. Zij kregen elk voor f 60 uit te venten ijs mee.. Men zal zich de van de zij de der overige ijsventers tegen de firma Jamin ondernomen actie nog wel herinnei'en. Doch deze actie heeft op het verloop van deze ge beurtenissen geen invloed. Het betreft hier een interne aangelegenheid der Jamin-ijsventers. Zondag twee weken geleden werden de Jamin IJsco-venters practisch ontslagen. Zij kregen geen ijs meer voor verkoop. Den ijsventers in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag bleek dat het ijs, dat den Haar- lemschen ijsventers onthouden werd, him ten goed Ikwam voor hun -vergrooten verkoop. Hun voordeel ging dus ten koste van hun Haar- lmsche collega's. Zij gingen daar niet mede accoord en staakten hun werk. Zij stelden hun Haarlemsche collega's van hun actie in kennis, doch deze kennisgeving bereikte den Haarlemmers niet. JJ. Zondag kregen de Haarlemsche ijsven ters van Jamin weer ijs om te verkoopen en zij zijn toen zich onbewust van de stakin gen in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag, die n.b. eigenlijk te hunnen behoeve werden gehouden weer de straat opgegaan. Volgens instructie moesten zij eerst een rondje door de stad rijden. Daarvandaan die ietwat zon derlinge optocht. Des Maandags kwamen echter afgevaardig den van de Amsterdamsche ijsventers, die vernomen hadden dat Haarlem weer aan den slag was gegaan, persoonlijk naar hun Haar lemsche collega's toe om opheldering te vra gen. Toen bleek dat in Haarlem niets van de sta kingen bekerfd was. Er werd een bespreking gevoerd in een lokaliteit in de De Witstraat, waaraan wij de gegevens voor het voren staande relaas ontleenen.Intusschen heibben de legaties uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag overleg gepleegd met de IJscentrale van de firma Jamin, aan welke de geheele kwestie is voorgelegd. De staking in Amsterdam enz. geëindigd. Uit Rotterdam wordt gemeld dat i'n- 'gevolge het gepleegde Overlég' dé staking onder de ijsventers van de firma Jamin, die thans ongeveer veertien dagen heeft geduurd, is geëindigd, doordat aan zes van de zeven eischen van de stakers werd toegegeven. De directie heeft zich thans nl. ook bereid ver klaard de f 5 vergoeding uit te keeren wegens tekort aan ijs. De stakers hebben hiervan nl. veel schade ondervonden. De vergoeding van de pachtgelden voor de vaste standplaatsen, komen in de toekomst ook voor rekening van de firma, terwijl de in uitzicht gestelde ran cune-maatregelen weiden teruggenomen. De stakers hebben besloten een algemeenen bond op te richten van ijsventers om te ko men tot een collectieve overeenkomst. OPMERKINGEN VAN LEZERS. VUILE GASSEN UIT BROCKWAYBUSSEN. Een inzender beklaagt zich bij ons over de vuile gassen die uit de pijpen van sommige Brockwaybussen opstijgen. Naar wij bij informatie vernamen is dit leed spoedig geleden. De oorzaak moet worden gezocht in de motoren en die zijn thans in revisie, zoodat in den loop van de week er geen aanleiding meer zal zijn, over de vuile gassen te klagen. brengt hulp in gezinnen, waar door geboorte, onvolwaardig heid of ziekte van kinderen bij zondere nooden zijn ontstaan. Zendt Uw bijdrage op Postgiro 75000 Den Haag. (Adv. Ingez. Med.) De a.s. feesten. Medewerking der Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat. Zooals reeds uit verschillende persberichten en radiotoespraken is gebleken, zal ge durende den tijd van het 40-jarig ju bileum van Hare Majesteit de Koningin .in zeer vele plaatsen van ons land reclame gemaakt worden voor Nederlandsch Fabri kaat. Van 30 Aug.10 Sept. zullen Nederl. Fabri kaat winkelweken worden georganiseerd, waar bij de Middenstands organisaties, het groot winkelbedrijf en de Industrieele werkgevers bonden samenwerken en in een daartoe inge steld werkcomité voortdurend overleg plegen. Ook te Haarlem, IJmuiden en Santpoort zal een dergelijke winkelweek met etalagewed strijd worden gehouden. Het bestuur van de afd. Haarlem en Omstreken van de Verg. Ne derlandsch Fabrikaat heeft daarbij niet stil gezeten en krachtdadig medewerking verleend. Behalve de prijzen en diploma's uitgeloofd door het hoofdbestuur der vereeniging besloot het afdeelingsbesuur ook nog een prijs be schikbaar te stellen voor iederen eersten prijs winnaar van den etalagewedstrijd in Haar lem, Santpoort en IJmuiden, een geldprijs, met dien verstande, dat het geld gebruikt moet worden voor den aankoop van een of meer artikelen van Ned. Fabrikaat te koopen in een.van de winkels, die aan den wedstrijd hebben deelgenomen. De afd. Haarlem en omstreken zal in de jury vertegenwoordigd zijn door de heeren Dr. J. van Heerde en A. J. Torley Duwel voor Haarlem, de heer«n A. van Weerden en J. E. Voet voor IJmuiden en de heer Th. S. J. Hooy voor Santpoort. Aan de beide uiteinden van de Groote Hout straat zullen groote borden worden .geplaatst vermeldende een slagzin van de Verg Neder-, landsch Fabrikaat. De extra prijzen zullen zoodra mogelijk door een of meer leden van het dagelijksch bestuur der afdeeling (de heeren H. P. Deinum, voor zitter, Mr. A. L. F. André de la Porte, secre taris en Dr. J. van Heerde, penningmeester) worden uitgereikt. STRA ATPREDIKING Hedenavond te 8.30 uur zal er op het Leid- scheplein straatprediking worden gehouden door de Gereformeerde Evangelisatie. Spreker is Ds, A. Dondorp van Heemstede. Medewer king wordt verleend door het zangkoor „Zuid- Oost". De aandacht van de inzenders, die ons kopy ter beoordeeling doen toekomen, wordt er op ge vestigd dat wij die niet zullen beoordeelen en evenmin terug zenden indien niet postzegels voor antwoord worden ingesloten. de menschen niet begrijpen willen. De klant is Koning, ook voor illusies. Aan gene zijde van het voetlicht. De mensoh is een vreemd wezen op dezen aardbodem. Alles, wat hij door de week doet, is normaal en begrijpelijk, en als dat niet zoo is krijgt hij het al spoedig te kwaad met zijn om geving. Nietwaar, het dagelijksche leven is ge baseerd op verstand, als je niet verstandig doet ben je dom of er moet iets niet met je in orde zijn. En toch, er is en blijft in ons een kinderlijk geloof aan wonderen. Wij willen eens idingen zien, die we niet begrijpen En waar de vraag naar onbegrijpelijke din gen bestaat, ontstaat ook een aanbod. Alvata is één van de groote handelaren in onbegrijpelijke dingen, en er zijn er meer, maai' hij is wel het meest in trek. En hij ver koopt het publiek illusies, omdat het ernaar vraagt. Zoodat zelfs ons verlangen naar on begrijpelijke dingen, die afwijken van ons zakelijke dagelijksche leven, weer een.za kelijke kwestie is. Alvata, de illusionist, heeft Haarlem ver overd met zijn kunsten. Oorspronkelijk was hij niet van plan tot en met Woensdag in onze stad te blijven. Maar het succes heeft hem daar wel toe doen besluiten. Alvata prolongeert En ook ons alledagleven prolongeert. En daarom onze behoefte aan illusies eveneens. Ach, het is zoo'n allemachtig prettig gevoel eens allerlei voorwerpen, menschen en dieren op onbeperkte wijze te zien verdwijnen en ver schijnen, geld te zien maken zonder dat de Munt eraan te pas komt. bloementuinen te zien ontstaan zonder dat eerst gezaaid en een jaargetij lang gewacht moet worden. Hoe graag zouden we men schen. waar we dag in dag uit tegenop moeten kijken, even aan ons gezicht willen onttrek - :f ken, hoe graag zouden a we eens geld uit onze ooren en neuzen en onider onze jaspanden willen' trekken zonder er eerst een maand voor te zwoegen, hoe graag ook zouden we Pilsjes en likeurtjes uit water willen maken hoe graag.... ja wat alles niet. Alvata geeft U alles wat U wenscht. Hij geeft U geen tijd om na te denken. Want ge wilt immers niet denken Denken doe'n we alle dagen. Uitkijken of we niet bedot worden doen we ook alle dagen. Hoe heerlijk eens te zien hoe er met het. verstand gespot, wordt. Alvata laat een mensch zweven in de ruimte, hij laat ons ook zweven, op onze fantasie, op onze primitieve verlangens naar illusies. Gisteravond onttrok het floodlight de fa- ?ade voor den schouwburg aan het duister van den avond. De schouwburg scheen zelf reeds een illusie. En aan den gevel flonkerden de lichtjes: Alvata mysteries 1938 Binnen tooverde Alvata de mysteries uit het ^-perspectief van het tooneel te voorschijn. Het 'publiek applaudiseerde. Illusies in het leven leiden tot ontgoochelingen. Doch door Alvata's illusies voelt men zich niet bekocht. Men vraagt er toch om. Men krijgt ze. En hoe. En in de pauze van de voorstelling zit een man in een kleedkamer. Het is Alvata, de man die op het tooneel 1001 wonderen verricht, En hij strikt zijn dasje bij. Hij is een gewoon mensch van vleesch en bloed, en hoewel hij de illusies oproept laat hij zich daarbij leiden door een zeer verstan delijk inzicht in het wezen, dat mensch heet. De mensch denkt bij wonderen steeds aan ontzaglijk ingewikkelde dingen, waar hij met z'n verstand niet bij kan. Het eenvoudige, voor de hand liggende ziet hij over het hoofd. Mis schien opzettelijk. Hij wil immers niet weten hoe 't' alles in zijn wérk gaat. Hij betaalt er voor zoo begoocheld te worden dat hij 't niet begrijpt. Hij zou zelfs boos worden als hij het wel snapte. Want dan had hij wel thuis kun nen blijven Alvata begrijpt dat. Hij begrijpt dat de men schen niet begrijpen willen. En dat is zijn kracht. En hij ziet in den spiegel, die op zijn schminktafel staat en werkt de verf op zijn gezicht wat bij. Illusie. „Het publiek is in elk land verschillend", zoo vertelt hij. In Engeland hebben we eigenlijk het klassieke goochelpubliek. De menschen Interesseeren zich daar voor goochelkunst. Elke stad heeft zijn amateurgoochelclubs. Humoris tische goocheltoeren gaan er bij de Engelschen Het kwartje. door HANS DE LA RIVE BOX. ERTRAM haalde zijn zakken leeg, ter wijl hij zich naar de telefooncel op het Kastanjeplein begaf. Na eenig zoeken vond hij inderdaad het dubbeltje, dat hij zijn eigendom mocht noemen. Dit dubbel tje had hij bestemd voor een -telefoontje en hij diepte het op uit een allegaartje van kop- spijkertjes, eindjes touw, lucifers en krulletjes pruimtabak. Voor het glazen huisje bleef hij wachten. Er bevond zich een deftig gekleed heer in de cel, die met stemverheffing aan het praten was en wiens fraaie auto op eenigen afstand naast het trottoir wachtte. Bertram bekeek den wa gen met peinzende blikken en toen werd zijn aandacht naar een haveloos gekleed man ge trokken, die een ruitjespet droeg en een bru taal en arrogant gezicht had. De man begaf zich eveneens naar de telefooncel en bleef schuins achter Bertram wachten. Even later wias de deftige heer gereed. Hij verliet de cel en wierp de stalen deur met bree- den zwaai open. Terwijl hij zijn jas dicht knoopte, begaf hij zich naar de auto. De man met de ruitjespet maakte een vreemde, onverwachte beweging, alsof hij een of ander insect wilde dood Happen. In elk geval trok Bertram de wenkbrauwen op. Hij ging voorzichtig een pasje terzijde en sprak met een zuurzoet gezicht: „Als u telefoneeren wilt, kunt u uw gang gaan. I k heb den tijd." De man met de ruitjespet, niet gewend met u te worden aangesproken, liet den Adamsappel in zijn magere keel op en neer dobberen, grijnsde en schudde het hoofd. ,Na u." zei hij deftig. „Ik zei je al ik heb den tijd", vervolgde Bertram. ,Je moest toch telefoneeren?"' „Ik vroeg de man met de pet. „Wie zegt dat?" „Je loopt toch niet naar een telefoon om vliegen te vangen?" „Ik loop waar ik loopen wil." „Heel geestig." „Och ja, waarom zou een mensch niet gees tig zijn?" „Kijk 's," zei Bertram nadrukkelijk. „Eigen lijk hoef ik evenmin op te bellen," „Loop dan door," zei de man met de pet. Zijn kleine zwarte oogen namen Bertram onderzoekend op. „Ik zei. loop dan door." her haalde hij. „Na u," antwoordde Bertram bijtend. Ik sta hier al lang en ik blijf hier staan. Mag ik niet staan waar ik wil?" „Ik blijf hier ook staan," antwoordde de man met de pet. „Dat kan gezellig worden." „Dat i s het al." „Het mankeert je zeker een beetje in je hoofd?" „Dat wou ik jóu ook vragen." „Ik ben wel in orde." „Als je in orde bent. ga dan telefoneeren. Je kwam hier om te telefoneeren." „Ik kwam hier, omdat, het hier zoo mooi is. Met al die kastanjes en zoo. Maar wil ik je eens iets vertellen? J ij kwam hier om te telefoneeren. Nou, doe het dan." ,.Ik zal jou eens iets heel anders vertellen," zei Bertram nadrukkelijk. „Jij verbergt wat, mannetje.. Ik heb zoo'n idee, dat je iets in je schild voert. Ga eens éen meter achteruit?" „De weg is van iedereen en ik blijf rustig staan." „Zoo lang het duurt. Daar komt een dame aan. Ze komt in onze richting en als ze wil telefoneeren, zal je wel weg móeten." De man met de ruitjespet keek naar de jonge vrouw, die inderdaad op de telefooncel toeliep en zijn gelaat werd donker. „Ze kan er wel door," zei hij schouderop halend. „In elk geval verzet ik geen stap." .Beleefd ben je wel," spotte Bertram. De dame had hen nu bereikt en bleef staan. „Pardoneh sprak ze vriendelijk. „Ik moet telefoneeren. Wilt u even opzij gaan?" Bertram grijnsde „Ga opzij," riep hij met stemverheffing. De man met de pet boog zijn mager lichaam achteruit, maar liet zijn voeten op het trottoir staan, alsof ze daar waren vastgeplakt. „Ik wou er door," vervolgde de jonge vrouw met nadruk en onaangenaam verrast door het lompe optreden van den man. „U kunt er door," riep hij. „Hij zal direct wel gaan," troostte Bertram, „Daar zie ik een agent. Hé, agent, kom eens even hier „Ik zal je wel weten te vinden," gromde de man met de pet. Hij wierp Bertram een blik toe, die hem zeker gedood zou hebben, wanneer hij er de macht toe had gehad. „Agent, ik moet telefoneeren en meneer hier wil me niet laten passeeren." De agent trok een frons. „Waarom ga je niet opzij?" vroeg hij ver baasd. „Ik ga al." zei de man met de pet. Hij deed het heel vlug en bukte zich tegelijkertijd Toen hij zich weer oprichtte was zijn rechter hand tot een vuist gebald. „Ik zie je wel.wendde hij zich dreigend tot Bertram en vervolgde zijn weg, alsof er niets gebeurd was. De dame ging <de cel binnen en de agent en Bertram staarden den verdwijnenden man na. „Wat was dat!" vroeg de dienaar der wet. Bertram lachte. „Er was zooeven een deftige meneer in de cel," legde hij uit. Toen hij weer buiten kwam. liet hij een geldstukje vallen Het was een kwartje en de man met de pet zette er zijn voet op. Dat wilde hij niet voor mij weten en hoopte natuurlijk, dat ik eerder weg zou gaan dan hij." De agent glimlachte en vervolgde zijn rond wandeling. Toen hij om den hoek van een straat verdwenen was, kwam juist .de jonge vrouw uil de cel. Ze negeerde Bertram en be gaf zich naar een tramhalte. Teen kwam er eindelijk beweging in Bert ram. Hij trok zijn rechtervoet weg en bukte zich. Er glansde een fonkelende rijksdaalder. En terwijl hij het geldstuk achteloos bij- zich stak, ging hij op zijn beurt telefoneeren. Naem 'n AKKERTJE bij Migraine, „Kater", Hoofdpijn, enz. (Adv. Ingez. Med.) niet in. Ze willen hebben dat je het myste rieuze ernstig neemt. En Frankrijk? Daar is het publiek zoo on verschillig. Het leest er zijn krantje tusschen de goocheltoeren door. In Polen willen de menschen altijd griezelen. En daar moet ik mijn show altijd wat verruwen. Bij de truc met de ont hoofding door de guillotine, weet u wel, willen ze bloed zien. Ik vond het zelf niet fijn. maar ja, de klant is Koning, ook wat illusies be treft. En Holland? Als in uw theaters het schellinkje maar vol zit dan komt de rest van zelf wel. Het' publiek in de hoogte maakt 't best propaganda. Ik ben in uw land ook altijd goede vrienden met het schellinkje. In Italië kom ik nooit meer. Daar zijn de menschen zoo onhebbelijk nieuwsgierig dat ze den boel afbreken! Alvata is een zeer vlot causeur. Of hij uit een goochelaarsfamilie stamt? Ja, eigenlijk niet. Zijn vader was bankier, maar reeds vroeg reisde Alvata met zijn zuster die hem thans nog ijverig assisteert met een oom-gooche laar mee. En zoo leerde hij het vak. Misschien dat hij de truc van de geldmakerij nog van zijn vader geërfd heeft? 't Zou kunnen. Na de pauze treedt Alvata weer voor het voetlicht. Nu komen zijn groote nummers. De coulissen verbergen het geheim van zijn ver standelijke wonderen. Alvata goochelt, met dieren, met menschen, met flesschen. met vlaggen, doeken, bloemen, kasten, kisten, stoe len tafels, enfin een heel ameublement. Maar het meest goochelt hij met het pu bliek. Het publiek dat niet begrijpen wil, en begrepen wordt. Door Alvata v. H. Voor den Politierechter. „Zij wierp een blik op hem". Voor dat menschen getrouwd zijn werpt zij of hij een blik naar den ander. Hij of zij wordt dan door die blik getroffen en er komt een huwelijk van. Nadat menschen getrouwd zijn werpt zij of hij een blik naar de(n) ander. Hij of zij wordt dan door dat blik getroffen. En er komt een scheiding van. En het heele verschil tusschen het huwelijk en de scheiding ligt alleen in het onderscheid tusschen het woordje dat voor „blik" staat. Staat er „de" blik dan komt er een huwelijk van, staat er echter „het" blik dan draait het op een scheiding uit. Zoo ziet u hoe of schijnbaar zeer gecompliceerde dingen tct zeer eenvoudige beginselen te her leiden zijn. Tot d^ze filosofie inspireerde het geval van een mevrouw en een meneer en een dochter, dat zich gisteren voor den politie rechter in al zijn trieste finesses ontspon, Meneer had mevrouw met zijn „tot vuist gebalde hand" zooals dat netjes in de dag vaarding stond bewerkt, want hij had eeni ge platen uit den koffer van zijn dochter wil len halen en dat stond zijn vrouw hem niet toe. Later hoorde mevrouw pas dat de dochter het aan haar vader had toegestaan. Meneer, die in het beklaagdenbankje zat, zei dat zijn vrouw hem eerst een blik had toe geworpen. Niet dezelfde blik waarvoor hij blijkbaar bezweken was voordat hij trouwde, maar een ander blik, waarvoor hij zich ech ter ook blijkbaar bukte. Thans gaf hij zijn vrouw echter geen arm, zooals eens na die eerste blik, doch hij plantte zijn vuist in heur gelaat. En dat beteekende mishandeling f De dochter getuigde dat ze niet gezien had dat met het blik gesmeten was, doch het on gel uks voorwerp lag wel zoo op den grond de verf liep er uit dat er mee gesmeten kon zijn. Mevrouw ontkende „het" blik niet „de" eerste blik te hebben geworpen. Wel had zij haar man vroeger eens met heet water gegooid, hetgeen wat anders is dan iemand een warm hart toedragen. De officier constateerde dat man en vrouw thans wat men noemt in echtscheiding „lig gen" en eischte tegen den man een boete van 15. De raadsman van verdachte vond dat er gerechtmatigde twijfel gerezen was aan de vrijwilligheid der mishandeling. De politierechter wilde rekening houden met de mogelijkheid dat de vrouw het blik had willen werpen, doch ook in dat geval vond hij dat de man andere middelen dan een stomp had kunnen vinden om haar daarvan te weerhouden. Zijn uitspraak luidde: 5 boete. Hetgeen de les Inhoudt: werp niet te vlug een blik op een ander, niet na het huwelijk, maar vooral niet.ervoor. Op zoek naar lucifers. Het gebeurde in een kousenfabrïek. In het voorjaar van '38. Het voorjaar is altijd een romantisch jaargetijde. Planten en bloemen ontluiken. En ook in de menschen vaart een nieuwe geest, als zij de lentegeuren snuiven, ook in de menschen ontluikt iets. Helaas niet altijd wat goeds. Maar zooals in de na tuur naast geurige bloemen ook onkruid tot hernieuwden bloei komt. zoo ontkiemt in den mensch naast het vele goede ook veel slechts. En zoo ondervond een jeugdige fabrieksarbei der in de kousenfabriek de symptomen van de lente in den vorm van kriebel neen helaas niet de kriebel van de prikkelende lentelucht in zijn neus maar een kriebel in zijn han den. En hij stak zijn handen in andersmans jaszakken en haalde er een horloge uit. Of eigenlijk vond hij dat horloge als een bijkom stigheid. „Ik zocht naar lucifers", zei do jongeman, toen hij door den politierechter over zijn daad gekapitteld werd. „Waarvoor?" vroeg" de rechter. „Om m'n sigaret aan te steken". „Mocht u dan rooken in werktijd?" „Neen" was het bedeesde antwoord. „Dus het begon met een kleine overtre ding. luidde de conclusie van den politie rechter. En aangezien van het kleine het groote komt vond de man op zoek naar kleine luci fersstokjes plotseling een groot rond horloge. Hij nam toen maar het horloge en vergat verder de heele lucifers. Dat duurde net zoo lang tot de eigenaar zijn horloge aan den pols van den ander herkende. Toen kwam de hee le geschiedenis natuurlijk voor den rechter. De officier vond menschen die andermans kleeren nasnuffelen altijd verdacht. Merk waardig dat dergelijke menschen in werk- olaatsen, in zwembaden enz. achteraf behoef te aan lucifers gehad blijken te hebben. En zij vinden altijd wat anders! De officier eischte 6 weken gevangenisstraf. De politierechter wilde 'met, het oog op den jeugdigen leeftijd van verdachte dit. keer nog genade voor recht laten gelden, en zijn uit spraak luidde: 1 maand voorwaardelijke ge vangenisstraf met een proeftijd van 3 iaar, cn pen hnete van 2 .suhs 1 dag hechtenis. Het loopt nu weer zoo'n beetje naar den herfst. En dat is voor het verloop van dit misdrijf symbolisch, Immers, na de lente komt altijd een herfst. Zooals op een verkeer de handeling de straf volgt....

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 7