HET DEFILE DER WEERMACHT HET MYSTERIE VAN SUNNY SIDE. De Indische vorsten als belangstellende toeschou wers tijdens het défilé, dat Maandagmiddag te Den Haag plaats had in verband met het regeerings- jubileum van H. M. de Koningin De aankomst van H. M. de Koningin in gezelschap van H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard aan de Van Alkemadelaan te Den Haag voor het défilé der Nederlandsche weermacht voor de jubileerende vorstin Minister-president dr. H. Colijn en zijn echtgenoote bezochten [)e versiering van de „Jordaan" te Amsterdam voor de De openingszitting van het 40ste congres der International Law Association in het Koloniaal Instituut te Maandag een der bioscoop-theaters te Den Haag, om er de komende feestelijkheden nam Maandag een aanvang. Er was Amsterdam werd Maandag ook door Z. K. H. Prins Bernhard bijgewoond, die het beschermheerschap Oranje-films te zien vee| belangstelling van dit congres op zich i nam De matrozen trekken voorbij tijdens het défilé van Neerlands weermacht voor Een vroolijk groepje bij het vertrek pe vorstelijke familie op de eeretribune aan de Van Alkemadelaan te Den Haag "dienst teggaan%oe°n'1nlPaiest?na0nn ''jdens het défilé der weermacht, dat Maandagmiddag plaats had H. M. de Koningin te Den Haag FEUILLETON Naar het Amerikaansch van HECTOR JENNINGS. 38) Maar om me een beetje op te beuren, zei de detective dat we, nu we een spoor hadden, vooral den moed niet moesten verliezen. En terwijl we verder leefden in hopen en vreezen, volgden in huis de gebeurtenissen elkaar snel op. We hadden een rustigen dag, maar tegen den avond werd Liddy ziek. Ik ging haar kamer binnen toen ik haar hoorde kreunen en zag dat zij een warme kruik tegen haar gezicht hield en dat haar rechter wang dik gezwollen was. Kiespijn? vroeg ik, je verdient het; je loopt nog liever met een kaakontsteking, dan dat je een kies laat trekken. Onderwijl zocht ik naar watten en lauda num. Ik kon geen laudanum vinden en ik ging naar Gertrude's kamer om bij haar wat te halen. Tot mijn verbazing was de deur ge sloten. Toen ging ik de gang over naar haar slaap kamer. Het bed was opgeslagen en haar pyama en kimono lagen in de kleedkamer ernaast gereed, maar van Gertrude geen spoor. Ik weet niet meer precies wat voor vree- selijke gedachten er door mijn brein spookten toen ik daar stond. Door de deur hoorde ik Liddy kreunen en werktuigelijk nam ik lau- ,üanum en ging naar haar terug. Een half uur later verminderde Liddy's ge jammer en ten slotte sukkelde ze in slaap. Daarop ging ik naar de wenteltrap; daar hoorde ik de ademhaling van Winters, den detective, die bij den ingang sliep. En toen, van ver weg, kwam opeens het geklop dat Louise dien nacht naar de trap had gelokt, 't Was boven mijn hoofd en heel zwak drie of vier gedempte kloppen, een pauze. Het geluid van Winter's ademhaling maakte me rustiger; het beteekende, dat er in geval van nood hulp in de buurt was, maar iets hield mij er van terug hem wakker te maken. Ik bewoog me niet. En allerlei belachelijke dingen die Liddy gezegd had over een geest, kwamen mij in de gedachten. Vlak bij mij was de waschkoker. Ik kon hem voelen maar niet zien in het donker. Terwijl ik zoo gespannen stond te luisteren, hoorde ik opeens een geluid vlak bij me. Het was vaag, onbestemd. Toen hield het op, ik hoorde iets bewegen en een gesnork beneden aan de wenteltrap. Ik stond doodstil en durfde haast geen adem te halen. Ik had het bij het rechte eind gehad. Iemand sloop boven langs de wenteltrap heen en weer en kwam in het donker mijn kant uit. Ik leunde tegen den muur om een steun tje hebben; mijn knieën dreigden me in den steek te laten. De zachte voetstappen waren dichtbij en plotseling dacht ik aan Gertrude. Natuurlijk was het Gertrude! Ik stak een hand uit, maar voelde niets, mijn stem begaf me haast, maar ik slaagde er toch in om Gertrude's naam te roepen. Goede hemel!, klonk een mannenstem vlak naast me. En toen viel ik flauw. Ik voelde mezelf vallen, voelde dat iemand me vast greepeen vreesehjke duizeligheid. Verder herinner ik me niets meer. Toen ik bijkwam was het ochtend. Ik lag op het bed in Louise's kamer en een deker. van mijn eigen bed lag over mij heen. Ik voelde me slap en duizelig, maar slaagde-er in op te staan en naar de deur te wankelen. Beneden zat Winters nog te slapen. Ik kon haast niet op mijn beenen staan en kroop ge woon naar mijn eigen kamers. De deur naar Gertrude's kamer was niet meer op slot; ze lag te slapen als een vermoeid kind en in mijn kleedkamer vertroetelde Liddy een koude kruik en in haar slaap mompelde ze: „er zijn dingen die je de handboeien niet kunt aan doen". HOOFDSTUK XXIX. EEN SNIPPER PAPIER. Voor het eerst sedert twintig jaar bleef ik dien dag in bed. Liddy was heelemaal van streek door dit ongewone feit en na het ont bijt probeerde ze me over te halen dokter Steward te laten roepen, wat Ik echter na drukkelijk weigerde. Gertrude bleef dien mor gen bij me en las me voor, maar ik was veel te veel in beslag genomen door mijn gedach ten om te luisteren. Ik had de beide detectives niets van mijn nachtelijk avontuur verteld. De man, die ik In 't donker ontmoet had, was nog meer geschrokken geweest dan Lk en zijn stem had me eenigszins bekend in de ooren geklonken. Den heelen morgen pijnigde ik mijn hersens af om die stem thuis te brengen, maar zonder resultaat. En dan was er nog iets. Ik vroeg me af of Gertrude's afwezigheid iets met het gebeurde van vannacht te maken had. Misschien had ze dat geklop ook wel gehoord en was ze op onderzoek uitgegaan, maar ik voelde me zoo uitgeput en dof in het hoofd, dat ik de energie miste om het haar te vragen. Ik was beu van het praten over al de geheimen, die zich in huis afspeelden. Na de lunch werd dokter Walker aangediend. Ga naar beneden, zei ik tegen Gertrude, en zeg hem dat ik uit ben. Vertel hem in geen geval dat ik ziek ben. Vraag wat hij wil en zeg aan het personeel dat ze hem niet meer mogen binnenlaten. Ik haat dien man. Gertrude kwam spoedig terug. Hij vroeg of wij hier vandaan wilden ,gaan, vertelde ze, terwyl ze haar boek met een ruk opnam; hij zegt dat Louise Arm strong hier wil komen, nu ze herstellende is. Ik heb gezegd, dat we tot onze spijt niet kon den weggean, maar dat we het erg prettig zouden vinden als Louise bij ons kwam. Hij keek me aan of hij me wilde opeten. En hij vroeg ook nog of wij Elisa als keukenmeid konden aanbevelen. Hij schijnt tegenwoordig patiënten in huis te nemen, want hij heeft een patiënt uit de stad mee teruggebracht. Ik wensch hem geluk met Elisa, zei ik bits. Vroeg hij nog naar Halsey? Ja, ik heb hem verteld dat we een spoor hadden en dat het alleen maar een kwestie van tijd was om hem te vinden. Hij zei, dat hij daar erg blij om was, maar ik kreeg niet den indruk dat hij daar een woord van meende. Maar hij vond toch dat we maar niet te veel hoop moesten hebben. Weet je wat ik geloof?, vroeg ik. Dat dokter Walker meer van Halsey afweet dan een van ons allemaal, en dat hij als hij wil kan vertellen waar hij is! Tegen drie uur telefoneerde Jamieson van het station in Casanova dat hij terug was en Warner haalde hem met de auto af. Ik stond op en kleedde mij haastig en toen de detective kwam werd hij in mijn zitkamer gelaten. Geen nieuws?, vroeg ik toen hij binnen kwam. Hij trachtte opgewekt te kijken, maar dat lukte niet erg. Ik merkte op, dat hij er vermoeid en stoffig uitzag. Het zal nu niet lang meer duren, juffrouw Innes, begon hij bemoedigend. Ik ben hier gekomen met een speciaal doel, waarvan ik u straks vertellen zal. Eerst wilde ik u een paar vragen doen. In de eerste plaats deze. Is er gisteren iemand hier geweest voor de telefoon; om de draden op het dak na te kijken? Ja. antwoordde ik prompt, de man be weerde dat de draden misschien iets te maken hadden met den brand in den stal. Ik ben zelf met hem naar boven gegaan, maai hij heeft alleen maar een beetje rondgekeken. Jamieson glimlachte veelzeggend. Prachtig! Laat niemand het huis binnen die u niet kent en vertrouw niemand; het zijn niet allemaal electriciëns die rubber hand schoenen dragen! Hij wilde per se geen verdere uitleggingen geven, maar haalde een stukje papier uit zijn portefeuille, dat hij zorgvuldig uitvouwde.. Luister, zeide hij, U hebt eerder hiervan gehoord en het als „een bagatal" beschouwd. Ik verzoek u dit nog eens in het licht van de jongste gebeurtenissen te bekijken. U bent een schrandere vrouw, juffrouw Innes, en als U er over nadenkt, zult u het met mij eens zijn, dat zich hier in huis iets moet bevinden dat door een aantal personen vurig begeerd wordt. Wat hij me overreikte was het papiertje dat hij onder Arnold Armstrong's bezittingen ge vonden had en dat de volgende woorden be vatte: door de plannen te veranderen voor kamers, zal het misschien mogelijk zijn. Volgens mij is de beste manierhet plan voor de in een van dekamersschoor steen". Ik geloof dat ik er achter ben, zei ik langzaam iemand zoekt hier in huia naar een geheime kamer en de insluiper.... En de gaten in den muur. Zijn het gevolg van zijn.... Of haarnasporingen. Haar?, vroeg ik verbaasd. Luister, juffrouw Innes. zei de detective terwijl hij opstond. Mijn theorie is, dat ergens in de muren van dit huis een gedeelte van het geld van de Handelsbank verborgen is. Ik geloof vast en zeker, dat dr. Walker uit Californië gekomen is met de wetenschap waar het ligt, en nadat de pogingen om me vrouw Armstrong en haar dochter hier zoo spoedig mogelijk te installeeren hebben ge faald, heeft de waardige geneesheer, gehol pen door een of anderen metgezel, geprobeerd hier in te breken. Twee keer is hij geslaagd geloof ik. (Wordt vervolgd), _j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9