HET MYSTERIE VAN SUNNY SIDE. FEUILLETON Naar het Amerikaansch van HECTOR JENNINGS. 14) Ik zocht een middel om te weten te komen 10e snelof beter gezegd hoe langzaam. Ie tijd voorbijging. Ik mat vijf minuten af door mijn pols te voelen; ik rekende 72 slagen per minuut. Maar het duurde een eeuwigheid en op het laatst raakte ik den i-el kwijt, zoo dof was ik in het hoofd. En toenhoorde ik iets beneden mij in bet huis; een eigenaardig trillend geluid, dat ik eigenlijk nog meer voelde dan hoorde: het deed me denken aan het trillend stampen van motorbrandspuiten, dat ik uit de stad kende. Een ondeelbaar oogenblik was het alsof mijn bloed stilstond in mijn aderen: als het huis eens in brand stond! Maar het volgende moment wist ik wat het was: het geronk van den motor. Halsey was thuis gekomen. En dat vervulde mij met nieuwe hoop. Halsey's heldere kop en Gertrude's vlugge opmerkings gave zouden datgene misschien doen waartoe Liddy's bijgeloof en het combinatievermogen van "drie detectives niet in staat waren ge weest. Na een poosje dacht ik dat ik gelijk had gehad. Er was beneden iets gaande. Deuren sloegen, er liepen menschen door de hall en langs de trappen, opgewonden stemmen dron gen tot me door. Ik hoopte dat ze dichterbij zouden komen, maar na een tijdje stierven .de geluiden weg en ik was opnieuw overge laten aan de beklemming van mijn angstige eenzaamheid. De eerste waarschuwing dat er wat gebeuren ging, was een steelsch morrelen aan de slui ting van de schoorsteendeur. Ik had mijn mond al open om te roepen, maar ik deed het niet. Misschien hadden dé zenuwspanning en de slechte lucht mijn energie verlamd, mis schien was het instinct. Maar wat het mag geweest zijn, ik zal onbeweeglijk, aan den an deren kant van mijn kerker bewoog iemand zijn vingers over het snijwerk van de schoorsteenmantelen vond het paneel! Juist kwamen de geluiden van beneden met verdubbelde kracht terug; ik hoorde haastig geloop van vele voeten op de trappen en toen het geluid dichterbij kwam, kon ik verstaan wat er gezegd werd. Bewaak de trap van onderen! hoorde ik Jamieson roepen. Toen: Drommels, er is geen licht hier. En een minuut later: En nu allemaal tegelijk! Eentwee drie De deur van de kofferkamer scheen thans aan den binnenkant gesloten te zijn. Maar door den aanval, die op Jamieson's comman do gevolgd was, bezweek zij, viel met een smak tegen den muur en ik hoorde iemand de ka mer half binnenvallen. Op hetzelfde oogenblik hadden vingers den knop achter het paneel in de juiste richting geschoven; de schoor steenmantel bewoog van zijn plaats, ging een eindweegs open en viel weer dicht. Ik was niet meer alleen in mijn gevangenis! Er was nog iemand in de duisternis, iemand wiens adem zwaar en hijgend ging en die zoo dicht bij mij was. dat ik hem met. mijn hand kon aanraken. Ik was verlamd van angst Buiten klonken opgewonden stemmen. Koffers werden woest van hun plaats gesleurd, de ramen werden opengegooid De man, die bij mij in de kamer was, leunde tegen de schoorsteenmanteldeur en luisterde. Hij had zijn vervolgers over troefd. Ik hoorde een zucht van verlichting iver zijn lippen komen en toen begon hij zijn weg te banen door de duisternis. Hij raakte mijn hand aan. Ik hoorde dat hij in doodschrik zijn adem inhield. Behalve dat hij zijn hand onmiddel lijk terugtrok, bewoog hij zich niet. Na een seconde begon hij langzaam achter uit te schuifelen. Toen, een beetje opgelucht door de ruimte die er nu tusschen hem en mij was, durfde ik roepen en ik schreeuwde wild, wild, oorverscheurend. En buiten hoor den ze me. Hier, in den schoorsteen! Achter den schoorsteenmantel! Met 'n vloek sprong de donkere gedaante op mij af en ik schreeuwde opnieuw. In zijn blinde woede had hij mij gemist; ik hoorde hem tegen den muur botsen. Ik maakte oogen blik kelijk gebruik van het behaalde voor deelik greep den stoel. Hij stond een oogenblik stilluisterend blijkbaarhij ondernam een nieuwe poging en ik deed een uitval met mijn wapen. Ik dacht dat hij stom verbaasd was toen hij den duw van den stoel poot voelde, want hij bleef weer stilstaan en ondertusschen riep een stem uit de koffer kamer: We kunnen er niet in! Hoe gaat dat verduivelde ding open. De man in de geheime kamer veranderde van tactiek. Ik wist dat hij nu op mij toekroop, stapje voor stapje en ik kon niet uitmaken van welken kant hij kwam. En toen kreeg hij mij te pakken. Hij hield zijn hand op mijn mond en ik beet hem. Ik was hulpeloos, ik stikte halfvan den anderen kant trachtten ze zich een weg te banen door den schoorsteenmantel. Hij begon mee te geven, want een dunne, gelige streep werd weerkaatst op den muur tegenover mij. Toen hij dat zag, liet mijn aanvaller mij los; een seconde later zwaaide de tegenovergestel de muur geruischloos een eind open, sloot zich weer en ik was alleen. De indringer was weg. In de kamer hiernaast!, schreeuwde ik uit alle macht. Maar de dreunende slagen tegen den schoorsteenmantel overstemden mijn geroep. Toen ze mij eindelijk verstonden, waren een paar kostbare minuten voorbij gegaan. De vervolging begon en allemaal na men ze er deel aan behalve Alex, die zich tot taak gesteld had mij te bevrijden. Toen ik in de kofferkamer stapte levend en wel, hoorde ik hoe beneden de wilde jacht aan den gang was. Ik moet zeggen, dat Alex, gegeven zijn vurig verlangen om mij de vrijheid terug te geven, erbarmelijk weinig aandacht aan me be steedde. Hij sprong door de opening in de geheime kamer en greep de geldkist. Die zal ik in de kamer van meneer Halsey zetten, juffrouw Innes, zei hij; en ik zal een van de detectives sturen om er op te passen. Ik hoorde nauwelijks wat hij zei. Ik had lust om te lachen en te huilen tegelijk, om in bed te kruipen, om een kop thee te drinken, om Liddy een standje te maken en duizend andere doodgewone dingen te doen die ik ge vreesd had dat mij nooit meer beschoren zou den zijn. En dan de frissche lucht! De zalig heid van de koele avondlucht op mijn gezicht te voelen! Toen Alex en ik de eerste verdieping be reikten, ontmoetten we Jamieson. Hij was stil en ernstig en knikte begrijpend toen hij de geldkist zag. Wilt u een oogenblik met mij meegaan, juffrouw Innes?, vroeg hij eenvoudig en toen ik hem met een kort knikje bevestigend be antwoord had leidde hij mij naar beneden naar den Oostelijken vleugel. Ik zag overal lichten, lantaarns en kaarsen, want het was zoo laat dat de Centrale van Casanova het al opgegeven had en een paar dienstboden ston den met angstige gezichten bij elkaar. Ze gaven een gilletje toen ze mij zagen en lieten me zwijgend passeeren. Opeens schoot Alex zonder veel plichtplegingen langs me heen en toen zag ik de gestalte van een man, ineen gezakt onder aan den wenteltrap en Alex boog zich over hem. Toen ik dichterbij kwam, ging Winters een stap achteruit en Alex richtte zich op uit zijn gebogen houding. Hij keek my over het roerlooze lichaam aan met ondoorgrondelijke oogen. Hij had een ruige, grijze pruik in de hand en aan mijn voeten op den grond lag de man, wiens grafsteen stond op het kleine kerkhof van Casanova: Paul Armstrong. Winters vertelde de geschiedenis in een paar woorden. Na een dolle jacht door het huis, had hij den vluchteling, die door de beneden verdieping naar den oostelijken vleugel was gehold (de dakverdieping had geen directe verbinding met den oostelijken uitgang) bo ven aan de wenteltrap bijna gegrepen, toen hij met een sprong langs zijn vervolger heen- glipte; de trap weer af. Daarbij was deze ge struikeld en door zijn vaart met een ver vaarlijke buiteling en 'n heftigen smak op den grond terechtgekomen. Hij had zijn nek ge broken en toen Winters bij hem kwam, was hij al dood. Toen de detective uitgesproken had, kreeg ik opeens Halsey in de gaten. Hij stond in den doorgang van de speelkamer en voor den eersten keer dien avond verloor ik mijn zelfbeheersching. Ik sloeg mijn armen om mijn jongen heen en een oogenblik moest hij, zoo zwak als hij was, mij ondersteunen. Een minuut later, toen ik over Halsey's schouder keek, ontdekte ik iets dat aan mijn emotie een andere richting gaf, want achter hem, in de door een paar kaarsen schemerig verlichte biljart-kamer, zaten Gertrude en Alex, de tuinman en laat ik er maar geen doekjes om winden, ze kusten elkaar hartelijk! Ik was niet in staat om een woord uit te brengen. Tweemaal opende ik mijn mond: toen draaide ik Halsey om en wees. Ze had den geen idee van onze aanwezigheid; haar hoofd lag tegen zijn schouder, zijn gezicht was tegen haar haren gedrukt. Plotseling werd het tafereeltje wreed verstoord door onzen vriend Jamieson. Hij stapte naar Alex en tikte hem op den arm. En, zei hij bedaard, hoe lang zullen u en ik onze kleine comedie nog voortzetten, meneer Bailew .(Wordt vervolgd).. Amsterdam overtrof zich zelf in geestdrift tijdens de huldiging van H. M. de Koningin op den Dam bij Haar komst in de hoofdstad. cordon der afzet ting verbroken werd Het enthousiasme was zoo groot, dat het Staande in de open calèche dankt H. M. de Koningin voor de toejuichingen der menigte voor het Haarlemmermeerstation De calèche arriveert voor het paleis op den Dam. Staande neemt H. M. de Koningin de toejuichingen der menigte in ontvangst Op het Leidscheplein. Een snapshot tijdens den grandiosen intocht van de jubileerende vorstin in de hoofdstad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 10