KONINKLIJKE EERE-PROMOTIE De doctorsbul voor Hare Majesteit. REDE KONINGIN. Mond- en Klauwzeer woedt weer Dagboek van een H. B. S.-er HAND EL-MAATSCHAPPIJ, n.v. ALLE BANK- EN EFFECTENZAKEN ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1938 HAARDE M'S D A G B E A D 3 De aan H.M. de Koningin aangeboden doctorsbul luidt als volgt r\ ECTOR en Senaat der Universiteit J\ van Amsterdam gevoelen zich deel van het Nederlandsche volk in zijn vreugde bij de herdenking van den dag waarop, voor veertig jaren, de regeering door H.M. de Koningin toerd aanvaard; zij gevoelen zich deel van het volk ook in zijn erkentelijkheid door hetgeen in die veertig jaren door Hare Majesteit voor het land is gedaan. Zij hébben zich in het bijzonder reken schap gegeven van hetgeen Hare Maje steit voor Haar land geweest is in de tijden dat zijn economisch leven, door den oorlog eerst en door eon hevige crisis later, in ernstige mate werd ver stoord en zijn welvaart werd bedreigd. Voor de vele economische vraagstuk ken, van de grootste same7igesteldheid vaak, die toen om oplossiiig vroegen, heeft Hare Majesteit steeds een gespan nen belangstelling gehad. Vol besef van hun geivicht, vol besef ook van hun om vang en hun diepte, heeft Zij aan die vraagstukken steeds Haar aandacht ge wijd en daarbij getoond doordrongen te zijn van de beteekenis, die voor de be handeling van economische problemen aan de economische ivetenschap moet worden toegekend. Op deze gronden hebben Rector en Se naat gemeend een passenden vorm. voor hun dankbaarheid jegens Hare Majesteit te kunnen vinden in de verleening van een doctoraat honoris causa, de hoogste eer, waarover zij beschikken, en hebben zij besloten aan H. M. WILHELMINA HELENA PAULINE MARIA, KONINGIN DER NEDERLANDEN. PRINSES VAN ORANJE NASSAU ENZ. ENZ. ENZ., het doctoraat in de Economi sche W etenschappen honoris causa te verleenen en Haar alle rech ten toe te kennen, die door wet of ge woonte aan dat doctoraat zijn verbon den. Ten bewijze waarvan deze oor konde strekt, houdende de bevestiging van dat Senaatsbesluit, door Rector en Secretaris van den Senaat onderteekend en met het grootzegel der Universiteit bekrachtigd. Gedaan te Amsterdam den negenden September des jaars onzes Heeren M DCC CC XXXVIII." Plechtige uitreiking van eere-doctoraat aan de Koningin door deAmsterdam- sche Universiteit „Mijnheer de Rector Magnificus, Wel zeer duidelijk hebben uwe woor den Mij weer voor oogen gesteld, hoe zeer de levensdraad dezer Universiteit is samengevlochten met dien var. de hoofd stad des Rijks. Beide zijn, tegenspoed en teleurstellin gen ten spijt, groot geworden, dank zij dien vaderlandschen eigenschappen van taaiheid en doorzettingsvermogen welke het ook bij tegenwind niet opgeven. Een voorbeeldige samenwerking met Overheid en burgerij der stad, die haar het leven schonk, hebben het vroegere Athenaeum doen uitgroeien tot een Uni versiteit, die niet alleen een waardige plaats onder haar zusteren hier te lande inneemt, maar wier naam ook tot ver over de grenzen door tal van groote ge leerden is uitgedragen. Het eere-doctoraat beschouw Ik als een hooge onderscheiding en bijzonder waar deer Ik dat het Mij verleend is in de eco nomische wetenschappen. Die jongste Uwer faculteiten, in deze groote koop mansstad zoozeer op haar plaats, heeft vooral in deze voor handel en industrie zoo moeilijke tijden, naast haar zuiver wetenschappelijke taak, een uiterst be langrijke en verantwoordelijke rol te ver vullen als voorlichtster van hen, die in het economische leven een plaats inne men en opvoedster van die zich daarop voorbereiden. Dat zij zich van dien dubbelen plicht niet slechts naar vermogen, maar ook met eere zal kwijten, daarvan ben Ik, gezien wat zij reeds heeft bereikt, over tuigd. Trotsch ben Ik er dus op, haar thans de Mijne te mogen noemen en door haar deel te hebben aan een Universiteit, die steeds moge blijven wat zij thans is: een roem voor ons land en een parel in de kroon van Amsterdam." MAX. AGENTSCHAP HAARLEM Gr. Houtstr./Gr. Markt Tel. 13990 (3 lijnen) Z. K. H. Prins Bernharo oracht Vrijdag een bezoek aan Hr. Ms. flottieljeleider «Tromp" te Amsterdam. Na het bezoek verlaat de Prins het schip (Als u nu toevallig een Max kent, die is blijven zitten in de vierde, moet u er hem niet op aankijken dat hij dit geschreven heeft, want ik heet geen Max.) jesteit heeft toegestemd deze uiting van zijn erkentelijkheid wel te willen aanvaarden. Hierna daalde de rector-magnificus van den katheder af en plaatste zich ervoor, terwijl de secretaris van den Senaat zich uit de banken der professoren begaf en zich naast hem stel de. De rector dekte zich, alvorens de sacra- menteele formule uit te spreken, het hoofd, waarop ook de hoogleeraren uit hun banken verrezen en zich eveneens het hoofd dekten. Bij de eerste woorden van den promotor ver hief zich ook Hare Majesteit van Haar zetel om staande Haar promotie aan te hooren. Prof. Frijda sprak: Uit kracht van de bevoegdheid, ons bij de wet verleend, volgens besluit van Rector en Senaat, op voordracht van de Faculteit der Economische We tenschappen verklaar ik Uwe Majes teit, Wilhelmina Helena Paulina Maria Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. te bevorderen tot Doctor in de Eco nomische Wetenschappen en Haar alle rechten te verleenen. die door de wet of gewoonte aan het doctoraat in de Economische Wetenschappen zijn verbonden. Ten bewijze hiervan zal U het diploma worden overhandigd, door Rector en Secretaris onderteekend, en met het grootzegel der Universiteit voorzien. Na alzoo mijn taak te hebben volbracht, zoo besloot de hoogleeraar, moge ik als tolk ook van den Academischen Senaat, besluiten met den wensch, dat Uw volk nog veie jaren Uwe Majesteit zijn getuigenis moge kunnen bren gen van zijn liefde en erkentelijkheid jegens Uwe Majesteit en Haar Huis. Nadat de promotie was voltrokken overhan digde de secretaris van den Senaat H.M. de Koningin het diploma van het eeredoctoraat, waarvan wij den inhoud elders vermelden. Nadat H.M. Haar rede, die door den Senaat en alle aanwezigen in diepe aandacht staande werd aangehoord, beëindigd had, werd nog een kort muziekstuk uitgevoerd, waarna de rector de plechtigheid sloot. PERSONALIA. Mej. C. J. Pilon te Heemstede is benoemd tot leerares Duitsch aan het Chr. Lyceum te Zwolle. DE plechtige eere-promotie van H.M. de Koningin heeft Vrij dagmiddag in het gebouw der Gemeentelijke Universiteit aan de Oudemanshuispoort te Am sterdam plaats gehad. Dit doctoraat honoris causa is Hare Majesteit door den Senaat verleend-„uit erkentelijk heid voor de onverflauwde belangstel ling, die de Koningin in heel de pe riode Harer regeering aan den dag heeft gelegd voor de economische zor gen en eischen des lands, en door drongen van het bewustzijn met welk een diep besef Hare Majesteit steeds de belangrijke en uiterst moeilijke problemen der economische struc tuur behandeld heeft". De rector magnificus, prof. mr. dr. H. Frijda heeft, nadat H.M. de Koningin, Prinses Ju liana en Prins Bernhard hun plaatsen in de aula hadden ingenomen, een uitvoerige rede gehouden. Na de geschiedenis van de Uni versiteit te hebben geschetst en er op te heb ben gewezen, dat stad en universiteit bij elkaar behooren. zeide prof. Frijda o.m.: Vol dankbaarheid, voor al wat Gij in den tijd van Uw regeering voor ons land zijt ge weest. heeft de Senaat vooral zich rekenschap gegeven van wat Gij voor het land waart dan, als zijn economisch leven met groote moeilijk heden den kamp te voeren had en derhalve meer dan gewone zorgen eischte. Helaas is dit, vooral in de afgeloopen vijf en twintig jaren, meermalen en telkens zelfs voor lan gen tijd, het geval geweest. De economische zorgen van het land zijn steeds de zorgen ook van Uwe Majesteit ge weest, Met dankbaarheid gedenken wij het initiatief, in de kommervolle dagen van 1914 door Uwe Majesteit persoonlijk genomen, dat geleid heeft tot de oprichting van het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité, dat blijken zou van zulk een ontzaglijke waarde te zijn. De groote veranderingen, die de structuur der wereld de afgeloopen twintig jaren en vooral sinds de wereldcrisis heeft ondergaan, plaatsten ook ons land voor een veelheid van gewichtige en uiterst moeilijke problemen. Wij kennen de gespannen belangstelling, die zij steeds bij Uwe Majesteit hebben gevonden; wij weten dat Uwe Majesteit, vol besef van hun omvang en hun diepte, lum steeds de grootste aandacht heeft gewijd. Aan zijn erkentelijkheid hiervoor heeft de Senaat dezer universiteit, waar de studie van het economische leven een groote plaats in neemt, uiting willen geven. Hij heeft gemeend dit te kunnen doen door U de- hoogste eer te bewijzen, die hem ter beschikking staat en zoo Uwe Majesteit het Doctoraat in de Economi sche Wetenschappen te verleenen. Het is den Senaat een groote voldoening, dat Uwe Ma- Erger dan verleden jaar? NAALDWIJK, 9 September. Het mond en klauwzeer breidt zich steeds meer epide misch onder het vee uit. In het Westland, te Pijnacker en in de omgeving van Delft worden dagelijks gevallen geconstateerd, waaronder verscheidene met doodelijken afloop. Te Pijnacker noteerde men 150 gevallen van mond- en klauwzeer, te Maasland 75. Te Maasland is bij eenige varkens de ge vreesde vlekziekte geconstateerd. Over het al gemeen zijn de veehouders van meening, dat het mond- en klauwzeer thans nog heviger woedt dan in den hersft van verleden jaar. AFSCHEID HOOFDCOMMISSARIS NED. ROODE KRUIS Vrijdagmorgen heeft de per 1 September j.l. afgetreden hoofdcommissaris van het Neder landsche Roode Kruis, de luitenant-generaal P. J. van Munnekrede, ten bureele Prinsesse- gracht 27, te 's Gravenhage. afscheid genomen van de leden van het dagelijksch bestuur, mi litaire commissarissen en geëmployeerden. ]ur IER volgt de eerste bijdrage van 1]lMax, leerling van de vierde klasse H.B.S. Maar het is geen Haarlemsche H.B.S. en ook niet de Velsensche. Zijn school ligt ver van ons, Haarlemmers, verwijderd. Max schrijft goed, zooals u zien zult, en daarom hebben wij hem het woord gegeven voor een serie frag menten uit zijn Dagboek, die tweemaal per w£ek, op Zaterdag en Woensdag, verschijnen zullen. Hij treedt natuurlijk niet als paeda- goog voor het voetlicht. Er zitten geen paedagogen in vierde of zelfs in vijfde en zesde klassen. En wij kunnen zijn inzichten en beschouwingen niet voor onze rekening nemen. Ook stellen wij hem niet ten voorbeeld aan an dere jongens en meisjes. Het is b.v. heelemaal niet verstandig maar veeleer laakbaar, te zakken op de wijze, door hem toegepast en lichtvaardiglijk in deze eerste Dagboekbladen geschetst. Ook willen wij Max niet naar voren brengen als het prototype van den tegenwoordlgen H.B.S.'er of zooiets. Hij is een H. B. S.'er. Ei* zijn men- schen in soorten, derhalve ook Hoo- gere Burger Scholieren in soorten. Het type-Max is ongetwijfeld amu sant en dit komt tot uiting in zijn Dagboek. Meer matigt het zich niet aan, Een zekere mate van jeugd- j argon wilt u daarbij wel slikken. En nu is het woord aan hein. Ik zit in de vierde klas. Voor den tweeden keer. U kunt daaruit gemakkelijk afleiden dat ik gebakt ben. Of gebakken, dat weet ik niet precies. Laten we zeggen: gestraald. En met glans en glorie. Niet net op het randje, zoo dat je aldoor het gevoel hebt: als ik in plaats van die eene vier nog een vijfje gefokt had, was ik er doorgezwijnd. Nee. ik had in het ge heel maar drie zessen en de twee voor schei kunde was .sterk geflatteerd". In zooverre kon ik den uitslag met volkomen gerustheid af wachten. Niet dat ik het plezierig vind dat ik de heele zaak nou nog eens moet doen. Heele maal niet. Ik was liever overgegaan, dat wil ik eerlijk toegeven. Maar vader heeft me al tijd geleerd: wat je doet, doe dat goed. En aan dien raad heb ik me na Paschen, toen ik zag dat het toch mis ging. heel nauwkeurig gehou den. Die laatste maanden heb ik een leventje geleid als een vorst. Nooit wat geleerd, nooit vraagstukken gemaakt. Lekker geluibakt. Be halve dat het op zichzelf plezierig was. had het 't groote voordeel dat ik nu niet vermoeid de groote vacantie inging. Het is ontzettend zonde als je een deel van dien kostelijken vrijen tijd moet besteden om weer tot jezelf te komen. Daar was bij mij geen sprake van. Ik zag bruin van het tennissen en ik had wer kelijk geen rust noodig.' Vergeleken bij mijn klasgenooten sloeg ik verreweg het beste fi guur. In dit opzicht dan. Want de meeste anderen zijn, bleek en mager, naar de vijfde overgegaan en ik kom. blakend van gezond heid, bij de ukkies uit de derde. Dat is het ver schil. Toch geloof ik niet dat ik zoo stom ben ge weest als ze thuis wel zeggen. Ze schijnen niet te weten hoe wij jongens het met de puberteit te stellen hebben. Ik wist het zelf ook niet. maar laatst heb ik toevallig een boekje ge vonden in vaders kast dat erover ging. 't Was gewoon om 'e dood te schrikken als je las hoe moeilijk wij het hebben. De baard in de keel. daar schijnt het mee te beginnen, maar dan komen er nog veel erger dingen. Er zijn zelfs jongens zegt de meneer van dat boekje en die zal het wel weten, want hij is rector van een gym die er doodgewoon maanziek van worden. Ze kijken 's avonds naar de sterren in plaats van naar hun gonioformules en dan worden ze reuze weemoedig en zeggen dat het leven toch niets is dan narigheid en ze wouen wel dat ze dood waren. Zoo erg kan het wor den. Nou voor ik dat boekje had gelezen, wist ik van zulke grappen niets, maar nu ik inge licht ben, voel ik heel goed dat er plichten op mijn schouders rusten, niet alleen tegen over de maatschappij, maar ook tegenover mijzelf. Met zooiets valt niet te spotten. Wij zijn in zekeren zin doodgewone patiënten en moeten dus als patiënten behandeld worden. En als anderen dat niet doen, is het onze taak daar zelf voor te zorgen. We moeten op een harde matras slapen, dat is ontzettend goed voor de puberteit en vooral veel aan sport doen. Maar is het niet gek, dat ze op school van al die dingen niets schijnen te weten? Ja, de banken zijn hard. dat is zoo. Erg hard. En erg ongemakkelijk. Maar voor gymnastiek en open-lucht hebben ze machtig weinig belang stelling. Het cijfer voor gym telt niet eens mee voor den overgang. Ik had een 8. Ze laten je juist hoe langer hoe harder werken. In de eerste is het nog niets met die paar vakjes, in de tweede gaat het ook nog wel zoo'n beetje, al beginnen de wolken zich dan al aan den horizon samen te pakken, maar in de derde barst het onweer los hoor. En in de vierde is het heelemaal ellende. Juist in den tijd dat iedereen ons moest sparen, omdat we er zoo slecht aan toe zijn en opbeurende woorden noodig hebben en liefdevolle toespraken (het staat allemaal zoo in dat boekje) geven ze ons alsmaar meer werk en allerlei nieuwe vakken er nog bij ook. Dat moet natuurlijk spaak loo- pen. En 't is dan ook spaak geloopen. zooals ik al vertelde Maai nu is er een voordeel. Ik ben nogal goed in Nederlandsch. In opstellen dan. Als je weet wat je schrijven wilt, gaat het zoo'n beetje vanzelf, vind ik altijd. En nu ik toch een ont zettend makkelijk jaar krijg want ik weet al bijna alles ga ik een dagboek aanleggen. En daarvan mag zoo af en toe iets in de krant verschijnen. Onder pseudoniem natuurlijk, want als ze het op school in de gaten kregen, was ik zuur, dat snap je. Dat een schooljongen in de krant zou gaan schrijven, dat vinden ze gewoonweg bezfopen had ik haast geschre ven. maar ik mag geen onbehoorlijke woorden gebruiken, 't Moet allemaal in het nette blij ven. En de leesteekens en al de ennetjes en de ee's en oo's en de sch's dat moet de zetter maar doen, want daar heb ik geen verstand van. Zoo zit de zaak in mekaar. „We gaan beginnen, stilte in de Engelen bak!" zou onze Duitsche leeraar zeggen, dien ze vroeger zeker de Sik zouden genoemd heb ben, want hij heeft er een. een lange van peper en zout tot z'n horlogeketting. Maar sinds de leeraren niet meer onze vijanden zijn. maar onze vrienden, krijgen ze geen bijnamen meer. Over die vrienden van me zal ik den vol genden keer vertellen. (Adv. IngezMed.) Het avondfeest op den Amstel te Amsterdam was Vrijdag een spel van licht en lijn. Een overzicht tusschen de Hooge Sluis en de Ceintuurbaanbrug.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5