Driemannen en hun Noodlot H. M. de Koningin vertrok Maandag officieel uit de Hoofdstad, om onmiddellijk daarop incognito terug te keeren in verband met de ziekte van H. K. H. Prinses Juliana. Het gala rijtuig bij het verlaten van den Dam Adolf Hitler in zijn auto tijdens het voorbij trekken der troepen voor den Führer op het partijcongres te Neurenberg Matrozen der Fransche marine op weg naar hun schepen, die in verband met den ernst der internationale toestanden te Brest verzameld zijn Indië filmt Nederland. Een aardig snapshot van den Pangeran Hangabehi van Soerakarta tijdens het bezoek van de Indische vorsten aan de stichting .Nationaal Centrum" op huize Schoonoord te Zeist Het standbeeld van wijlen Koning Albert van België, dat op de Place de la Concorde te Parijs wordt onthuld, wordt op zijn plaats gebracht Jong leven in den Haagschen dierentuin, waar dezer dagen een kidang-hertje werd ge boren. Moeder en kind onder de hoede van den chef van den dierentuin, den heer Van Dalen Dr. Benesj tijdens zijo radio-rede over den internationalen toestand en de positie van zijn land ten opzichte van het vraagstuk der Sudeten Duitschers De Engelsche marine is paraat, om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. Verschillende oorlogsbodems, die zich te Portland bevonden, moesten zich naar Schotlands Oostkust be geven. Het eskader in de haven van Portland - FEUILLETON Naar het Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 4) Een seconde staarde Freeman hem aan; toen begon hy onbedaarlijk te lachen. Het jonge meisje aan de andere tafel keek hem met een koele half verwijtende blik aan en een oogenblik zag O'Malley haar vol in het ge zicht. Het was of zijn voor indrukken zoo vatbaai hart een oogenblik stilstond; ze was wel héél mooi, liefelijk was misschien een beter woord. „Je zult wel gelijk hebben, Terry", hernam Freeman na een moment. „Maar iedere vrouw is niet hetzelfdeen bovendien, je zou dag werk hebben!" Weer kwam er een lachbui, maar O'Malley nam er geen notitie van; in zijn hersens was het een wilde, brandende chaos. Dat iemand zoo schandelijk kon optreden tegen zoo iets verrukkelijks ging boven zijn begrip. En weer zag zijn geestesoog de violetblauwe oogen, met dien diepen, serenen blik, den mooi gevorm- den en tegelijk krachtigen mond en het trot- sche rechte neusje met de fijne neusvleugels Freeman werd er ongeduldig onder. Hij dronk zijn restje koffie en legde zijn servet neei „Ik moet me gaan kleeden voor een dans avond, Terry", kondigde hij aan. „Ik hoop dat je je als een verstandig mensch zult ge dragen en niet direct voor ieder knap gezichtje je zelfbeheersching verliezen", voegde hij, op staande, erbij. O' Malley knikte en staarde hem verstrooid aan. „Och, loop heen", barstte Freeman opeens uit. „Wel te rusten, wilde Ier!" O'Malley keek hem na, terwijl hij het restaurant verliet. Daarna vroeg hij om de rekening en gaf den kellner een bankbiljet om te wisselen. Terwijl hij op het kleingeld wachtte, kon hij niet nalaten telkens naar het jonge meisje te kijken, waardoor mis schien de aandacht van het jonge meisje op hem gevestigd werd, want toen hij het nog eens deed, ontmoetten hun oogen elkaar een moment en zag hij een uitdrukking van ont stemde verbazing daarin, terwijl ze de wenk brauwen licht fronste. Een diepe blos trok over zijn gezicht en hij wendde het hoofd af naar den naderenden kellner, nam het geld in ontvangst, gaf zijn fooi en maakte dat hij wegkwam De jonge man naast het meisje grinnikte na zijn vertrek. Buitenkomend in de schemering, vond hij het heerlijk de koele lucht diep in te ademen, die om zijn verhit gezicht speelde. Het was een schitterende zomeravond, te mooi, vond hij. om binnenshuis door te brengen, zoodat hij besloot naar het park te gaan. Een uur later slenterde hij weer Zuidwaarts waar de dubbele rijen straatlichten als flon kerende halskettingen eerst omlaag liepen en daarna, de helling naar de Vijftigste straat volgend, hoog tegen den fluweelen avondhemel klommen. Hij sloeg een zijstraat in, met het doel naar zijn club te gaan; hier stonden nog statige oude heerenhuizen schouder aan schouder met moderne kantoorgebouwen Er was geen enkel restaurant of bar .zoodat op dit uur het blok vrijwel verlaten lag. Op zijn gemak voortloopend langs het trot toir keek hij toevallig naar den ingang van een modern kantoorgebouw aan de overzijde. Bij het licht van een lantaarn er vlak bij zag hij een man in de portiek staan xn een sluipende houding. Hij had een donkere pet op het hoofd, die ver over de ooren getrokken was. Dit en zijn heele manier van doen daar gaf iets heimelijks, iets verdachts aan zijn verschijning, zoodat O'Malley's aandacht op den man bleef rusten. Maar net, toen hij er op af wou gaan, werd een van de dubbele deuren, die tot het gebouw toegang gaven opengeduwd en er kwam hakstig iemand uit. Het was een meisje Ze stond eent oogenblik stil onder de lan taarn en keek* gejaagd naar links en rechts. O'Malley hield den adem in. Het was het meisje uit het restaurant of in ieder geval een meisje dat precies zoo gekleed was en hij zag direct dat ze in een staat van hef tige opwinding verkeerde. En toén zijn oog weer op de gestalte van den man bij de deur viel, zag hij dat deze zich dieper in de scha duw teruggetrokken had. Het meisje had blijkbaar haar besluit ge nomen. Ze keerde zich naar rechts en liep in de richting van de Fifth Avenue. Op het zelfde oogenblik ging een andere deur van het kantoorgebouw open en kwam een andere taan te voorschijn. O'Malley was thans een en al gespannen belangstelling. Hij zag hoe deze nieuwe per soon op de figuur in de schaduw toetrad, op dringenden toon iets tegen hem zei en hem vervolgens in het licht trok. De man met de pet wees met zijn duim in de richting waarin het meisje gegaan was. De ander nam hem bij de schouders en duwde hem met kracht vooruit, haar achterna. En de lum melende kerel van zooeven veranderde ver wonderlijk vlug in een lichtvoetige, pijlsnelle looper! O'Malley had nóch het gezicht van het meisje, nóch dat van den man die zich zoo juist in beweging had gezet, kunnen onder scheiden. Maar de tweede man. uit het kan toorgebouw, was blootshoofds. In het licht. van de lantaarn kon hij de opgewonden uit drukking zijner oogen zien en zelfs van den overkant van de straat merkte hij de blauw- roode zwelling op van een gekneusde plek onder zijn eene oog. De feiten combineerDitd met de zichtbare agitatie van het meisje, begreep O'Malley dat hij zich haasten moest om te voorkomen dat de man die daarnet was weggehold, het meisje inhaalde En zonder er acht op te slaan dat de andere man den achtei-volger bleef nakijken, vloog hij de straat af. Even verder zag hij reeds hoe dicht de rennende man al bij de haastige meisjesge stalte was. Hij stak de straat over, juist toen zij zich even omwendde zag hoe de man zich op haar wierp en hoe zij beiden worstelend op het trottoir vielen. Wilde woede en ontzetting gaven hem vleu gelen. Met een paar sprongen had hij hen bereikt. De man was juist op het punt over eind te komen, toen O'Malley hem een slag midden in het opgeheven gezicht toediende, zoodat hij achterover op zijn rug tuimelde Daarna bukte de jongeman om het meisje op de been te helpen. Maar reeds zag hij den man weer op de been springen, het taschje dat hij het meisje had ontrukt op den grond werpend en op hem afkomen. Dus bief hem niets andes over dan haar zoo gauw mogelijk weer op het trottoir te laten glijden en zichzelf te verdedigen ten einde haar te kunnen be schermen. De man met de pet stak zijn hand in zijn zijzak toen hij op O'Malley toeliep en de Ier zag, toen die hand weer te voorschijn kwam. er een boksijzer in glinsteren. Hij was op zijn roede en sprong opzij, keerde zich daarna half om en liet toen zijn arm bliksemsnel en met zooveel kracht uitschieten, dat de aanvaller van het meisje als een blok neerviel. OMalley wachtte even af en zag hem na een oogenblik weer op krabbelen, zijn gezicht vol bloed en zweet, kwaadaardig naar hem ge keerd. Maar toen de Ier een stap in zijn rich ting deed, koos hij ijlings het hazenpad. Met een minachtend keelgeluid, buiten adem maar opgelucht bukte O'Malley weer en hielp het meisje overeind. Binnen een minuut zou den ze door een nieuwsgierige menigte om ringd zijn, doch ze moest even tot zichzell komen. „Ziezoo", zei hij kalmeerend, terwijl hij haar losliet. „Heeft hij u erge pijn gedaan! U is toch niet gewond?" „Neen, dank u", bracht ze met moeite uit. Ik ben alleen O, pas op!", viel ze zichzelf eensklaps in de rede. Bij haar verschrikte beweging keerde hij zich om en zag dat de tweede man. die zon der hoed en met het gezwollen oog vlak bij hem was. Gelukkig was O'Malley een goec getraind amateurbokser en hoewel hij haast 'r slag in het gezicht gekregen had. kon hij deze ontwijken door opzij te springen. Echtei kon hij niet verhinderen dat een vuistslag hem tusschen de ribben trof, die hem gevaar lijk deed overhellen en even naar adem hijgen. De volle kracht van zijn tweede aan valler zat er achter. Juist bijtijds vond hij zijn evenwicht terug om voor 'n nieuwen stoot weg te duiken, die als hij zijn kin had kunnen bereiken, hem zeker voor eenigen tijd buiten westen zou hebben gebracht. Woedend bleef hij den mar omcirkelen, uithalend en behoedzaam wach tend op het geschikte moment voor een goed-gerichten stoot. Over zijn schoudei riep hij het meisje toe: ,yMaak dat je weg komt!" Doch hij kon geen oog van zijn aanvallei afhouden om te zien of ze zijn raad opvolg de. (Wordt vervolgd}.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 14