Drie mannen en hun Noodlot Van Monnikendam naar Marken wordt een telefoonkabel gelegd door technisch personeel van de P.T.T. Het werk op Marken Aan de grens te Oberullersdorf in het Sudetenland. Een bord vestigt de aandacht op de moeilijkheden, welke het verkeer in den weg ge legd zijn De oefeningen der Lichte Brigade in de omgeving van Wijk bij Duurstede zijn begonnen. De troepen steken de Lek over M. de Koningin heeft Woensdag Haar verblijf in de hoofdstad, dat verband met de ziekte van H. K. H. Frlnses Juliana een week ver lengd was, beëindigd. Het vertrek van het paleis De bekendmaking van het standrecht werd in alle daarvoor in aan merking komende Tsjechische districten door middel van aanplak biljetten verricht De bouw van het nieuwe Amstelstation in Amsterdam-Uost vordert in snel tempo. Een overzicht van het werk Het corps wielrijders passeert het poortje onder den beroemden molen van Ruysdaei te Wijk bij Duurstede tijdens de oefeningen der Lichte Brigade FEUILLETON Naar het Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). Zijn bloote voeten vergltend, stormde de Ier de ladder op en klom op het dak. Hij stond rechtop en staarde over een lange lijn van bijna platte daken, waarin als bevjeeglijk punt een vage, rennende gedaante, al verscheidenen huizen verder. Eén seconde aarzelde hij, in het vooruitzicht van een vervolging met boote vosten; toen begon bij ook uit alle macht te rennen. Hij had echter ternauwernood een paar pas sen gedaan, of zijn voet bleef aan iets haken en hij tuimelde met zoo'n harden slag op het zinken dak, dat hij buiten adem bleef liggen. En toen hij eindelijk weer overeind stond, was de middernachtelijke bezoeker volkomen ver dwenen. O' Malley ging vloekend op den dakrand zitten, zijn gekwetste voet wrijvend. Verdere vervolging was nutteloos, maar nieuwsgierig heid dreef hem om te onderzoeken wat hem had doen struikelen. Hij zocht met zijn vin gers en had het al gauw ontdekt. Het was een dun touw, stevig aan een gootpijp beves tigd. Het liep naar den kant van het dak. vanwaa* het tot aan zijn slaapkamerraam neerhing. Om de tien centimeter zat er een knoop in, en in een flits vermoedde O'Mallev wat er gebeurd was. De kerel was langs het touw omlaagge klommen naar zijn venster, dat niet gesloten was geweest. Dit mbest gebeurd zijn na den overval in de taxi, waarbij de aanvallers zich niet van den brief hadden kunnen meester maken, maar vóór hij thuis kwam. De man was binnengekomen, had het venster achter zich dicht gedaan, was de hall ingeslopen en had het luik naar het dak van buiten los gemaakt. Nadat hij alles doorzocht had en er niet in was geslaagd den brief te vinden; had hij zich in de half donkere hall schuil ge houden tot O'Malley thuiskwam en zijn ka mers was binnengegaan. Daarna had hij ver moedelijk door het sleutelgat gezien dat O'Malley de pijp geïnspecteerd had en óók gezien waar hij deze had neergelegd. Of mo gelijk had hij dit laatste niet gezien en de pijp moeten zoeken. Maar in ieder geval had hij gewacht tot O'Malley sliep. Toen had hij het slot van de voorkamer opengestoken, was door de slaapkamer geloopen en had de pijp gevonden. En als O'Malley niet op het kritieke moment was wakker geworden, zou hij er met den brief vandoor gegaan zijn. Dan was er nóg iets. De indringer had den brief niet eerder gezien, anders zou hij niet noodig heb ben geacht de enveloppe te verwijderen om zeker te zijn dat hij had. wat hij hebben moest. Hij had ongetwijfeld zijn zaklantaarn gebruikt om den brief te bekijken en dat was waarschijnlijk de oorzaak gewest dat O'Mal ley wakker geworden was. Nu zijn nieuwsgierigheid bevredigd was, maakte O'Malley het touw los en haalde het op. Hüj nam het mee de ladder af en bleef onderweg even staan om het luik goed dicht, te sluiten. Toen keerde hij naar zijn kamer terug, sloot de beide deuren van binnen af en smeet het touw in een hoek. Voor iedere deur zette hij een haardijzer en een zwaren stoel, overtuigd dat niemand een van de deuren uit de gang zou kunnen openmaken zonder hem te wekken. Beide voorramen en het raam aan den achterkant werden nu ook gesloten. Hij zette zijn wekker op de tafel tusschen zijn slaapkamerramen, waarvan hij er een open liet. Voor de opening spande hij een dun koord en bond het aan den wekker vast, zoodat, wanneer het koord werd aan geraakt, de metalen klok op den grond moest kletteren. Daarna draaide hij het licht uit en stapte weer in bed, na eerst nog zijn voeten gebaad te hebben. De brief zat veilig in zijn zak. HOOFDSTUK VI. Twee sporen komen samen. OlMalley's korte nachtrust werd niet eer der gestoord dan om half acht, toen het schelle geratel van zijn wekker hem ineens rechtop in bed deed zitten, gespannen en op zijn qui-vive, zijn geest vervulde van herin neringen aan den avond en den nacht te voren. Maar een snelle blik overtuigde hem dat het koord dat hij over de raamopening had gespannen onaangeroerd was. Een greep in de zak van zijn pyama stelde hem verder gerust; de brief, die hij daarin had gestopt, was daar nog. Hij sprong uit bed en ging naar de bad kamer om zijn morgenbad te nemen. Zijn keel was nog eenigszins pijnlijk ten gevolge van de vechtpartij in de taxi, maar erg hinderen deed dit niet. De schrammen op zijn voet zouden met een paar dagen wel over zijn en bleken niet lastig bij het loopen. Toen hij zich geschoren en aangekleed had. haalde hij den brief uit zijn pyama en bleef er mee in zijn hand staan, in nadenken ver zonken voor zich uit starend. Eensklaps scheen hij een idee te krijgen. Hij veerde op uit zijn strakke houding en liep naar de een groote tafel, waarin zich een enkele groote voorkamer. In het midden daarvan stond lade bevond. O'Malley bewaarde er eenige pakken speelkaarten in, fiches en een paar potlooden. De la was uitgetrokken geweest toen hij gisteravond thuiskwam, hoewel niet heelemaal, want de schamele inhoud kon met één oogopslag overzien worden. i O'Malley trok de lade er nu geheel uit, verwijderde de weinige voorwerpen die er in zaten en legde haar vervolgens onderstebo ven op het karpet. Daarop ging hij naar zijn schrijftafel en kreeg een groot vel papier en een pot, plaksel. Nu legde hij den brief gevouwen op den buitenkant van den bodem der lade. Hij smeerde het plakmiddel langs de randen van het vel papier en plakte dit zóó op het hout dat de brief geheel bedekt was. Terwijl hij het liet opdrogen, vergewiste hij zich dat in de gang niemand stond te spionne exen. Hij ging terug, draaide de lade weer om en tilde deze boven zijn hoofd om de berg plaats van den brief goed te kunnen bekij ken, Het papier zat stevig op het hout ge plakt; hij schoof nu de lade voorzichtig in de opening van de tafel en borg den inhoud er weer in, overtuigd dat niemand het in zijn hoofd zou halen de lade ondersteboven te keeren als deze werd opengetrokken. Voldaan over zijn werk nam hij zijn hoed, sloot de deuren naar de gang af, want miss Hippy had een eigen sleutely en verliet het huis. Hij had op het kantje af tijd genoeg om te ontbijten en de trein van 9.10 naar Long Island te halen. OMalley ontbeet in het station en twee minuten voor het vertrek zat hij in den trein. Eerst liet hij de gebeurtenissen van den vori- gen avond aan zijn geest voorbijgaan. Hoj had een heelen boel om over te denken. Zijr overpeinzingen brachten hem echter niet ver. De nauwkeurigste en zorgvuldigste overweging van ieder detail, dat hij zich kon te binnen brengen, was niet in staat een op lossing aan de hand te doen voor het centrale punt van het mysterie. Hij was vrijwel over tuigd dat elke stap van de medespelers in de gebeurtenissen van den avond tevoren, den brief als hoofdmotief hadden. Het was duide lijk dat de brief van Barrett en voor miss Hunt terwille van Barrett van het grootste gewicht was. En eveneens was het duidelijk dat het bezit ervan door minstens drie andere heeren met een ongunstig uiterlijk en twijfel achtige moraal, niet minder belangrijk werd geacht. Maar waarom al deze menschen er zoo'n geweldige interesse voor' hadden, begreep hij niet. Van den inhoud had hij ook al geen flauw idee, en- kennis daarvan nemen, zelfs nu de enveloppe verwijderd was, was hem niet mogelijk zonder in botsing te komen met zijn principes van eer en het vertrouwen van het meisje in zijn -moreele hoedanigheden te be schamen. Evenmin kon hij dat anderse mysterie doorgronden: de ontmoeting want dat het een ontmoeting was geweest stond voor hem vast in het kantoorgebouw tus schen Claudia Hunt en den man met de ge zwollen wang Hij geloofde niet dat het meisje door dien kerel alleen maar een beleedigende bejegening had ondervonden. Er was iets van ontstelde verbazing en angst in haar houding geweest toen ze achterom had gekeken naar het ge bouw De schok die een dergelijke uitdrukking in haar oogen teweeg had gebracht, ging dieper dan een beleediging van den kant van een gemeen sujet bij een meisje van haar zelfbeheersching en evenwichtigheid kon ver oorzaken. Maar wat die schok geweest was en of deze in een of ander opzicht met den brief in ver band stond, dat vermocht O'Malley niet uit te maken. Maar toch brachten zijn overpeinzingen hem tot een conclusie, die hem verbijster-» de. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 14