3 Aan allen! BRIEVENBUS H A A R E E M'S DAGBtSC II ALS jullie deze courant ontvangen is het al 21 September geweest en is dus volgens de almanak de zomer voor bij en zijn we m den herfst aan geland. Al heet September ook wel Herfst maand, toch kunnen we nog tal van mooie dagen krijgen, die ons zouden doen den ken, dat een tweede zomer in aantocht is. Er zijn dan ook wel menschen geweest, die Sep tember na-zomermaand hebben willen noe men. Mij dunkt kleurenmaand zou een goede naam wezen. Want wie nu naar buiten trekt kan zich verlustigen in de mooiste kleurscha- keeringen, die er te bedenken zijn. Eigenlijk hoeven jullie daarvoor niet naar buiten. Wan del over onze bolwerken, langs onze stadspar ken en je zult verbaasd staan over de massa kleuren, die nu de planten vertoonen. Kleuren in een verscheidenheid zooals je ze bijna nooit bij elkaar ziet. Van het helste rood tot het zachtste rose, alle tinten van geel, groen, blauw, oranje, zie je nu in blad, bloem en vrucht bijeen. Ja ook in bloem en vrucht, want het merkwaardige van September is, dat je nu bloem en vrucht aan één plant vereenigd ziet. Wie zonnebloemen in zijn tuin heeft, ziet nu de groote uitgebloeide platte schijf aan den top van den hoogen stengel vol met zwarte pitten, maar uit de oksels van de bladstelen, komen nog steeds nieuwe kleinere goudgele bloemen te voorschijn. Niet alleen bij de zon nebloem is dit het geval, maar bij tal van an dere planten. Wie in zijn tuin of buiten rond kijkt, ziet de lupine nog vol met gele, blauwe, rose of witte bloemen, maar daar tusschen zitten de stengels vol met zaadpeulen. Aan onze rozenstruiken zien we de oranjegele roze- bottels zitten, naast nog tal van rozen. Zoo ook de sneeuwbes, en de braam. Naast de vruchten nog volop bloem. En tusschen de echte na jaarsbloemen zooals herfstasters, dahlia's monbretia's zien we weer de primula's, en waar de grond een beetje vochtig is, zooals aan den slootkant zien we weer hier en daar de goud gele dotters. Madelieven en paardebloemen en koekoeksbloemen zien we hier en daar weer in zoo groot aantal, dat we ons zouden kunnen verbeelden het voorjaar tegemoet te gaan. Maar als we dan weer op onze wande ling naar buiten, de roode bessen van de kam- perfoeli of de opengesprongen rood met oran jegele vruchten van het kardinaalshoedje of verborgen oranjeklant zien dan worden we er toch wel weer zeer sterk aan herinnerd dat het niet het voorjaar is, dat we tegemoet gaan, maar de herfst. Ook de bladertooi van onze boomen vertelt ons dat wel. Sommige boomen, zooals de kastanje, zijn al bezig hun bladeren te verliezen, andere trekken de aandacht door de prachtige kleurwisseling van hun bladeren. Niet zooals in 't voorjaar van 't zachtste groen tot het donkerste maar nu van donkergroen overgaande in zacht geel, tot bruingeel. Op de korenakkers vinden we nog maar alleen de zandhaver, waarvoor het nu de tijd van oog sten is. In 't Oosten van ons land heb ik meer malen deze zandhaver evene hooren noemen. Vandaar misschien dat in oude almanakken September soms ook „Evenmaand" genoemd wordt. Of zou dit komen omdat de zon in Sep tember in den evenaar staat? W B.-Z. POSTZEGELRUBRIEK 1931 2 c. 5 5 10 15 20 25 25 30 40 50 60 1 P 4 P 10 P 5 10 15 25 30 40 50 1933 Expresse 1933 cijfertype Eind 1931 verscheen een serie zegels, die nog steeds in omloop is. Het zijn frankeer zegels met afbeelding van bekende personen uit het- hedendaagsche Spanje, n.m.l. 2 c. (bruinrood Blasco Ibanez) 5 c. (bruin zwart Pi. Margall) 5 c. (bruinzwart BI. Ibanez) 10 c. (groen J. Costa) 15 c. (grijs groen N. Salmeron) 20 c. (violet P. Mar gall) 25 c. (br. karmijn Pablo Iglesias) 25 c. (karmijn R. Zorrilla) 30 c. (roodkar- mijn P. Iglesias) 40 c. (bl. E. Castelar) 50 c. (roodoranje N. Salmeron) 60 c. (geel groen E. Castelar). Grootte 28x24 m.m. Deze zegels hebben geen controlecijfers aan de achterzijde. De drie hooge waarden zijn 1 P. (grijszwart rotswoningen in Cuenca) 4 P. (lilarose Alcazar in Segovie) 10 P. (bruinrood zonnepoort te Toledo). Grootte 38x32 m.m. Met controlecijfers verschenen 5 c. (bruin zwart) 10 c. (groen) 15 c. (grijsgroen) 25 c. (bruinkarmijn) 30 c. (roodkarmijn) 40 c. (blauw) 50 c. (roodor.). Grootte 28x28 m.m. Een expressezegel verscheen in 1933 met afbeelding van twee paarden en in het mid den den Icarus (gevleugeld mensch) n.m.l. de 20 c. (rood) grootte 30x45 m.m. In ditzelfde jaar verschenen nog twee waarden in cijfertype met witten achter grond. 1 c. (blauwgroen) 2 c. (geelbruin) Grootte 28x24 m.m., waarvan de eerste zegel ongetand is. Zie het schetsje. Nieuw lid: 27 Eefje v. Duffelen, Karolingenstraat 57. 50 Dirk Wesseling, Gr. Houtstraat 144 P. Aanmelding nieuwe leden alleen Maandags van 4—6 of schriftelijk. Van enkele rubriekers ontving ik dubbele zegels. Wil je ze in het vervolg afweeken en alleen gave zegels inzenden? Rustenburgerlaan 23. r o»M' Deze raadsels zijn ingezonden door Jon gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers vier boeken verloot. AFDEELING I (Leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Prinses Engelientje.) Reken raadsel. Wij zijn thuis met ons vijven. Vader is 3 x zoo oud als mijn zuster. Verleden jaar was moeder 3 x zoo oud als mijn zuster. Toen ik zoo oud was als nu mijn broertje, was moe der 4 x zoo oud als ik. We zijn samen 125 jaar. Hoe oud is ieder? 2. (Ingez. door Eureka.) Wat staat hier? REBUS -J El en 3. (Ingez. door Mosplantje. Kruisraadsel. x X een medeklinker een telwoord een bijvoeglijk naamwoord een jaargetijde een verkorte meisjesnaam een schuurmiddel. Van boven naar beneden en van links naar rechts moet je hetzelfde woord lezen. 4. (Ingez. door Machteld.) Mijn geheel bestaat uit 4 letters en wordt gebruikt om iets in te doen. Een 4 2 1 krijg je niet graag 1 2 4 is een ander woord voor lijm. 3 2 1 zegt men wel tegen een dier, dat in de wei loopt. 5. (Ingez. door de Ruyter.) Nederland moet trotsch zijn op 'n groot ge bouw, dat uit 12 letters bestaat. 1 5 10 is in de wei. 2 10 3 draagt een gewei. 4 8 6 behoort bij kleeren 7 9 8 12 zegt men wel van kleine meren. Wie ten slot op reis wil gaan, Kan met een 189 11312 volstaan. 6. (Ingez. door Tromp.) Welke plant kan een blinde zelfs herkenen? AFDEELING II (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Wielewaal.) Neem uit de volgende zinnen telkens een woord, zoodat er een spreekwoord ontstaat. Ik heb geen tijd om bij je te komen. Daar is niets aan te doen. Voor geen geld verzuimde ik mijn werk. 2. (Ingez. door Marietje.) Zet achter iets lekkers sappige vruchten, dan krijg je iets, wat je nooit moet doen. 3. (Ingez. door Jan ten H.) Verborgen vruchten. E. Pren Leo Nem Els Pap Da Seld 4. (Ingez. door Twee Zusjes.) Welke plaats in Zeeland staat hier? Ze zei Riek. 5. (Ingez. door Paddestoeltje.) Met k eet ik het op mijn brood. Met m vaart op mij menig boot. Met h loop ik langs duin en strand Met g plaatst men mij aan den kant. 6. (Ingez. door Jan ten H.) Ik sta heel bovenop het dak. te rooken, maar geen pijp tabak Ook geen sigaar. Het heele jaar Sta ik in wind en kou Wie of dat wezen zou? RAADSELOPLOSSINGEN De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I 2. Kring—ring 3. Boek, schrift, atlas, koker 4. Engeland. 5. Schol, aal. hol, hal, kaal. 6. Malaria, Tamboer. AFDEELING II 1. Bal pop stelten vlieger. 2. Nachtvlinder. 3. Voetbal. 4. Boek, zoek, broek, snoek. 5. Wilhelmina. 6. Vele kleintjes maken een groote. Goede oplossingen ontvangen van: Lollypop 6 Welp 6 Zonnepit 6 Kerkje 6 Lin debloesem 6 Eikeldopje 6. Goede raadseloplossingen ontvangen van: Gymnast 5, Boerinnetje 5, Poppenmoedertje 6, Beerg 6. Eureka 5, De kleine gichelaar 5, Sijsje 5. Prinses Beatrix 5, Kleine Tumster- tje 6, Juffertje Spring in 't Veld 6, Kleine Rekenbaas 6. Alida 4. Tortelduifje 4 Goud- muiltje 4. Goudsbloempje 6, Rietzangertje 6 Vrouwtje Ulebuut 5, De kleine Bootsman 6 Kruidnoot 6, Moeders Schat 5, Cellist 5, Va ders Oudste 5, Machteld 6, Zondagskindje 5, De twee Zusjes 6, Jan ten H. 6. MIJN POP door W. B.—Z. 'k Heb een mooie pop gekregen Ze heeft vlechtjes in het haar. En ze draagt een vilten hoedje Heel modern, kijk zelve maar. 'k Laat haar in mijn tuintje loopen Maar ik houd haar handje vast, Als ze valt, dan is ze vuil hoor. Dus voorzichtig, opgepast I Mammie breide een blauw jasje 't Staat haar snoezig, vind je niet. 't Jurkje is van witte zijde Jammer, dat je dat niet ziet. Het gaat nu een beetje waaien 'k Ga maar gauw met pop naar huis, 'k Moet ook voor de andren zorgen, Want 'k heb nog meer kindren thuis. RUILRUBRIEK J. W., Brederodelaan 19, Bloemendaal heeft Hakabonnen, Hillebonnen, Wennexbonnen,' Verkadebonnen, Haustbonnen, Franken's plaatjesbonnen. Hiervoor terug Sunlight, Vim, enz. enz W. J. EIBINK, Kloppersingel 41 heeft 92 roode Patria, 150 Verkade Groote Rivieren, 7 Bussink. Gaarne terug Hille of D. E. bons. Niet ruilen Zaterdag van 3 tot 5. ANJELIER, Duinoordstraat 13, heeft alle soorten bonnen en wil daarvoor terug Ja- min's kwartjesbonnen. KETTINGWOORDENWEDSTRIJD Inzendingen ontvangen van: ZWEM- GRAAG, oud 11 jaar; VROUWTJE ULEBUUT, oud 11 jaar: DE KLEINE BOOTSMAN, oud 7 7 jaar; HYACINT, oud 13 jaar; KLEINE TURNSTERTJE, oud 9 jaar; POPPENMOE DERTJE, oud 9 jaar; RIETZANGERTJE, oud 8 jaar. Lindebloesem, oud 15 jaar, Zonnepit, oud 12 jaar. Eikeldopje oud 11 jaar. Brieven aan de Redactie van de Klnder-Af- deeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, Delftlaan 75. THE LITTLE GARDENESS. Nu de vacanties voorbij zijn, komen de oude getrouwen weer aan zetten. Je hebt er verstandig aan gedaan de 2de klas nog maar eens door te maken. Wat een bof: dat je nu tooh bij de aardige juffrouw zit. Waar blijft la petite Jardinière? VERKEERSAGENTJE. Hartelijk dank voor de bonnen. Schrijf me nog eens, hoe jij het te genwoordig hebt. En hoe gaat 't verder thuis? WILLEM VA.N ORANJE. Ben je bevriend met Wim van W.? Wat troffen je ouders het. dat de Koningin ook een bezoek bracht aan 't Ste delijk Museum, Heb je 't orgelconcert ook ge hoord? ZONNEPIT. Gezellig hè zoo met de klas ta.r de bioscoop te gaan. 't Moest maar iedere week gebeuren. Maar misschien was de aardig heid er dan gauw af. LINDEBLOESEM. Wat begint dat gauw met t huiswerk. Je moet maar denken: je bent nu nog frisch. Toch fijn, dat je lid van de club kunt blijven en met den Sint-Nicolaaswedstrijd reken ik natuurlijk op de heele familie. EIKELDOPJE. Leuk. dat juilie klas ook mee mocht naar de Jubileumfilm. Ja. nu is 't parool weer werken. Eigenlijk bevinden we ons daar ten slotte nog maar het beste bij. PRINSES BEATRIX. Je raadsels zijn goed. Wat hebben jullie een gezellig groot gezin. Hoe gaat 't nu met je? Wat dom om dadelijk na de vacantie ziek te worden, 't Beste er verder mee. ALIDA. Gezellig, dat je je weer aan komt meiden. Zit de jurk voor moeder goed? 't Is maar gemakkelijk zoo'n knap naaistertje in de familie Nog wel gefeliciteerd met den verjaardag van zus. Als ik voor den St. Nic. wedstrijd een lapje krijg voor een kinderjurkje, zal ik het voor je bewaren. TORTELDUIFJE. Ja, ik kan me best begrij pen, dat het druk was, toen de logés er waren, 't Was minder prettig dat je daarna ziek werd. Wat scheelt eraan? Ik hoop. dat 't nu weer ge leden is. Als ik een pop krijg voor den St. Nic. wedstrijd, zal ik haar voor jou bewaren. Er kan natuurlijk heel veel gebreid worden: sokjes, wan ten, handschoenen, dassen, enz. JUFFERTJE SPRING IN 'T VELD en DE KLEINE REKENBAAS. Nu was hot in orde met de namen. Krijgen jullie beiden orgelles? En wordt er trouw gestudeerd? HET KLEINE TURNSTERTJE. Ik ben blij. dat jij blij bent met je boek. Dat heb je gauw uit gelezen. Als je het zoo mooi vindt, lees je het mis schien nog wel eens. SIJSJE. Je raadsels zijn goed. Als je soms een raadsel niet weet, vraag je maar eens raad M Eureka. DE KLEINE GICHELAAR. Zijn alle pop-, pekleertjes al geborduurd? En wat staat er al in "t nieuwe schrift? Heb je een goudvischje? Wat leuk, dat Paula nu los kan loopen. EUREKA. Was het een gezellige verjaars- isite bij Jojce? Waren er vee! meisjes? Tol je nog aile dagen? Ja. ik heb wel gemerkt, dat 't tollen- tijd is. POPPENMOEDERTJE. Je was nog wel op tijd met je kettingwoordenwedstrijd. De volgende week vermeld ik den uitslag. HYACINT. 'k Dacht wel, dat jij na de va cantie zou komen opdagen. Die logeerpartij van je nichtje was zeker 't heerlijkste deel van de vacantie? Hoe gaat 't nu met Lenteklokje? Je mocht wel nieuwe spelling bij je kettlngwoorden gebruiken. Blijft deze blocnootvellen maar als postpapier gebruiken. Wat kunnen jullie in Hille- gom fijn feestvieren. BOSCHFEE. Ja. ik wil die postzegels wel hebben. Dan zend ik ze naar 't Consultatie-bureau Je kunt dit natuurlijk ook zelf doen. Moet je veel huiswerk maken? GYMNAST on BOERINNETJE. Lezen jullie weer een boek uit de Nuts-Bibliotheek? Als de foto geplaatst is, kan Boerinnetje he,ra weer te rugkrijgen. GOUDSBLOEMPJE Wat leuk. dat jij hebt meegedaan aan de Allegorische optocht. Je rustte heerlijk uit op den w^gen. Sta je goed op de foto? GOUDMUILTJE. Kcun Woensdag maar eens naar die kartonnen doozen kijken. Lapjes en wol heb ik nog. niet. Welke operette voeren jullie op? Gaat 't van den Kinderbond uit? Natuurlijk mag Jo poppekieertjes maken, maar 't liefst heb ik er een pop bij. DE KLEINE BOOTSMAN. 't Is prettig, dat liet jo zoo goed bevalt op deze school. Heeft moe der de nieuwe broek al klaar? Zijn jullie nog naai de optocht wezen kijken? VROUWTJE ULEBUUT. Hoe gaat het met den bezeerden arm? Jij bent wel een ongeluksvo gel. Is de verkoudheid al over? Je wedstrijdwerk kwam nog op tijd, IJoe gaat "t met poes? Wat heeft Opa een aardigen hond. Daar heeft Tipple 't goed bij. RIETZANGERTJE. Je kettingwoorden kwa men nog wel op tijd. Heeft broer mooi gezongen? Zing jij straks ook mee in 't knapenkoor? Ik kan me best begrijpen, dat je van de poppenkast niet kon scheiden. GOUDSTERRETJE. Wat zal je er Zondag keurig hebben uitgezien met de nieuwe jurk en de mooie ketting. Heb je 't koper netjes ge poetst? Wat heb je gewasschen? Gezellig, dat moeder zoo gauw jarig is. KRUIDNOOT. Dus jullie kunnen van den winter heerlijk smullen van de eigen boerekool. Blijven de vogels nu weg van de andijviestruiken? ZONDAGSKINDJE. Ja oip een bovenhuis is gedierte altijd lastig. Heb je het lepeltje al ge kregen? Je hebt dus al oen smakelijk maaltje bereid. Mocht je goed van je zelf wassohen? Is de pyjama al haast klaar? Rose blijft vaakt mooier dan blauw. CELLIST. Wat gezellig, dat moeder in de vacantie met jullie is mee geweest. Prettig, dat zus zoo vordert met piano-spelen. Dat wordt een muzikaal trio bij jullie. Wat ga jij keurig schrijven. MOEDERS SCHAT. Arm kind. hoe gaat 't nu met de knie? Gelukkig maar, dat 't nu grondig behandeld is. Moet je nu rustig blijven liggen? Ik ben blij voor je, d<\t 't zonnetje nog zoo heerlijk schijnen wil. Van harte beterschap toegewenscht. W. BLOMBERGZEEMAN. Delftlaan 75. Haarlem 23 September 1938. verstaat zijn compagnon wel en gromt vroo- iijk ,,Nou, nou, maak je niet druk: ik kom al!" En nu vliegt het vogeltje, steeds zijn lokroep herhalend, korte stukjes van boom tot boom in de richting van het bijennest, waaraan het met zijn vriend een bezoek brengen wil, en de das volgt, telkens zijn, op een lach gelijkend, gegrom uitstootend. Het bezoek schenkt dan ook gewoonlijk den gasten volle tevredenheid, ofschoon de onvrijwillige gasthceren, de bijen, er minder gesticht over zijn. De das breekt de kleiwand gemakkelijk en bemachtigt de raten, maar laat steeds een portie honing voor zijn gevleugelden vriend over. Zulk een op belan gengemeenschap gegrondveste samenwerking van ongelijksoortige wezens noemt men met een vreemd woord „Symbiose". Honingvogels leven ook in streken, waar de das niet voorkomt, zelfs in de nabijheid van negerdorpen. Maar ook vindt het. op honing- beluste diertje gemakkelijk een helper. De rol van den das wordt daar verricht doorden mensch. De vogel komt onbeschroomd vlak bij de negers en trekt door zijn zonderling gedrag hun aan dacht. En de negers weten heel goed, dat zij op rijken buit rekenen kunnen als ze hem vol gen. Daarbij bootsen zij onder het loopen het gegrom van den das na. Heeft de menschelijke helper het bijennest bereikt, dan is het zijn eerste plicht, zijn gids een stuk honingraat als belooning te geven, alvorens'zijn buit binnen te halen. Wie dezen plicht verzuimt, stelt zich aan groote gevaren bloot. De bedrogen vogel zal hem een volgenden keer niet naar een bijennest lokken, maar naar een plaats, waar een vergiftige slang of een schorpioen op hem loert. Tenminste, de negers zijn er van over tuigd; maar negers zijn bijgeloovige menschen die overal magische krachten ontdekken, waar de „verlichte" Europeaan slechts „toeval" in ziet. R. O. UIT HET FOTO-ALBUM VAN ONZE RUBRIEKERTJES. IIONINGDAS EN HONINGVOGEL Compagnons in Midden--Afrika Wij lezen graag verhalen van reizen door minder bekende, vreemde streken, ontdek kingsreizen over de barre, met ijs bedekte hoogvlakten rondom de Zuidpool en de woeste, eeuwige sneeuwregionen in Noord- Siberië, door de Pampa's in Zuid-Amerika en de moerassige, haast ontoegankelijke streken in Midden-Afrika. En als de verteller meester van het woord is, dan zien we de exotische landschappen met hun plantengroei en hun dierenwereld .als op een film voor ons en be leven met den stouten reiziger de avonturen, die maar al te dikwijls hun hoogtepunt vinden in een Vertwijfelden, bloedigen strijd om het bestaan. Maar soms krijgen we ook aardige, op anecdotes lijkende episoden te hooren. en zulk een verhaal, n.l. over de samenwerking van twee in aard en wezen verschillende dieren, wil ik jullie heden vertellen. Deze compagnons zijn de honingdas en de honingvogel. Beiden leven in de deels moerassige, deels met dicht bosch bedekte streken aan de oevers van den Blau wen Nijl (Bahr el Asrak). De honingdas is iets grooter en iets steviger dan de Europeesche das; zijn snuit, buik en beenen zijn glanzend zwart, overigens lijkt het alsof hij een grijze ruwharige overjas aan heeft, terwijl over zijn rug een sneeuwwitte streep loopt. Een ken merk, waardoor hij zich opmerkelijk van zijn Europeeschen neef onderscheidt, is het ontbre ken van oorschelpen. Mr. C. Court Treatt, de welbekende Afrika-reiziger, zegt, dat de li chaamsvormen van het dier „gestroomlijnd' zijn. Overigens noemt hij dezen das een „gent leman" onder de wilde dieren. Zijn perkament achtige, met lange haren dicht bedekte huid biedt een uitstekende bescherming tegen de steken der bijen en tegen den beet van ver giftige slangen. De honingdas is een vreedzaam dier, dat stil zijns weegs gaat en zijn medeschepselen niet aanvalt. Maar tegen elke aanranding van zijn rustig bestaan verdedigt hij zich fel. Nooit laat hij zich lijdelijk afslachten als een lam; zelfs tegen een veel sterker dier, zooals de leeuw, stelt hij zich heldhaftig te weer en brengt zijn vijand met klauwen en tanden diepe snijwon- den toe. alvorens hij het onderspit delft. Zooals zijn naam aanduidt, is hij een lek kerbek, verzot op zoetigheid, vooral honing, en aan deze lekkernij is in dit land geen gebrek. In aardspleten en holle boomen bouwen de wilde bijen hun nesten, die zij dikwijls door 'n buitenwand van klei beschermen, 't Is aan doenlijk, de blijdschap te zien van den das, als hij zulk een nest gevonden heeft. Met zijn lange, scherpe nagels breekt hij de kleilaag open, terwijl hij door korte, grommende ge luiden uitdrukking geeft aan zijn verrukking. Zonder op de woedende aanvallen en steken der bijen te letten, (die hem toch niet deren) haalt hij de raten er uit en houdt een smulpar tij, waarbij hij telkens over den rug rolt, met de beenen spartelt en tevreden gromt. De bijen weten hun nesten echter behoorlijk te ver stoppen en de das, die een slechte padvinder is, zou niet dikwijls in de gelegenheid zijn, zijn snoeplusten bot te vieren, indien hij niet een bekwamen helper had. n.l. den honingvogel. Dit aardige diertje, zoo groot als een spreeuw, behoort tot de koekoeksfamilie. Zijn teenen staan paarsgewijze, twee naar voren en twee naar achteren, zoodat hij net als een specht gemakkelijk langs de boomstammen loopen kan. waarbij de stijve staartveeren hun steun geven. Ook legt hij, evenals de koekoek, zijn eieren in vreemde nesten. Zijn veerenkleed is van eentonige, groen-grijze kleur en wordt al leen door een lichtgele plek op het hoofd en twee witte staartveeren eenigszins opgevroolijkt Dit vogeltje heeft een bijzonder fijnen neus voor bijennesten en het is dol od honing, kan er echter niet bijkomen, omdat het niet in staat is den harden kleiwand met zijn dunne snaveltje te. doorboren. Maar geen nood. de compagnon, die dat zaakje opknapt, is steeds bereid het slooperswerk te verrichten, en het vogeltje weet hem ook in het bosch te vinden. Het is buitengewoon interessant, het tweege sprek van een honingdas en een honingvogel 'e beluisteren. Op een dikken boomtak vlak boven het leger van den das springt de vogel opgewonden heen en weer en stoot onophou delijk korte lokroepen uit, als wilde hij zeg gen: „Sta op, luilak! Aan 't werk!" En de das Boerinnetje Heet dit Vriendinnetje. DE SINT-NICOLAASWEDSTRIJD Er zijn er onder jullie, die dit berichtje wel over kunnen slaan, want ik weet, dat jullie al bezig zijn. Sommigen al weken lang. 't Is dus voor de nieuwelingen in de eerste plaats, dat ik iets ga schrijven over een wedstrijd die heel anders is dan alle andere wedstrijden van 't jaar. Om 't nu eens heel mooi te zeggen: 't is eigenlijk een wedstrijd in 't goed-doen. Wan neer we over Sint-Nicolaas gaan spreken, dan denken we vanzelf aan geven, aan werken voor anderen. Zoo willen wij Rubriekertjes van Onze Jeugd met onze heele familie werken voor andere kinderen, die op Sint-Nicolaas- avond in een Ziekenhuis worden verpleegd, of in een inrichting vertoeven. We zijn in de af- geloopen jaren nog verder gegaan: we hebben ook aan de Kinderbewaarplaatsen gedacht, waar de kleutertjes nog niet meedeelen met de schoolfeesten en ten slotte aan de vele kin deren. die nog onder toezicht staan van de Zusters van 't Maatschappelijk Werk. Ook deze kinderen missen veel en wij willen nu Sinter klaasjes zijn, die ze op 5 December blij komen maken. Onze Sint-Nicolaaswedstrijd is als een vruchtboom met vele rijk beladen takken. Hij wordt nu 25 jaar oud en hij is ieder jaar ster ker en grooter geworden. Wil ik je eens opnoe men, wie de vruchten van een tak mogen pluk ken? Daar zijn: de Maria-Stichting, St. Elisa beth's Gasthuis, Diaconessenhuis, St. Antonius Ziekenhuis te IJmuiden, Brederode-Duin. Licht hoeve. Groot-Kijkduin, te Zandvoort, Kinder bewaarplaatsen Noord en West, Kinder-Tehuis enz. Ieder jaar vraag ik mij af: Zouden allen iets krijgen? En ieder'jaar constateer ik met groote dankbaarheid, dat niemand vergeten is en nie mand te kort kwam. Natuurlijk vragen jullie: Wat zullen wij ge ven? Onze gaven kunnen wij altijd in 3 groe pen verdeelen en wel: 1ste groep. We geven iets wat we zelf gemaakt hebben. Van kisten kun nen we b.v. pakhuizen, winkels, poppekamers, stallen, poppehuizen, linnenkastjes, werkdoo- zen enz. fabriceeren. Doozen kunnen we gebruiken om legkaarten blokken, poppen enz. in te doen. Van lucifersdoosjes maken we meubeltjes, kastjes, kamers enz. Poederdoos]es kunnen daar ook voor gebruikt worden. Van closetrollen maken we spaarpotten, versieringen voor de baby's enz Van restjes wol maken we kleertjes, dassen, handschoenen, wanten. Lappen kunnen verwerkt worden voor kin- der- en poppengoed, boekomslagen, toiletzak jes, speldekussens, enz. enz. Groep 2 bestaat uit opgeknapt en gerepa reerd speelgoed. Wie de speelgoedkast eens doorzoekt, vindt altijd wel iets, dat nog best een welkom geschenk kan worden. Natuurlijk moet het er tenslotte als nieuw uitzien. Groep 3 is eigenlijk bestemd voor hen, die geen tijd hebben gehad iets te maken en toch zoo graag iets willen afstaan Dan mag natuur lijk de spaarpot worden aangesproken. Het meest waardevolle is natuurlijk het ge schenk, waar we tijd en krachten aan gaven. Bij dezen wedstrijd moet ons parool zijn: Veel arbeid en weinig geld. Iedere week plaats ik nu in Onze Jeugd een Sint-Nicolaas-Rubriek. In die Rubriek mag je materiaal vragen. Voeg er vooral je adres bij. Wil je iets maken voor een bepaalde inrich ting, dan voeg je den naam van die inrichting bij je inzending. 28 November moet alles klaar zijn, want 29 en 30 November houden we onze jaarlijksche tentoonstelling in de Tijdingzaal van Haar lem's Dagblad. Ieder mag aan dezen wedstrijd deelnemen. Keesje van de Radio zou zeggen van 8 tot 80 jaar. Jonger dan 8 mag bij ons ook nog. Heb je me persoonlijk iets te vragen, dan kun je mij 's Woensdagsmiddags tusschen 2 en 4 uur thuis vinden. W. B.—Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 11