3
Aan allen!
BRIEVENBUS
H A A R E E M'S DAGBtSC
II
ALS jullie deze courant ontvangen is
het al 21 September geweest en is dus
volgens de almanak de zomer voor
bij en zijn we m den herfst aan
geland. Al heet September ook wel Herfst
maand, toch kunnen we nog tal van
mooie dagen krijgen, die ons zouden doen den
ken, dat een tweede zomer in aantocht is. Er
zijn dan ook wel menschen geweest, die Sep
tember na-zomermaand hebben willen noe
men. Mij dunkt kleurenmaand zou een goede
naam wezen. Want wie nu naar buiten trekt
kan zich verlustigen in de mooiste kleurscha-
keeringen, die er te bedenken zijn. Eigenlijk
hoeven jullie daarvoor niet naar buiten. Wan
del over onze bolwerken, langs onze stadspar
ken en je zult verbaasd staan over de massa
kleuren, die nu de planten vertoonen. Kleuren
in een verscheidenheid zooals je ze bijna nooit
bij elkaar ziet. Van het helste rood tot het
zachtste rose, alle tinten van geel, groen,
blauw, oranje, zie je nu in blad, bloem en
vrucht bijeen. Ja ook in bloem en vrucht, want
het merkwaardige van September is, dat je nu
bloem en vrucht aan één plant vereenigd ziet.
Wie zonnebloemen in zijn tuin heeft, ziet nu
de groote uitgebloeide platte schijf aan den
top van den hoogen stengel vol met zwarte
pitten, maar uit de oksels van de bladstelen,
komen nog steeds nieuwe kleinere goudgele
bloemen te voorschijn. Niet alleen bij de zon
nebloem is dit het geval, maar bij tal van an
dere planten. Wie in zijn tuin of buiten rond
kijkt, ziet de lupine nog vol met gele, blauwe,
rose of witte bloemen, maar daar tusschen
zitten de stengels vol met zaadpeulen. Aan
onze rozenstruiken zien we de oranjegele roze-
bottels zitten, naast nog tal van rozen. Zoo ook
de sneeuwbes, en de braam. Naast de vruchten
nog volop bloem. En tusschen de echte na
jaarsbloemen zooals herfstasters, dahlia's
monbretia's zien we weer de primula's, en waar
de grond een beetje vochtig is, zooals aan den
slootkant zien we weer hier en daar de goud
gele dotters. Madelieven en paardebloemen en
koekoeksbloemen zien we hier en daar weer
in zoo groot aantal, dat we ons zouden
kunnen verbeelden het voorjaar tegemoet te
gaan. Maar als we dan weer op onze wande
ling naar buiten, de roode bessen van de kam-
perfoeli of de opengesprongen rood met oran
jegele vruchten van het kardinaalshoedje of
verborgen oranjeklant zien dan worden we er
toch wel weer zeer sterk aan herinnerd dat het
niet het voorjaar is, dat we tegemoet gaan,
maar de herfst. Ook de bladertooi van onze
boomen vertelt ons dat wel. Sommige boomen,
zooals de kastanje, zijn al bezig hun bladeren
te verliezen, andere trekken de aandacht door
de prachtige kleurwisseling van hun bladeren.
Niet zooals in 't voorjaar van 't zachtste groen
tot het donkerste maar nu van donkergroen
overgaande in zacht geel, tot bruingeel. Op de
korenakkers vinden we nog maar alleen de
zandhaver, waarvoor het nu de tijd van oog
sten is. In 't Oosten van ons land heb ik meer
malen deze zandhaver evene hooren noemen.
Vandaar misschien dat in oude almanakken
September soms ook „Evenmaand" genoemd
wordt. Of zou dit komen omdat de zon in Sep
tember in den evenaar staat?
W B.-Z.
POSTZEGELRUBRIEK
1931
2 c.
5
5
10
15
20
25
25
30
40
50
60
1 P
4 P
10 P
5
10
15
25
30
40
50
1933 Expresse
1933 cijfertype
Eind 1931 verscheen een serie zegels, die
nog steeds in omloop is. Het zijn frankeer
zegels met afbeelding van bekende personen
uit het- hedendaagsche Spanje, n.m.l. 2 c.
(bruinrood Blasco Ibanez) 5 c. (bruin
zwart Pi. Margall) 5 c. (bruinzwart BI.
Ibanez) 10 c. (groen J. Costa) 15 c. (grijs
groen N. Salmeron) 20 c. (violet P. Mar
gall) 25 c. (br. karmijn Pablo Iglesias)
25 c. (karmijn R. Zorrilla) 30 c. (roodkar-
mijn P. Iglesias) 40 c. (bl. E. Castelar)
50 c. (roodoranje N. Salmeron) 60 c. (geel
groen E. Castelar). Grootte 28x24 m.m.
Deze zegels hebben geen controlecijfers aan
de achterzijde. De drie hooge waarden zijn
1 P. (grijszwart rotswoningen in Cuenca)
4 P. (lilarose Alcazar in Segovie) 10 P.
(bruinrood zonnepoort te Toledo). Grootte
38x32 m.m.
Met controlecijfers verschenen 5 c. (bruin
zwart) 10 c. (groen) 15 c. (grijsgroen) 25 c.
(bruinkarmijn) 30 c. (roodkarmijn) 40 c.
(blauw) 50 c. (roodor.). Grootte 28x28 m.m.
Een expressezegel verscheen in 1933 met
afbeelding van twee paarden en in het mid
den den Icarus (gevleugeld mensch) n.m.l. de
20 c. (rood) grootte 30x45 m.m.
In ditzelfde jaar verschenen nog twee
waarden in cijfertype met witten achter
grond. 1 c. (blauwgroen) 2 c. (geelbruin)
Grootte 28x24 m.m., waarvan de eerste zegel
ongetand is. Zie het schetsje.
Nieuw lid:
27 Eefje v. Duffelen, Karolingenstraat 57.
50 Dirk Wesseling, Gr. Houtstraat 144 P.
Aanmelding nieuwe leden alleen Maandags
van 4—6 of schriftelijk.
Van enkele rubriekers ontving ik dubbele
zegels. Wil je ze in het vervolg afweeken en
alleen gave zegels inzenden?
Rustenburgerlaan 23.
r o»M'
Deze raadsels zijn ingezonden door Jon
gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door Prinses Engelientje.) Reken
raadsel. Wij zijn thuis met ons vijven. Vader
is 3 x zoo oud als mijn zuster. Verleden jaar
was moeder 3 x zoo oud als mijn zuster. Toen
ik zoo oud was als nu mijn broertje, was moe
der 4 x zoo oud als ik. We zijn samen 125 jaar.
Hoe oud is ieder?
2. (Ingez. door Eureka.)
Wat staat hier?
REBUS
-J
El
en
3. (Ingez. door Mosplantje. Kruisraadsel.
x
X
een medeklinker
een telwoord
een bijvoeglijk naamwoord
een jaargetijde
een verkorte meisjesnaam
een schuurmiddel.
Van boven naar beneden en van links naar
rechts moet je hetzelfde woord lezen.
4. (Ingez. door Machteld.)
Mijn geheel bestaat uit 4 letters en wordt
gebruikt om iets in te doen.
Een 4 2 1 krijg je niet graag
1 2 4 is een ander woord voor lijm.
3 2 1 zegt men wel tegen een dier, dat in de
wei loopt.
5. (Ingez. door de Ruyter.)
Nederland moet trotsch zijn op 'n groot ge
bouw, dat uit 12 letters bestaat.
1 5 10 is in de wei.
2 10 3 draagt een gewei.
4 8 6 behoort bij kleeren
7 9 8 12 zegt men wel van kleine meren.
Wie ten slot op reis wil gaan,
Kan met een 189 11312 volstaan.
6. (Ingez. door Tromp.)
Welke plant kan een blinde zelfs herkenen?
AFDEELING II
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Wielewaal.)
Neem uit de volgende zinnen telkens een
woord, zoodat er een spreekwoord ontstaat.
Ik heb geen tijd om bij je te komen.
Daar is niets aan te doen.
Voor geen geld verzuimde ik mijn werk.
2. (Ingez. door Marietje.)
Zet achter iets lekkers sappige vruchten, dan
krijg je iets, wat je nooit moet doen.
3. (Ingez. door Jan ten H.) Verborgen
vruchten.
E. Pren
Leo Nem
Els Pap
Da Seld
4. (Ingez. door Twee Zusjes.)
Welke plaats in Zeeland staat hier?
Ze zei Riek.
5. (Ingez. door Paddestoeltje.)
Met k eet ik het op mijn brood.
Met m vaart op mij menig boot.
Met h loop ik langs duin en strand
Met g plaatst men mij aan den kant.
6. (Ingez. door Jan ten H.)
Ik sta heel bovenop het dak.
te rooken, maar geen pijp tabak
Ook geen sigaar.
Het heele jaar
Sta ik in wind en kou
Wie of dat wezen zou?
RAADSELOPLOSSINGEN
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDEELING I
2. Kring—ring
3. Boek, schrift, atlas, koker
4. Engeland.
5. Schol, aal. hol, hal, kaal.
6. Malaria, Tamboer.
AFDEELING II
1. Bal pop stelten vlieger.
2. Nachtvlinder.
3. Voetbal.
4. Boek, zoek, broek, snoek.
5. Wilhelmina.
6. Vele kleintjes maken een groote.
Goede oplossingen ontvangen van:
Lollypop 6 Welp 6 Zonnepit 6 Kerkje 6 Lin
debloesem 6 Eikeldopje 6.
Goede raadseloplossingen ontvangen van:
Gymnast 5, Boerinnetje 5, Poppenmoedertje
6, Beerg 6. Eureka 5, De kleine gichelaar 5,
Sijsje 5. Prinses Beatrix 5, Kleine Tumster-
tje 6, Juffertje Spring in 't Veld 6, Kleine
Rekenbaas 6. Alida 4. Tortelduifje 4 Goud-
muiltje 4. Goudsbloempje 6, Rietzangertje 6
Vrouwtje Ulebuut 5, De kleine Bootsman 6
Kruidnoot 6, Moeders Schat 5, Cellist 5, Va
ders Oudste 5, Machteld 6, Zondagskindje 5,
De twee Zusjes 6, Jan ten H. 6.
MIJN POP
door W. B.—Z.
'k Heb een mooie pop gekregen
Ze heeft vlechtjes in het haar.
En ze draagt een vilten hoedje
Heel modern, kijk zelve maar.
'k Laat haar in mijn tuintje loopen
Maar ik houd haar handje vast,
Als ze valt, dan is ze vuil hoor.
Dus voorzichtig, opgepast I
Mammie breide een blauw jasje
't Staat haar snoezig, vind je niet.
't Jurkje is van witte zijde
Jammer, dat je dat niet ziet.
Het gaat nu een beetje waaien
'k Ga maar gauw met pop naar huis,
'k Moet ook voor de andren zorgen,
Want 'k heb nog meer kindren thuis.
RUILRUBRIEK
J. W., Brederodelaan 19, Bloemendaal heeft
Hakabonnen, Hillebonnen, Wennexbonnen,'
Verkadebonnen, Haustbonnen, Franken's
plaatjesbonnen. Hiervoor terug Sunlight, Vim,
enz. enz
W. J. EIBINK, Kloppersingel 41 heeft 92
roode Patria, 150 Verkade Groote Rivieren, 7
Bussink. Gaarne terug Hille of D. E. bons.
Niet ruilen Zaterdag van 3 tot 5.
ANJELIER, Duinoordstraat 13, heeft alle
soorten bonnen en wil daarvoor terug Ja-
min's kwartjesbonnen.
KETTINGWOORDENWEDSTRIJD
Inzendingen ontvangen van: ZWEM-
GRAAG, oud 11 jaar; VROUWTJE ULEBUUT,
oud 11 jaar: DE KLEINE BOOTSMAN, oud 7
7 jaar; HYACINT, oud 13 jaar; KLEINE
TURNSTERTJE, oud 9 jaar; POPPENMOE
DERTJE, oud 9 jaar; RIETZANGERTJE, oud
8 jaar.
Lindebloesem, oud 15 jaar, Zonnepit, oud 12
jaar. Eikeldopje oud 11 jaar.
Brieven aan de Redactie van de Klnder-Af-
deeling moeten gezonden worden aan Mevrouw
BLOMBERGZEEMAN, Delftlaan 75.
THE LITTLE GARDENESS. Nu de vacanties
voorbij zijn, komen de oude getrouwen weer aan
zetten. Je hebt er verstandig aan gedaan de 2de
klas nog maar eens door te maken. Wat een bof:
dat je nu tooh bij de aardige juffrouw zit. Waar
blijft la petite Jardinière?
VERKEERSAGENTJE. Hartelijk dank voor
de bonnen. Schrijf me nog eens, hoe jij het te
genwoordig hebt. En hoe gaat 't verder thuis?
WILLEM VA.N ORANJE. Ben je bevriend
met Wim van W.? Wat troffen je ouders het. dat
de Koningin ook een bezoek bracht aan 't Ste
delijk Museum, Heb je 't orgelconcert ook ge
hoord?
ZONNEPIT. Gezellig hè zoo met de klas
ta.r de bioscoop te gaan. 't Moest maar iedere
week gebeuren. Maar misschien was de aardig
heid er dan gauw af.
LINDEBLOESEM. Wat begint dat gauw met
t huiswerk. Je moet maar denken: je bent nu
nog frisch. Toch fijn, dat je lid van de club kunt
blijven en met den Sint-Nicolaaswedstrijd reken
ik natuurlijk op de heele familie.
EIKELDOPJE. Leuk. dat juilie klas ook mee
mocht naar de Jubileumfilm. Ja. nu is 't parool
weer werken. Eigenlijk bevinden we ons daar ten
slotte nog maar het beste bij.
PRINSES BEATRIX. Je raadsels zijn goed.
Wat hebben jullie een gezellig groot gezin. Hoe
gaat 't nu met je? Wat dom om dadelijk na de
vacantie ziek te worden, 't Beste er verder mee.
ALIDA. Gezellig, dat je je weer aan komt
meiden. Zit de jurk voor moeder goed? 't Is maar
gemakkelijk zoo'n knap naaistertje in de familie
Nog wel gefeliciteerd met den verjaardag van zus.
Als ik voor den St. Nic. wedstrijd een lapje
krijg voor een kinderjurkje, zal ik het voor je
bewaren.
TORTELDUIFJE. Ja, ik kan me best begrij
pen, dat het druk was, toen de logés er waren,
't Was minder prettig dat je daarna ziek werd.
Wat scheelt eraan? Ik hoop. dat 't nu weer ge
leden is. Als ik een pop krijg voor den St. Nic.
wedstrijd, zal ik haar voor jou bewaren. Er kan
natuurlijk heel veel gebreid worden: sokjes, wan
ten, handschoenen, dassen, enz.
JUFFERTJE SPRING IN 'T VELD en DE
KLEINE REKENBAAS. Nu was hot in orde
met de namen. Krijgen jullie beiden orgelles? En
wordt er trouw gestudeerd?
HET KLEINE TURNSTERTJE. Ik ben blij.
dat jij blij bent met je boek. Dat heb je gauw uit
gelezen. Als je het zoo mooi vindt, lees je het mis
schien nog wel eens.
SIJSJE. Je raadsels zijn goed. Als je soms
een raadsel niet weet, vraag je maar eens raad
M Eureka.
DE KLEINE GICHELAAR. Zijn alle pop-,
pekleertjes al geborduurd? En wat staat er al in
"t nieuwe schrift? Heb je een goudvischje? Wat
leuk, dat Paula nu los kan loopen.
EUREKA. Was het een gezellige verjaars-
isite bij Jojce? Waren er vee! meisjes? Tol je nog
aile dagen? Ja. ik heb wel gemerkt, dat 't tollen-
tijd is.
POPPENMOEDERTJE. Je was nog wel op
tijd met je kettingwoordenwedstrijd. De volgende
week vermeld ik den uitslag.
HYACINT. 'k Dacht wel, dat jij na de va
cantie zou komen opdagen. Die logeerpartij van
je nichtje was zeker 't heerlijkste deel van de
vacantie? Hoe gaat 't nu met Lenteklokje? Je
mocht wel nieuwe spelling bij je kettlngwoorden
gebruiken. Blijft deze blocnootvellen maar als
postpapier gebruiken. Wat kunnen jullie in Hille-
gom fijn feestvieren.
BOSCHFEE. Ja. ik wil die postzegels wel
hebben. Dan zend ik ze naar 't Consultatie-bureau
Je kunt dit natuurlijk ook zelf doen. Moet je veel
huiswerk maken?
GYMNAST on BOERINNETJE. Lezen jullie
weer een boek uit de Nuts-Bibliotheek? Als de
foto geplaatst is, kan Boerinnetje he,ra weer te
rugkrijgen.
GOUDSBLOEMPJE Wat leuk. dat jij hebt
meegedaan aan de Allegorische optocht. Je rustte
heerlijk uit op den w^gen. Sta je goed op de foto?
GOUDMUILTJE. Kcun Woensdag maar eens
naar die kartonnen doozen kijken. Lapjes en wol
heb ik nog. niet. Welke operette voeren jullie op?
Gaat 't van den Kinderbond uit? Natuurlijk mag
Jo poppekieertjes maken, maar 't liefst heb ik er
een pop bij.
DE KLEINE BOOTSMAN. 't Is prettig, dat
liet jo zoo goed bevalt op deze school. Heeft moe
der de nieuwe broek al klaar? Zijn jullie nog naai
de optocht wezen kijken?
VROUWTJE ULEBUUT. Hoe gaat het met
den bezeerden arm? Jij bent wel een ongeluksvo
gel. Is de verkoudheid al over? Je wedstrijdwerk
kwam nog op tijd, IJoe gaat "t met poes? Wat
heeft Opa een aardigen hond. Daar heeft Tipple
't goed bij.
RIETZANGERTJE. Je kettingwoorden kwa
men nog wel op tijd. Heeft broer mooi gezongen?
Zing jij straks ook mee in 't knapenkoor? Ik kan
me best begrijpen, dat je van de poppenkast niet
kon scheiden.
GOUDSTERRETJE. Wat zal je er Zondag
keurig hebben uitgezien met de nieuwe jurk en
de mooie ketting. Heb je 't koper netjes ge
poetst? Wat heb je gewasschen? Gezellig, dat
moeder zoo gauw jarig is.
KRUIDNOOT. Dus jullie kunnen van den
winter heerlijk smullen van de eigen boerekool.
Blijven de vogels nu weg van de andijviestruiken?
ZONDAGSKINDJE. Ja oip een bovenhuis is
gedierte altijd lastig. Heb je het lepeltje al ge
kregen? Je hebt dus al oen smakelijk maaltje
bereid. Mocht je goed van je zelf wassohen? Is de
pyjama al haast klaar? Rose blijft vaakt mooier
dan blauw.
CELLIST. Wat gezellig, dat moeder in de
vacantie met jullie is mee geweest. Prettig, dat
zus zoo vordert met piano-spelen. Dat wordt een
muzikaal trio bij jullie. Wat ga jij keurig
schrijven.
MOEDERS SCHAT. Arm kind. hoe gaat 't
nu met de knie? Gelukkig maar, dat 't nu grondig
behandeld is. Moet je nu rustig blijven liggen? Ik
ben blij voor je, d<\t 't zonnetje nog zoo heerlijk
schijnen wil. Van harte beterschap toegewenscht.
W. BLOMBERGZEEMAN.
Delftlaan 75.
Haarlem 23 September 1938.
verstaat zijn compagnon wel en gromt vroo-
iijk ,,Nou, nou, maak je niet druk: ik kom al!"
En nu vliegt het vogeltje, steeds zijn lokroep
herhalend, korte stukjes van boom tot boom
in de richting van het bijennest, waaraan het
met zijn vriend een bezoek brengen wil, en de
das volgt, telkens zijn, op een lach gelijkend,
gegrom uitstootend. Het bezoek schenkt dan
ook gewoonlijk den gasten volle tevredenheid,
ofschoon de onvrijwillige gasthceren, de bijen,
er minder gesticht over zijn. De das breekt de
kleiwand gemakkelijk en bemachtigt de raten,
maar laat steeds een portie honing voor zijn
gevleugelden vriend over. Zulk een op belan
gengemeenschap gegrondveste samenwerking
van ongelijksoortige wezens noemt men met
een vreemd woord „Symbiose".
Honingvogels leven ook in streken, waar de
das niet voorkomt, zelfs in de nabijheid van
negerdorpen. Maar ook vindt het. op honing-
beluste diertje gemakkelijk een helper. De rol
van den das wordt daar verricht doorden
mensch.
De vogel komt onbeschroomd vlak bij de negers
en trekt door zijn zonderling gedrag hun aan
dacht. En de negers weten heel goed, dat zij
op rijken buit rekenen kunnen als ze hem vol
gen. Daarbij bootsen zij onder het loopen het
gegrom van den das na. Heeft de menschelijke
helper het bijennest bereikt, dan is het zijn
eerste plicht, zijn gids een stuk honingraat als
belooning te geven, alvorens'zijn buit binnen
te halen. Wie dezen plicht verzuimt, stelt zich
aan groote gevaren bloot. De bedrogen vogel
zal hem een volgenden keer niet naar een
bijennest lokken, maar naar een plaats, waar
een vergiftige slang of een schorpioen op hem
loert. Tenminste, de negers zijn er van over
tuigd; maar negers zijn bijgeloovige menschen
die overal magische krachten ontdekken, waar
de „verlichte" Europeaan slechts „toeval" in
ziet.
R. O.
UIT HET FOTO-ALBUM VAN ONZE
RUBRIEKERTJES.
IIONINGDAS EN HONINGVOGEL
Compagnons in Midden--Afrika
Wij lezen graag verhalen van reizen door
minder bekende, vreemde streken, ontdek
kingsreizen over de barre, met ijs bedekte
hoogvlakten rondom de Zuidpool en de
woeste, eeuwige sneeuwregionen in Noord-
Siberië, door de Pampa's in Zuid-Amerika en
de moerassige, haast ontoegankelijke streken
in Midden-Afrika. En als de verteller meester
van het woord is, dan zien we de exotische
landschappen met hun plantengroei en hun
dierenwereld .als op een film voor ons en be
leven met den stouten reiziger de avonturen,
die maar al te dikwijls hun hoogtepunt vinden
in een Vertwijfelden, bloedigen strijd om het
bestaan. Maar soms krijgen we ook aardige, op
anecdotes lijkende episoden te hooren. en zulk
een verhaal, n.l. over de samenwerking van
twee in aard en wezen verschillende dieren, wil
ik jullie heden vertellen. Deze compagnons zijn
de honingdas en de honingvogel. Beiden leven
in de deels moerassige, deels met dicht bosch
bedekte streken aan de oevers van den Blau
wen Nijl (Bahr el Asrak). De honingdas is iets
grooter en iets steviger dan de Europeesche
das; zijn snuit, buik en beenen zijn glanzend
zwart, overigens lijkt het alsof hij een grijze
ruwharige overjas aan heeft, terwijl over zijn
rug een sneeuwwitte streep loopt. Een ken
merk, waardoor hij zich opmerkelijk van zijn
Europeeschen neef onderscheidt, is het ontbre
ken van oorschelpen. Mr. C. Court Treatt, de
welbekende Afrika-reiziger, zegt, dat de li
chaamsvormen van het dier „gestroomlijnd'
zijn. Overigens noemt hij dezen das een „gent
leman" onder de wilde dieren. Zijn perkament
achtige, met lange haren dicht bedekte huid
biedt een uitstekende bescherming tegen de
steken der bijen en tegen den beet van ver
giftige slangen.
De honingdas is een vreedzaam dier, dat stil
zijns weegs gaat en zijn medeschepselen niet
aanvalt. Maar tegen elke aanranding van zijn
rustig bestaan verdedigt hij zich fel. Nooit laat
hij zich lijdelijk afslachten als een lam; zelfs
tegen een veel sterker dier, zooals de leeuw,
stelt hij zich heldhaftig te weer en brengt zijn
vijand met klauwen en tanden diepe snijwon-
den toe. alvorens hij het onderspit delft.
Zooals zijn naam aanduidt, is hij een lek
kerbek, verzot op zoetigheid, vooral honing, en
aan deze lekkernij is in dit land geen gebrek.
In aardspleten en holle boomen bouwen de
wilde bijen hun nesten, die zij dikwijls door
'n buitenwand van klei beschermen, 't Is aan
doenlijk, de blijdschap te zien van den das, als
hij zulk een nest gevonden heeft. Met zijn
lange, scherpe nagels breekt hij de kleilaag
open, terwijl hij door korte, grommende ge
luiden uitdrukking geeft aan zijn verrukking.
Zonder op de woedende aanvallen en steken
der bijen te letten, (die hem toch niet deren)
haalt hij de raten er uit en houdt een smulpar
tij, waarbij hij telkens over den rug rolt, met
de beenen spartelt en tevreden gromt. De bijen
weten hun nesten echter behoorlijk te ver
stoppen en de das, die een slechte padvinder is,
zou niet dikwijls in de gelegenheid zijn, zijn
snoeplusten bot te vieren, indien hij niet een
bekwamen helper had. n.l. den honingvogel.
Dit aardige diertje, zoo groot als een spreeuw,
behoort tot de koekoeksfamilie. Zijn teenen
staan paarsgewijze, twee naar voren en twee
naar achteren, zoodat hij net als een specht
gemakkelijk langs de boomstammen loopen
kan. waarbij de stijve staartveeren hun steun
geven. Ook legt hij, evenals de koekoek, zijn
eieren in vreemde nesten. Zijn veerenkleed is
van eentonige, groen-grijze kleur en wordt al
leen door een lichtgele plek op het hoofd en
twee witte staartveeren eenigszins opgevroolijkt
Dit vogeltje heeft een bijzonder fijnen neus
voor bijennesten en het is dol od honing, kan
er echter niet bijkomen, omdat het niet in
staat is den harden kleiwand met zijn dunne
snaveltje te. doorboren. Maar geen nood. de
compagnon, die dat zaakje opknapt, is steeds
bereid het slooperswerk te verrichten, en het
vogeltje weet hem ook in het bosch te vinden.
Het is buitengewoon interessant, het tweege
sprek van een honingdas en een honingvogel
'e beluisteren. Op een dikken boomtak vlak
boven het leger van den das springt de vogel
opgewonden heen en weer en stoot onophou
delijk korte lokroepen uit, als wilde hij zeg
gen: „Sta op, luilak! Aan 't werk!" En de das
Boerinnetje
Heet dit Vriendinnetje.
DE SINT-NICOLAASWEDSTRIJD
Er zijn er onder jullie, die dit berichtje wel
over kunnen slaan, want ik weet, dat jullie al
bezig zijn. Sommigen al weken lang. 't Is dus
voor de nieuwelingen in de eerste plaats, dat
ik iets ga schrijven over een wedstrijd die heel
anders is dan alle andere wedstrijden van 't
jaar. Om 't nu eens heel mooi te zeggen: 't is
eigenlijk een wedstrijd in 't goed-doen. Wan
neer we over Sint-Nicolaas gaan spreken, dan
denken we vanzelf aan geven, aan werken
voor anderen. Zoo willen wij Rubriekertjes van
Onze Jeugd met onze heele familie werken
voor andere kinderen, die op Sint-Nicolaas-
avond in een Ziekenhuis worden verpleegd, of
in een inrichting vertoeven. We zijn in de af-
geloopen jaren nog verder gegaan: we hebben
ook aan de Kinderbewaarplaatsen gedacht,
waar de kleutertjes nog niet meedeelen met de
schoolfeesten en ten slotte aan de vele kin
deren. die nog onder toezicht staan van de
Zusters van 't Maatschappelijk Werk. Ook deze
kinderen missen veel en wij willen nu Sinter
klaasjes zijn, die ze op 5 December blij komen
maken.
Onze Sint-Nicolaaswedstrijd is als een
vruchtboom met vele rijk beladen takken. Hij
wordt nu 25 jaar oud en hij is ieder jaar ster
ker en grooter geworden. Wil ik je eens opnoe
men, wie de vruchten van een tak mogen pluk
ken? Daar zijn: de Maria-Stichting, St. Elisa
beth's Gasthuis, Diaconessenhuis, St. Antonius
Ziekenhuis te IJmuiden, Brederode-Duin. Licht
hoeve. Groot-Kijkduin, te Zandvoort, Kinder
bewaarplaatsen Noord en West, Kinder-Tehuis
enz.
Ieder jaar vraag ik mij af: Zouden allen iets
krijgen? En ieder'jaar constateer ik met groote
dankbaarheid, dat niemand vergeten is en nie
mand te kort kwam.
Natuurlijk vragen jullie: Wat zullen wij ge
ven? Onze gaven kunnen wij altijd in 3 groe
pen verdeelen en wel: 1ste groep. We geven iets
wat we zelf gemaakt hebben. Van kisten kun
nen we b.v. pakhuizen, winkels, poppekamers,
stallen, poppehuizen, linnenkastjes, werkdoo-
zen enz. fabriceeren.
Doozen kunnen we gebruiken om legkaarten
blokken, poppen enz. in te doen.
Van lucifersdoosjes maken we meubeltjes,
kastjes, kamers enz. Poederdoos]es kunnen
daar ook voor gebruikt worden.
Van closetrollen maken we spaarpotten,
versieringen voor de baby's enz
Van restjes wol maken we kleertjes, dassen,
handschoenen, wanten.
Lappen kunnen verwerkt worden voor kin-
der- en poppengoed, boekomslagen, toiletzak
jes, speldekussens, enz. enz.
Groep 2 bestaat uit opgeknapt en gerepa
reerd speelgoed. Wie de speelgoedkast eens
doorzoekt, vindt altijd wel iets, dat nog best
een welkom geschenk kan worden. Natuurlijk
moet het er tenslotte als nieuw uitzien.
Groep 3 is eigenlijk bestemd voor hen, die
geen tijd hebben gehad iets te maken en toch
zoo graag iets willen afstaan Dan mag natuur
lijk de spaarpot worden aangesproken.
Het meest waardevolle is natuurlijk het ge
schenk, waar we tijd en krachten aan gaven.
Bij dezen wedstrijd moet ons parool zijn: Veel
arbeid en weinig geld.
Iedere week plaats ik nu in Onze Jeugd een
Sint-Nicolaas-Rubriek. In die Rubriek mag je
materiaal vragen. Voeg er vooral je adres bij.
Wil je iets maken voor een bepaalde inrich
ting, dan voeg je den naam van die inrichting
bij je inzending.
28 November moet alles klaar zijn, want 29
en 30 November houden we onze jaarlijksche
tentoonstelling in de Tijdingzaal van Haar
lem's Dagblad. Ieder mag aan dezen wedstrijd
deelnemen. Keesje van de Radio zou zeggen
van 8 tot 80 jaar. Jonger dan 8 mag bij ons ook
nog. Heb je me persoonlijk iets te vragen, dan
kun je mij 's Woensdagsmiddags tusschen 2
en 4 uur thuis vinden.
W. B.—Z.