LET OP VEILIG VERKEER JÜKHjaa Het wachtwoord van den voetganger: iP MET OOG EN OOR Wonderkind, Kunst in Haarlem en daarbuiten. Dagboek van een H. B. S.-er WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1938 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Drama in de Rodenrijscliestraat le Rotterdam. Man verwondt zijn vrouw levensgevaarlijk. In de Rodenrijsche straat te Rotterdam heeft zich Dinsdagmiddag een drama afgespeeld, dat een 44-jarigen man het leven heeft gekost, terwijl zijn vrouw zoo ernstig werd gewond, dat voor haar leven wordt gevreesd. In genoemde straat woont sedert korten tijd het echtpaar Verhagen. De man is zeeman van beroep, maar tegelijkertijd houdt het echtpaar een pension. In totaal wonen vier kostgangers bij hen in. Deze hebben hun kamer op de hoog ste verdieping van het pand. Het echtpaar heeft zelf de daaronder gelegen verdieping in ge bruik. De beide etages samen maken het vrije bovenhuis uit van pand 97. Reeds meermalen was het tusschen het echt paar tot oneenigheden gekomen, naar men aan neemt ofschoon het onderzoek nog niet is beëindigd omdat de man meende reden te hebben te veronderstellen, dat zijn vrouw onge oorloofde betrekkingen onderhield met een van de kostgangers. Dinsdagmiddag was het echtpaar alleen thuis. Een paar maal hoorden de buren een twistge sprek. Plotseling het zal goed half drie zijn geweestkwam de vrouw luid gillend de trap afloopen. Zij snelde de straat op, waar zij een paar passen van de straatdeur verwijderd, in elkaar zakte. Voordat zij het bewustzijn verloor riep zij nog: „Mijn man heeft me gestoken". Juist passeerde ar. J. Versteegh uit de Berg- schelaan. Bij het eerste onderzoek bleek hem, dat de vrouw een zeer ernstige wond in de maagstreek had. Zij verloor veel bloed. De ge neeskundige dienst werd gewaarschuwd en deze bracht de vrouw naar het ziekenhuis aan den Bergweg. Inmiddels hoorden de omstanders op eens ook den man luid om hulp roepen. Men ging het nog openstaande huis binnen en men vond boven aan de trap het lichaam van den man liggen. Het bleek, dat hij een dolksteek in de hartstreek had, waaraan hij vrijwel onmid dellijk moet zijn overleden. De inmiddels gealarmeerde politie stelde een onderzoek in. Hieruit bleek, dat de ruzie ver moedelijk in de keuken is ontstaan, dat de man daar de vrouw met het mes had bedreigd, dat zij naar de woonkamer was gevlucht en dat hij haar daar den steek in de maagstreek had toegebracht. De vrouw was toen de straat op gevlucht. De man heeft nog even in de woning rondgeloopen, waarna hij, met hetzelfde mes, de hand aan zichzelf heeft geslagen. De toestand van de vrouw is hoogst zorgelijk. Het echtpaar heeft geen kinderen. DE TERUGREIS VAN IR. DE KOK. Dinsdagmiddag zijn de heeren ir. J. E. F. de Kok en Schmidt Crans te Napels aangekomen. Zij hopen heden Ypenburg om half vier te be reiken. Let op met oog en oor! In verband met de Verkeersdagen, verzoekt de Vereeniging voor Veilig Verkeer opneming van het navolgende: Voetgangers, zoolang ge op het voetpad ver toeft, zijt ge de onschadelijkste wegge bruikers, die het hedendaagsche verkeer kan aanwijzen. Op het voetpad doet ge niemand VAH-Of PUUtTSElUKE VEREENIGING VOOR VEILIG VERKE» kwaad. Anders wordt de zaak, wanneer ge van den rijweg, den gevaarlijken rijweg gebruik moet maken. Dan worden van U bijzondere voorzorgsmaatregelen gevraagd, maatregelen, die U behoeden voor ongelukken en die aan het snelverkeer geen hinder in den weg leggen. Op den rijweg moet ge uitkijken en opletten. Sommige voetgangers meenen zonder bezwaar het trottoir te kunnen verlaten en zonder ge vaar op den rijweg te kunnen loopen. Toch zit hier een gevaarlijke kant aan, want het moderne snelverkeer rekent er veelal niet meer op, dat er nog voetgangers op den rijwes vertoeven. Het loopen op den rijweg is een waagstuk van den voetganger. Dat geldt in de eerste plaats voor de druk bereden hoofdverkeers- wegen. Maar ook in het stadsverkeer is het vertoeven op den rijweg niet zonder gevaar. Voetgangers, daarom moet Uw wachtwoord zijn: Let op met oog en oor! Bij het oversteken van den rijweg: Let op met oog en oor! Bij het passeeren van een kruispunt: Let op met oog en oor! Bij het instappen van trams* Let op met oog en oor. Bij het verlaten van trams: Let op met oog en oor. Indien alle voetgangers zich aan dit een voudig wachtwoord houden, dan blijven zij de onschadelijkste weggebruikers, die er bestaan en kunnen zij in gevallen van noodzaak zon der vrees voor ongevallen van den rijweg ge bruik maken. Maar dan ook steeds: Opgelet met oog en oor! Laat tijdens de verkeersdagen dit wacht woord overal weerklinken. De gouddiefstal te Utrecht. Drie helers staan terecht. Nadat was uitgemaakt, dat dc strafzaak tegen de drie helers M. G., I. Z. en W. H. L. inzake den gouddiefstal aan het tandheelkundig insti tuut te Utrecht voor de Utrechtsche rechtbank zou worden behandeld, stonden Dinsdag de drie helers terecht. De eerste verdachte, de 48-jarige metaal draaier M. G. uit Amsterdam, herriep verschil lende van zijn verklaringen, bij de eerste be handeling afgelegd. Gesteund door zijn verde diger, mr. Eskens, trachtte hij aan te toonen dat hij in deze affaire uitsluitend zonder winst bejag zou hebben gehandeld. De Officier van Justitie was van het tegen deel overtuigd en eischte een gevangenisstraf van twee jaar en drie maanden. Tegen den tweeden verdachte, den 56-jarigen Amsterdamschen koopman I. Z., eischte hij een gevangenisstraf van twee jaar. Ook deze ver dachte trachtte aan te toonen, dat hij bij deze zaak niets had verdiend en ook niet de bedoe ling had iets te verdienen. De derde verdachte, de 41-jarige koopman W. H. L., hoorde tegen zich eischen een gevan genisstraf van twee jaar en drie maanden. De verdediger beriep zich op een verklaring tijdens de zitting afgelegd door getuige De Groot, welke aantoonde, dat het goud niet aan dezen verdachte was verkocht, maar aan een ander. Deze getuigenis had aldus pleiter des te meer waarde, omdat na zeer veel moeite het pas gelukte, dezen getuige er toe te bewe gen in deze zaak verklaringen af te leggen. Mr. Eskens vroeg dan ook vrijspraak voor dezen erdachte. Twaalf Lockheed-vliegtuigen voor de Indische luchtmacht. Naar „International Aero Press" telefonisch uit New-York verneemt, heeft het Indische gouvernement een opdracht gegeven voor de le vering van twaalf Lockheed trainingsvliegtui gen van het type 12 A 2. De levering zal 1 Fe bruari a.s. aanvangen. Het toestel is een over gangsvliegtuig, waarop de jonge vliegers, die later de bommenwerpers moeten besturen, les krijgen. Het vliegtuig heeft twee Pratt and Whitney-motoren en is verder uitgerust met in trekbaar landingsgestel en een automatischen piloot. Fraai districtshoofd. Omkooperij en machtsmisbruik. Op 20 September stond voor den Raad van Justitie te Semarang terecht Raden K. H., te voren districtshoofd van Selokaton (Kendal), laatstelijk idem van Pamotan (Rembang), thans gedetineerd. Vermelding van alles wat dezen beklaagde is ten laste gelegd zou kolommen in beslag ne men. De Loc. doet dus hier en daar een greep, welke overigens overduidelijk aantoont wat een fraaai districtshoofd Raden K. H. is geweest, indien de ten laste gelegde feiten, of een deel daarvan bewezen worden. Om te beginnen dan, ontving bekl. f 200 van een zekeren loerah. Tegen dezen loerah was door een tweetal agenten een vervolging begon nen, aangezien de loerah clandestien slachtte. De loerah schonk het districtshoofd 200 pop en de zaak was gezond, d.w.z.: er werd geen ver dere vervolging ingesteld. Hij liet een anderen (hem ondergeschikten) loerah weten dat hij maar snel f 145 moest neertellen, anders zou een bepaalde zaak (weer een heel ander geval) wel worden doorgezet. Als een van zijn ondergeschikten eens een meevaller had, een bevordering of zoo, dan moest het districtshoofd daar ook wat van heb ben, als hij zorgde dat klachten tegen een lager ambtenaar werden afgewezen, dan moest het districtshoofd daarvoor beloond worden, enz. Er kon weinig gebeuren of de knaap sloeg er geld uit. Het O. M. had in deze onverkwikkelijke af faire van omkooperij en machtsmisbruik maar liefst 21 getuigen gedagvaard. Aan de Utrechtsche Universiteit is een won derkind ontdekt: een vijftienjarige student in de wiskunde. Het heeft in de kranten ge staan en dus zal het wel reuze zijn. Er is al veel over het verschijnsel wonder kind geschreven. Het wonderkindschap heeft twee nadeelen. Het eerste is. dat je wonder kind bent. Het tweede: dat je altijd wonder kind blijft. Ik zal mijn bijdrage niet voegen bij de literatuur over het wonderiknd. Ik wilde alleen dezen knaap, uit de verre verte van mijn hoekje hier, een raad geven: Zorg dat de menschen je wonderkindschap vergeten! Doe je witte sokjes uit en je lig gende kraagje af. trek een groote-mannen- pak aan en plak, als het eenigszins mogelijk is, een snor onder je neus. Want de beide na deelen des wonderkindschaps zijn allerakeligst (zie de wonderkindliteratuur). Ik heb een leeraar gehad. Oók in de wiskunde. Niet alleen dat hij zoo leelijk was, dat hij „De Aap" genoemd werd dat is nog niets maar hij was een wonderkind geweest. Heusch waar, Hij was 19 jaar toen hij doctor in de wis- en natuurkunde werd. Toen hij mij les ging geven, had hij al een grijzen baard en gaf hij al veertig jaar de zelfde lesjes aan telkens weer andere dom meriken, aan almaar hetzelfde gymnasium. Toen hij stierf was hij 79. Zestig jaar lang had hij met het aureool des wonderkinds ge dragen. Zestig jaar lang vergezelde de oud bakken roem hem. Zestig jaar lang moest hij antwoorden aan eischen van bijzonderheid, die hij zestig jaar lang niet heeft kunnen ver vullen. Steeds minder. Want ieder jaar werd hij minder wonderkind en ieder jaar werd hij dusnietdoende een grooter teleurstelling. U moet begrijpen, dat dit tragisch was. Voor wonderkinderen staan twee wegen open. De roem van een professoraat. En. de niet verkregen roem. En beide wegen leiden naar de vergetelheid. De eene langs katheders, collegebanken, zenuwachtige studenten en heeren die het hoofd ontblooten. De andere door de schooldeur, langs school banken, zenuwachtige leerlingen en den con- concierge, die aan zijn pet tikt. Ik gun den Utrechtschen wonderknaap den eersten weg. Doch wanneer hij den tweeden weg gaat, beklaag ik hem niet. In ieder geval hoop ik, dat hij zich snel een knevel zal aanmeten en zal vergeten en doen vergeten, dat hij zoo wonderlijk is. Want het zien van de werkelijkheid van heden en toekomst is het eenige, dat ont goocheling voorkomt. En dat is een weinig negatief het doel, dat de mensch voor zijn eigen geluk mag na streven. Wonderkind in de wiskunde, of leerling loopjongen, of adspirant-weet-ik-wat. Dat is alles om het even. MR. E. ELIAS. Meisje door vrachtauto overreden en gedood. Door duisternis te laat opgemerkt. Dinsdagavond omstreeks acht uur is in de Frederik Hendrikstraat nabij het Hugo de Grootplein te Amsterdam een wielrijdster door een vrachtauto, afkomstig uit Slootdorppolder overreden en op slag gedood. Het slachtoffer, dat uit een der zijstraten kwam, zou, volgens ooggetuigen, bij het over steken van den rijweg uitgeweken zijn voor een hond, waardoor zij de atuo, welke uit de rich ting Bilderdijkstraat kwam, niet heeft opge merkt. Daar de weg ter plaatse tamelijk duister is, heeft de bestuurder van de auto, die rechts van den weg reed het meisje eerst opgemerkt, toen hij haar niet meer kon ontwijken en krach tig remmen niet meer mocht baten. Het meisje kwam onder de auto en moet op slag gedood zijn. De auto, welke door de politie in beslag was genomen is later weer vrijgegeven. Een onder zoek naar de schuldvraag wordt ingesteld. Vredesoproep aan Hitier. Door den Bond zonder Naam. Dinsdagavond heeft pater H. de Greeve als leider van den Bond zon der Naam aan Führer en rijkskanse lier Hitier een telegram gezon den waarvan we de vertaling laten vol gen: Herr Führer und Reichskanzler: ..Maak geen oorlog. Doe toch alles, wat in Uw vermogen ligt om den oorlog te voorko men. Denk aan de ellende der gezinnen, van de ouden van dagen, vrouwen en kinderen; aan alle verschrikkingen, welke Gij zelf als frontsoldaat in den wereldoorlog zoo bloedig aan den lijve ondervonden hebt. Verschrik kingen, welke in een nieuwen technisch ver volmaakten oorlog duizendvoudig zullen te- rugkeeren, over Duitschland. over geheel Europa, wellicht over de geheele wereld. In naam van honderden millioenen vra gen wij U nog alle pogingen in het werk te stellen om deze verschrikkelijke catastrofe van de menschheid af te wenden. Wie zal overwinnen? Niemand. Behalve het bolsjewisme. Dat zal winnen". DE NEDERLANDSCHE BOND ZONDER NAAM MET HONDERDDUIZENDEN LEDEN. Alle vredesbewegingen en andere organisaties in binnen- en buitenland worden uitgenoodigd soortgelijke telegrammen zoo spoedig mogelijk aan Hitier te verzenden. INDISCHE VORSTEN BEZOEKEN KORNWERDERZAND. De hier in ons land nog vertoevende Pan- gerans, brachten Dinsdagmiddag ongeveer drie uur een officieel bezoek aan Kornwerder- zand. Zij werden rondgeleid door den kapi tein der daar gedetacheerde militaire politie, die hen voorlichtte bij de bezichtiging der verdedigingswerken. Nadat zij ook nog de ha vens hadden bezichtigd, keerden de hooge gasten via den Wieringermeerpolder en Hoorn naar Amsterdam terug. De jacht op de „Nachtegaal". In hooger beroep bevestiging der vonnissen gevraagd. De geheime zender De Nachtegaal heeft wel een jaar lang zijn geluid in Twente laten hooren, totdat de autoriteiten na een ver bitterde jacht hem het zwijgen oplegden. De exploitanten zijn een tijdje geleden voor het Enschedésche kantongerecht verschenen en daar tot hechtenisstraffen veroordeeld. Zij vonden de straffen evenwel te zwaar en kwa men in hooger beroep waardoor de Almelosche rechtbank zich Dinsdag met deze affaire bezig moest houden. Het eerst stond terecht J. P. radiohande laar te Hengelo, die tot tweemaal drie maan den hechtenis was veroordeeld, wegens uit zendingen te Gelselaar en Hengelo. Hij bekende de feiten, doch zeide dat de andere verdachte, de Duitsche schoenmaker F. W. hem steeds had aangezet met uitzen den door te gaan. Er werd tegen hem beves tiging van de vonnissen geëischt, daar de Officier van meening was, dat P. zich niets had aangetrokken van inbeslagneming van andere geheime zenders en wel 30 a 50 Zon dagen aan het werk was geweest. Voorts moest W terecht staan, doch deze was naar zijn vaderland uitgeweken. Hij was door den kantonrechter tot twee maal vier maanden hechtenis veroordeeld en ook hier van werd bevestiging gevorderd. Volgens den Officier was W. tijdens zijn verblijf in Hengelo wel de ongunstigste inwoner dier stad en spr. zou zeker een hoogere straf eischen als dat mogelijk was. Vonnis in beide zaken op 4 October. De Zomervaart in 't midden der vorige eeuw. Een schilderij door A. J. Eymer. Toen dit aardige paneeltje geschilderd werd, was er van een school der Marissen nog geen sprake. Er zit nog de geest van Schelfhout in; misschien is het wat minder vief, wat minder pittig geschilderd, maar de trouwhartige ge moedelijkheid, die er voor zorgde dat er altijd wat te kijk viel, er altijd wat gebeurde onder de wijde hemelen van Holland, was nog in even aanzienlijke mate aanwezig. De Hollandsche schilderkunst van vóór 1850 bleef er op inge steld ook door het voorgestelde den beschou wer stof voor aangename of boeiende conver satie te verschaffen. De schilders, die daaren boven buitengewoon knap waren in hun tech nische uitvoering, werden weliswaar wel hoo ger aangeslagen door hun vakbroeders, doch ook voor de minder uitmuntenden was een ruime dosis waardeering voorhanden. A. J. Eymer behoort tot die petit maitres der Hollandsche romantiek, die door een zekere frischheid van doen, een zekere moderniteit ook, als we ons naar omstreeks 1850 verplaat sen. recht heeft op onze belangstelling, die hij nog in het bijzonder verdient omdat hij van 1840 tot zijn dood in '63 Haarlemmer was. Men vindt in onze stad dan ook nu cn dan nog wel eens werk van zijn hand. Teyler bezit een schilderij en eenige aquarellen van hem en door het legaat Gonnet kwam er een alleraar digst schilderijtje van hem in het Frans Hals museum. Hij was een geboren Amsterdammer (geb. 1803) uit een zeer gezeten familie stam mend waarin de graanhandel bedreven werd. maar tevens veel liefhebberij voor de schoone kunsten werd aangetroffen. Zoo kreeg Arnold Johannes al heel jong teeken- en schilderlessen van Cornelis Steffelaar. een bekwaam kunste naar uit dien tijd. doch liet eerst op zijn der tigste jaar den handel voor de kunst varen. Het zou onjuist en onbillijk zijn van hem te zeggen, dat er altijd iets van den dilettant in hem is blijven hangen. Bij ons schilderijtje van vandaag zou men daar nog eer toe komen dan voor dat kleine werkje uit het Gonnet-legaat, maar toch zit in hetgeen wij vandaag bespre ken een vastheid van schilderen in de ter- reintjes en in de hooge lucht en den achter grond die een Zondagschilder zich niet ge makkelijk eigen maakt. Eerder zit in het link- sche deel, bij de huisjes en de figuratie iets angstvalligs en voorzichtigs wat de geboren ar tist al spelend overwint, maar ook dat zat wel een beetje in den tijd vast. Maar hij heeft al iets van het klare en opene in zijn voordracht waardoor de oude Jan Weissenbruch, de stads gezichtschilder, tot op dezen dag een gezocht en bewonderd kunstenaar is gebleven. Verder verlieze men niet uit het oog dat in bet algemeen de dilettant van honderd jaar ge leden veel beter beslagen op het ijs kwam, wat de practische vakkennis betreft, dan de ama teurschilder van vandaag. En dat daardoor veel van die oude werkstukken altijd nog iets res pectabels behouden, al zou er op hun artistieke beteekenis wat af te dingen zijn. Grooten dienst hebben zij bovendien vaak de topographie, de plaatsbeschrijving bewezen. Juist door hun angstvalligheid, hun bescheiden heid misschien ook wel, lieten zij zich niet spoe dig verleiden de dingen anders af te beelden dan ze waren, en daardoor heeft menige kleine teekening of aquarel een plaats van belang in een topografischen atlas gekregen, die zij als kunstproduct, als ding van schoonheid, allicht niet zou hebben veroverd. Behalve dat het artistieke qualiteiten heeft is dan ook ons hierbij afgebeelde paneeltje to pografisch interessant voor Haarlem en Haar lemmers, omdat het zoo gezellig vertelt hoe de Zomervaartbuurt er een halve eeuw geleden uitzag. En misschien ook nog wel iets later er heeft uitgezien, want ik sprak Haarlemmers van in de vijftig, die zich den overtoom daar ter plaatse, voor het overhevelen van kleine schuiten, nog zeer wel herinneren. En Eijmer moet dat in ieder geval vóór 1863, zijn sterfjaar, geschilderd hebben, toen het er nog echt knus geweest moet zijn, waar de kuioer ziin vaatjes van banden voorzag op den openbaren weg. zonder last van het verkeer en alleen gezel schap gehouden door een naar baarsjes henge lend ventje. Schilderachtig was het geval zeer zeker. En dat heeft Eijmer er ook wel in gezien. Doch ons is hij het meest sympathiek door de toegewijde ernst waarmee hij als artist de schoeiing langs het water, den aard van het terrein en den bouw van den overhaal bekeken en bestudeerd heeft. De kleine dingen hadden zijn aandacht en zijn liefde, wat hij met de besten van zijn tijd gemeen heeft gehad. J. H. DE BOIS. Ik voer gewoon geen klap meer uit. Ieder een die op de H. B. S. is geweest, weet dat dat vaker voorkomt, maar zoo erg als nu heb ik het nog nooit gehad. Ik heb wel eens meer geluibakt. maar wat ik nu doe is geen lui bakken meer. Het is met een boek voor me door het raam zitten staren, het is denken aan alles behalve aan de school, het is dom weg sigaretten rooken en geen regel in je hoofd kunnen krijgen. Natuurlijk is Edith de schuld van alles. Et- veel over praten helpt wel niets, maar het is toch of het je oplucht, als je er met Iemand over spreekt. Toen ik zoo pardoes bij de cleur werd weggestuurd door die meid met die muts, wist ik dat het hopeloos mis was. Dat is een ellendig gevoel Ik had het wil eens meer gehad, maar nooit zoo erg. Waar het precies zit weet je niet. en toch voel je je door en door belabberd. De koude slangetjes gleden langs mijn rug op en neer en onder me liepen mijn beenen maar zoo'n beetje mee te slingeren Naar huis gaan wou ik na tuurlijk niet en toen dacht ik opeens aan Huug en aan de stereo-som. Hij was er en kende 'm ook niet. We hebben hem toen sa men in mekaar gedraaid een beetje raar, want in de teekening leek een hoek sprekend recht en daarom deden we maar net of ie recht was en toen was er verder niets aan. Daarna heb ik Huug alles maar verteld. Hij had gelukkig nog een pakje sigaretten en we hebben samen een pond pinda's opgegeten. Toen ik klaar was met mijn verhaal, voelde Ik me al een boel opgelucht Niet dat Huug er eigenlijk iets van begrijpt. Meisjes, zegt hij, wat heb je eraan? Hockeyen is veel lolliger. En bridgen ook. Maar dat komt omdat Huug een jaar jonger is en in het eerste hockey- elftal zit. En z'n broer heeft bij een bridge drive eens een aschbak gewonnen. Maar dat moet je niet zeggen, want dan wordt hij kwaad. Later zal hij wel snappen, dat meisjes belangrijker zijn dan wat ook. Als je een echt meisje hebt. heelemaal voor jezelf, ben je op eens heel anders. Ik toch ook de vorige week? En het was nog niet eens aan. Maar nu gaat het hopeloos, dat weet ik al vooruit. Met wer ken en thuis en alles. Huug zegt: onzin, maar hij moest maar eens voelen wat ik voel. Dan zou hij wel anders piepen. En toch zou ik ondanks al mijn narigheid niet met Huug willen ruilen. We hebben er ook over gepraat wat er nu met dat stereo-boek moest gebeuren. Je smijt het morgenochtend gewoon op haar bank, raadde Huug aan, dan merkt ze 't wel Met een gezicht of je je er niets van aantrekt. Nee. zei ik. Nee. dat doe ik niet. Ik weet wat beters. Maar ik wist niets beters. En de dag daar op dat was eergisteren ben ik naar school gegaan zonder te weten wat ik doen moest. Ze zat al op haar plaats toen ik bin nenkwam, dus dat maakte de zaak nog in gewikkelder. Moest ik haar nu goedendag zeg gen of niet? Laten merken dat ik de pest in had of gewoon doen? Ze zette zelf een gezicht of er niets aan de hand was. dus legde ik haar boek maar doodgewoon op haar bank en zei ijskoud: O ja, je stereo, dank Je wel. Wat een leuk dienstmeisje hebben jullie. Oehvind je? Een schat gewoon, Ik kom vast nog eens een boek bij je leenen. Lekker, dacht ik, die zit. Al kijk je nou nog zoo onverschillig, je heb toch de smoor in. Net goed. Je verdiende loon. Moet je zoo maar niet doen. En zoo zat ik in mezelf door te mopperen tot de les begon. Maar tusschen het eerste en tweede uur zei ze opeens: Zeg Max Ja, wat is er? Ik kon er echt niets aan doen, gister avond. Oom en tante zijn zoo ontzettend ouderwetsch Ehbedoel je. Ja. Toen begon het tweede uur. Ik zat me ge woon te verbijten. Ik had wel op willen springen en hard schreeuwen. Ik had de Fransche juf wel om d'r hals willen vallen. Ik had wel op m'n kop willen gaan staan. Mijn ooren gloeiden zoo raar en er liepen weer van die slangen op en neer, maar nu geen koude maar kokende. Natuurlijk moest ik me goedhouden en ik geloof ook niet dat iemand het gemerkt heeft. Behalve Edith dan. En dat is niet erg. Af en toe keken we elkaar eens heel even aan en dan werd het nog veel er ger met die ooren en die slangen. Om twaalf uur heb ik haar een eind naar huis gebracht. Je had dat gezicht van Huug moeten zien. Die dacht natuurlijk dat ik hem den vorigen avond had zitten voorliegen van jewelste, maar dat heb ik hem gauw uit zijn hoofd gepraat. Edith is gewoon ongelooflijk. Als ze naast je loopt, huppelt ze altijd zoo'n beetje en ze kletst maar door. Je kunt er geen woord tusschen kriigen. Dat komt zeker door haar vader in Parijs. Het is wel gemak kelijk, want soms heb je van die meisjes, waar je geen woord uit kunt krijgen en dan ben ik na vijf minuten ook uitgepraat. Maar met Edith niet hoor Ik heb haar gezegd, dat ze nu maar eens een boek bij mij moet ko men leenen. maar ze vindt het te eng. Stel je voor dat ze het eens deed. Dat ze opbelde en om een boek vroeg. Ik natuurlijk doodgewoon door de telefoon: Wil ik het soms even komen brengen? Nee. nee, dat hoeft heelemaal niet. Ik kom wel even aan. Dan ik met een onverschil lig gezicht tegen moeder: Nou. ik ga aan het werk. Krijg ik strak jes een kopje thee? Dat kom je dan maar halen, hoor! Da's mijn zuster van de Biefstukschool. Straks komt er iemand van mijn klas een boek halen. Ik doe zelf wel open. Als je er maar aan denkt dat je 's avonds hebt te werken en niet te kletsen. Dat is va der achter de krant. Natuurlijk. En dan knijp ik maar gauw uit. Boven ruim ik alles keurig op en dan wordt er gebeld. Ze is het. Naar beneden rennen, opendoen, haar voorbij de huiska merdeur loodsen naar boven. Dan haar be leefd laten voorgaan. Haar mijn eenigen ge- makkelijken stoel aanbieden. Een sigaret pre senteeren. een dure voor de speciale gelegen heid Maar ze komt niet. Ze vindt het te eng En ous zit ik maar alleen en schrijf in mijn dag boek. En toch ben ik den hemel te rijk. MAX. A. J. EYMER De Zomervaart te Haarlem in 't midden der vorige eeuw. JONGETJE OVERREDEN >D. Dinsdagmiddag om kwart voor vijf is op den 'Rijksstraatweg ter hoogte van café Custers te Hout-Blerick het negenjarige zoontje van de "amilie Bexks door een personenauto overreden en gedood Het ventje speelde met zijn autoped en reed daarbij achter een passeerende autobus om den weg over, met het noodlottig gevolg, dat hij door de van den anderen kant komende auto van den sigarenhandelaar Smidts uit Ble- rick werd gegrepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5