Van Indië terug naar Holland HAGEMAN Circussen in Amerika. N' ZESHONDERD HADJIS AAN BOORD De „wavinggirl" Centrale Verwarming HOlsiet TEL. 15597 Over het programma. HJD.-V ertellini ZATERDAG 1 OCTOBER' '1938 HA'AREE M'S D A G B E A D Zooals ik in mijn vorigen brief al schreef, opende de terugreis naar Holland weer heel andere perspectieven door de aanwezigheid van 600 hadjis, die de reis naar Mekka maak ten en dus tot Djeddah meegingen. Het groot ste deel dier Mekkagangers komt. van Borneo of Sumatra; de eersten hadden dus al een zeereis achter den rug; de anderen zouden in Belawan aan boord komen. Ik had het me eigenlijk heel anders gedacht n.l. dat de man nen alleen gingen, maar het zijn soms heele families die de groote reis maken en er gaan doorgaans heel wat jaren voorbij, voordat ze het geld bij elkaar hebben. Gemiddeld wordt er zoo ongeveer 1000 gulden per hoofd voor gerekend, terwijl de kinderen er wel onder door loopen. Ze komen dan ook oogenschijnlijk arm in Indië terug, maar wel met allerlei kleine dingen die in het oog van den Inlander groote waarde hebben omdat ze afkomstig zijn van de hadjis. Zij worden bij thuiskomst in de kampong als groote heeren behandeld en naar de oogen gezien. Die kleinigheden weten ze daardoor voor hooge prijzen te verkoopen, zoodat het hier voor velen niet alleen een bede vaart geldt, maar ook een handelsbelang, de goeden niet te na gesproken. Kóken op het dek. Het was voor ons, passagiers, vooral 's mor gens een heele afleiding om naar hun gedoe te kijken. Ze hadden zoowat het heele achter schip in beslag, waren bij goed weer altijd boven op het dek, waar ook een soort fornuis stond, waarop ze van die typisch Indische kostjes konden koken, bakken en braden. On der den prijs voor hun overtocht is ook het eten begrepen, maar dat is natuurlijk heel anders dan voor ons, Europeanen. Voor den hofmeester was het een heele administratie, want die moet 's morgens aan iedere familie het rantsoen uitdeelen. Op een bepaalden tijd staan ze dan allen in de rij met hun kaart waarop staat hoe groot de familie is. Ze krij gen dan: droge rijst, wat vleesch, saus en eieren, waarna de kaart wordt afgeteekend en ze aan het kokkerellen gaan met de zelf meegebrachte kruiden, gedroogde visch enz. De hofmeester houdt er ook 's morgens een kleine toko, waar ze een en ander o.a. cigaret te n kunnen inslaan en we gingen wel eens mee om daarnaar te kijken. Op verschillende uren van den dag ziet men hen verzonken in gebed met het gelaat gekeerd naar het Oosten. Er zijn ook voorgangers bij die den dienst leiden. Als de zon ter kimme nijgt worden ze stil; er wordt gebeden of ze lezen in den Koran en daarna worden de bed jes gespreid; bij goed weer aan dek. Dat ligt dan weldra vol van de mooiste en kleurigste matten of kleeden en groepsgewijs worden die gevuld met mannen en vrouwen, die eerst nog een poos praten en discusseeren onder het genot van een strootje of sigaret en dan heer lijk in de open lucht in slaap vallen om ook wel eens gewekt te worden door den regen die ze naar beneden jaagt, waar het natuur lijk minder frisch is en waar de vrouwen met kinderen al eerder een plaats hebben gevon den. Kleine of groote ziektetjes komen er na tuurlijk ook altijd voor, zoodat de dokter lederen dag een heelen ommegang maakte, vooral in het begin van de reis, toen we slecht weer hadden en er veel zeezieken waren, die allen in het ruim moesten blijven. Ook toilet maken aan dek. Het wasschen en toilet maken wordt 's morgen ook aan dek gedaan en we hadden er dan schik in, zooals ze het water dat hun was toebedeeld uitbuiten om toch alles zoo grondig mogelijk te reinigen. Ze krijgen het water in een ketel; gieten eerst een straal op armen en handen die flink gewasschen wor den; drogen gaat in de warmte van zelf. Daarna de voeten en vooral de teenen; het hoofd, het haar, alles even precies. Ten slotte wordt de tuit aan den mond gezet; met een vinger de tanden gepoetst en dan met het laatste straaltje de mond gespoeld. Er waren schattige kinderen bij met van die groote sprekende oogen en die kregen ook iederen dag een flinke beurt. En wat waren de moe ders trotsch als we naar hen keken of als een van de passagiers een kiekje van hen nam! Er werd ook altijd een uurtje besteed aam het z.g. „luizen". Er zat dan soms zoo'n rijtje van een zestal vrouwen met kinderen er tusschen achter elkaar en daar ze alles met zoo'n ty pisch Indisch gebaar doen en zoo leuk en gra cieus met die lange dunne vingers werken, kijk je er toch met plezier naar. De meeste vrouwen hebben ook prachtig lang haar en ze wasschen zich een paar maal per dag, ook hun kleeren en het eetgerei. Daar de hadjis in Djeddah ontscheept moes ten worden, maakten we een langere en eenigszins andere route dan de gewone, waren ook daardoor 5 in plaats van 3 dagen in de Roode Zee, wat sommigen wat te veel van het goede vonden, maar de warmte was in Sep tember best te dragen. We ankerden 's mor gens vroeg om 7 uur in Kameran waar we een poos en quarantaine bleven liggen voor inspectie van de hadjis. Allen waren dus vroeg op en aan dek en de plaats zag er wel warm maar toch leuk uit. Allemaal witte open hui zen. een moskee, fabrieken, olietanks, een oor logsschip en mijnenveger en zoodra we stil lagen, kwamen de kano's met pikzwarte nik kers langszij en doken op de gebruikelijke wijze naar geld. De hadjis offerden heele of halve guldens, wij maar dubbeltjes, de hadjis kochten verder van alles wat ze maar te pak ken konden krijgen: visch. ananas, dadels, vermicelli en ze schijnen zich graag te laten afzetten; hun geld moet toch op! Wij waren toch blij, toen we uit de haven van Kameran stoomden, want stilliggen is warmer dan varen. De pelgrims verlaten ons. Den volgenden morgen om half vijf werden we al gewekt door het drukke gekwetter van onze pelgrims die allen al keurig gepakt en gezakt stonden voor de inspectie. Het is ty pisch wat die luitjes allemaal bij zich hebben en hoe ze gekleed zijn; de kinderen dikwijls met keurige witte kousen en Europeesche schoentjes: verder allemaal kookgerei, wasch- spullen. zelfs een keurig kinderbadje, gemak kelijke dekstoelen enz. Nadat consul en agent aan boord zijn gekomen om de noodige forma liteiten te verrichten, zien we van Djeddah de groote prauwen aankomen die hadjis en hun barang moeten overbrengen. De stad Djeddah die heel vuil moet zijn met een on gunstig bekende bevolking van Arabieren, ziet er van zee uit gezien, toch erg verleidelijk, mooi en interessant uit in het zonlicht en we hadden er best eens heen willen gaan, maar er mocht niemand van ons van boord. Vóór ons lag het WTak van een Italiaansche boot die 12 jaar geleden pal voor de kust in brand was gevlogen waarbij 500 hadjis verbrandden of verdronken. De prauwen kwamen langszij, de kleurige Arabieren aan boord om het weg gaan der hadjis en him barang te regelen en onder lawaai en geschreeuw liepen de booten vol mannen vrouwen en kinderen, ook het babytje dat aan boord geboren was en dus al vroeg de wijde wereld introk! De prauwen die vol waren, voeren weg in de zon; ook weer een schitterend en kleurig schouwspel, maar eer het zoover is, komt er nog heel wat kijken. Ze willen n.l. allen bij hun barang zitten; en niet passagiers en barang apart zooals de politie het wil. Die regelt alles zoo goed mogelijk en maakt af en toe gebruik van den knuppel als er een vechtpartij dreigt te ontstaan. Het is een geschreeuw en gekrijsch dat hooren en zien je vergaat. Om half elf kondigden drie stooten op de fluit aan dat de laatste hadji van boord is en wij kijken die volgepropte scheepjes na met al die menschen die een poos met ons onder een dak woonden! En nu Een billijk radiotoestel in een mooie notenhouten kast, waar* door het in elk interieur past, «Solo" speelt inderdaad solo, want het is uiterst selectief en de weergave is van hoge kwa« liteit. Kom bij ons eens luisteren naar de Erres „Solo" worden geleverd,ook in huurkoop, door: Ged. Oude Gracht 52 (Adv. Ingez. Med.) OLIESTOOKINRICHTING. NATUURLIJK VAN 4 ADR. STOOPPLEIN 24 (Adv. Ingez. Med.) moest je ze zien zitten; boven op hun barang, hun eenige bezit, heele bosjes, allen met een parapluie idus geen pajong» op, om zich wat tegen de brandende zon te beschermen, want die barangprauwen hebben geen zonnezeil. Onderwijl waren de matrozen al druk bezig om de extra sloepen voor de hadjis af te tuigen en in het ruim op te bergen; we had den ze gelukkig niet noodig gehad, 's Avonds gingen we het schip eens verkennen na het vertrek der hadjis. We konden toen tenminste weer overal heen loopen maar het duurde toch nog wel 2 dagen voordat alles schoongemaakt en gedesinfecteerd was. Het werd nu heel wat kalmer aan boord hoewel we heelemaal geen last van onze don kere passagiers gehad hadden en ik het alles heel interessant vond. Wat de kapitein vertelde. Het verdere deel van de reis vertelde de Kapitein ons veel van de reis die hij pas ge maakt had langs de Oostkust van Amerika en de Golf van New Oleans. Men heeft er geen flauw idee van wat er zoo onderweg gelost en geladen wordt en wat een administratie daar voor een Kapitein van een vrachtboot mee aan verbonden is met alle besprekingen en moeilijkheden. Wel zouden we volgens hem genoten hebben als we een deel van de reis hadden kunnen meemaken o.a. naar New Orleans. Met prachtweer was hij door Straat Florida langs de kust gevaren, langs de be roemde Palmbeach met zijn half-tropisch kli maat, waar de rijke Amerikanen in den winter heengaan. Je vaart daar 200 mijl langs de kust tot Miami, 's avonds met helder weer moet het van het schip af een feeëriek ge zicht zijn. New Orleans staat volgens den Kapitein be kend om zijn groote gastvrijheid tegenover vreemdelingen; het lijkt wat dat betreft op Californië. Het is de grootste stad aan de Golf van Mexico met heel veel handel en uit voer van ruwe katoen, graan, bladtabak, koffie, bananen en andere vruchten. Vandaar ging het aan op New York en daar hij daar wilde zijn vóór 5 Juli, den grooten onafhankelijkheidsdag om zijn equipage vrij te geven, die de heele kustreis heel hard had gewerkt, ging het met een flinke vaart en was hij 1 Juli aan 'de kade van Sevannah, een plaatsje met 100.000 inwoners, 'bij wie veel negers. Halverwege de Sevannahrivier ligt het z.g. Girlhouse. Daar heeft 45 jaar lang een eenzame vrouw gewoond die tegen elk zeeschip dat uitging of binnenkwam, met een witte vlag zwaaide overdag en 's nachts met een lantaarn. De loodsen geven een langen stoot op de fluit als ze passeeren. Ze heeft dit ge daan sinds ze haar geliefde op zee heeft ver loren. Ze noemden haar de „waving girl". Een paar jaar geleden is ze naar het binnenland verhuisd en een andere vrouw heeft het baan tje overgenomen. Op 4 Juli lag de boot gemeerd in New York en kreeg de equipage vrij van Zondag tot Dinsdagmorgen 6 uur. 4 Juli was juist de hittegolf die een week zou duren en alles ging naar het strand te Coney Island waar op één dag meer dan een millioen menschen komen en 's nachts een 10.000 aan het strand blij ven; de temperatuur liep van 92 tot 99 gra den. Toch had de kapitein het verleden jaar nog erger meegemaakt in Calcutta waar drie weken lang de temperatuur in zijn hut niet onder de 115 kwam! Op 12 Juli 1937 begon voor hem de lange zeereis van New York naar Batavia van 38 dagen zonder een haven aan te doen. En hiermede eindigt voor mij het verslag van hetgeen ik beleefde van 12 Maart 1937 tot 15 October van hetzelfde jaar op mijn prach tige en nooit te vergeten reis naar Indië en terug. Dat mijn voorbeeld door velen gevolgd mag worden I Zeven optimisten. OOALS ik reeds zeide brachten Barnum en Bailey het drie-pistensysteem naar Nederland, doch dit was niet hun creatie, daar het reeds lang voor dien tijd in Engeland gelanceerd was door „Lord" Sanger. Onder ons gezegd Sanger was geen lord, maar in het circusleven zijn alle paarden Ara bieren. komen alle leeuwen uit Abessynië en zijn titels erg in trek, men denke slechts aan Kapitein Schneider! Maar hoe kwam San ger er nu toe, zich ,,Lord" te noemen? Sanger ontmoette in Manchester een con current, die als attractie „Colonel" William Frederick Cody (Buffalo Bill) geëngageerd had. welke heer den titel van „Colonel" onge- machtigd scheen te voeren, wat Sanger aan leiding gaf om te zeggen, dat, als Cody „Co lonel" was, hij (Sanger) zich ook wel „Lord" mocht noemen Hiervan was trouwens heel Engeland op de hoogte. In Amerika werkte Cody ook bij Barnum en Bailey en was daar een groot succes. Zelfs uit de Sioux reservaten kwamen de Indiaan- sche Squaros meer dan 100 mijlen geloopen om den grooten „Pahaska" te zien, die hun vaders had bestreden. Cody stierf in armoede. Om nu op de groote „Shows" terug te ko men. Deze „werken" geheel anders, dan de Europeesche circussen. Ten eerste hebben zij niet alleem een circus, met drie pistes, waar omheen een renbaan was aangelegd, terwijl gelijktijdig steeds luchttroepen werkzaam waren, doch zij hadden ook een z.g. side show, waarin de „abnormaliteiten" (gedrochten) tentoongesteld warern. Dit was natuurlijk heel handig. Men be taalde een kleine enti*ée om de abnormalitei ten te zien en kan dan met een kleine bij betaling in de circustent komen. Het publiek betaalt nu eenmaal gemakkelijker f 0.50 -f f 1.dan f 1.25 ineens! Dit moge vreemd schijnen waar is het! Nadat de reclame-campagne is ingezet, wordt een „parade" of „Tour de Ville" gear rangeerd, waarin alles meeloopt. Nu ligt het voor de hand, dat in groote ste den, met het oog op het verkeer, het centrum dikwijls moest worden gemeden en dan moet de reclamechef zien, dat hij raad schaft. Sar- rassani wist dit ook en zond iederen Zondag morgen al zijn Indianen in groot ornaat naar de kerk. De Advertentie door J. P. BALJé. OG eens herlas ze het bericht, en de krant trilde in haar vingers, terwijl ze voelde, dat het bloed uit haar ge zicht wegtrok. Even wierp ze een blik door de ruime hall van het hotel, maar geen van de andere gasten had gelukkig haar ont steltenis gemerkt. Ze streek zich met de hand over het voor hoofd. ..Gek", dacht ze, „gek, dat dit me zoo pakt. Twee jaar geleden meende ik. dat John een vergissing van me was geweest, ik heb in dien tusschentijd de wereld gezien, ik heb door Europa gereisd en ik heb niet aan hem gedacht. Of Ze weifelde. Eigenlijk had ze niet aan hem willen denken. Diep in haar binnenste was er toch wel iets geweest, dat haar weer terug dreef naar New York. Ze had het zich niet willen bekennen, had zelfs een paar maal haar terugreis naar Amerika uitgesteld, uit een soort zelfcontrole. Alleen maar om er zeker van te zijn, dat niet het verlangen om John terug te zien, haar naar New York trok. Een week was ze hier nu al, en ze was vastbeslo ten geweest, hem-niet op te bellen, voor twee volle weken verstreken waren. Ook al uit de zelfde overweging. En nu was ze heelemaal ondersteboven van dit bericht. Het was dus allemaal zelfbedrog geweest. Ze betrapte er zichzelf op, dat ze nu eens heerlijk zou willen uithuilen. Maar ze deed het niet. Lilian was tenslotte geen sentimenteele dwaas, ze kon haar verlies nemen. Honderd procent sportief, ook al be sefte ze nu volkomen, dat dit haar liefste, voor zichzelf angstvallig verborgen wenschen, ra dicaal den bodem insloeg. Vastbesloten stond ze op en liep naar de telefooncel. Ze bladerde in het dikke telefoon boek: John had nog steeds hetzelfde nummer. „Hallo, John, met Lilian. Ja, je hoort goed, met Lilly!" Er kwam een triest lachje om haar mond. „Ik las zoojuist de aankondiging van je huwelijk in de krant. Wat zeg je?" Ze lachte opnieuw, nu hardop. ,Ja, jongen, dat is inderdaad nog altijd hetzelfde, ik lees altijd eerst de huwelijksannonces. Gek hè? Wel. Johnnie, ik feliciteer je van harte. hoor. Ik hoop, dat je heel, heel gelukkig mag worden. Met mij met mij heb je het toen niet zoo erg getroffen. Nee, zeg maar niets, ik weet wel, dat je een gentleman bent, John maar je hoeft heusch geen schuld op je te nemen, het was enkel en alleen mijn schuld. Vertel me eens jongen, hoe ziet ze er uit? Wat? Blond net als ik? AchEn blauwe oogen? Niet zoo knapnee, Johnnie, nu ga je me vleien. Wat zeg je, had je me van de week al in New York gezien? In een taxi op Broadway? Wat zeg je, hoe het met mij gaat? Oheh best. Gereisd, ja! Veel geld, tja, zuiver toeval, jongen. Een erfenis, die niets waard leek. Ouwe aandeelen, scheurpapier, zoo op het eer ste gezicht. En toen was er ineens een maat schappij die zich voor die dingen interesseer de. En in een paar dagen was ik rijk. Wat? Juist iets voor mij? Ochgeld is ook niet alles, jongen! Ja, dat weet ik. dat zei j ij al tijd en i k dacht er anders over. Maar ik heb iets geleerd, boy, in die paar jaar." Ze zei de laatste woorden zacht, en ze hield even op. Slikken. Lilian, slikken, dacht ze, anders merkt hij iets. 't Is toch moeilijker dan ik dacht, zoo luchtigjes met hem te praten. En altijd maar te weten, dat hij over een week met 'n ander trouwt! En ze w i 1 d e niet huilen! „Hallo, John. ben je daar nog? Wat? Waar om ik huil? Malle jongen, ik huil heelemaal niet. Hoe kóm je er bij? 'k Ben een beetje verkouden, misschien klinkt mijn stem wat heesch. Of ik lang in New York blijf, en of ik je eens kom opzoeken? Neeehnee John. dat gaat niet. Over drie dagen ga ik weer naar Europa terug. Och nee. er is niets, dat me trekt in New York. Maar ik wou toch niet verzuimen, een goeie ouwe kameraad even geluk te wenschen. Ik hoop. dat ze beter zal zijn, dan ik, Johnnie. Jawel, spreek me nu maar niet tegen, ik w a s een katje. Jammer. Wat? Ehnou ja. ik bedoelnee niks, 't was zoo maar een stopwoordje. Nou. dag Johnnie, het ga je goed! Ik ben blij, dat je niet meer boos op me bent. Daagg!" Bleek hing ze de telefoon op den haak en een minuut lang staarde ze vergeten voor zich heen. Verlorenen nu voor goed, dacht ze. De lie de France had de haven van New York al een half uur geleden verlaten en ze was juist bezig, wat op te ruimen in haar hut. toen er op de deur van de cabine geklopt werd. „Ja!" riep ze, en ze keek niet om, verwach tend dat de steward haar iets zou brengen. De deur ging open en het bleef stil. Ver wonderd keerde ze zich om. „John!" riep ze en ze moest zich vastgrij pen. zoo trilde ze op haar beenen, „Dag Lilly!" „Johnhoe kan dat? En waar is je aan staande vrouw?" „Hier!" zei hij lachend. „Hier? En je zou pas over een week trou wen." Ze zag zijn sterke gezonde tanden, toen hjj opnieuw lachte. „Hier is ze", herhaalde hij, ..hier in deze hut." Het bloed steeg haar naar de wangen. „John. ik begrijp nietik snap niet.... hou me alsjeblieft niet voor den gek In twee passen was hij bij haar. Zijn armen waren om haar heen. „Lilly, kindje, die ad vertentie was maar een lokvogeltje. Ik had je gezien op de Broadway en ik wou je weerzien. Maar hoe moest ik je vinden tusschen acht millioen menschen? Toen herinnerde ik me je passie voor het lezen van huwelijksaankon digingen. Ik schiep toen m'n blond blauwoogig bruidje, en gaf een advertentie op aan alle belangrijke New Yorksche bladen. Ik w i s t. dat je die zou lezen. Als je me opbelde, was dat als een bewijs, dat je me niet heelemaal ver geten was. En in het telefoongesprek zou ik de rest wel te weten komen. Ik kwam de rest te weten, kindje! Het was verder een klein kunstje, uit te vinden, dat je met de lie de France naar Europa tenigging. Ik boekte eveneens passage, enhier ben ik." Ze voelde zijn lippen op haar wang en ze besefte, dat het dit was. waar ze voor naar New York gegaan was. „We maken er een huwelijksreis van, Lilly. Waarom zouden we niet in Europa trouwen? Dat kan evengoed als in New York. En dan is er tenminste iets waar aan die malle ad vertentie!" „Oh, Johnnie", zuchtte ze alleen maar. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden). Toen Buffalo Bill bij Barnum en Bailey was, verzon men een andere truc. Voor dat het cir cus een bepaalde stad had bereikt verzond men een telegram, door Buffalo Bill onder teekend (maar deze wist van het geheele ge doe niets af!) aan den Burgemeester en ver zocht dezen om vergunning, hem bij zijn be zoek aan de stad persoonlijk op het raadhuis zijn hulde te mogen komen betuigen. Gewoon lijk voelde de burgemeester zich gevleid en Buffalo Bill verscheen met een eindelooze stoet als gevolg De voordeelen van het drie-pisten-systeem waren vele, want ten eerste was "t iets nieuws, tweedens wordt het publiek zooveel tegelijk voorgezet, dat het een zaak wordt van kwan titeit en van kwaliteit, want een te goed nummer haalt de aandacht bij de minder goede weg en laat die tekortkomingen teveel in het oog springen en ten derde kunnen de artisten gemakkelijk doubleeren en vele ma len in verschillende nummers optreden. Ik laat hier een extract uit een programma van de Ringling Brothers and Barnum and Bailey Shows, der tegenwoordige firma, vol gen: Buffalo Bill, eens de held der Anierikaansche jeugd. Nummer 5 ongeëvenaarde staaltjes van rijkunst door drie der beste troepen van den tegenwoordigen tijd - Manége no. 1: Verrassende en adembenemende sprongen, ongewone rijkunst, dubbele a cheval sprong. The Cyrillo Brothers. Manége no. 2. Een combinatie van verbluffende kracht en kunst. Twee dames uit den Oeral in hun bui tengewone rijkust. The Mitzirose Sisters. Manége no. 3. Enorme snelheid. Een wervelwind van kleu ren en vuur. De Derwishe rijders. The Si Sahaaras. Dit nummer wordt dan gevolgd door lucht- artisten en niet minder dan zeven bekende troepen van trapèzewerkers zwieren gelijk tijdig door de lucht. Even wil ik hierbij aan halen. dat in het buitenland het gebruik van valnetten niet zoo vereLscht wordt als hier.. Ik herinner me, hoe ik eenigen tijd geleder, voor een rek-artist. die voor de Olympia Show geëngageerd was. correspondeerde met een agent te Londen.. De artist was geëngageerd, toen hem gevraagd werd. op welke hoogte hij werkte en of hij een net noodig had. Het ant woord luidde: ,At any height. I want no net; just tell them to hold a towel". (Op iedere gewenschte hoogte. Een net heb ik niet noodig. Zeg maar, dat ze een handdoek moeten op houden). De clowns werken er geheel anders dan bij ons en in genoemde onderneming worden er niet minder dan 100 tegelijk in het circus ge bracht. Zij betrekken direct het publiek in hun entrées, iets wat wij niet kennen. BINNENLANDSCII LUCHTVERKEER HERVAT. In aansluiting op het bericht, dat de K.L.M. tengevolge van militaire maatregelen ge dwongen was haar binnenlandsch luchtnet enkele dagen grootendeels stil te leggen, wordt gemeld, dat de ingetreden interna tionale ontspanning hervatting der diensten mogelijk maakt. Hoogstwaarschijnlijk zal op Maandag 3 Oc tober, de winterdienst op het binnenlandscho net normaal aangevangen kunnen worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 13