DKW EP. 0CDIMIIM1MS C° AUTO PLAATWERK Verduisterd J. J.H.BAUER 16.90 Hei myst de mmiMm vm Uet tiupandettoaelt lltooiwiifyeuc^ Clttisii&dkSe Weekreclame i MERCEDES-BENZ HUDSON"TERRAPLANE MEER THEORIEEN DAN ER VOGELSOORTEN ZIJN VAN DEN VOGELTREK was geheel Haarlem „Victor" Oliegloeier Kaard, Kachel of Fornuis De „VICTOR" Oliegloeier Gen. Cronjéstraat AUTOMOBIELEN •ESTERDAG 22 OCTOBER 1938 H A A R Tl E M'S D A G B E.'A D IS JIIIOIIIIIIIIIIII! E herfst doet zijn intrede in de lage i landen bij de zee. En hij doet dat op passende wijze, met storm en regen, die onze laatste hoop op een zomer- schen herfst vernietigen. Maar als de storm is gaan liggen en de regenwolken achter den horizon zijn weggekropen, hooren we de kreetjes van duizenden vogels, die in den hei'fstnacht naar het zuiden trekken, vluch tend voor den naderenden winter. En w< peinzen over het wonder van den vogeltrek, dat ontelbare scharen trekvogels elk jaar weer de lange reis doet maken, van Poolcirkel naar evenaar of nog verder, en weer terug. Naar het land van belofte waar voedsel in over vloed is, doch dat in de lente weer verlaten wordt om terug te kunnen keeren naar een kaal stukje strand, een smalle rotsrichel, nauwelijks breed genoeg voor het nest, een klein rotseiland in den blauwen oceaan, om spoeld door woelende golven, die in blanke schuimfonteinen over de klippen sproeien. Er is wellicht geen vraagstuk in de vogel wereld, waarmee de mensch zich zoozeer heeft bezig gehouden, als het mysterie van den vogeltrek. ..Over dit probleem zijn in den loop der eeuwen meer theorieën verkondigd dan er vogelsoorten zijn", zegt de Zwèedsche ornitholoog Bengt- Berg ergens in zijn mooie boek „Met de trekvogels naar Afrika". En hoewel reeds Aristoteles wist, dat sommige vogelsoorten in den herfst wegtrokken, om eerst in het voorjaar terug te keeren wat hem niet belette vol te houden dat leeuwerik, zwaluw en ooievaar in den grond overwinter den en men sindsdien onafgebroken bezig is geweest met de bestudeering van dit vraag stuk, weet men van het waarom nog maar bitter weinig af. Slechts het h o e is ons niet zoo duister meer. immers, van verschillende vogelsoorten weet men thans, hoe zij het overwinteringsgebied bereiken en waar dat voor die soorten te vinden is. Het ringonderzoek BAT wij dit weten, danken wij voornamelijk aan het ringonderzoek. Toen in 1899 de Deensche leeraar Mortensen begon met jonge, en later ook oude vogels te merken met lichte aluminium pootringen. volgde de Duitsche „Vogelwarte Rossitten' spoedig zijn voorbeeld en in 1911 werd ook in ons land dit werk- ter hand genomen. Aanvankelijk onder leiding van prof. dr. E. D. van Oort en na diens over lijden onder leiding van dr. G. C. A. Junge. De resultaten van dit ringonderzoek, georganiseerd door het Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden, worden elk jaar gepubliceerd in de zgn. „Ringverslagen" die, ondanks de droge opsomming van data en plaats namen, voor den vogelliefhebber een interessante en boeiende lectuur vor men. Uit het onlangs verschenen verslag over 1937 blijkt, dat in dat jaar door de verschil lende medewerkers niet minder dan 25,418 vogels geringd werden. Een respectabel aan tal, vooral als men bedenkt, dat enkele in kolonies broedende soorten als zilvermeeuwen en aalscholvers, die in de eerste jaren van het onderzoek bij duizenden werden geringd, thans voor het ringen vrijwel niet meer in aanmerking komen, aangezien men wat deze soorten betreft, reeds over voldoende gege vens beschikt. Het aantal terugmeldingen blijft hier steeds ver onder en bedraagt voor de meeste vogel soorten nog geen vijf procent. De voornaam ste oorzaak hiervan is ongetwijfeld, dat de terugmeldingen geheel aan het toeval worden overgelaten. Nimmer wordt -een vogel gescho ten om den ring te bemachtigen. Wel worden op verschillende plaatsen in ons land, op oude vinkenbanen, in den trektijd zangvogeltjes in netten gevangen die echter, zoodx-a ze ge ringd zijn, weer in vrijheid worden gesteld. Bij dit onderzoek wordt er zooveel mogelijk xxaar gesti-eei'd, den vogels geen leed te doen. Daarom heeft men voor de vei'schillende soor ten dan ook ringen van uiteenloopende groot te, zoodat deze vrij om den poot kunnen schui ven, waardoor de vogel er geen hinder van ondervindt. Enkele voorbeelden de aalscholvers betreft, reeds over uitvoe rige gegevens. In 1937 werden dan ook slechts 214 van deze vogels geringd. Van deze en vroe ger geringde exemplaren geeft het verslag echter enkele merkwaardige tex-ugmeldingen, waaruit blijkt dat ook bij vogels van dezelfde soort de gedragingen tijdens den trek nog sterk uiteen kunnen loopen. Terwijl een deel van de aalscholvers, meest oude vogels, hier blijft overwinteren, trekt de rest weg in ver schillende richtingen. Zoo werden er, van in het voorjaar van 1936 en 1937 in Lekkerkerk geiingde jongen, exemplaren tei-uggemeld die zich in Januari in Nederland, Frankrijk, Duitschland, Spanje, Portugal, Italië en Noord-Afrika bevonden. Over het algemeen overwinteren de aalscholvers echter in Zuid- Frankrijk en Noord-Afrika, zoodat terugmel dingen uit Duit-schland en Engeland, althans v/at de wintermaanden betreft, uitzonderingen blijven. slechts in den winter in enkele eendenkooien soms volwassen eenden geringd, waarover het ringverslag van 1936 enkele aardige resulta ten vermeldde. Van drie eenden, die in Febr. '36 in Overijsel werden geringd, werden ex- twee in Augustus van dat jaar in Frankx-ijk aangetroffen, terwijl de derde eind September aan het Koitere-meer bij Ilomantsi in Fin land werd geschoten. Hierdoor wex-d het ver moeden bevestigd, dat groote troepen eenden uit het uitgestrekte Finsche merengebied in den herfst naar ons land komen en daar overwinteren. Hooge leeftijden Hf ILVERMEEUWEN blijken weinig te trek- ken. De afstanden, die zij in den winter afleggen, bedragen meestal niet meer dan 2(10-300 k.m., wat niet als trek mag worden beschouwd. Exxkele uitzoxxderingen daarop vormen een zilvermeeuw, die in Aug. '36 op Texel werd geringd en in Sept. '37 bij Barton- on-Humber in Engeland dood gevonden werd en een meeuw die, in Juni '31 op Texel ge ringd, in Aug. '36 bij Oslo werd gevangen, Vooral dit laatste geyal is merkwaardig, daar het hier een geslachtsrijpen vogel betreft, die op. een tijdstip, waarop de meeste meeuwen nog met hun jongen in familievei-band x-ond- zwerven, vrij ver naar het noorden werd aangetroffen. Dat zou kunnen wijzen op ver huizing naar een andere kolonie. Dit is zeker het geval met een meeuw, die in Juni '28 op Texel werd geringd en in Juni '36 als broed- vogel werd aangetroffen in een kolonie op Vlieland. Dergelijke verhuizingen zijn onge twijfeld een gevolg van de vex-volgingen. waaraan de zich te sterk uitbreidende meeu wenkolonies zijn blootgesteld. Twee andere terugmeldingen bewij zen den hoogen oudex-dom, die de zil vermeeuwen kunnen bereiken, n.l. van 15 en 10 jaar oude vogels. Er zijn zelfs reeds oudere meeuwen terug gemeld. De jongen doen er dan ook Twaalf deerlijk verfomfaaide knotwilgenboomen, die stonden verstild aan een slootkant te droomen. Zij kreunden soms wat, Hier en daar viel een blad. De Herfst was reeds over de velden gekomen. Zij hadden 't niet breed; hun tuniek was versleten. De strijd om 't bestaan liet hun builen en spleten. Eén lag op zijn rug. en fungeerde als brug. Maar van dood-gaan wou hij zelfs ontworteld niet weten. Tien droegen hun jas dicht; van twee hing ze open. Een bliksemstraal had hen finaal willen sloopen. Inwendig versplinterd, hadden z' overwinterd. Dan waren zij weder gewoon uit gaan loopen. Zacht streek er de wind langs hun buigzame twijgen. En brak een moment het deemoedige zwijgen. Ik hoorde verheugd iets van eeuwige vreugd, in het ruischen der blaren ten hemel opstijgen. Op mijn beurt verstild ben ik huis-toe gegaan. Ik zou als de wilgen zoo sterk willen staan. Voor hen die hun leven aan God over geven. Breekt trouwens een steeds-schooner lentetijd aan. ANTONIE PONS. Een reiger, die in Mei '36 geringd was bij Callantsoog, werd in Januari 1936 aan het. Oued Hamdallah, bij Ra bat in Fransch Marokko gevangen, Een in Juni '35 bij Kamperveen ge ringde ooievaar werd in Maart '36 bij Queenstown in Zuid-Afrika dood ge- voxiden. Respectabele afstanden, die ons van vliegers als ooievaar en reiger echter niet hoeven te verwonderen. Wilde eenden worden 'zelden geringd, daar de pootjes der jongexi nog zoo sterk gx-oeien, dat een te groote ring zou moeten worden aangelegd, dien zij spoedig zouden verliezen, terwijl een voor het jong passende ring later dexi poot zou beschadigen. Daax-door worden Dc zilvermeeuwen verplaatsen zich in den winter, blijkens het ring- oixderzoek, slechts over geringe afstanden. trouwens drie jaar over, voor ze ge heel volwassen zijn. De sierlijke kleine kapmeeuwtjes blijken meer zwerversbloed ixx hun aderen te hebben dan hun groote neven, de zilvermeeuwen. Er is zelfs een geval bekend van een kapmeeuw- tje dat. op de „Vogelwarte Rossitten" in Oost- Pruisen geringd, den Atlantischen Oceaan overstak. In het ringverslag 1937 lezen we dat drie kapmeeuwtjes die in Mei en Juni 1937 in ons land geringd werden, in November en December van dat jaar in Portugal, Spanje exx Algiex-s werden aangetroffen. Het vischdiefje en de groote stern leggen op den trek zeer groote afstanden af. Vis- schend langs de kusten van den Atlaxxtischen Oceaan zwerven zij naar Afrika, waar uit Da kar, Portugeesch Guinea, Angola en van de Goudkust verschillende terugmeldingen kwa men. Het verhaaltje, dat de vogels deze afstanden in enkele dagen, ja zelfs een enkelen nacht zouden afleggen, is echter pertinent onjuist. Ondanks de fantastische getallen, die vroeger wel werden opgegevexx, zijn afstan den van 200-225 km. al topprestaties, die toch minstens zes uur vliegen vex-gen. Dit vraagt van de vogels reeds een gx-oote physieke inspanixing, zoo dat ze graag eens een paar dagen blij ven rusten, om weer op krachten te komen. Van rusteloos verder trekken is dan ook. geen sprake. Het was, in het bestek van dit artikeltje, slechts mogelijk enkele grepen te doen uit het rijke materiaal, dat in den loop der jaren door het ringonderzoek door het museum te Leiden wex-d verzameld. Grepen, die echter naar ik hoop een interessant beeld geven van het gedrag van onze trekvogels, dat bij exem plaren van dezelfde soort, soms zelfs uit het zelfde nest, nog geheel verschillend kan zijn Het zou echter onjuist zijn, uit deze enkele gevallen reeds algemeene regels op te stellen. Eerst een groot aantal gegevens, dat op een bepaalde gedragslijn wijst, geeft ons het recht dit te doen. Dat dit voor de eene vogelsoort gemakkelijker zal zijn dan voor de andere ligt voor de hand. Voorloooig gaat de wetenschap rustig voort met het experimenteel i'ingonder- zoek in de hoop, dat de resultaten daarvan t.z.t. ook het waarom van den vogeltrek zullen helpen verklaren. MEES FALCK. Wij spuiten kuilen en deuken met onze me taalspuit, onzichtbaar dicht, waar men anders niet bij kan komen. Lange Heerenstraat 36-38 Haarlem - Telefoon 14371 2 persoons 5 deelig geheel veerend Bedstel behalve de OLIESTOKEN THANS VOOR IEDEREEN MOGELIJK IN ELKE nieuw, maar ook oud en versleten, kan thans olie worden gestookt. Met geringe kosten voor altijd verlost te zijn van asch, slakken, roet en stof en voor altijd een regelmatige, regelbare en goedkoope warmte te hebben en bovendien een zichtbaar vuur, is wel het ideaal van een ieder die verplicht is te stoken. MAAKT U DIT ALLES MOGELIJK DEMONSTRATIE OP DINSDAG 25 OCT., a.s. van 2 uur af, bij HOEK KLOOSTERSTRAAT Alleen verkoop voor Haarlim en Omstreken „Victor" Oliegloeier - Verkoop-Centrale voor Holland en België Prümelaan 19, Arnhem. r Een duidelijke emallle NAAMPLAAT 4 Loop even naar „Kort", Kleine Houtstraat 17. Vraagt prijs en bestelt. HET TGV tRBOEKU Het toverboek voor de volmaakte gast vrouw dat is de prijscourant van M. VAN REIJSEN. De volmaakte gast vrouw zet haar gas ten alleen het beste voor, doch zorgt daarbij gaarne voor iets aparts. VAN REIJSEN heeft het fijnste uit alle oorden der wereld. Meer dan 29 be roemde kaassoorten Ruim 40 delicate vleeswaren uit ons land, uit Italië, Duitschland, Honga rije, Engeland enz. Wilt U deze prijs courant, die vol staat met de fijnste deli catessen, bezitten We zenden haar gaarne toe. Delicatessenhandel TEL 10557 «M56 N GP H0UT5TR 89 VANAF f 1095.-1 SconnmUth en èeni/audty. l/ast in de bochten \tedig. en camfocta-M VANAF~ 2475.- Syndniem met Subliem Am&cikactnstUe wagens met I VANAF f 2200.- o££e bucd^eesche cif-lcu/aliteiten N.V. HAARLEMSCHE RIJWIEL AUTOMOBIEL MIJ. ZIJLWEG 35 HAARLEM TELEF. 11906

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 15