NATIONALE
HOUDT DAT
IN T OOG!
tBREEMEN
v-v-v-
Werkloosheidsregistratie niet goed.
BIJ 'T BESTELLEN
BRANDSTOFFEN
10EENT
BURGEMEESTER
DicUteu Hiel.. Moerneu
Kou in 't Hoofd
HAARLEM'S DAGBLAD
3
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
Doch is men er niet over „uitgepraeadviseerd"
Onder voorzitterschap van prof. E. M.
Meyers heeft de Nationale Vereeniging tegen
de werkloosheid Zaterdagmiddag te Amster
dam een vergadering gehouden. In deze bij
eenkomst zijn de prae-adviezen behandeld
welke zijn uitgebracht door de heeren F. P.
Fuyksehot, secretaris van het Christelijk Na
tionaal Vakverbond; H. Lindeman, secretaris
van het N. V. V. en mr. A. J. R. Mauritz, secre
taris van het centraal overleg in arbeidszaken
voor werkgeversbonden over de vraag: daalt
de (geregistreerde) wekloosheid in gelijken
tred met de toeneming van de werkgelegen
heid in handel en industrie? Zoo neen, wat zijn
hiervan de oorzaken?"
De heer F. P. Fuyksehot beantwoordt in zijn
prae-advies de eerste vraag bevestigend. Hij
ziet tusschen het verloop van de werkloosheid
en van de werkgelegenheid niet anders dan
een volstrekt parallelisme. De daling van de
werkloosheid, respectievelijk de toeneming van
de werkgelegenheid heeft naar zijn meening
echter geen gelijken tred gehouden met de
toeneming van de bedrijvigheid in handel en
industrie, zooals de prae-adviseur in een uit
voerig gedocumenteerd betoog nader aan
toont. De oorzaak hiervan ligt volgens hem
in de toenemende rationalisatie, met name
in de mechanisatie. Met het beschikbare sta
tistische materiaal zoo besluit de heer Fuyk
sehot moet echter de noodige voorzichtig
heid worden betracht, omdat dit materiaal in
meer dan één opzicht onvolledig is.
De heer Lindeman begint zijn prae-advies
met de opmerking, dat het eerste gedeelte van
de vraag gemakkelijk te beantwoorden zou
zijn, indien hij slechts beschikte over een
reeks van cijfers, welke met voldoende nauw
keurigheid een beeld gaf van „de" werkgele
genheid in ons land. Bij het zoeken naar een
komen. Hij heeft geen rekening gehouden met
de wijze, waarop deze cijfers tot stand zijn ge
komen. Spr. betoogde voorts, dat de Mecha
nisatie volgens hem niet de oorzaak van de
verminderde werkloosheid is.
De mechanisatie in de Rotterdamsche ha
vens had zich reeds vóór 1929, dus vóór de cri
sis, voltrokken. Spr. was van meening, dat de
verminderde werkgelegenheid in de Rotter
damsche havens is toe te schrijven aan het
feit, dat sindsdien dde manipulatie der goe
deren slechts eenmaal plaats heeft. De heer
van Wageningen onderstreepte hetgeen de
andere twee prae-adviseurs hebben opgemerkt
ten aanzien van het ontbreken van betrouw
baar statistisch materiaal.
De heer Everwijn meende, dat de prae-advi
seurs niet voldoende den aard en het karakter
van de toeneming der werkloosheid in het
oog hebben gevat.
De heer Meyer de Vries stelde de vraag of we
over de werkloosheid zoo langzamerhand niet
uitgepraeadviseerd geraken. Verdiepen we ons
niet te veel in theoretische beschouwingen?
Wanneer spr. het probeem der geregistreerde
werkloosheid in beschouwing neemt, krijgt hij
den indruk, dat er een aantal werkloozen te
veel is geregistreerd. Spr. heeft de vaste over
tuiging, dat het overgroote deel der werkloo
zen niet arbeidsschuw is. Hij geeft als eenig
advies: laat het bedrijfsleven de over-geregis-
treerde werkloozen weer in het productiepro
ces opnemen.
De heer Slotemaker. betoogde, dat hij de
verdienste der uitgebrachte prae-adviezen zoo
ziet, dat zij een stimulans vormen voor de nood
zakelijkheid van het zoeken naar een behoor
lijke, statistisch verantwoorde, basis voor
werkloosheidsbestrij ding.
De prae-adviseurs hebben de debaters vervol
gens in het kort geantwoord, waarna werd ge
repliceerd. Tot nieuwe gezichtspunten in het
zoo veelomvattend vraagstuk der registratie
kwam men daarbij echter niet.
Aan het slot van de vergadering wees de
voorzitter, de heer Meyer de Vries, met nadruk
op de noodzakelijkheid van het bestaan var.
feitelijke gegevens, zonder welk materiaal het
probleem der werkloosheidsbestrijding niet tot
een oplossing kan worden gebracht.
De groote waarder der uitgebrachte prae-
adviezen is hiermede tevens aangetoond.
Zij immers hebben aangetoond, dat op het
oogenblik geen betrouwbaar cijfermateriaa'
ter beschikking is.
VAN UW
(Adv. Ingez. Med.)
dergelijk cijfer stuit men echter op tal van
moeilijkheden. Na zijn bezwaren te hebben
uiteengezet tegen de cijfers van de werkloos-
heidskassen, zegt de prae-advieur, dat het
eenige cijfer, hetwelk volgens hem een eeniger-
mate bruikbare graadmeter oplevert, is het
door de rijksverzekeringsbank telkenjare in de
ongevallen-statistiek gepubliceerde aantal
type-werklieden. Hij zet dat nader uiteen en
merkt dan op dat het meest opmerkelijke ver
schijnsel ongetwijfeld is het groote verschil, dat
reeds in 1933 te constateeren valt tusschen de
daling van de werkgelegenheid volgens de on
gevallenstatistiek en de stijging van de gere
gistreerde werkloosheid, die veel grooter is ge
weest. Den prae-advieur lijkt geen andere
conclusie mogelijk, dan dat zich hier de in
vloed van de toenemende bevolking begint te
demonstreer en. Bij een groeiende bevolking
moet echter de werkgelegenheid voortdurend
toenemen, wil de werkloosheid niet stijgen. Dit
nu is in Nederland niet geschied.
De heer Lindeman zet uiteen, dat er naar
zijn meening een groote gaping moet bestaan
tusschen het aantal nieuwe arbeidsplaatsen,
dat beschikbaar komt en de daling van het
aantal geregistreerde werkloozen bij de orga
nen der arbeidsbemiddeling.
Naar verhouding zoo merkt hij tenslotte
op gingen meer jeugdigen dan volwassenen
aan het werk, terwijl deze jeugdigen juist re
latief zeer weinig gebruik maken van de in
schrijving bij de organen der arbeidsbemidde
ling. In versterkte mate moet hier dus het ver
schijnsel optreden, dat de werkgelegenheid
sneller toeneemt dan het aantal geregistreerde
werkloozen daalt.
De derde prae-adviseur mr. A. J. R. Mauritz
wijst eveneens op de onvolledige registratie,
behandelt de oorzaken hiervan en geeft moge
lijkheden aan voor een verbetering. Behalve in
een verdere zoo volledig mogelijke registratie
van de jeugdige werkloozen, ziet hij in een
verbetering van de beroepsnomenclatuur, die
in dezen tijd in de werkloosheidsstatistiek
kan worden aangebracht. De prae-advieseur
geeft aan op welke wijze hij zich die verbete
ring voorstelt.
Het debat.
De heer van Wageningen was onbevredigd,
omdat de prae-adviseurs niet tot gedocumen
teerde conclusies zijn gekomen. Voorts betoogde
hij, dat het statistisch materiaal, hetwelk de
heer Fuyksehot heeft gebruikt, in het bijzonder
het cijfermateriaal van de goederenbeweging
in de Rotterdamsche havens niet juist is, zoo
dat spr. het ook niet eens kan zijn met de
conclusies, waartoe deze prae-adviseur is ge
Clemens Brenninkmeyer
overleden.
Stichter van C. A.
Naar wij vernemen is te Mettingen in West-
falen (D.), waar hij de laatste jaren zijn
„otium cum dignitate" genoot, na een kort
stondige ziekte, in den leeftijd van 76 jaar,
overleden de heer Clemens Brenninkmeyer
met wien een der senioren van de firma C. en
A. Brenninkmeyer is heengegaan.
In den loop der tachtiger jaren begon de
heer Clemens Brenninkmeyer zijn loopbaan
als koopman te Leeuwarden na eerst te Sneek
zijn opleiding te hebben genoten. De firma
C. en A, Brenninkmeyer had toen als manu
facturen- en stoffenhandel reeds een zekeren
omvang verkregen, maar kwam toch niet bo
ven het karakter eener provinciale zaak uit.
De enorme werklust en werkkracht van den
jeugdigen Clemens Brenninkmeyer zochten al
spoedig een breeder terrein van actie en zoo
was aan hem het initiatief te danken, dat de
manufacturen- en stoffenzaak werd uitge
breid met den handel in gemaakte dames-
kleeding, welke een onmiddellijk succes werd
Dit welslagen bracht hem er ook toe vervol
gens den blik te werpen buiten de provincie
Friesland en kort daarop waagde hij, in over
leg met zijn mede-firmanten, den sprong naar
de hoofdstad, naar Amsterdam.
Nadat de Amsterdamsche vestiging der fir
ma C. en A. Brenninkmeyer geconsolideerd
was, breidde zij zich, vooral onder de krachti
ge stuwing van den heer Clemens Brennink
meyer in gestadig en ononderbroken tempo
over ons land uit.
De dadendrang van den thans ontslapene
was hiermede nog niet voldaan.
In het jaar 1911 vertrok hij naar Berlijn
om in de Duïtsche metropool een zaak in da-
mesconfectie te gaan openen. De moeilijkhe
den zijn hem daar niet bespaard gebleven
Men kan zich daar gemakkelijk een voorstel
ling van maken, wanneer men bedenkt, hoe
spoedig de toen nog slechts drie jaar oude.
Duitsche C. en A.-vestigïng getroffen werd
door de algemeene ontwrichting van den we
reldoorlog. Maar wijlen de heer Clemens Bren
ninkmeyer wist alle moeilijkheden te boven
te komen en te Berlijn een hechten grond
slag voor de firma C. en A. Brenninkmeyer te
leggen, waarop zich ook daar te lande in de
latere jaren snel een groote uitbreiding vol
trok.
Een groote voldoening was het voorts voor
hem nadat hij zich reeds als actief firmant te
ruggetrokken had, de voorspoedige ontwikke
ling der zaken van C. en A. Brenninkmeyer in
Engeland te mogen zien.
Met den heer Clemens Brenninksmeyer is
een zakenman van groot formaat heengegaan
die met juisten blik de ontwikkeling in zijn
branche heeft vooruitgezien, de mogelijkhe
den ervan lang tevoren heeft gepeild en ook
ten volle benut.
Zijn bijzondere verdiensten voor de katho
lieke charitas werden beloond door zijn be
noeming tot commandeur in de orde van den
H Gregorius den Groote.
(Adv. Ingez. Med.)
Hond als vleesclidief.
Een bewoner van de Smitstraat te 's-Graven-
hage is in het bezit van een hond. welke zeer
goedleersch is. In een bepaalden slagerswinkel
in de Noorderbeekdwarsstraat miste men ge
regeld stukken vleesch. Men wist maar niet
op welke wijze dit vleesch verdween, totdat
een der knechts merkte, dat een hond de zaak
binnenkwam en een stuk wegnam. De knecht
volgde het dier en zocht zoo de woning van
den eigenaar op.
Daar werden prompt 15 K.G. vleesch terug
gegeven welke alle door den hond waren
ontvreemd op drie achtereenvolgende stroop
tochten. Nadien herhaalde het geval zich nog
eenmaal.
De politie gaat thans na in hoeverre de hond
„op eigen initiatief" handelde.
De weg Sassenheim—Amsterdam
wordt afgewerkt.
Parkeerstrooken en asverkeersstrepen.
DE K.N.A C. meldt:
Het gedeelte van den nieuwen weg Amster
dam's-Gravenhage, gelegen in den Haar
lemmermeerpolder, Ls reeds geruimen tijd voor
het verkeer opengesteld, doch moet nog op
enkele punten worden afgewerkt.
Zoo wordt binnenkort aanbesteed de aanleg
van doorgaande parkeerstrooken langs het
wegvak Amsterdamzuidelijke Ringvaart
Haarlemmermeerpolder.
Tusschen den Sloterweg en de Ringvaart
zullen asverkeersstrepen worden aangebracht
ter verdeeling van de rijbanen in twee rij-
strooken.
In verband met de weersomstandigheden zal
dit echter eerst in het voorjaar kunnen ge
schieden.
Voorts zal in 1939 de middenberm worden
beplant, terwijl op verzoek van de K.N.A.C. in
een lage beplanting tusschen rijwielpad en
hoofdrijbanen zal worden voorzien.. Een en
ander zal belangrijk kunnen bijdragen tot
vermindering van het verblindingsgevaar.
De SCH. 102 gelicht.
Ingezouten haring zou zich nog in goeden
staat bevinden.
De SCH. 102, de logger die 14 dagen geleden
in het gezicht van de Scheveningsche haven
is vergaan is in den nacht van Zaterdag op
Zondag gelicht door den bok „Kolossus" van
Van der Tak's bergingsmaatschappij met as
sistentie van de bergingsvaartuigen „Meer
min" en „Bruinvisch". Om kwart voor 2 hing
het wrak in de takels waarna de Hoek van
Holland van Smit's internationalen sleep
dienst de bok met het wrak naar de haven
heeft gesleept Om kwart voor drie werd tus
schen de havenhoofden naar binnen gevaren
en om 4 uur lag het geheel gemeerd aan den
kant, in de eerste binnenhaven tegenover het
havenkantoor.
De lading van de SCH. 102 is Zondag gelost.
Er staan nu 150 vaten haring op den wal.
oogenschijnlijk in goeden staat Ook een partij
netten werd nog aan boord gevonden.
MISLUKTE OVERVAL TE BEETSTERZWAAG
Twee met revolvers gewapende en gemas
kerde mannen zijn dezer dagen de woning
binnengedrongen van een bejaard, niet onbe
middeld echtpaar aan den vrij eenzamen
Postweg, tusschen Beetsterzwaag en Hemrik
De kerels eischten het geld van de oude men-
schen. De bewoner greep echter een mestvork
waarop de mannen het hazenpad kozen. Na
eenigen tijd waarschuwden de menschen den
in de nabijheid wonenden boschwachter, die
daarop het politie-apparaat der gemeente
Opsterland in werking stelde. De politiehond
van den rijksveldwachter Boersma werd ge-
requireerd. Het spoor leidde naar een woon
wagen in Sparjebert. Twee jongemannen zijn
daar door de politie, bij wie zich ook de bur
gemeester van Opsterland had gevoegd, aan
gehouden en overgebracht naar het gemeen
tehuis te Beetsterzwaag. Hoewel zij ontken
nen, worden zij toch vastgehouden. Het on
derzoek wordt intusschen voortgezet.
ZELFWERKEND WASthMIDCEL
OVERAL VERKRIJGBAAR T
NV. HET KLAVERBLAD
HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
De heer A. J. Meïjerink heeft als propagan
dist van bovengenoemden Bond weer een serie
voordracht over het reddingwezen in ons land
gehouden.
Hij sprak Maandagavond in Uithuizen (Gro
ningen) over het redden van drenkelingen uit
het binnenwater en uit het ijs, toegelicht met
lantaarnbeelden. Na afloop der voordracht werd
opgericht de Uithuizer Reddingsbrigade.
Dinsdag werd gesproken op verzoek der
Brigade te Gorssel. De belangstelling was ook
groot. Woensdag was de beurt aan Helmond,
waar. op verzoek van Pater Patricius behandeld
werd: „Wat gebeurt er en hoe moet men han
delen als een auto te water rijdt?" Bekend is
dat meermalen geestelijken verdrinken, wan
neer een auto te water rijdt. Geestelijken kun
nen vaak niet zwemmen, en daardoor is voor
hen als zij te water geraken de toestand critie-
ker.
Donderdag was de spreker de gast van het
gemeentebestuur van Zuidbroek (Groningen),
waar op 9 October weer een auto te water ging,
drie jonge menschen vonden daarbij den dood.
Het gemeentebestuur was overtuigd dat nu
ernstige maatregelen ter voorkoming moesten
genomen worden
De groote zaal van hotel Bruining was vol op
Vrijdagavond. Onder veel belangstelling wer
den de voordracht en de leerrijke beelden ge
volgd. De Zuidbroeker Reddingsbrigade werd
opgericht.
Bekend is het feit, dat in de spannende da
gen van eind September een militaire auto te
Deventer daar te water reed. waarbij een mi
licien uit Haarlem verdronk. Dit feit was voor
de Deventer Brigade aanleiding om den heer
Meijer ink te verzoeken een voorlichtingsavond
te houden.
Met groote aandacht werd de voordracht ge
volgd.
Vrijdag a.s. spreekt de heer Meijer ink te
Amsterdam op verzoek van den Nat. Bond voor
Verplegenden en a.s. Zondagmiddag te Utrecht
op verzoek van de Vereeniging van Automobiel-
verkoopers in Nederland.
zag zich zijn polsdikke
paling ontgaan
Dieven hebben in den nacht van Za
terdag op Zondag den burgemeester van
Broek op Langendijk. den heer H. Schel
haas Jr. beroofd van duizend pond pols-
dikke paling. De burgemeester, die ken
nelijk een enhousiast visscher is, had
zijn vangst ter waarde van vijfhonderd
gulden in een kaar ondergebracht, ten
einde de dieren levend te houden. Deze
kaar is leeggehaald.
Een verzoek tot opsporing van buit en
lieven is inmiddels reeds de wereld in-
nezonden.
Voor ƒ216,20 's-jaars
verzekert 31-jarige
de volgende uitkeringen/'
Bij overlijden binnen 34 jaar:
1) ƒ1000,— terstond betaalbaar,
2) 1000,— gezinsrente per jaar,
3) ƒ5000,— op einddatum.
Bij leven na 34 jaar: ƒ5000,—
benevens 1000,— bij later overlijden,
(Adv. Ingez. Med.)
JAPANSCHE KUNST OM
VAZEN TE COMPONEEREN.
Als een Hollandsche vrouw des huizes bloe
men uit den tuin of van den bloemist in een
vaas schikt neemt dat niet zoo'n tijd in be
slag. De stelen van de bloemen worden zoowat
op gelijke lengte geknipt, dan worden ze in 'n
bundeltje bijeen gepakt en hopla daar worden
ze pardoes in de vaas gezet. De bloemenvaas
is gereed.
De Japanner Hara bezig met het schikken
van bloemen in vazen volgens Japansche op-
vatting. De vazen staan op de tentoonstelling
van Japansche prentkunst in het Frans Hals
Museum.
Maar in Japan, het land van de rijzende zon,
doet de huisvrouw ietwat langer over het
schikken van bloemen in een vaas. Soms gaat
er wel een uur met een vaas heen! Wat ge
beurt er dan met die bloemen? De nuchtere
Hollander kan zich hoogstens voorstellen, dat
de stelen een beetje korter gemaakt en de
bladen wat uitgedund kunnen worden. Daar
kan toch zooveel tijd niet in gaan zitten? Toch.
toch
Op de tentoonstelling van Japansche prent
kunst in het Frans Hals Museum staan een
paar vazen. Ze hebben bijzondere vormen, één
ervan is een soort fantasieschip. En in die va
zen zijn de bloemen op Japansche wijze ge
schikt. Een Japanner, die in Den Haag woon
achtig is, de heer Hara, heeft zich deze kunde
van bloemenschikken, welke op de Japan
sche scholen aan vrouwen wordt onderwe
zen, als liefhebberij eigen gemaakt. En hij
heeft voor de Japansche tentoonstelling een
paar vazen op Japansche wijze „opgemaakt".
Als men Hara aan het werk ziet zou men aan
een schilder kunnen denken, die bezig is met
een stilleven van bloemen. En iets dergelijks
is inderdaad het geval.
Voor de Japanners staat het schikken van
een bloemenvaas gelijk met het schrijven van
een gedicht. In de compositie van zoo'n vaas
met bloemen wordt volgens bepaalde regels
zooals wij die ook voor onze dichtkunst bezit
ten een bepaalde stemming, waarin men
verkeert, uitgedrukt. Twee bloemen zijn soms
genoeg om een vaas te vullen, doch deze worden
net zoolang geschikt, met hun stelen gebo-
ben en met hun ranken in elkaar gestrengeld,
totdat bijv. de eene bloem droef neerhangt en
de andere naar boven buigt. Dat brengt dan
iets tot uitdrukking. Wat precies? Ja dat ge
heim hebben we aan de zwijgzaamheid van
het Oosten niet kunnen ontrukken, want de
heer Hara speckt uitsluitend Japansch. En
wij zouden in Europa voor het leeren van die
taal evenveel geduld moeten hebben als de
Japanners in hun land voor 't bloemenschik
ken. Hara kijkt naar zijn bloemenvaas als naai
een schilderij, van dichtbij, van veraf, van bo
ven en onder, met halftoegeknepen oogen en
gewoon. (Hoewel men bij een Japanner den
indruk heeft dat hij altijd met half toegekne
pen oogen kijkt is deze differentie voor den
aandachtigen toeschouwer nog wel merkbaar).
En we hebben aandachtig gekeken, getroffen
door den ernst, waarmede zoo'n vaas bloemen
werd samengesteld. Hier ging een blad af
en daar werd een steel wat bijgedraaid in een
voetstuk, maar dat ging niet zoo maar, neen
eerst na veel wikken en wegen kwam het tot
stand. De bloemen waren natuurlijk Holland
sche. Maar Hara had in Haarlemsche bloemen
winkels alleen die exemplaren uitgezocht, die
hem het meest aan de Flora van zijn vaderland
herinnerden. En dat was hem blijkbaar won
derwel gelukt. De kleuren vormden natuurlijk
ook een element voor zijn compositie. De vor
men der vazen sloten bij een bepaalde stem
ming aan.
U ziet, in Japan zijn de huisvrouwen
want deze kunst wordt er tegenwoordig nog
algemeen bedreven allemaal dichteressen.
Zij dichten met. bloemen. Zij kennen een hoo-
gere interpretatie van ons Hollandsche spreek
woord: „Zeg het met bloemen".
TENTOONSTELLING 1938 „DE ONAFHAN-
KELIJKEN" GEOPEND.
In de zalen van het stedelijk museum te
Amsterdam is Zaterdagmiddag onder bijzon
der groote belangstelling de tentoonstelling
1938 van „De Onafhankelijken" geopend. De
tentoonstelling telt 404 nummers.
Smelt wat VapoRub in kokend water en adem
de dampen in. Ook een weinig van deze zalf m
de neus doen en opsnuiven. Dat verwijdert
het slijm, verzacht de prikkeling en vergemakke
lijkt de ademhaling.
(Adv. Ingez. Med.)
Stichting school voor Christelijk
U. L. O. in Haarlem-Noord?
Belanghebbende ouders opgeroepen.
De zeer belangrijke toeneming van het aan
tal leerlingen der Koningin Wilhelmïnasehool
voor Christelijk u.l.o., (hoofd de heer B. M.
Bulten), aan de Nassaulaan alhier, stelt het be
stuur der Vereeniging voor Christelijk u.l.o.
voor de noodzaak uit te zien naar de verkrij
ging van meer schoolruimte. Verwacht moet
nl. worden, dat de school aan de Nassaulaan,
welker verbouwing naar mag worden aangeno
men niet lang meer op zich zal laten wachten,
binnen de naaste toekomst te klein zal zijn om
het voortdurend groeiend aantal leerlingen te
kunnen huisvesten.
Aangezien een belangrijk contingent der leer
lingen woonachtig is in het noorden der ge
meente, ligt het in het voornemen van het be
stuur in dit stadsgedeelte te komen tot de
stichting eener Prot. Christelijke u.Lo. school.
In verband hiermede roept het bestuur be
langstellende ouders op tot een bijeenkomst in
het gebouw van den Protestantenbond aan de
Berkenstraat (bij de Zaanenlaan), op Donder
dagavond 27 October.
Zevenjarig meisje ernstig gewond.
Onverwachts den weg overgestoken.
Zaterdagmiddag gebeurde op de Bilderdijk-
laan te Aerdenhout een vrij ernstig ongeluk.
Ter plaatse wordt het wegdek hei-steld en er
stond een motorwals van de gemeente op den
rijweg. Een uit school komend 7-jarig meisje,
J. T. wonende te Aerdenhout, stak plotseling
achter de wals den weg over en werd door een
aldaar rijdende personenauto, bestuurd door
den heer I. uit Bloemendaal. gegrepen en tegen
den grond geworpen. Het kind had een ge
compliceerde beenbreuk en een hoofdwond.
Dr. Immink uit Bloemendaal verleende de
eerste hulp. Per ziekenauto is het meisje naar
het Diaconessenhuis te Haarlem vervoerd.
Vöaar een voll is, ls een voeg.
jVlen mag dit nooit uit het oog
oerllezen. \Ollskrackt en geest-
tracht doen oaat de juiste
ulttomst ulnden. JVlaar in elk
geual ls noodlg, dat het lichaam
fit ls. <5£et gebruik \>an "Dralsma
üan "\3alkenburg's leoertraan
kan 7X hierbij tot steun zijn,
(Adv. Ingez. Med.)
A. HEEROMA t
Op 68-jarigen leeftijd is alhier overleden
de heer A. Heeroma, oud-commissaris van
politie te Amsterdam en nadat hij met pen
sioen was gegaan, gewaardeerd medewerker
aan ons blad.
De heer Heeroma begon zijn loopbaan als
surnumerair bij de politie te Amsterdam,
waar hij voortdurend aan verbonden bleef.
Eerst, na zijn surnumerairschap, als inspec
teur, waarna in 1917 zijn benoeming volgde
tot commissaris van het voormalig politie
bureau St.-Pietershal.
Later werd hij commissaris van 't politiebu
reau in de Warmoesstraat en hier kreeg hij
vooral gelegenheid zijn scherpzinnigheid en
speurderszin te toonen bij het onderzoek van
tal van zaken uit „donker Amsterdam". De
heer Heeroma kon smakelijk vertellen van
zijn ervaringen uit die dagen en onze lezers
zullen zich zeker nog de serie uitmuntend
geschreven artikelen herinneren: „Uit den
strijd tegen de misdaad", die hij eenige jaren
geleden in ons blad schreef en waarin hij
op boeiende en onderhoudende wijze ver
haalde van het werk der Amsterdamsche po
litie. Gedurende vele jaren bezocht de heer
Heeroma voor ons de zittingen van den Haar-
iemschen politierechter en ook zijn verslagen
van deze zittingen hadden steeds een eigen
cachet.
Met den heer Heeroma ls een uitstekend
politiechef en een eenvoudig eerlijk mensch
heengegaan, die bovendien een voortreffelijk
hanteerder van de Nederlandsche taal was.