NATIONALE HOUDT DAT IN T OOG! tBREEMEN v-v-v- Werkloosheidsregistratie niet goed. BIJ 'T BESTELLEN BRANDSTOFFEN 10EENT BURGEMEESTER DicUteu Hiel.. Moerneu Kou in 't Hoofd HAARLEM'S DAGBLAD 3 LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Doch is men er niet over „uitgepraeadviseerd" Onder voorzitterschap van prof. E. M. Meyers heeft de Nationale Vereeniging tegen de werkloosheid Zaterdagmiddag te Amster dam een vergadering gehouden. In deze bij eenkomst zijn de prae-adviezen behandeld welke zijn uitgebracht door de heeren F. P. Fuyksehot, secretaris van het Christelijk Na tionaal Vakverbond; H. Lindeman, secretaris van het N. V. V. en mr. A. J. R. Mauritz, secre taris van het centraal overleg in arbeidszaken voor werkgeversbonden over de vraag: daalt de (geregistreerde) wekloosheid in gelijken tred met de toeneming van de werkgelegen heid in handel en industrie? Zoo neen, wat zijn hiervan de oorzaken?" De heer F. P. Fuyksehot beantwoordt in zijn prae-advies de eerste vraag bevestigend. Hij ziet tusschen het verloop van de werkloosheid en van de werkgelegenheid niet anders dan een volstrekt parallelisme. De daling van de werkloosheid, respectievelijk de toeneming van de werkgelegenheid heeft naar zijn meening echter geen gelijken tred gehouden met de toeneming van de bedrijvigheid in handel en industrie, zooals de prae-adviseur in een uit voerig gedocumenteerd betoog nader aan toont. De oorzaak hiervan ligt volgens hem in de toenemende rationalisatie, met name in de mechanisatie. Met het beschikbare sta tistische materiaal zoo besluit de heer Fuyk sehot moet echter de noodige voorzichtig heid worden betracht, omdat dit materiaal in meer dan één opzicht onvolledig is. De heer Lindeman begint zijn prae-advies met de opmerking, dat het eerste gedeelte van de vraag gemakkelijk te beantwoorden zou zijn, indien hij slechts beschikte over een reeks van cijfers, welke met voldoende nauw keurigheid een beeld gaf van „de" werkgele genheid in ons land. Bij het zoeken naar een komen. Hij heeft geen rekening gehouden met de wijze, waarop deze cijfers tot stand zijn ge komen. Spr. betoogde voorts, dat de Mecha nisatie volgens hem niet de oorzaak van de verminderde werkloosheid is. De mechanisatie in de Rotterdamsche ha vens had zich reeds vóór 1929, dus vóór de cri sis, voltrokken. Spr. was van meening, dat de verminderde werkgelegenheid in de Rotter damsche havens is toe te schrijven aan het feit, dat sindsdien dde manipulatie der goe deren slechts eenmaal plaats heeft. De heer van Wageningen onderstreepte hetgeen de andere twee prae-adviseurs hebben opgemerkt ten aanzien van het ontbreken van betrouw baar statistisch materiaal. De heer Everwijn meende, dat de prae-advi seurs niet voldoende den aard en het karakter van de toeneming der werkloosheid in het oog hebben gevat. De heer Meyer de Vries stelde de vraag of we over de werkloosheid zoo langzamerhand niet uitgepraeadviseerd geraken. Verdiepen we ons niet te veel in theoretische beschouwingen? Wanneer spr. het probeem der geregistreerde werkloosheid in beschouwing neemt, krijgt hij den indruk, dat er een aantal werkloozen te veel is geregistreerd. Spr. heeft de vaste over tuiging, dat het overgroote deel der werkloo zen niet arbeidsschuw is. Hij geeft als eenig advies: laat het bedrijfsleven de over-geregis- treerde werkloozen weer in het productiepro ces opnemen. De heer Slotemaker. betoogde, dat hij de verdienste der uitgebrachte prae-adviezen zoo ziet, dat zij een stimulans vormen voor de nood zakelijkheid van het zoeken naar een behoor lijke, statistisch verantwoorde, basis voor werkloosheidsbestrij ding. De prae-adviseurs hebben de debaters vervol gens in het kort geantwoord, waarna werd ge repliceerd. Tot nieuwe gezichtspunten in het zoo veelomvattend vraagstuk der registratie kwam men daarbij echter niet. Aan het slot van de vergadering wees de voorzitter, de heer Meyer de Vries, met nadruk op de noodzakelijkheid van het bestaan var. feitelijke gegevens, zonder welk materiaal het probleem der werkloosheidsbestrijding niet tot een oplossing kan worden gebracht. De groote waarder der uitgebrachte prae- adviezen is hiermede tevens aangetoond. Zij immers hebben aangetoond, dat op het oogenblik geen betrouwbaar cijfermateriaa' ter beschikking is. VAN UW (Adv. Ingez. Med.) dergelijk cijfer stuit men echter op tal van moeilijkheden. Na zijn bezwaren te hebben uiteengezet tegen de cijfers van de werkloos- heidskassen, zegt de prae-advieur, dat het eenige cijfer, hetwelk volgens hem een eeniger- mate bruikbare graadmeter oplevert, is het door de rijksverzekeringsbank telkenjare in de ongevallen-statistiek gepubliceerde aantal type-werklieden. Hij zet dat nader uiteen en merkt dan op dat het meest opmerkelijke ver schijnsel ongetwijfeld is het groote verschil, dat reeds in 1933 te constateeren valt tusschen de daling van de werkgelegenheid volgens de on gevallenstatistiek en de stijging van de gere gistreerde werkloosheid, die veel grooter is ge weest. Den prae-advieur lijkt geen andere conclusie mogelijk, dan dat zich hier de in vloed van de toenemende bevolking begint te demonstreer en. Bij een groeiende bevolking moet echter de werkgelegenheid voortdurend toenemen, wil de werkloosheid niet stijgen. Dit nu is in Nederland niet geschied. De heer Lindeman zet uiteen, dat er naar zijn meening een groote gaping moet bestaan tusschen het aantal nieuwe arbeidsplaatsen, dat beschikbaar komt en de daling van het aantal geregistreerde werkloozen bij de orga nen der arbeidsbemiddeling. Naar verhouding zoo merkt hij tenslotte op gingen meer jeugdigen dan volwassenen aan het werk, terwijl deze jeugdigen juist re latief zeer weinig gebruik maken van de in schrijving bij de organen der arbeidsbemidde ling. In versterkte mate moet hier dus het ver schijnsel optreden, dat de werkgelegenheid sneller toeneemt dan het aantal geregistreerde werkloozen daalt. De derde prae-adviseur mr. A. J. R. Mauritz wijst eveneens op de onvolledige registratie, behandelt de oorzaken hiervan en geeft moge lijkheden aan voor een verbetering. Behalve in een verdere zoo volledig mogelijke registratie van de jeugdige werkloozen, ziet hij in een verbetering van de beroepsnomenclatuur, die in dezen tijd in de werkloosheidsstatistiek kan worden aangebracht. De prae-advieseur geeft aan op welke wijze hij zich die verbete ring voorstelt. Het debat. De heer van Wageningen was onbevredigd, omdat de prae-adviseurs niet tot gedocumen teerde conclusies zijn gekomen. Voorts betoogde hij, dat het statistisch materiaal, hetwelk de heer Fuyksehot heeft gebruikt, in het bijzonder het cijfermateriaal van de goederenbeweging in de Rotterdamsche havens niet juist is, zoo dat spr. het ook niet eens kan zijn met de conclusies, waartoe deze prae-adviseur is ge Clemens Brenninkmeyer overleden. Stichter van C. A. Naar wij vernemen is te Mettingen in West- falen (D.), waar hij de laatste jaren zijn „otium cum dignitate" genoot, na een kort stondige ziekte, in den leeftijd van 76 jaar, overleden de heer Clemens Brenninkmeyer met wien een der senioren van de firma C. en A. Brenninkmeyer is heengegaan. In den loop der tachtiger jaren begon de heer Clemens Brenninkmeyer zijn loopbaan als koopman te Leeuwarden na eerst te Sneek zijn opleiding te hebben genoten. De firma C. en A, Brenninkmeyer had toen als manu facturen- en stoffenhandel reeds een zekeren omvang verkregen, maar kwam toch niet bo ven het karakter eener provinciale zaak uit. De enorme werklust en werkkracht van den jeugdigen Clemens Brenninkmeyer zochten al spoedig een breeder terrein van actie en zoo was aan hem het initiatief te danken, dat de manufacturen- en stoffenzaak werd uitge breid met den handel in gemaakte dames- kleeding, welke een onmiddellijk succes werd Dit welslagen bracht hem er ook toe vervol gens den blik te werpen buiten de provincie Friesland en kort daarop waagde hij, in over leg met zijn mede-firmanten, den sprong naar de hoofdstad, naar Amsterdam. Nadat de Amsterdamsche vestiging der fir ma C. en A. Brenninkmeyer geconsolideerd was, breidde zij zich, vooral onder de krachti ge stuwing van den heer Clemens Brennink meyer in gestadig en ononderbroken tempo over ons land uit. De dadendrang van den thans ontslapene was hiermede nog niet voldaan. In het jaar 1911 vertrok hij naar Berlijn om in de Duïtsche metropool een zaak in da- mesconfectie te gaan openen. De moeilijkhe den zijn hem daar niet bespaard gebleven Men kan zich daar gemakkelijk een voorstel ling van maken, wanneer men bedenkt, hoe spoedig de toen nog slechts drie jaar oude. Duitsche C. en A.-vestigïng getroffen werd door de algemeene ontwrichting van den we reldoorlog. Maar wijlen de heer Clemens Bren ninkmeyer wist alle moeilijkheden te boven te komen en te Berlijn een hechten grond slag voor de firma C. en A. Brenninkmeyer te leggen, waarop zich ook daar te lande in de latere jaren snel een groote uitbreiding vol trok. Een groote voldoening was het voorts voor hem nadat hij zich reeds als actief firmant te ruggetrokken had, de voorspoedige ontwikke ling der zaken van C. en A. Brenninkmeyer in Engeland te mogen zien. Met den heer Clemens Brenninksmeyer is een zakenman van groot formaat heengegaan die met juisten blik de ontwikkeling in zijn branche heeft vooruitgezien, de mogelijkhe den ervan lang tevoren heeft gepeild en ook ten volle benut. Zijn bijzondere verdiensten voor de katho lieke charitas werden beloond door zijn be noeming tot commandeur in de orde van den H Gregorius den Groote. (Adv. Ingez. Med.) Hond als vleesclidief. Een bewoner van de Smitstraat te 's-Graven- hage is in het bezit van een hond. welke zeer goedleersch is. In een bepaalden slagerswinkel in de Noorderbeekdwarsstraat miste men ge regeld stukken vleesch. Men wist maar niet op welke wijze dit vleesch verdween, totdat een der knechts merkte, dat een hond de zaak binnenkwam en een stuk wegnam. De knecht volgde het dier en zocht zoo de woning van den eigenaar op. Daar werden prompt 15 K.G. vleesch terug gegeven welke alle door den hond waren ontvreemd op drie achtereenvolgende stroop tochten. Nadien herhaalde het geval zich nog eenmaal. De politie gaat thans na in hoeverre de hond „op eigen initiatief" handelde. De weg Sassenheim—Amsterdam wordt afgewerkt. Parkeerstrooken en asverkeersstrepen. DE K.N.A C. meldt: Het gedeelte van den nieuwen weg Amster dam's-Gravenhage, gelegen in den Haar lemmermeerpolder, Ls reeds geruimen tijd voor het verkeer opengesteld, doch moet nog op enkele punten worden afgewerkt. Zoo wordt binnenkort aanbesteed de aanleg van doorgaande parkeerstrooken langs het wegvak Amsterdamzuidelijke Ringvaart Haarlemmermeerpolder. Tusschen den Sloterweg en de Ringvaart zullen asverkeersstrepen worden aangebracht ter verdeeling van de rijbanen in twee rij- strooken. In verband met de weersomstandigheden zal dit echter eerst in het voorjaar kunnen ge schieden. Voorts zal in 1939 de middenberm worden beplant, terwijl op verzoek van de K.N.A.C. in een lage beplanting tusschen rijwielpad en hoofdrijbanen zal worden voorzien.. Een en ander zal belangrijk kunnen bijdragen tot vermindering van het verblindingsgevaar. De SCH. 102 gelicht. Ingezouten haring zou zich nog in goeden staat bevinden. De SCH. 102, de logger die 14 dagen geleden in het gezicht van de Scheveningsche haven is vergaan is in den nacht van Zaterdag op Zondag gelicht door den bok „Kolossus" van Van der Tak's bergingsmaatschappij met as sistentie van de bergingsvaartuigen „Meer min" en „Bruinvisch". Om kwart voor 2 hing het wrak in de takels waarna de Hoek van Holland van Smit's internationalen sleep dienst de bok met het wrak naar de haven heeft gesleept Om kwart voor drie werd tus schen de havenhoofden naar binnen gevaren en om 4 uur lag het geheel gemeerd aan den kant, in de eerste binnenhaven tegenover het havenkantoor. De lading van de SCH. 102 is Zondag gelost. Er staan nu 150 vaten haring op den wal. oogenschijnlijk in goeden staat Ook een partij netten werd nog aan boord gevonden. MISLUKTE OVERVAL TE BEETSTERZWAAG Twee met revolvers gewapende en gemas kerde mannen zijn dezer dagen de woning binnengedrongen van een bejaard, niet onbe middeld echtpaar aan den vrij eenzamen Postweg, tusschen Beetsterzwaag en Hemrik De kerels eischten het geld van de oude men- schen. De bewoner greep echter een mestvork waarop de mannen het hazenpad kozen. Na eenigen tijd waarschuwden de menschen den in de nabijheid wonenden boschwachter, die daarop het politie-apparaat der gemeente Opsterland in werking stelde. De politiehond van den rijksveldwachter Boersma werd ge- requireerd. Het spoor leidde naar een woon wagen in Sparjebert. Twee jongemannen zijn daar door de politie, bij wie zich ook de bur gemeester van Opsterland had gevoegd, aan gehouden en overgebracht naar het gemeen tehuis te Beetsterzwaag. Hoewel zij ontken nen, worden zij toch vastgehouden. Het on derzoek wordt intusschen voortgezet. ZELFWERKEND WASthMIDCEL OVERAL VERKRIJGBAAR T NV. HET KLAVERBLAD HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) NED. BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. De heer A. J. Meïjerink heeft als propagan dist van bovengenoemden Bond weer een serie voordracht over het reddingwezen in ons land gehouden. Hij sprak Maandagavond in Uithuizen (Gro ningen) over het redden van drenkelingen uit het binnenwater en uit het ijs, toegelicht met lantaarnbeelden. Na afloop der voordracht werd opgericht de Uithuizer Reddingsbrigade. Dinsdag werd gesproken op verzoek der Brigade te Gorssel. De belangstelling was ook groot. Woensdag was de beurt aan Helmond, waar. op verzoek van Pater Patricius behandeld werd: „Wat gebeurt er en hoe moet men han delen als een auto te water rijdt?" Bekend is dat meermalen geestelijken verdrinken, wan neer een auto te water rijdt. Geestelijken kun nen vaak niet zwemmen, en daardoor is voor hen als zij te water geraken de toestand critie- ker. Donderdag was de spreker de gast van het gemeentebestuur van Zuidbroek (Groningen), waar op 9 October weer een auto te water ging, drie jonge menschen vonden daarbij den dood. Het gemeentebestuur was overtuigd dat nu ernstige maatregelen ter voorkoming moesten genomen worden De groote zaal van hotel Bruining was vol op Vrijdagavond. Onder veel belangstelling wer den de voordracht en de leerrijke beelden ge volgd. De Zuidbroeker Reddingsbrigade werd opgericht. Bekend is het feit, dat in de spannende da gen van eind September een militaire auto te Deventer daar te water reed. waarbij een mi licien uit Haarlem verdronk. Dit feit was voor de Deventer Brigade aanleiding om den heer Meijer ink te verzoeken een voorlichtingsavond te houden. Met groote aandacht werd de voordracht ge volgd. Vrijdag a.s. spreekt de heer Meijer ink te Amsterdam op verzoek van den Nat. Bond voor Verplegenden en a.s. Zondagmiddag te Utrecht op verzoek van de Vereeniging van Automobiel- verkoopers in Nederland. zag zich zijn polsdikke paling ontgaan Dieven hebben in den nacht van Za terdag op Zondag den burgemeester van Broek op Langendijk. den heer H. Schel haas Jr. beroofd van duizend pond pols- dikke paling. De burgemeester, die ken nelijk een enhousiast visscher is, had zijn vangst ter waarde van vijfhonderd gulden in een kaar ondergebracht, ten einde de dieren levend te houden. Deze kaar is leeggehaald. Een verzoek tot opsporing van buit en lieven is inmiddels reeds de wereld in- nezonden. Voor ƒ216,20 's-jaars verzekert 31-jarige de volgende uitkeringen/' Bij overlijden binnen 34 jaar: 1) ƒ1000,— terstond betaalbaar, 2) 1000,— gezinsrente per jaar, 3) ƒ5000,— op einddatum. Bij leven na 34 jaar: ƒ5000,— benevens 1000,— bij later overlijden, (Adv. Ingez. Med.) JAPANSCHE KUNST OM VAZEN TE COMPONEEREN. Als een Hollandsche vrouw des huizes bloe men uit den tuin of van den bloemist in een vaas schikt neemt dat niet zoo'n tijd in be slag. De stelen van de bloemen worden zoowat op gelijke lengte geknipt, dan worden ze in 'n bundeltje bijeen gepakt en hopla daar worden ze pardoes in de vaas gezet. De bloemenvaas is gereed. De Japanner Hara bezig met het schikken van bloemen in vazen volgens Japansche op- vatting. De vazen staan op de tentoonstelling van Japansche prentkunst in het Frans Hals Museum. Maar in Japan, het land van de rijzende zon, doet de huisvrouw ietwat langer over het schikken van bloemen in een vaas. Soms gaat er wel een uur met een vaas heen! Wat ge beurt er dan met die bloemen? De nuchtere Hollander kan zich hoogstens voorstellen, dat de stelen een beetje korter gemaakt en de bladen wat uitgedund kunnen worden. Daar kan toch zooveel tijd niet in gaan zitten? Toch. toch Op de tentoonstelling van Japansche prent kunst in het Frans Hals Museum staan een paar vazen. Ze hebben bijzondere vormen, één ervan is een soort fantasieschip. En in die va zen zijn de bloemen op Japansche wijze ge schikt. Een Japanner, die in Den Haag woon achtig is, de heer Hara, heeft zich deze kunde van bloemenschikken, welke op de Japan sche scholen aan vrouwen wordt onderwe zen, als liefhebberij eigen gemaakt. En hij heeft voor de Japansche tentoonstelling een paar vazen op Japansche wijze „opgemaakt". Als men Hara aan het werk ziet zou men aan een schilder kunnen denken, die bezig is met een stilleven van bloemen. En iets dergelijks is inderdaad het geval. Voor de Japanners staat het schikken van een bloemenvaas gelijk met het schrijven van een gedicht. In de compositie van zoo'n vaas met bloemen wordt volgens bepaalde regels zooals wij die ook voor onze dichtkunst bezit ten een bepaalde stemming, waarin men verkeert, uitgedrukt. Twee bloemen zijn soms genoeg om een vaas te vullen, doch deze worden net zoolang geschikt, met hun stelen gebo- ben en met hun ranken in elkaar gestrengeld, totdat bijv. de eene bloem droef neerhangt en de andere naar boven buigt. Dat brengt dan iets tot uitdrukking. Wat precies? Ja dat ge heim hebben we aan de zwijgzaamheid van het Oosten niet kunnen ontrukken, want de heer Hara speckt uitsluitend Japansch. En wij zouden in Europa voor het leeren van die taal evenveel geduld moeten hebben als de Japanners in hun land voor 't bloemenschik ken. Hara kijkt naar zijn bloemenvaas als naai een schilderij, van dichtbij, van veraf, van bo ven en onder, met halftoegeknepen oogen en gewoon. (Hoewel men bij een Japanner den indruk heeft dat hij altijd met half toegekne pen oogen kijkt is deze differentie voor den aandachtigen toeschouwer nog wel merkbaar). En we hebben aandachtig gekeken, getroffen door den ernst, waarmede zoo'n vaas bloemen werd samengesteld. Hier ging een blad af en daar werd een steel wat bijgedraaid in een voetstuk, maar dat ging niet zoo maar, neen eerst na veel wikken en wegen kwam het tot stand. De bloemen waren natuurlijk Holland sche. Maar Hara had in Haarlemsche bloemen winkels alleen die exemplaren uitgezocht, die hem het meest aan de Flora van zijn vaderland herinnerden. En dat was hem blijkbaar won derwel gelukt. De kleuren vormden natuurlijk ook een element voor zijn compositie. De vor men der vazen sloten bij een bepaalde stem ming aan. U ziet, in Japan zijn de huisvrouwen want deze kunst wordt er tegenwoordig nog algemeen bedreven allemaal dichteressen. Zij dichten met. bloemen. Zij kennen een hoo- gere interpretatie van ons Hollandsche spreek woord: „Zeg het met bloemen". TENTOONSTELLING 1938 „DE ONAFHAN- KELIJKEN" GEOPEND. In de zalen van het stedelijk museum te Amsterdam is Zaterdagmiddag onder bijzon der groote belangstelling de tentoonstelling 1938 van „De Onafhankelijken" geopend. De tentoonstelling telt 404 nummers. Smelt wat VapoRub in kokend water en adem de dampen in. Ook een weinig van deze zalf m de neus doen en opsnuiven. Dat verwijdert het slijm, verzacht de prikkeling en vergemakke lijkt de ademhaling. (Adv. Ingez. Med.) Stichting school voor Christelijk U. L. O. in Haarlem-Noord? Belanghebbende ouders opgeroepen. De zeer belangrijke toeneming van het aan tal leerlingen der Koningin Wilhelmïnasehool voor Christelijk u.l.o., (hoofd de heer B. M. Bulten), aan de Nassaulaan alhier, stelt het be stuur der Vereeniging voor Christelijk u.l.o. voor de noodzaak uit te zien naar de verkrij ging van meer schoolruimte. Verwacht moet nl. worden, dat de school aan de Nassaulaan, welker verbouwing naar mag worden aangeno men niet lang meer op zich zal laten wachten, binnen de naaste toekomst te klein zal zijn om het voortdurend groeiend aantal leerlingen te kunnen huisvesten. Aangezien een belangrijk contingent der leer lingen woonachtig is in het noorden der ge meente, ligt het in het voornemen van het be stuur in dit stadsgedeelte te komen tot de stichting eener Prot. Christelijke u.Lo. school. In verband hiermede roept het bestuur be langstellende ouders op tot een bijeenkomst in het gebouw van den Protestantenbond aan de Berkenstraat (bij de Zaanenlaan), op Donder dagavond 27 October. Zevenjarig meisje ernstig gewond. Onverwachts den weg overgestoken. Zaterdagmiddag gebeurde op de Bilderdijk- laan te Aerdenhout een vrij ernstig ongeluk. Ter plaatse wordt het wegdek hei-steld en er stond een motorwals van de gemeente op den rijweg. Een uit school komend 7-jarig meisje, J. T. wonende te Aerdenhout, stak plotseling achter de wals den weg over en werd door een aldaar rijdende personenauto, bestuurd door den heer I. uit Bloemendaal. gegrepen en tegen den grond geworpen. Het kind had een ge compliceerde beenbreuk en een hoofdwond. Dr. Immink uit Bloemendaal verleende de eerste hulp. Per ziekenauto is het meisje naar het Diaconessenhuis te Haarlem vervoerd. Vöaar een voll is, ls een voeg. jVlen mag dit nooit uit het oog oerllezen. \Ollskrackt en geest- tracht doen oaat de juiste ulttomst ulnden. JVlaar in elk geual ls noodlg, dat het lichaam fit ls. <5£et gebruik \>an "Dralsma üan "\3alkenburg's leoertraan kan 7X hierbij tot steun zijn, (Adv. Ingez. Med.) A. HEEROMA t Op 68-jarigen leeftijd is alhier overleden de heer A. Heeroma, oud-commissaris van politie te Amsterdam en nadat hij met pen sioen was gegaan, gewaardeerd medewerker aan ons blad. De heer Heeroma begon zijn loopbaan als surnumerair bij de politie te Amsterdam, waar hij voortdurend aan verbonden bleef. Eerst, na zijn surnumerairschap, als inspec teur, waarna in 1917 zijn benoeming volgde tot commissaris van het voormalig politie bureau St.-Pietershal. Later werd hij commissaris van 't politiebu reau in de Warmoesstraat en hier kreeg hij vooral gelegenheid zijn scherpzinnigheid en speurderszin te toonen bij het onderzoek van tal van zaken uit „donker Amsterdam". De heer Heeroma kon smakelijk vertellen van zijn ervaringen uit die dagen en onze lezers zullen zich zeker nog de serie uitmuntend geschreven artikelen herinneren: „Uit den strijd tegen de misdaad", die hij eenige jaren geleden in ons blad schreef en waarin hij op boeiende en onderhoudende wijze ver haalde van het werk der Amsterdamsche po litie. Gedurende vele jaren bezocht de heer Heeroma voor ons de zittingen van den Haar- iemschen politierechter en ook zijn verslagen van deze zittingen hadden steeds een eigen cachet. Met den heer Heeroma ls een uitstekend politiechef en een eenvoudig eerlijk mensch heengegaan, die bovendien een voortreffelijk hanteerder van de Nederlandsche taal was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5