Zwakke leiding en zwak spel te Kopenhagen Denen bleken sterker dan verwacht (eêifk sfteê daac Hzdeticutdets tnet htaeite kvachieu Spel tientallen malen door scheidsrechter onderbroken M A A N D A G 24 OCTOBER 1938 H A A R I E M'S DAGBEAD 5 tekortkomingen zijn gebleken, maar dat men over het algemeen toch niet ontevreden mag zijn, speciaal omdat men zeer veel rekening moet houden met de omstandigheden, waar onder werd gespeeld. Het gebrek aan erva ring had tot gevolg, dat onze voorhoede niet het juiste antwoord kon geven op het stop- perspilsysteem. dat door den Deen Joergen- sen zeer goed werd toegepast. Gisteren is de Utrechtenaar Dumortier niet die groote figuur geweest, waarop men alge meen gerekend had, maar hij kon op het laatst in het geheel geen goed meer doen bij den arbiter, die hem tevoren eenige keeren had gestraft wegens het gebruiken van de handen bij het afhouden van een tegenstan der. Verder genoot bovendien deze debutant een zeer strenge bewaking van een der beste spelers van de Deensche ploeg, den spil Oscar Joergensen, die volgens velen een plaats in het Continentale elftal zou hebben verdiend. Dit laatste is misschien overdreven, maar het bewijst toch wel dat de Utrechtenaar toch werkelijk niet den eerste den beste tegenover zich had. Dumortier kopte te veel, waar een andere oplossing beter zou zijn geweest. Over het debuut van den anderen Utrecht- schen speler behoeft men ook niet ontevreden te zijn. Een groote figuur was Van Leur geens zins, maar hij heeft zich toch op vele mo menten wel nuttig getoond. Speciaal in de i periode, dat Holland in de meerderheid was, n.l. in het eerste kwartiejv Hij buitte een mooie gelegenheid verdienstelijk uit door meteen een doelpunt voor zijn rekening te nemen. Technisch staat hij nog wel ten ach ter bij Drager, maar zijii grootere stevigheid maakt het misschien toch wel goed, aan den Utrechtenaar de voorkeur te geven boven Drager, die evenwel alle aandacht blijft ver dienen. Opvallend is, dat van onze voorhoedespelers de beide binnenspelers het meeste en beste werk hebben verzet. Mogelijk vindt dit zijn oorzaak in het feit, dat zij minder hadden te lijden van het drie-back-systeem. Zij immers werden als teruggetrokken binnenspelers lang niet zoo in hun vrijheid van bewegen be lemmerd als de middenvoor en de beide vleu gelspelers, die een zeer solide bewaking ge noten van het Deensche achtertrio. Zoowel Van der Veen als De Vroet hebben zich kra nig geweerd en zich him verkiezing waardig getoond. Aan Van der Veen viel de eer te beurt het tweede Nederlandsche doelpunt te mogen rnakeii, met een schot, dat den Deenschen doelman zoowaar verraste. Een der zwakste figuren uit de Nederland sche voorhoede was dezen middag De Harder, die niet zeker van zichzelf was, nog al eens miste en zich onmogelijk aan de strenge be waking van zijn tegenstander kon onttrek ken. De Hagenaar heeft enkele malen goed werk geleverd, maar het bleef beneden de verwachtingen en ontegenzeggelijk bleef hij beneden zijn vorm van het vorige seizoen. Onze middenlinie op haar best. Het gebrek aan routine is in een internatio nalen kamp een groot gemis en ervaring spreekt vooral een woordje mede wanneer het niet heelemaal loopt, zooals men had gehoopt. Dat zag men gisteren weer, want terwijl de jeugdige voorhoede, waarvan men heel veel vechtlust en productiviteit had mogen ver wachten, door allerlei omstandigheden niet geheel voldeed, was de middenlinie met de oude garde op haar best. En de verrassing is eigenlijk wel geweest, dat Anderiesen zulk een perfecte partij heeft gespeeld gedurende een belangrijk deel van den wedstrijd, speciaal toen de Denen het sterkst waren en voor ons doel de meest hachelijke momenten dreigden te ontstaan. Maar de Ajaxied heeft zich er keurig doorheen geslagen. Met hem verdienen zijn beide nevenspelers Van Heel en Paauwe alle hulde. Vooral de laatste heeft bergen werk verzet en vooral in de verdediging heeft hij den Denen den voet danig dwars gezet. Van Heel was als van ouds de rustige technicus en tacticus die immer wat goeds met den bal doet. Slechts in de laatste minuten kreeg men den indruk, dat hij vermoeid begon te raken. Oranje-achterhoede stelt teleur. Onze verdediging is gedurende de laatste jaren zeker wel het sterkste deel van het elf tal geweest. Een achtertrio met Halle of Van Male, met Caldenhove en Wilders of Weber. was voor iedere tegenpartij een zeer moeilijk te passeeren blok. Nu is dit dezen middag in Kopenhagen tegengevallen, wat gelukkig geen ernstige gevolgen gehad heeft. Wij hebben de overtuiging gekregen, dat de beide backs de tegenpartij wat hebben onder schat en dat zij in hun gevoelens zijn gesterkt, toen Nederland al zoo spoedig de leiding nam en deze later weer verwierf. Caldenhove en Weber deden hun plicht, maar het was schijn baar toch niet met volle overtuiging en zeker niet met die zekerheid, welke wij van hen ge wend zijn. In de tweede helft ging het geluk kig veel beter. Toen was het cok hard noodig. Doelman Van Male heeft zijn werk alles zins naar behooren gedaan; hem treft geen enkel verwijt, dat hij tweemaal is gepasseerd. Beide doelpunten waren voor hem onhoud baar. Overigens heeft hij het niet zoo heel (Van een specialen verslaggever). KOPENHAGEN, 23 Oct. De inzet van het internationale seizoen van het Neder- landsch elftal is niet zoo bevredigend ge weest als de meerderheid van onze kleine voetbalgemeenschap had gehoopt en ver wacht. Hoewel men er algemeen van over tuigd was, dat onze jongens het in Kopen hagen niet gemakkelijk zouden krijgen tegen de Denen, was de stemming tevoren optimis tisch; wij rekenden er in ieder geval op, dat de Oranjeploeg een nieuwe internationale pe riode, ingezet met een succes .tegemoet zou gaan. De algemeene optimistische verwachtingen zijn echter niet vervuld. Het werd gelukkig geen nederlaag, maar verder brachten wij het ook niet. En dat was een resultaat, waarmede wij ten slotte best tevreden mogen zijn. Want als één partij had moeten winnen dan zou dat Dene marken moeten zijn. De 21 voorsprong, dien de dragers van de Oranjeshirts voor de rust veroverden en tot ver in de tweede helft kon den behouden, was rijkelijk geflatteerd. En het was voor iederen, onfbevooroordeelden toe schouwer een sportieve voldoening, toen de Denen negen minuten voor het eindsignaal hun geweldig zwoegen beloond zagen met het gelijkmakende doelpunt, dat tevens het mooi ste doelpunt was uit den heelen strijd. Slechte leiding. Een kamp overigens, waarover vriend noch tegenstander al te zeer bevredigd zal kunnen zijn, omdat het vertoonde gemiddeld zeer ma tig was, hetgeen echter niet alleen op reke ning van de spelers komt, doch vooral ook op die van den Noorschen arbiter, die voor zijn taak geenszins berekend was. Door zijn on oordeelkundig optreden maakte hij het den spelers onmogelijk, hun spel vrijelijk te ont plooien. Zijn eenige verdienste was, dat hij geen der beide partijen opzettelijk bevoordeel de, want beide elftallen ondervonden de na- deelen hiervan, zij het dan ook dat de Neder landers er het meest door gedupeerd werden. Zoo ööit, dan heeft hier een scheidsrechter zijn stempel op het spel gedrukt. Ieder be groette mét vreugde het oogenblik, waarop hij voor de laatste maal zijn fluitsignaal liet weerklinken. De man, die voor de eerste maal een inter nationale ontmoeting leidde, was te streng; hij kon het spel niet aan en begreep niet, dat hier 22 stevige knapen tegenover elkaar ston den, die best tegen een duwtje konden. Hij bleek een onoverkomelijken afkeer te hebben van ieder gebruik van lichaamskracht, het geen reglementair onjuist is. Van de eerste minuut af klonk zijn fluitsignaal een einde loos aantal malen en dat beteekende dus, dat even vele keeren het spel onderbroken moest worden voor het nemen van een vrijen schop. In de eerste minuten was dit nog niet zoo heel erg. Maar naarmate de wedstrijd vorderde werd deze methode funest, want het kwam op den duur- zoo ver. dat de spelers niets meer durfden ondernemen, zoodat zij hun gebrui kelijk en geoorloofd spel niet meer konden Een aanval der Deensche voorhoede op het Nederlandsche doel. ontwikkelen, waardoor het spel dus in feite lam gelegd werd. Vooral voor onzen nieuwen middenvoor Dumortier was dat een zeer groote handicap, want deze Utrechtenaar kon volgens den ar biter op het laatst heelemaal geen goed meer doen. Daarbij komt nog, dat de scheidsrech ter ook herhaaldelijk de zoogenaamd niet- overtredende partij uit haar humeur bracht, daar hij ook floot wanneer het laten door spelen het beste zou zijn geweest. Aldus handelende beïnvloedde de arbiter nagenoeg alle spelers en meer speciaal de jongeren, die op deze manier volkomen uit hun evenwicht werden gebracht en niet meer konden presteeren, waartoe zij anders in staat geacht konden worden. Natuurlijk maakt een en ander een juiste beoordeeling der spelers onmogelijk. De geest, de animo en de vaart werden door den scheidsrechter vermoord. Zoodra men dit weet, is het meteen duidelijk, dat het spelpeil in dezen kamip bijna geen oogenblik boven het middelmatige is uitgekomen en dat er dus maar ook heel weinig te genieten is geweest. Het was een rammelend geval dat noch geest drift kon verwekken bij de enkele tientallen Nederlanders, nóch bij de meer dan dertig duizend Deensche toeschouwers. De nieuwe voorhoede. Het Hollandsche optimisme was gebaseerd op de proefneming van de nieuwe voorhoede, welke in vergelijking met het vorige seizoen geheel was gereorganiseerd en een zeer be langrijke verjonging had ondergaan. Niet minder dan drie debutanten in onze aanvals- linie en de beide anderen hadden ook niet zooveel internationale routine. Het was dus wel een belangrijk experiment, dat hier door de Keuze-commissie werd genomen. Over de vraag of de proefneming aan onze vei-wachtingen heeft beantwoord, zullen de meeningen vermoedelijk wel uiteenloopen. Wij meenen te kunnen zeggen, dat er nog diverse De Utrechtenaar Van Leur (links) en de Hcracles-speler Van der Veen scoorden de goals voor ons land. De Deensche keeper Nielsen slaat den bal bij een corner het veld in. moeilijk gehad, want slechts drie- of viermaal heeft hij een moeilijk schot te verwerken gehad. Goede prestatie van de Denen. Daarmede zijn wij dan tevens gekomen tot het argument, dat eigenlijk ook de Denen een overwinning niet verdienden. Zij mogen dan gedurende een belangrijke periode een veld- meerderheid hebben gehad, zij mogen zelfs dertien tegen twee corners te nemen hebben gehad, het feit dat hun doelman veel meer lastig werk op te knappen had, dan Van Male, wijst in de richting, dat het toch ook in hun voorhoede niet naar wensch is gegaan. De Denen zijn ons medegevallen. Dat valt niet te ontkennen. De ploeg heeft enkele spe lers van zeer goed internationaal formaat en mogelijk heeft zelfs dezen middag individueel het gemiddelde der Denen hooger gestaan, dan dat der Hollanders. Maar de groote te kortkoming was wel, dat zij geen gesloten geheel vormden. Dat was bij de Hollanders zeer zeker beter verzorgd. Niet al te vaak heb ben wij bij onze landgenooten goed opgebouw de aanvallen gezien, maar nog minder was dit het geval bij de Denen, bij wie ook de af werking der aanvallen te wenschen overliet. Het is toch immers opvallend, dat zij zoo weinig profijt getrokken hebben van de ga pingen, welke onze defensie zoo vaak toonde en dat zij hun eerste doelpunt moesten ver krijgen uit een vrijen schop, die op zeer du bieuze gronden was toegekend. Neen, grootsch was de verrichting der Denen niet, hoewel deze uitslag toch als een zeer goede prestatie op hun staat van dienst zal worden vermeld, omdat hij verkregen is tegen de Hollanders, die toch algemeen als sterke tegenpartij worden beschouwd. Het beste deel van de Deensche voorhoede werd gevormd door den rechtervleugel met Soebirk en Kai Hansen, van welke zijde ook wel het grootste gevaar heeft gedreigd. De debuteerende middenvoor Christensen was geen openbaring en de geroutineerde Ujdaler bleef ook onder de verwachtingen. Toch heeft zulk een speler in de omstandigheden, waar onder deze wedstrijd gespeeld is, ook zijn nut. Dit blijkt wel uit de handige wijze waarop hij het eerste doelpunt voor zijn land scoorde. Thilsen speelde een behoorlijke partij, zon der echter op te vallen. In zooverre was de Deensche voorhoede in het voordeel, dat be halve als aanvalsspelers de beide binnenspe lers ook vaak in de verdediging te vinden waren. De beide kanthalfs Jensen en Soeren- sen gaven een goede partij ten beste, maar uitblinkers waren zij ook geenszins. Dit laat ste kan niet gezegd worden van den spil Joer gensen, die uitstekend op dreef was en die een goed deel van het Deensche doelgebied be- heersehte. Hij was snel en zijn opstellen was prima. Daarbij wachtte hij geen oogenblik, Dumortier het leven zuur te maken, want de Utrechtenaar kon geen voet verzetten of de Deen dook naast hem op, hem zoodoende steeds de kans tot schieten ontnemend. De backs Hansen en Glümer hebben Joer gensen goed in zijn verdedigende taak bijge staan. doordat zij de vleugelspelers veel beter bewaakten, dan de Hollanders dit deden. Onze landgenooten lieten de vleugelspelers te veel vrij. Wel spanning, maar weinig fraais. Alzoo twee ploegen tegenover elkaar met behoorlijke tekortkomingen, verergerd door het optreden van scheidsrechter Nordbö, die (zooals Anderiesen zei) meer geschikt was voor het leiden van een dameswedstrijd. Intusschen is deze wedstrijd zeer tot leering van de technische leiders van onzen voetbal bond geweest. En dat is ten minste een winst, waarvan wij in de toekomst mogelijk profijt kunnen trekken. HET VERLOOP VAN DEN STRIJD. Het veld was uitstekend: de weersomstan digheden waren minder goed, want er stond een vrij sterke, koude wind over de lengte van het veld. Vlak voor het begin arriveerde de Deensche Koning. Beide ploegen werden hartelijk ontvangen, het Oranjeteam met het „Wien Neerlandsch bloed", de Denen ook met hun volkslied. Joergensen won den toss en koos den wind mee. Toen de heer Nordboe te ruim half twee Deensche tijd liet beginnen, stonden de elf tallen als volgt tegenover elkaar.: De tweede helft. Even vóór de hervatting liet de Deensche koning zich alle spelers voorstellen. In het eerste kwartier van de tweede helft speelde Denemarken uitstekend. Deze ploeg had nog nimmer samen geoefend. Men kent de gezamenlijke training niet, zooals onze spelers dat in Den Haag doen. Geen wonder dat toen in de tweede helft de spelers meer aan elkaar gewend waren, het in de ploeg on zer tegenstanders meer en meer ging vlotten. Bij het snelle aanvallen, over beide vleugels en ook over het midden geleid, werd de Ne derlandsche verdediging zwaar op de proef gesteld. Enkele schoten werden gelost; eenmaal trad Weber als redder op; een tweeden keer stompte Van Male een schot van Hansen tot hoekschop. Na een kwartier week de druk op ons doel. Dumortier kwam in aanraking met Poul Hansen; beiden moesten even bijgewerkt wor den, zoo hard waren de hoofden tegen elkaar gekomen. De Utrechtenaar zag vlak na dit ongevalle tje kans om een zuiver schot op doel te los sen. doch doelman Nielsen toonde zich een be trouwbaar verdediger. De gelijkmaker. Vijf minuten voor tijd kwam de gelijkma ker. Weber onderbrak een snellen aanval van den linkervleugel; hij zag evenwel geen kans om den bal behoorlijk weg te werken, Calden hove trachtte in te grijpen, doch ook hij wist met den bal geen raad. Toen kreeg de Deen sche midvoor plotseling een kans. Van vrij verren afstand loste hij een kogel, mooi in den rechter bovenhoek, buiten het bereik van Van Male (2—2). Een schitterend doelpunt! Even reageerde Nederland fel, doch aan den anderen kant zat men ook niet stil. Eeni ge hoekschoppen werden nog genomen op het Hollandsche doel, doch zonder resultaat, zoodat het einde kwam met een puntenver- deeling. sen. Voor: Soebirk, Kaj Hansen, Christensen, Uldahler en Thielsen Nederland Doel; Van Male. Achter; Weber en Caldenhove. Midden: Paauwe, Anderiesen en Van Heel. Voor: Van Leur, Van der Veen, Dumortier, De Vroet en De Harder. Het begin was veelbelovend. Een vrije trap, een van de vele, welke nog zouden volgen, werd door Paauwe voor doel geplaatst. Joer gensen kopte het leder weg. Anderiesen zorg de er echter voor, .dat de bal weer voor het Deensche doel terugkwam. Even een misverstand in de Deensche ver dediging: enkele Denen en Hollanders ston den vlak bij elkaar; van dit moment van aar zelen profiteerde Van Leur, die naar binnen gekomen was; hij trapte den bal keurig in het net. (0—1). Ondanks het feit, dat onze tegenstanders den wind mee hadden, kwamen zij er lang zaam in. In dat eerste kwartier domineerde het Oranjeteam sterk, waarbij men niet dient te vergeten, dat de spelers het consigne had den meegekregen, in die eerste vijftien minu ten volledig op den aanval te spelen. Goede kansen om den stand te verhoagen deden zich voorloopig echter niet meer voor. Na 20 minuten zette Caldenhove den rechts buiten Soebirk stevig, doch fair opzij Hier voor floot de scheidsrechter. De vrije trap, halverwege der cornervlag genomen, werd keu rig voor het doel geplaatst. Van Male vergat uit te loopen en Uldahler werkte den bal in het Nederlandsche doel (1—1). Dit doelpunt prikkelde het Nederlandsche elftal zoodanig, dat enkele snelle aanvallen werden opgezet. Uit een daarvan belandde de bal bij Dumor tier. Zwaar gehinderd door Joergensen. die hem volkomen schaduwde, zag de Utrechte naar nog kans, den bal met een tikje naar den vrijstaanden Van der Veen te geven, die van wel 20 M. afstand onmiddellijk inschoot. Het goed gerichte schot trof doel (1—2). De laatste 20 minuten voor de rust waren geheel voor de Denen. Het begon met een mooi schot van Kaj Hansen, fraai door Van Male gestopt. De snelle linksbuiten Thielsen trachtte na een van zijn rennen zelf te sco ren, doch zijn schot ging over. In deze pe riode viel het op, hoe zwak het wegwerken van de Nederlandsche achterhoede en middenlinie was. waardoor de Denen telkens op gemak kelijke wijze aan den bal kwamen. Denemarken: Doel: Nielsen. Achter: Poul Hansen Midden: Jensen, Joer.- en Glumer. ensen en Soeren-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9