*Duiroelijntje
DINSDAG 1 NOVEMBER 1938
HA" A RH EM'S DAGBEAD
'4
„De slrijd om de persoonlijkheid".
Voordracht van den Belgischen minister van
staat Prof. Dr. Frans van Cauwelaert.
De Belgische minister van Staat prof. dr.
Frans van Cauwelaert zal Maandagavond 7 No
vember in den Stadsschouwburg voor de leden
van „Geloof en Wetenschap" een voordracht
houden over het onderwerp „De strijd om de
persoonlijkheid".
300 maal „De Vrek"
JAN MUSCH in zijn prachtige rol van
HARPAGON,
Woensdag 2 November geeft het Gezelschap
Jan Musch in den Stadsschouwburg, te Haar
lem, de driehonderdste voorstelling van Molières
blijspel „De Vrek", tegen populaire prijzen.
Jan Musch zal dan voor de drihonderdste maal
zijn bekende rol van Harpagon vervullen, ter
wijl de overige rollen in handen zijn van de
dames Lize van der Poll-Hamakers, Mary Musch
Smithuyzen, Nel Ligthart, en de heeren: Jaap
van der Poll, Adolphe Hamburger, Theo Vink,
Van Staalduynen, Valk van Spiegel, e.a.
Met het oog op de uitgebreidheid van het re
pertoire kan te Haarlem, in dit seizoen maar
één voorstelling van „De Vrek" worden gegeven.
CHARLOTTE KÖHLER HERHAALT DE VOOR
DRACHT „ROMEO EN JULIA".
Mevrouw Charlotte Kohier zal, wegens het
froote succes, op Donderdag' 3 November om
1/4 uur, in den Stadsschouwburg, nog een
enkele herhaling geven van haar nieuwe voor
dracht. Shakespeare's „Romeo en Julia", in de
vertaling van Dr. L. A. Burgersdijk.
BEZOEK AAN DE SCHOORLSCHE BOSSCHEN
Onder leiding van den houtvester den heer
G. Gerbrands, werd door de Nederl. Natuur
historische Vereeniging, afdeeling Haarlem
en omstreken, Zondag een excursie gemaakt
naar de terreinen van het Staatsboschbe-
heer ten Noorden van Schoorl. Bij het begin
der wandeling gaf de heer Gerbrands eerst
een korte inleiding. De grond is zeer kalkarm,
zoodat de bij ons bekende duinvegetatie van
duindoorn, duinroosje e.a. ontbreekt; wel vindt
men er heide. De bebossching van het, 1800
H.A. groote terrein, geschiedde met het doel
van vastlegging der duinen, zij werd in de
jaren 18551860 door Staring begonnen; het
werk bleef toen echter tot 1894 rusten, doch
vele der Staringsche beplantingen blijken
zich te hebben gehandhaafd. Staring was
reeds tot de conclusie gekomen dat de Oos-
tenrijksche en de Corsikaansche den voor het
beoogde doel het meest geschikt waren. Daar
na volgt dan de bebossching met loofhout.
Tijdens de wandeling wees de heer G. de
verschillen tusschen Abies en Picea en de deel
nemers deden hun best de verschillende soor
ten:: Pinus montana, P. maritima, P. rigida
e.a. te onderkennen, wat echter een lastige op
gave bleek. Zeer mooi was de Pinus Strobus
met 5 naalden bij elkaar.
De zon had den strijd met den mist glans
rijk gewonnen en de deelnemers genoten van
fantastisch mooie uitzichten en warme
herfstkleuren.
Veel paddestoelen zagen de wandelaars o.a.
grijze en gele ridderzwammen, krulzoom, ge-
steelde stuifballen, vliegenzwam, oorlepeltje,
en in het heideterrein mycroglossum
arenaria.
„Dempt de Bakenessergracht niet."
Het teekencollege „Kunst zij ons doel"
heeft een adres aan Burgemeester en Wet
houders van Haarlem gericiht, dat als volgt
luidt;
Niettegenstaande reeds zeer velen een lans
gebroken hebben voor het behoud van de
Bakenessergracht is uit de algemeene leden
vergadering van het Genootschap „Kunst zij
ons doel" de wensch naar voren gekomen in
deze haar meening kenbaar te maken.
Na voortreffelijke inleidingen, zooals die
van den heer Zwaan te Amsterdam, welke aan
compleetheid van gegeven en betoog niets te
wenschen overlieten, behoeft aan argumenten
niets meer naar voren gebracht te worden.
Wel echter hebben wij gemeend als kunste
naars in loco een- onderzoek te moeten in
stellen.
Wij hebben daartoe die aardige wandeling
gemaakt, beginnende bij de Wijde Appelaar-
steeg, aan welks eind men den ingang vindt
van het Bakenesserhofje.
Bij het openen van de deur ondergaat men
de gewaarwording van nog in de 17e eeuw
te leven. Deze gewaarwording'wordt door niets,
maar ook niets gestoord, de gele steentjes, de
oude deuren, de knoestige boomen, de fraaie
bloemen, de antieke gevels en daken der hui
zen van de Korte Begijnestraat, die alles te
zamen scheppen deze sfeer.
Het zal weinigen bekend zijn, dat men aan
het einde van dit hofje een deur aantreft
waardoor men toegang verkrijgt tot een smal
le gang tusschen hooge ouderwetse he pan
den. Aan het einde van deze gang staat men
plotseling op de Bakenessergracht.
Heft men het hoofd op, dan kan men zich
verlustigen aan den aanblik van den toren
van de Bakenesserkerk, dit pronkjuweel van
Gotische architectuur. Wendt men dan den
blik naar rechts dan heeft men daar dat
mooie uitzicht van deze oude gracht naar het
Spaarne waar aan de overzijde de Spaansche-
gevels zich tegen de lucht afteekenen.
Wij wijzen nog op de aanwezigheid van het
fraaie oude koopmanshuis, dat tegenover de
Kokstraat gelegen is.
Dit alles zou zijn charme verliezen, wan
neer de gracht zou verdwijnen en daarmee de
voornaamste aantrekkelijkheid zou wegvallen.
Wij meenen dan ook ten sterkste te moeten
ontraden tot demping van de gracht over te
gaan. Een heel bijzonder stukje stedenschoon
zou hierdoor onherroepelijk voor Haarlem ver
loren gaan.
Met verschuldigde hoogachting,
(w.g.) H. F. BOOT, voorzitter.
ALBERT ARENDS, secretaris.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO-CENTRALE
WOENSDAG 2 NOVEMBER 1938.
Programma I: Hilversum I.
Programma II: Hilversum II.
Programma III: 8.00 Keulen. 9.20 Pauze
of Diversen. 10.00 Parijs Radio. 10.50 Diversen.
11.20 Keulen. 12.20 Ned. Brussel. 2.20 Dan-
marks Radio of Diversen. 2.35 Deutschland-
sender of Diversen. 3.20 London Regional 4.50
Ned. Brussel. 5.40 Fransch Brussel. 6.20 Pauze
6,25 Keulen. 8.20 Radio P. T. T. Nordt of Diver
sen. 8.40 London Regional. 10.20 Ned. Brussel.
10.50 Weenen. 11.20 Danmarks Radio of Di
versen.
Programma 4. 8.00 Ned. Brussel. 9.20 Di
versen of Gramofoonmuziek. 10.35 London
Regional. 1.20 Droitwich. 1.35 Londen Regio
nal. 3.20 Droitwich. 6.40 Londen Regional. 6.55
Droitwich. 7.50 London Regional. 8.35 Droit
wich.
Programma V: 8.00—7.00 Diversen. 7.00—
8.00 Eigengramofoonplatenconcert. Opera
concert. Operaprogramma.
1. Der Rosenkavalier, H. E. Groh.
2. Don Juan, sopraan, bariton, orkest.
3. Die Zauberharfe, Staatsop. orkest v. Berl.
4. Hochzeitsmarsch, Berl. Philharmoniker.
5. Banditenstreiche, Symph. Orkest.
6 Faustselectie, Coldstream Guards.
7. Der Barbier von Bagdad, H. E. Groh.
8. Krönigsmarsch uit Prophet, Berl. Philhar
moniker
9. Die Zauberflöte, Sopr., bariton, orkest.
10. Der Waffenscbmied. Ludwig Hoffmann.
8.0012.00 Diversen.
Collecte voor liet Rootle Kruis.
Het bestuur van het Roode Kruis schrijft
ons:
Op alle Haarlemmers doet het Roode Kruis
opnieuw een beroep. Morgen 2 November
wordt de jaarlijksche collecte gehouden: voor
het Parkherstellingsoord.
Meent niet dat door het prachtig resultaat
der Fritz Hirsch' opvoering van twee weken
geleden het Haarlemsche Roode Kruis nu uit
de geldzorgen is, al is de druk dier zorgen na
tuurlijk wel verminderd.
Nu begint de opleiding tot Helpster der tal
rijke dames, die zich daarvoor opgaven en ook
hiervoor is geld noodig.
Wat het Roode Kruis is en wat het doet is
nu wel aan een ieder bekend; weest daarom
vrijgevig morgen en verheugt u in de dank
baarheid onzer collectanten voor uw milde
gave
„Kunst Zij Ons Doel'' richt adres
tol B. en W.
CHR. GEREF. GEM. VAN HAARLEM-NOORD
In het midden van de Chr. Geref. Gemeente
van Haarlem-N. is een Evangelisatie zang
koor opgéricht met aanvankelijk 20 leden. Het
koor repeteert op Zaterdagavond in het kerk
gebouw der gemeente.
CURSUS VOOR MAATSCHAPPELIJKE
WERKERS
Men schrijft ons:
De Commissie voor opleiding van maat
schappelijke werkers, die zich ten doel stelt de
organisatie van cursussen voor maatschappe
lijke werkers in het geheele land heeft ook te
Haarlem een cursus in het leven geroepen ter
opleiding voor het examen Maatschappelijk
Werker, dat door de Nederlandsche Vereeni
ging voor Gemeentebelangen zal worden inge
steld.
De lessen aan dezen cursus vangen aan op
Donderdag 17 November. Per week wordt ge
durende één avond twee uur les gegeven.
Als docenten zullen optreden mr. P. van
Driel, commies bij Maatschappelijk Hulpbe
toon, W. F. Jansen, directeur van het Bureau
voor beroepskeuze, A. Jongbloed, referendaris
bij Maatschappelijk-Hulpbetoon, W. Lubbe-
rink, leeraar Staatswetenschappen, J. H. Lich-
tenveldt, commies bij den Gemeentelijken
Dienst voor Werkloosheidsbestrijding alhier en
mr. E. Tjaden, directeur van Sociale Zaken te
Zandvoort.
De cursus is toegankelijk voor ieder die op
het terrein van het maatschappelijk werk
praktisch werkzaam is. Men kan zich voor
deelneming opgeven bij den cursusleider A.
Jongbloed, p.a. Maatschappelijk Hulpbetoon
te Haarlem.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
De agenda voor de 132ste vergadering der
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken, te houden op
Dinsdag 8 November 1938, des namiddags
te 8 uur, in het Gebouw der Kamer, Nassau-
plein 46, Haarlem, luidt:
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Mededeelingen.
4. Vaststelling periodieke subsidies 1939.
5. Voorstel Bureau om te geraken tot een
legesgeld-heffing voor certificaten van oor
sprong en legalisaties van handteekeningen.
6. Concept-schrijven Bureau aan den Mi
nister van Economische Zaken betr. wettelijke
beteugeling van het cadeaustelsel.
7. Concept-schrijven Bureau aan den Mi
nister van Waterstaat, inzake plaats Centrale
Vliegveld.
8. Concept-schrijven Commissie voor Ver
keer en Vervoer aan den Minister van Water
staat, betr. coördinatie vervoer.
9. Demping Bakenessergracht. Inleider de
heer B. W. Lasschuit.
10. Rondvraag.
11. Besloten zitting.
'n Ideaal Laxeermiddel
vormen Foster's Maagpillen, doordat zij zoo
zacht en toch zoo afdoend werken. Geen
last meer van verstopping en slechte spijs
vertering, of van de- eruit voortkomende
hoofdpijn, humeurigheid, lusteloosheid, maag
stoornissen, enz. Alom verkrijgbaar a f 0.65
FOSTERs MAAGPILLEN
(Adv. Ingez. Med.)
Klanten hebben altijd gelijk.
door
L. B. JACOB.
ONiSEEJUR PAUL", zei de hoteldirec-
y teur, „gaat u direct even naar no.
<59_lv-II- 53 er .g een
Monsieur Paul in het dagelij kscli leven
John Smith uit Londen boog, streek over
zijn onberispelijke haren en nam de lift naai
de eerste verdieping. Hier lagen de dure appar
tementen, die uitkeken over het meer en waai
de rijke vreemdelingen hun dagen doorbrach
ten waarméé eigenlijk? vroeg monsieur
Paul zich af, terwijl hij op de deur van no. 53
tikte.
„Goed dat u komt!" riep de Amerikaansche-
van-middelbaren-leeftijd. „U denkt toch niet
dat ik dit eten kan?" Haar dikke hand wees
pathetisch naar de glanzend verchroomde
dientafel, die de kellner had binnengereden.
Paul inspecteerde haastig het maal. Alles in
orde een verfijnde lunch, zorgvuldig opge
diend, zooals men verwachten kon in dit mil-
lionairshotel in het hart van Zwitserland.
„Verschrikkelijk, mevrouw!" zei hij hoofd
schuddend. „Ik hoop dat u
„Ik vraag u niets!" zei de dame snibbig. „Als
ik grape-fruit bestel wil ik ze gekoeld hebben
en niet bevroren.begrijpt u? Ik verwacht
dat u maatregelen neemt".
„Zeker mevrouw", glimlachte Paul. Hij
duwde het dienwagentje terug naar den
kellner. „Hier, neem mee. Bedenk wat ik je
vanmorgen nog gezegd heb. Je bent hier om
te zorgen dat het madame aan niets ont
breekt. Meld je straks op kantoor. Vooruit".
Hij draaide zich af voordat de man antwoor
den kon. Toen de kellner verdwenen was
pleitte hij: „Madam; ik kan geen excuus voor
zoo'n behandeling' vinden. Het is te erg voor
een hotel als dit. Ik verzeker u dat u van dien
man geen last meer zult hebben. Als u zoo
goed wilt zijn even te wachten zal ik u zelf
bedienen".
De klant gaf geen antwoord, maar de
bossheid was uit haar gezicht weg.
Toen Paul terugkwam van zijn werk op
no. 53 vond hij een ouden Engelschman bij
de lift, woedend op de bel drukkend. „Waarom
voor den drommel is er niemand bij de lift?"
sputterde hij.
„Pardon, mijnheer", zei Paul en deed of hij
zijn vinger op de belknop hield. Het had geen
nut om te bellen voor een lift, die allang bezig
was met de grootst mogelijke snelheid naar
beneden te komen.
„Denkt u' soms dat ik niet anders te doen
heb dan hier den heelen middag te wachten?
Wie is u eigenlijk?"
„De onderdirecteur, mijnheer, om u te die
nen".
„Loop naar den drommel met je diensten!"
Paul stuurde den liftjongen weg-toen de lift
arriveerde. „Ik wil graag eens weten waarom
je niet kwam toen mijnheer belde", zei hij.
Copyright P- I. B. Box 6 Copenhc
Met meer dan gewone aandacht bekeek de vrouw de prachtige II pot in haar handen, om eens van heel nabij te zien, hoe mooi haar
bloem, welke uit de gerstekorrel gegroeid was. Zij nam de bloem- nieuwe bezit wel was. En toen kón zij zich niet weerhouden om
de roode en gele blaadjes met haar lippen te beroeren.
Nauwelijks was de kus gegeven of de bloemknop opende zich.
Het was net of hy daarop gewacht had. De vrouw was wel even
geschrokken, maar dat was gauw voorbij. Nieuwsgierig bekeek zij
de bloem opnieuw. Ja, het was toch wel een tulp. Dat was nu
duidelijk te zien. Maar wat zat daar op den stamper? Een heel
klein, fijn meisje
Het meisje was stellig niet grooter dan de duim van een men-
schenhand. Daarom noemde de vrouw het ook dadelijk Duime-
lijntje. Heel voorzichtig nam de vrouw Duimelijntje in haar
handen. Waar moest zij dit kleine meisje in te slapen leggen?
Een bed was veel en veel te groot. Maar uitkomst was spoedig
gebracht. Een mooi gelakte notedop werd haar wieg, de blauwe
blaadjes van een viooltje haar matras en als deken kreeg zij een
rozenblaadje. Zóó zou zij voortaan den nacht doorbrengen. En
wat zg overdag deed? Spelen op de tafel, die zoo groot was, aat
Duimelijntje er zich moe op kon loopen
(Wordt vervolgd).
brengt hulp In gezinnen, waar
door geboorte, onvolwaardig
heid of ziekte van kinderen bij
zondere nooden zijn ontstaan.
Zendt Uw bijdrage op Postgiro
75000 Den Haag.
(Adv. Ingez. Med.)
„Ga maar naar het kantoor en wacht daar op
me".
„Hoelang staat u daar nog te praten?"
„Mag ik u verder bedienen, mijnheer?"
„Wat dacht u anders?"
Monsieur Paul bracht hem naar de vijfde
étage om zijn zuster te halen en bracht de
dame van haar kamer naar de wachtende
lift; beneden geleidde hij de gasten naar het
terras. „U zult nooit meer over de liften te
klagen hebben", beloofde hij.
„Dat moest er nog bijkomen", bromde de
oude Engelschman.
Monsieur Paul ging naar zijn kantoor, om
den kellner en den liftjongen te kapittelen.
Maar een ober wenkte hem van de bar uit. Een
jonge Amerikaan, die kennelijk meer gedron
ken had dan goed voor hem was, stond den
cocktailmixer uit te schelden. Op zijn jas
waren de sporen van een gemorst glas te zien.
„Onvergefelijke slordigheid!" verklaarde
monsieur Paul. „Mogen wij uw jas naar de
stoomerij zenden?"
„Ik sla je je hersens in. Wie ben je?"
„De onderdirecteur, mijnheer. Ik hoop dat u
onze excuses aanvaarden zult".
„Excuses zeg je hè? Wat zijn dat voor lui
die glazen over de klanten leeggooien? Ik zal
.e eens wat vertellen
Het kostte twintig minuten den man naar
zijn kamers te krijgen, en voor het zoover was
had hij Paul zoowat de heele bar doorgeduwd.
Direct daarop reclameerde een Frangaise. Ze
praatte precies tien minuten aan één stuk
door de huistelefoon en het ging over haar
hond, die zoek was. Paul zelf ging op onder
zoek uit en toen hij het beest eindelijk in een
badkamer vond, kostte het hem de grootste
moeite de eigenares te overtuigen, dat hij
haar lieveling werkelijk niet had willen ont
voeren.
Er druppelde een kraan ergens naast de
kamer van een bekend Duitsoh diplomaat, die
er niet door slapen kon. Er was geen kraan,
maar monsieur Paul vond er maar een uit,
zoodat hij zorgen kon dat het niet meer ge
beuren zou. De temperatuur in het zwembad
deugde niet, en drie menschen klaagden over
de thee, die nu eenmaal alléén in Engeland
goed gezet kan worden.
Toen het heele hotel aan het theedrinken
was, kon monsieur Paul even wegslippen naar
Joyce. Ze waren nog geen jaar getrouwd, en
de benoeming van Paul tot onderdirecteur
hier en hun verhuizing van Londen naar het
prachtige bergland had hun een sprookje ge
leken. Maar den laatsten tijd maakte mon
sieur Paul, alias John Smith, zich ongerust
over Joyce. Ze was anders dan vroeger, 't was
net of haar iets hinderde. Maar ze sprak er
nooit verder over.
„Ik moest meer tijd voor haar hebben",
dacht hij, toen hij de deur van hun flatje
opende. Toen bleef hij verrast staan. Joyce
was aan het pakken geweest. Een half-ge-
vuld valies stond op den grond, een kast stond
open, en aan tafel zat Joyce een brief te
schrijven. Ze had gehuild en ze begon weer,
toen ze John op zoo'n ongewonen tijd zag
binnenkomen.
„Wat is er gebeurd?" vroeg hij verschrikt.
En toen ze geen antwoord gaf, keek hij over
haar schouder heen en las: „Ik ga naar mijn
moeder. Misschien kom ik later terug. Het is
niet uit te houden, zooals
„Maar Joyce".
„Ja", zei ze, haar tranen drogend.
„Houd je dan niet meer van me?"
„Ik houd dolveel van je, John".
„Maar wat is dan niet uit te houden?"
zuchtte monsieur Paul.
„Begrijp je dat heusch niet?" vroeg Joyce
en keek hem met betraande oogen aan. Weet
je niet hoe veeleischend je geworden bent
ik kan niets goeds meer bij je doen. Alles is
altijd verkeerd. Je klaagt over dit en je mop
pert over dat
„Heusch, lieveling? Klaag ik?" vroeg mon
sieur Paul, het wandelende klachtenboek van
het Grand Hotel.
„O ja! Over het lawaai dat de waterleiding
maakt. De koffie is te koud of de limonade te
warm. Stof op je schrijfbureau. De werkster
heeft het bad niet goed schoongemaakt of
vergeten het tafelzilver op te wrijven. Het is
niet om uit te houden. Als je eens wist hoe
lastig je tegenwoordig bentEn dan die
gebiedende toon, zie je. Waarom zég je het
niet als er wat aan ontbreekt? Ik wil het
zoo graag goed doen".
Monsieur Paul trok aan zijn onberispelijk
gestrikte das, en dacht na. Langzaam trok
een glimlach over zijn gezicht, en over het
open valies heen trok hij Joyce naar zich toe.
„Neen, kom eens hier. Hoe kon ik weten dat
ik zóó was, lieveling. Luister eens: ga met me
mee naar het hotel, dan zal ik je eens wat
laten zien. Misschien begrijp je het dan".
Joyce liet gewillig toe, dat hij haar on-
voltooiden brief in kleine stukjes scheurde.
Haar gezicht stond nog een beetje gereser
veerd, maar haar oogen lachten alweer.
„Op no. 53", zei monsieur Paul, „is een Ame-
rikaansche dame. Ik zou graag willen dat jij
straks eens luisterde, als ze haar diner bestelt.
Misschien begrijp je dan, dat een klant altijd
gelijk heeft".
„Maar
„Voortaan", zei John Smith, „ben jij óók
een van mijn klanten, liefste".
(Auteursrechten voorbehouden.
Nadruk verboden.)