-v-v-v-
10 CENT
Don Carlos.
TENTOONSTELLING
MAANDAG 7 NOVEMBER '1938
HA ARE EM'S DA'G BE AD"
'6
CBLajfen.de kondea bijten, niet
^pas als ze voeer stil zijn kan
h.et geoaarlljk: worden. <S£oo
komen uaak ook onmerkbaar
stil de geoaren ooor onze ge
zondheid. "De weerstand tegen
deze stille aanslagen op ons
lichamelijk welzijn kan door het
geregeld gebruik uan ^ralsma
uan A3alkenburg's leoertraan
worden uerhoogd.
(Adv. Ingez. Med.)
HAARLEM S GEMENGD KOOR.
Aan de uitvoering van „Der Flïegende Hol
lander" van Rich, Wagner door H. G. K„ zul
len de volgende solisten medewerken.
Senta (sopraan) Ruth. Horna. Mary (alt)
Maartje Offers, Erik (tenor) Gerard v. d.
Berk. Steuermann (tenor) R. C. Tol, Hol
lander (bariton), Edw. v. d. Ploeg, Daland
(bas) Joh. Lammen.
De Haarlemsche Orkest Vereeniging zal be
geleiden.
Met het oog op de omvangrijkheid van het
werk zal de uitvoering precies 8 uur begin
nen.
VERBOND VAN HAARLEMSCHE SPEEL-
TUINVEREENIGINGEN.
Dezer dagen werd in het clubgebouw van
de Vereeniging „Het Oosterkwartier" een al-
gemeene vergadering gehouden door de 8 te
Haarlem gevestigde speeltumvereenigingen,
onder leiding van den heer H. L. Warnier. Op
deze vergadering werd tot stichting van een
Verbond van Haarlemsche Speeltumvereeni
gingen besloten.
Tot bestuursleden werden benoemd de
heeren A. van Viersen (voorzitter), J. J. C.
Ophuysen (secretaris, Smedestraat 11), G. Sta
rink (penningmeester), A. W. Wesselius, W. A.
v. d. Kamp, J. J. Smit en M, Rustman.
ZELFWERKEND WASCHMILLEL
OVERAL VERKRIJGBAAR T
N.V HET KLAVERBLAD
HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
Zondagmorgen werd op de Noorder
Begraafplaats aan den Vergierdeweg
op het graf van den heer G. Heer
schop, in leven secretaris-penning
meester en eere-lid van den Ned.
Alg. Bond van Postduivenliefhebbers,
Afd. A, een gedenksteen onthuld
door den voorzitter van bovenge
noemde afdecling, den heer Van
Vloodorp.
Onthulling gedenkteeken
G. Heerschop.
Zondagmorgen hadden zich circa 125 per
sonen rond het graf geplaatst van den heer
Gijs Heerschop, in leven bestuurslid van afd.
A en eerelid van de N. A. B. van Postduiven-
liefhebbers.
Als eerste spreker trad de heer Van Vloo
dorp. voorzitter van afd. A, naar voren.
„Wij willen op dezen doodenakker uiting
geven aan ons respect voor wijlen onzen vriend
Heerschop", zei spreker. „Deze vriendschap
hebben wij willen vastleggen door het aan
brengen van een blijvend monument op dit
graf. Wij zullen niet opnieuw de goede eigen
schappen van den sportleven vriend, die van
ons heengegaan is, noemen, maar wij allen
zijn het er over eens dat de heer Heerschop
een buitengewoon verdienstelijk bestuurslid
was." Met deze woorden droeg hij het monu
ment aan de familie over.
Daarna legde de heer v. d. Grift namens
den N. A. B. van P. een krans bij het monu
ment; hij herdacht met enkele woorden wat
de heer Heerschop voor den Bond heeft be-
teekend.
De heer Schouten sprak namens „De Snel- j
vlieger" te Amsterdam, van welke de over
ledene eere-voorzitter was. Hij herdacht hem
als een voorbeeld van werklust en sportiviteit.
Hierna sprak de voorzitter der H. C. C. „Al
heb ik persoonlijk niet het voorrecht gehad.
Heerschop, om met je samen te mogen wer
ken, tóch ben ik er van overtuigd, dat als je
na kon aanschouwen wat wij hier in Haar
lem hebben bereikt het je volle goedkeuring
zou weg dragen, wij zullen niet eer rusten al
vorens het zoo is, zooals jij het graag gezien
had". Zich tot mevrouw Heerschop wendend,
zei hij: „Dit monument is een bewijs van
onzen dank en waardeering voor wat uw man
voor ons heeft gedaan".
De oudste zoon van den heer Heerschop,
sprak hierop zeer gevoelige woorden.
H;j dankte namens zijn moeder, zuster en
broers voor de hulde, aan zijn vader gebracht.
Vereeniging Dante-Akgliieri.
Voordracht van den Duca Carlo Alberto de
Vera d'Aragona over Luca.
Voor een uitgelezen en talrijk publiek sprak
Zaterdagavond de zaakgelastigde van Italië
bij het Nederlandsche Hof over Lucca en Car-
ducci.
Na he karakter van stad en schrijver te
hebben geschetst wees spreker op. het feit
dat Carducci slechts in een paar gedichten
spreekt over Lucca en haar lotgevallen, Hij
kwam er slechts van tijd tot tijd bij zijn
dochter die getrouwd was met den hoog
leeraar Bevilucqua. Toch heeft Lucca een
onuitwiscbbaar spoor nagelaten in het werk
van Italië's grooten dichter, en wel door de
ballade „Faida di Commune", welke voor
komt in den bundel „Rime Nuove". Het is
een typisch stuk vol scherpe karakterteeke-
ning waarin Carducci verhaalt van den
twist tusschen Lucca en Pisa om een afge
perste grensverandering, om afgedwongen af
stand van steden. Hier heeft de zanger van
Italië's eenheid en grootheid zijn bitteren
spot botgevierd tegenover alles wat de een
heid van Italië in den weg stond. De klein
zielige potsierlijke twisten, waaraan de repu
blieken dreigden ten onder te gaan; de
rauwe felheid der politieke hartstochten, de
protserige nietswaardigheid van ij dele partij
gangers, de wreedheid der wraaknemingen.
Al de ontbindende factoren van het natio
nale leven heeft Carducci op ongemeen felle
wijze aan de kaak gesteld en met niets ont-
zienden hoon overstelpt.
Spreker droeg deze diepzinnige en prachtige
ballade op uitstekende wijze voor. Hij oogstte
daarbij een ongemeenen bijval.
Na de pauze sprak de Duca meer in het bij
zonder over Lucca's geschiedenis, vooral met
betrekking tot de Nederlanden. Breedvoerig
stond hij stil bij de handelsbetrekkingen tus
schen de Italiaansche republiek en de Neder
landsche in de 17e eeuw, en wees op het be
staan van documenten, die een helder licht
op deze betrekkingen werpen. Het is te hopen
dat deze zoo belangrijke stukken spoedig zul
len worden bestudeerd. Spreker wees nog even
op de schoonheid van Lucca en omgeving en
spoorde zijn toehoorders aan op hun reis naar
Italië, deze roemrijke en kunstrijke stad niet
ter zijde te laten liggen.
De presidente der vereeniging, mevr. L. G.
VanderveldenVijgh betuigde namens allen
oprechten dank voor de prachtige voordracht
en bood tevens als herinnering aan den spre
ker een kostbaar werk over Haarlem aan.
HULPPREDIKER BENOEMD.
Tot hulpprediker bij de Ned. Herv. Gem.
alhier, om werkzaam te zijn in de wijk van
het Amsterdamsche en Slachthuiskwartier, is
benoemd de heer A. L. Hooy, cand. te Utrecht.
Zaterdagmiddag hield het College van Regenten en Regentessen van het Evang.
Luth. Weeshuis in het Westerlioutpark een druk bezochte receptie ter gelegenheid
van het 200-jarig bestaan dezer inrichting.
HET JUBILEUM VAN DS. H. JANSSEN.
Ds. H. Janssen, leger- en vlootpredikant
in algemeenen dienst te 's-Gravenhage, die
Zondag den dag herdacht, dat hij voor 40 jaar
het predikambt aanvaardde, trad Zondag
morgen en -avond op in de Chr. Geref. Kerk
van Haarlem-Gentrum, waar hij den onge-
stelden predikant, ds. W. Bijleveld, verving.
Ds. Janssen hield des morgens een predi
katie over Jeremia 2:13 en 14. Aan het einde
daarvan wierp hij een terugblik op zijn leven
en accentueerde dat wij eerst zaaiers en dan
bouwers moeten willen wezen.
Aan het einde van den dienst richtte ouder
ling J. Veugdenhll namens Kerkeraad en ge
meente een hartelijk woord van gelukwensch
tot den voorganger waarop de schare, die het
bedehuis tot de laatste plaats vulde, den ju
bilaris staande toezang de zegenbede uit Ps.
134.
Een groote belangstelling is ds. Janssen
heden te 's-Gravenhage ten deel gevallen.
Een schat van bloemen, telegrammen en
schriftelijken gelukwensehen gewerd hem uit
de kringen van leger en vloot, de Ned. Kolonie
te Londen, de Chr. Geref. Kerk in verschil
lende geledingen en de jeugdbeweging.
Drukbezochte receptie in het
Luthersche Wees- en Oudelieden-
huis.
Velen kwamen, ter gelegenheid van het
200-jarig bestaan, gelukwensehen aanbieden.
Zaterdagmiddag heeft het college van re
genten en regentessen van het wees- en oude-
iiedentehuis van de EvangelischLuthersche
Gemeente aan den Wagenweg een receptie
gehouden ter gelegenheid van het 200-jarig
bestaan -dezer inrichting. Zeer velen hebben
van deze gelegenheid gebruik gemaakt om nog
eens blijk te geven van hun sympathie en
medeleven met deze mooie instelling.
Gelukwensehen werden o.a. aangeboden
door: ds. C. J. Brandt en ds. G. Duyvendak
namens het Dag. Bestuur van den Evang.
Luthersehen Kerkeraad, ds. G. J. Waardenburg
namens den Kerkeraad der Ned. Herv. Ge
meente, den heer J. Verkouw voor de Evang,
Luth. Diaconie, ds. J. M. Leendertz en ds. J.
G. Frerichs, voorzitter en secretaris van den
Kerkeraad der Doopsgezinde Gemeente, den
heer D. Dokkum van den Luthersehen Jonge
lingen Kring, freule Kretschmar en mr. Bie-
rens de Haan namens het Gereformeerd of
Burger Weeshuis, den heer C. S. de Haas van
Dorsser, directeur van Maatschappelijk Hulp
betoon, de heeren mr. H. J. Loman, prof. dr.
H, A. van Bakel en ds. L. Schutte namens de
Synodale Commissie, vertegenwoordigers van
het Evang. Luthersche Weeshuis te Amster
dam, bestuurderen van het Doopsgezinde
Weeshuis, regenten van het Diaconiehuis
der Ned. Herv. Gemeente, de heer H. Bück-
mann namens het Lutersch Genootschap en
het Nederlandsch Bijbelgenootschap, ir.
F. C. Dufour, den heer H. M. E. van Dob-
ben, den heer C. Kapteyn, secr. der Remon-
strantsche Gemeente, dr. A. Sluyterman
namens den Ned. Protestantenbond, mr. dr.
W. P. Vis, voorzitter van den Armenraad, be
stuursleden van de Evang. Luth, Ziekenver
pleging, de vereeniging „Catharina van Bora",
de Luthersche wijkverpleging, mevrouw R. II,
P. PfaffReudler, den heer T. Wempe namens
het college van regenten van het Evang. Luth.
Weeshuis te Leiden, den heer J. L. Tadema,
dokter J. G. M. van Walsem, mr. K. A. F. J,
Pliester en notaris J. Wildschut.
De heer L. van Wijk heeft gesproken namens
het college van ouderlingen van de Evang.
Luthersche Kerk en de heer J. Verkouw na
mens het college van diakenen van de Evang.
Luth. Gemeente.
Namens de hoofden van Dienst werd een
fraai geschenk, een koperen luster, aange
boden.
Kennemer Lyceum.
Sport- en gezelligheidsfestijn te Willemsoord.
Zaterdag j.l„ 5 November, trokken pl.m. 150
oudere leerlingen van het Kennemer Lyceum
te Bloemendaal, vergezeld van Rector en eenige
leeraren, in autobussen naar Den Helder voor
het jaarlijkseh bezoek aan het Kon. Instituut
voor de Marine. Na aankomst werd eerst de
gemeenschappelijke maaltijd genoten in de
eetzaal; de gasten zaten aan met de derde
jaars-adelborsten. Het eenvoudige, maar sma
kelijke menu van „snert", nassi-goreng en
Hollandsch fruit werd, vooral door de voor de
Kennemers interessante omgeving, zeer op
prijs gesteld.
Na dit samenzijn werden de twee wedstrij
den gespeeld, van welke de voetbal-match door
de adelborsten gewonnen werd (2—1), de
hockeymatch door de Kennemers. die den
mid-voor van het Nederlandsch elftal, A. de
Roos, in hun „gelederen" hadden (5—4). Er
was een talrijk, enthousiast publiek; onder de
toeschouwers waren verscheidene officieren
met hun dames, o.a. de Schout-bij-nacht Jol
les en de commandant van het Instituut, ba
ron Van Asbeck. Tijdens de wedstrijden be
zocht een groep leerlingen en leeraren onder
geleide van adelborsten en officieren de
Tromp.
Na de sportwedstrijden was er het jaarlijk-
sche dansfestijn in de groote zaal van het In
stituut-, terwijl Rector en Conrector van het
Lyceum onder geleide van baron van Asbeck
en den eersten officier Van den Donken het
geheele Instituut bezichtigden en alle leslo
kalen bezochten. Na een paar hartelijke spee
ches over en weer (het tegenbezoek aan Bloe
mendaal werd op een Zaterdag in Januari
bepaald) vertrokken de bezoekers tegen ze
ven uur in vijf groote autocars.
REDDINGSBRIGADE VOOR DRENKELINGEN
IN INDIë OPGERICHT.
Door samenwerking van den Ned. Bond van
Drenkelingen met den in Indië gevestigden
consul van den bond, den heer W. G. van
Eyndthoven, is opgericht de Buitenzorgsche
Reddingsbrigade. De werkwijze der in het
Moederland gevestigde brigades zal ook in
Indië gevolgd worden.
Pogingen worden aangewend ook in Bata
via een brigade op te richten.
HET TOONEEL
Het Nederlandsch Tooneel.
Het Nederlandsch Tooneel heeft Zaterdag en
Zondag de eerste voorstellingen van Don
Carlos waarmee het den nieuwen schouw
burg te Arnhem eenige weken geleden in
wijdde op het Leidsche Plein in de hoofd
stad gegeven. De Amsterdammers hebben
groote belangstelling getoond voor deze eerste
„klassieke" voorstellingen van hun nieuwe ge
zelschap en zijn beide avonden in flinken
getale opgekomen.
Deze opvoering in breeden stijl is een ver
heugende gebeurtenis voor ons tooneel ge
worden en doet het gezelschap van Cor van
der Lugt Melsert alle eer aan. Van Dalsum
heeft als regisseur in de vertooning het ro
mantische en pathetische van Schiller nog al
getemperd, wat mij voor dezen modernen tijd
en onzen Hollandschen smaak niet onverstan
dig lijkt. Wij hebben prachtig spel mogen zien
van de hoofdpersonen, Van Dalsum Philips
II Frits van Dijk Don Garlos Jacques
de Haas Van Posa Loudy Nyhoff Elisa
beth van Valois en Ank van der Moer de
prinses van Eboli en aan het slot kregen wij
nog een zeer suggestieven groot-inquisiteur van
Hans van Meerten.
Het publiek heeft gisteren na afloop van de
opvoering den spelenden staande een lang
durige en warme ovatie gebracht en wij mo
gen dan ook zonder eenige reserve van een
groot succes spreken. In ons blad van morgen
komen wij uitvoerig op deze belangrijke voor
stelling terug.
J. B. SCHUIL.
SCHILDERKUNST
der onafhankelijken.
Stedelijk Museum, Amsterdam.
duiden: let daar eens op in 't vervolg! Toch was
dat dan weer niet zoo geweldig, dat ik nog pre
cies zou kunnen zeggen, waarom die teekent,jes
gezet werden: bij D. van Schijffelen, bij Reggie
Scherpbier, bij Flip Hamers of den Rotterdam
mer Jan Buys. Er zal in ieder geval iets in ge
weest zijn dat ons aantrok.
Van onze stadgenooten (ze hebben recht op
een aparte attentie) waren er ditmaal slechts
drie. Boot, Arens en Gerbrands brengen de
Spaarenstad niet in discrediet. Arens' portret
studie van een jong meisje slaat hier zelfs een
zeer gunstig figuur, het damesportret door Boot
zal men zeker ook onder het ernstige werk moe
ten rekenen, evenals dat van Gerbrands. Zoodat
we tevreden eindigen.
J. H. DE BOIS.
Tot 13 November hebben de Hollandsche
Onafhankelijken de zalen in gebruik genomen
waarin dezen zomer de Fransche kunst der vo
rige eeuw gehuisvest was. Die voor haar tijd
ten deele ook erg onafhankelijk deed, maar toch
niet toelaat dat we ons in vergelijkingen zou
den willen begeven.
Welnu, er zijn weer vierhonderd kunstwer
ken gehangen, dies kan de tevredenheid groot
zijn. Dat wil dan zeggen: de tevredenheid dei-
gehangenen, die nu stuk voor stuk de overtui
ging in zich verankerd voelen tot Neerlands
beeldende kunstenaars te behooren. En waar
iedere eerlijke overtuiging gerespecteerd dient
te worden, nemen we dat inzicht gaarne over,
al bevreemdt het, dat wij reeds op den terug
weg naar huis niets dan een chaotische hoeveel
heid met kleur bezette platte vlakken voor
oogen hadden, waaruit geen enkele blijde herin
nering om een wonder zich losmaakte. Zouden,
in tegenstelling wat wat altijd beweerd wordt,
de wonderen dan toch wèl de wereld uit zijn?
Of zouden al die blijde gehangenen al maar
schilderen zonder ook maar een kleinigheidje
van een wonder te produceeren? Dat kan toch
niet. Dus trekken we de laadjes van onze me
morie wat verder open en snuffelden naar de
verstrooide pietsies van het wonder, dat schil
deren kan zijn, om ze voorzichtig in een verslag
je te etaleeren.
Gemakkelijk vlot dat niet. Is wat de schilder
Van Deene uit zijn productie van een kwart
eeuw geleden opgraaft, hij jubileert blijk
baar in zijn eentje een wonder of was het dat
in 1913? Het lijkt aan twijfel onderhevig. Is de
„voetzool om te kussen" van een heer Van Geel
een wonder? Een onsmakelijke liefhebberij
houdt deze beeldende kunstenaar er blijkbaar op
na, en wonderlijk is dat zeker. Zijn de vrijpos
tigheid en spilziekte waarmee sommigen het
weten klaar te spelen groote doeken te vullen
en tegelijkertijd leeg te halen, wonderen? Eer
dan in die doeken zou men het wonder vinden
in de naieve toewijding waarmee een ander pro
beert op een klein plankje zijn geluk over een
stuk wereld uit te spreken, al is zijn vormen-
spraak stuntelig en zijn gevoeligheid zonder rug-
gegraat.
We zullen de kleine wonderen, als het er op
aankomt, misschien nog het best bij de het
minst excentrieke broeders van den penseele
moeten zoeken, bij de het minst eigengereide
kunstproductie, bij welke de echtheid ten min
ste evenzeer op het kunnen als op het bedoelen
te controleeren valt. Wanneer men een twintig
procent van al dit schilderwerk mocht uitzoe
ken zou men misschien een tentoonstelling kun
nen maken, waarin wel geen wonderen, maar
dan toch passabele dingen getoond konden wor
den.
Iemand als Maks geeft aan de Onafhankelij
ken een niet te versmaden steun, niet alleen als
voorzitter, doch omdat hij tot de weinige gebo
ren schilders onder hen behoort. Van zijn in
zending is het kleine tafreeltje, dat Buziau in
scène brengt, voortreffelijk. Niet alleen in deze
inzending, maar uit zijn geheele oeuvre herinner
ik mij weinig waar het kader zoo pittig-gebon-
den met kleur gevuld is, en alle leege plekken
vermeden zijn.
Hoe weelderig van schildering de bloemenstil-
levens van Frans Huysmans ook zijn mogen, in
hem ervaart men eveneens een schilder, zoo ook
In Kees Heynsius, wiens linksche der beide klei
ne landschappen in kleur en bouw een prachtig
stukje evenwichtige kundigheid vertoont. De
kleurigheid van Gonda Wulfsen een nieuwe
naam voor ons zij niet zoo sterlc als die van
Huysmans, ze is evenzeer te aanvaarden.
Paul van der Ven slaat hier luchtiger aocoor-
den aan dan op zijn Haarlemsche tentoonstelling.
De Alkmaarder Stikvoort moge dan wat
ouderwetsch aandoen, er is iets in, dat mij aan
dien Rotterdammer uit Breitner's jeugd, aan Van
de Rivière, deed denken. Hij is ook volkomen
pretentieloos, maar tegelijk wel-onderlegd en
gevoelig.
In een Zuid-Limburgsch kerkhof van Swage-
makers zit, evenals in de korenvelden van Bas
Mulder, een licht-zwevende lyriek die meer
Belgisch dan Nederlandsch is. Ze gaan hier mis
schien wat verloren met hun bescheiden geluid
tusschen allerhand cacophonie en hun talent is
niet geweldig, maar zuiver
Wars van druk doen en juist daardoor impo
neerend door hun serieuze qualiteiten, die zich
in het rumoer weten te handhaven, toonen zich
Kamerlingh Onnes (een stilleven vooral) en
Otto de Kat (een wintertje bij Brussel). Een
klein naakt van Rezelman keert weer in het ge
heugen en werk van een heer Landltroon her
inner ik mij nu ik den catalogus nog eens door
kijk.
En ja, we zagen een „stilleven in den tuin"
van A. Pakkoo dat erg voorzichtig en geduldig
in elkaar geschilderd was, en waar des ondanks
een eerlijk-naieve overgaaf in viel te onderken
nen. En zoo vinden we in ons boekje, bij namen
die ons onbekend zijn, van die teekentjes die be
Nel Oosthout, die Zaterdagavond te Haarlem
„Thomas More" heeft voorgedragen. Voor de
critiek van den heer Schuil zie men pag. 4.
Wijziging der organisatie van
„V olksonderwijs".
Commissie zal een onderzoek instellen.
De landelijke vereeniging „Volksonderwijs",
heeft in de Handelsbeurs te Utrecht 'eexi al-
gemeene vergadering gehouden, De voorzitter,
dr. M. W. Marsman memoreerde in zijn
openingswoord den gevoerden strijd in het
afgeloopen jaar, daarbij wijzend op de moei
lijkheden, welke de openbare school in den
weg worden gelegd. De nabije toekomst be
sprekend wees spreker op de maatregelen van
de regeering, welke den bloei van de open
bare school ten zeerste belemmeren. De vol
ledige negatie op het gebied van het onder
wijs door de regeering, moet voor een vereeni
ging als „Volksonderwijs" is, aldus vervolgde
spreker, leiden tot het innemen van een po
sitief standpunt. Taak is in de eerste plaats
versterking der organisatie
Bij de verkiezingen werden de heeren N.
Kropveld (Assen) en dr. G. Westmijse (Rot
terdam) in het hoofdbestuur als lid herkozen.
Tevens werd mr. W. C. Wendelaar, lid van
de Tweede Kamer (Den Haag) in het hoofd
bestuur gekozen.
Tot lid van de financieele commissie werd
gekozen de heer M. van Assen (Enschedé),
tot lid van de commissie van beheer van het
fonds tot steun de heer Klaas de Vries uit
Amsterdam, terwijl de heer W. B. Noteboom
werd herkozen als lid van de filmcommissie.
Naar aanleiding van het verzoek van de af-
deeling Zwolle, een onderzoek in te stellen
naar de gevolgen van de „gelijkschakelings-
wet" bij het openbaar en bijzonder lager on
derwijs maakte de secretaris de resultaten
van het reeds ingestelde onderzoek bekend.
Daarbij bleek dat van de 391 scholen, die in
den lande in behandeling waren genomen,
de stand van zaken op 1 November j.l. als
volgt was:
14 scholen werden opgeheven terwijl er nog
14 in afwachting waren op het resultaat van
nog komende beslissingen. De heer R. van
Gaasbeek, inspecteur bij het L. O., wees in
verband hiermede op het groote belang voor
de toekomst, dat goede bekendheid wordt
gegeven aan de motieven, die geleid hebben
tot het behoud van verschillende scholen.
Eerst het voorstel van de afdeeling Am
sterdam, dat door het hoofdbestuur als volgt
werd gewijzigd: het hoofdbestuur ijvere voor
een herhaald geneeskundig onderzoek van de
leerkrachten op tuberculose, op gezette tij
den., tot aan den 30-jai'igen leeftijd, werd aan
genomen.
De voorstellen van het hoofdbestuur inzake
het Esperanto:
a. Volksonderwijs verleene zijn steun aan
de pogingen, te ondernemen door het „Espe
ranto-bureau", om te komen tot het oprich
ten en in standhouden van Esperanto-cur-
sussen voor schoolgaande kinderen.
b. Volksonderwijs steune de actie der ver
schillende organisaties, aangesloten bij bo
vengenoemd bureau, in zooverre, dat het
ijveren wil voor het brengen van Esperanto
onder de facultatieve vakken op de lagere
eveneens de goedkeuring van de vergadeiing
school in de leerjaren, na het zesde, konden
verkrijgen,
De balans per 31 December 1937 en reke
ning over 1937 werden met algemeene stem
men goedgekeurd.
Bij de begrooting voor 1939 werd door tal
rijke afgevaardigden het woord gevoerd, in
het bijzonder over het orgaan.
Tenslotte werd de begrooting met alge
meene stemmen aangenomen.
Aangenomen werd het voorstel van het
hoofdbestuur om een commissie te benoemen,
die zal onderzoeken of verandering van or
ganisatie noodig, mogelijk en gewenscht is.
Een paar voorstellen van organisatorischen
aard werden ingetrokken.
Tot lid van de commissie van beroep werd
nog gekozen mr. I. E. Drievoet uit Amster
dam.
1