-v-v-v- 10 CENT Don Carlos. TENTOONSTELLING MAANDAG 7 NOVEMBER '1938 HA ARE EM'S DA'G BE AD" '6 CBLajfen.de kondea bijten, niet ^pas als ze voeer stil zijn kan h.et geoaarlljk: worden. <S£oo komen uaak ook onmerkbaar stil de geoaren ooor onze ge zondheid. "De weerstand tegen deze stille aanslagen op ons lichamelijk welzijn kan door het geregeld gebruik uan ^ralsma uan A3alkenburg's leoertraan worden uerhoogd. (Adv. Ingez. Med.) HAARLEM S GEMENGD KOOR. Aan de uitvoering van „Der Flïegende Hol lander" van Rich, Wagner door H. G. K„ zul len de volgende solisten medewerken. Senta (sopraan) Ruth. Horna. Mary (alt) Maartje Offers, Erik (tenor) Gerard v. d. Berk. Steuermann (tenor) R. C. Tol, Hol lander (bariton), Edw. v. d. Ploeg, Daland (bas) Joh. Lammen. De Haarlemsche Orkest Vereeniging zal be geleiden. Met het oog op de omvangrijkheid van het werk zal de uitvoering precies 8 uur begin nen. VERBOND VAN HAARLEMSCHE SPEEL- TUINVEREENIGINGEN. Dezer dagen werd in het clubgebouw van de Vereeniging „Het Oosterkwartier" een al- gemeene vergadering gehouden door de 8 te Haarlem gevestigde speeltumvereenigingen, onder leiding van den heer H. L. Warnier. Op deze vergadering werd tot stichting van een Verbond van Haarlemsche Speeltumvereeni gingen besloten. Tot bestuursleden werden benoemd de heeren A. van Viersen (voorzitter), J. J. C. Ophuysen (secretaris, Smedestraat 11), G. Sta rink (penningmeester), A. W. Wesselius, W. A. v. d. Kamp, J. J. Smit en M, Rustman. ZELFWERKEND WASCHMILLEL OVERAL VERKRIJGBAAR T N.V HET KLAVERBLAD HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) Zondagmorgen werd op de Noorder Begraafplaats aan den Vergierdeweg op het graf van den heer G. Heer schop, in leven secretaris-penning meester en eere-lid van den Ned. Alg. Bond van Postduivenliefhebbers, Afd. A, een gedenksteen onthuld door den voorzitter van bovenge noemde afdecling, den heer Van Vloodorp. Onthulling gedenkteeken G. Heerschop. Zondagmorgen hadden zich circa 125 per sonen rond het graf geplaatst van den heer Gijs Heerschop, in leven bestuurslid van afd. A en eerelid van de N. A. B. van Postduiven- liefhebbers. Als eerste spreker trad de heer Van Vloo dorp. voorzitter van afd. A, naar voren. „Wij willen op dezen doodenakker uiting geven aan ons respect voor wijlen onzen vriend Heerschop", zei spreker. „Deze vriendschap hebben wij willen vastleggen door het aan brengen van een blijvend monument op dit graf. Wij zullen niet opnieuw de goede eigen schappen van den sportleven vriend, die van ons heengegaan is, noemen, maar wij allen zijn het er over eens dat de heer Heerschop een buitengewoon verdienstelijk bestuurslid was." Met deze woorden droeg hij het monu ment aan de familie over. Daarna legde de heer v. d. Grift namens den N. A. B. van P. een krans bij het monu ment; hij herdacht met enkele woorden wat de heer Heerschop voor den Bond heeft be- teekend. De heer Schouten sprak namens „De Snel- j vlieger" te Amsterdam, van welke de over ledene eere-voorzitter was. Hij herdacht hem als een voorbeeld van werklust en sportiviteit. Hierna sprak de voorzitter der H. C. C. „Al heb ik persoonlijk niet het voorrecht gehad. Heerschop, om met je samen te mogen wer ken, tóch ben ik er van overtuigd, dat als je na kon aanschouwen wat wij hier in Haar lem hebben bereikt het je volle goedkeuring zou weg dragen, wij zullen niet eer rusten al vorens het zoo is, zooals jij het graag gezien had". Zich tot mevrouw Heerschop wendend, zei hij: „Dit monument is een bewijs van onzen dank en waardeering voor wat uw man voor ons heeft gedaan". De oudste zoon van den heer Heerschop, sprak hierop zeer gevoelige woorden. H;j dankte namens zijn moeder, zuster en broers voor de hulde, aan zijn vader gebracht. Vereeniging Dante-Akgliieri. Voordracht van den Duca Carlo Alberto de Vera d'Aragona over Luca. Voor een uitgelezen en talrijk publiek sprak Zaterdagavond de zaakgelastigde van Italië bij het Nederlandsche Hof over Lucca en Car- ducci. Na he karakter van stad en schrijver te hebben geschetst wees spreker op. het feit dat Carducci slechts in een paar gedichten spreekt over Lucca en haar lotgevallen, Hij kwam er slechts van tijd tot tijd bij zijn dochter die getrouwd was met den hoog leeraar Bevilucqua. Toch heeft Lucca een onuitwiscbbaar spoor nagelaten in het werk van Italië's grooten dichter, en wel door de ballade „Faida di Commune", welke voor komt in den bundel „Rime Nuove". Het is een typisch stuk vol scherpe karakterteeke- ning waarin Carducci verhaalt van den twist tusschen Lucca en Pisa om een afge perste grensverandering, om afgedwongen af stand van steden. Hier heeft de zanger van Italië's eenheid en grootheid zijn bitteren spot botgevierd tegenover alles wat de een heid van Italië in den weg stond. De klein zielige potsierlijke twisten, waaraan de repu blieken dreigden ten onder te gaan; de rauwe felheid der politieke hartstochten, de protserige nietswaardigheid van ij dele partij gangers, de wreedheid der wraaknemingen. Al de ontbindende factoren van het natio nale leven heeft Carducci op ongemeen felle wijze aan de kaak gesteld en met niets ont- zienden hoon overstelpt. Spreker droeg deze diepzinnige en prachtige ballade op uitstekende wijze voor. Hij oogstte daarbij een ongemeenen bijval. Na de pauze sprak de Duca meer in het bij zonder over Lucca's geschiedenis, vooral met betrekking tot de Nederlanden. Breedvoerig stond hij stil bij de handelsbetrekkingen tus schen de Italiaansche republiek en de Neder landsche in de 17e eeuw, en wees op het be staan van documenten, die een helder licht op deze betrekkingen werpen. Het is te hopen dat deze zoo belangrijke stukken spoedig zul len worden bestudeerd. Spreker wees nog even op de schoonheid van Lucca en omgeving en spoorde zijn toehoorders aan op hun reis naar Italië, deze roemrijke en kunstrijke stad niet ter zijde te laten liggen. De presidente der vereeniging, mevr. L. G. VanderveldenVijgh betuigde namens allen oprechten dank voor de prachtige voordracht en bood tevens als herinnering aan den spre ker een kostbaar werk over Haarlem aan. HULPPREDIKER BENOEMD. Tot hulpprediker bij de Ned. Herv. Gem. alhier, om werkzaam te zijn in de wijk van het Amsterdamsche en Slachthuiskwartier, is benoemd de heer A. L. Hooy, cand. te Utrecht. Zaterdagmiddag hield het College van Regenten en Regentessen van het Evang. Luth. Weeshuis in het Westerlioutpark een druk bezochte receptie ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan dezer inrichting. HET JUBILEUM VAN DS. H. JANSSEN. Ds. H. Janssen, leger- en vlootpredikant in algemeenen dienst te 's-Gravenhage, die Zondag den dag herdacht, dat hij voor 40 jaar het predikambt aanvaardde, trad Zondag morgen en -avond op in de Chr. Geref. Kerk van Haarlem-Gentrum, waar hij den onge- stelden predikant, ds. W. Bijleveld, verving. Ds. Janssen hield des morgens een predi katie over Jeremia 2:13 en 14. Aan het einde daarvan wierp hij een terugblik op zijn leven en accentueerde dat wij eerst zaaiers en dan bouwers moeten willen wezen. Aan het einde van den dienst richtte ouder ling J. Veugdenhll namens Kerkeraad en ge meente een hartelijk woord van gelukwensch tot den voorganger waarop de schare, die het bedehuis tot de laatste plaats vulde, den ju bilaris staande toezang de zegenbede uit Ps. 134. Een groote belangstelling is ds. Janssen heden te 's-Gravenhage ten deel gevallen. Een schat van bloemen, telegrammen en schriftelijken gelukwensehen gewerd hem uit de kringen van leger en vloot, de Ned. Kolonie te Londen, de Chr. Geref. Kerk in verschil lende geledingen en de jeugdbeweging. Drukbezochte receptie in het Luthersche Wees- en Oudelieden- huis. Velen kwamen, ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan, gelukwensehen aanbieden. Zaterdagmiddag heeft het college van re genten en regentessen van het wees- en oude- iiedentehuis van de EvangelischLuthersche Gemeente aan den Wagenweg een receptie gehouden ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan -dezer inrichting. Zeer velen hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt om nog eens blijk te geven van hun sympathie en medeleven met deze mooie instelling. Gelukwensehen werden o.a. aangeboden door: ds. C. J. Brandt en ds. G. Duyvendak namens het Dag. Bestuur van den Evang. Luthersehen Kerkeraad, ds. G. J. Waardenburg namens den Kerkeraad der Ned. Herv. Ge meente, den heer J. Verkouw voor de Evang, Luth. Diaconie, ds. J. M. Leendertz en ds. J. G. Frerichs, voorzitter en secretaris van den Kerkeraad der Doopsgezinde Gemeente, den heer D. Dokkum van den Luthersehen Jonge lingen Kring, freule Kretschmar en mr. Bie- rens de Haan namens het Gereformeerd of Burger Weeshuis, den heer C. S. de Haas van Dorsser, directeur van Maatschappelijk Hulp betoon, de heeren mr. H. J. Loman, prof. dr. H, A. van Bakel en ds. L. Schutte namens de Synodale Commissie, vertegenwoordigers van het Evang. Luthersche Weeshuis te Amster dam, bestuurderen van het Doopsgezinde Weeshuis, regenten van het Diaconiehuis der Ned. Herv. Gemeente, de heer H. Bück- mann namens het Lutersch Genootschap en het Nederlandsch Bijbelgenootschap, ir. F. C. Dufour, den heer H. M. E. van Dob- ben, den heer C. Kapteyn, secr. der Remon- strantsche Gemeente, dr. A. Sluyterman namens den Ned. Protestantenbond, mr. dr. W. P. Vis, voorzitter van den Armenraad, be stuursleden van de Evang. Luth, Ziekenver pleging, de vereeniging „Catharina van Bora", de Luthersche wijkverpleging, mevrouw R. II, P. PfaffReudler, den heer T. Wempe namens het college van regenten van het Evang. Luth. Weeshuis te Leiden, den heer J. L. Tadema, dokter J. G. M. van Walsem, mr. K. A. F. J, Pliester en notaris J. Wildschut. De heer L. van Wijk heeft gesproken namens het college van ouderlingen van de Evang. Luthersche Kerk en de heer J. Verkouw na mens het college van diakenen van de Evang. Luth. Gemeente. Namens de hoofden van Dienst werd een fraai geschenk, een koperen luster, aange boden. Kennemer Lyceum. Sport- en gezelligheidsfestijn te Willemsoord. Zaterdag j.l„ 5 November, trokken pl.m. 150 oudere leerlingen van het Kennemer Lyceum te Bloemendaal, vergezeld van Rector en eenige leeraren, in autobussen naar Den Helder voor het jaarlijkseh bezoek aan het Kon. Instituut voor de Marine. Na aankomst werd eerst de gemeenschappelijke maaltijd genoten in de eetzaal; de gasten zaten aan met de derde jaars-adelborsten. Het eenvoudige, maar sma kelijke menu van „snert", nassi-goreng en Hollandsch fruit werd, vooral door de voor de Kennemers interessante omgeving, zeer op prijs gesteld. Na dit samenzijn werden de twee wedstrij den gespeeld, van welke de voetbal-match door de adelborsten gewonnen werd (2—1), de hockeymatch door de Kennemers. die den mid-voor van het Nederlandsch elftal, A. de Roos, in hun „gelederen" hadden (5—4). Er was een talrijk, enthousiast publiek; onder de toeschouwers waren verscheidene officieren met hun dames, o.a. de Schout-bij-nacht Jol les en de commandant van het Instituut, ba ron Van Asbeck. Tijdens de wedstrijden be zocht een groep leerlingen en leeraren onder geleide van adelborsten en officieren de Tromp. Na de sportwedstrijden was er het jaarlijk- sche dansfestijn in de groote zaal van het In stituut-, terwijl Rector en Conrector van het Lyceum onder geleide van baron van Asbeck en den eersten officier Van den Donken het geheele Instituut bezichtigden en alle leslo kalen bezochten. Na een paar hartelijke spee ches over en weer (het tegenbezoek aan Bloe mendaal werd op een Zaterdag in Januari bepaald) vertrokken de bezoekers tegen ze ven uur in vijf groote autocars. REDDINGSBRIGADE VOOR DRENKELINGEN IN INDIë OPGERICHT. Door samenwerking van den Ned. Bond van Drenkelingen met den in Indië gevestigden consul van den bond, den heer W. G. van Eyndthoven, is opgericht de Buitenzorgsche Reddingsbrigade. De werkwijze der in het Moederland gevestigde brigades zal ook in Indië gevolgd worden. Pogingen worden aangewend ook in Bata via een brigade op te richten. HET TOONEEL Het Nederlandsch Tooneel. Het Nederlandsch Tooneel heeft Zaterdag en Zondag de eerste voorstellingen van Don Carlos waarmee het den nieuwen schouw burg te Arnhem eenige weken geleden in wijdde op het Leidsche Plein in de hoofd stad gegeven. De Amsterdammers hebben groote belangstelling getoond voor deze eerste „klassieke" voorstellingen van hun nieuwe ge zelschap en zijn beide avonden in flinken getale opgekomen. Deze opvoering in breeden stijl is een ver heugende gebeurtenis voor ons tooneel ge worden en doet het gezelschap van Cor van der Lugt Melsert alle eer aan. Van Dalsum heeft als regisseur in de vertooning het ro mantische en pathetische van Schiller nog al getemperd, wat mij voor dezen modernen tijd en onzen Hollandschen smaak niet onverstan dig lijkt. Wij hebben prachtig spel mogen zien van de hoofdpersonen, Van Dalsum Philips II Frits van Dijk Don Garlos Jacques de Haas Van Posa Loudy Nyhoff Elisa beth van Valois en Ank van der Moer de prinses van Eboli en aan het slot kregen wij nog een zeer suggestieven groot-inquisiteur van Hans van Meerten. Het publiek heeft gisteren na afloop van de opvoering den spelenden staande een lang durige en warme ovatie gebracht en wij mo gen dan ook zonder eenige reserve van een groot succes spreken. In ons blad van morgen komen wij uitvoerig op deze belangrijke voor stelling terug. J. B. SCHUIL. SCHILDERKUNST der onafhankelijken. Stedelijk Museum, Amsterdam. duiden: let daar eens op in 't vervolg! Toch was dat dan weer niet zoo geweldig, dat ik nog pre cies zou kunnen zeggen, waarom die teekent,jes gezet werden: bij D. van Schijffelen, bij Reggie Scherpbier, bij Flip Hamers of den Rotterdam mer Jan Buys. Er zal in ieder geval iets in ge weest zijn dat ons aantrok. Van onze stadgenooten (ze hebben recht op een aparte attentie) waren er ditmaal slechts drie. Boot, Arens en Gerbrands brengen de Spaarenstad niet in discrediet. Arens' portret studie van een jong meisje slaat hier zelfs een zeer gunstig figuur, het damesportret door Boot zal men zeker ook onder het ernstige werk moe ten rekenen, evenals dat van Gerbrands. Zoodat we tevreden eindigen. J. H. DE BOIS. Tot 13 November hebben de Hollandsche Onafhankelijken de zalen in gebruik genomen waarin dezen zomer de Fransche kunst der vo rige eeuw gehuisvest was. Die voor haar tijd ten deele ook erg onafhankelijk deed, maar toch niet toelaat dat we ons in vergelijkingen zou den willen begeven. Welnu, er zijn weer vierhonderd kunstwer ken gehangen, dies kan de tevredenheid groot zijn. Dat wil dan zeggen: de tevredenheid dei- gehangenen, die nu stuk voor stuk de overtui ging in zich verankerd voelen tot Neerlands beeldende kunstenaars te behooren. En waar iedere eerlijke overtuiging gerespecteerd dient te worden, nemen we dat inzicht gaarne over, al bevreemdt het, dat wij reeds op den terug weg naar huis niets dan een chaotische hoeveel heid met kleur bezette platte vlakken voor oogen hadden, waaruit geen enkele blijde herin nering om een wonder zich losmaakte. Zouden, in tegenstelling wat wat altijd beweerd wordt, de wonderen dan toch wèl de wereld uit zijn? Of zouden al die blijde gehangenen al maar schilderen zonder ook maar een kleinigheidje van een wonder te produceeren? Dat kan toch niet. Dus trekken we de laadjes van onze me morie wat verder open en snuffelden naar de verstrooide pietsies van het wonder, dat schil deren kan zijn, om ze voorzichtig in een verslag je te etaleeren. Gemakkelijk vlot dat niet. Is wat de schilder Van Deene uit zijn productie van een kwart eeuw geleden opgraaft, hij jubileert blijk baar in zijn eentje een wonder of was het dat in 1913? Het lijkt aan twijfel onderhevig. Is de „voetzool om te kussen" van een heer Van Geel een wonder? Een onsmakelijke liefhebberij houdt deze beeldende kunstenaar er blijkbaar op na, en wonderlijk is dat zeker. Zijn de vrijpos tigheid en spilziekte waarmee sommigen het weten klaar te spelen groote doeken te vullen en tegelijkertijd leeg te halen, wonderen? Eer dan in die doeken zou men het wonder vinden in de naieve toewijding waarmee een ander pro beert op een klein plankje zijn geluk over een stuk wereld uit te spreken, al is zijn vormen- spraak stuntelig en zijn gevoeligheid zonder rug- gegraat. We zullen de kleine wonderen, als het er op aankomt, misschien nog het best bij de het minst excentrieke broeders van den penseele moeten zoeken, bij de het minst eigengereide kunstproductie, bij welke de echtheid ten min ste evenzeer op het kunnen als op het bedoelen te controleeren valt. Wanneer men een twintig procent van al dit schilderwerk mocht uitzoe ken zou men misschien een tentoonstelling kun nen maken, waarin wel geen wonderen, maar dan toch passabele dingen getoond konden wor den. Iemand als Maks geeft aan de Onafhankelij ken een niet te versmaden steun, niet alleen als voorzitter, doch omdat hij tot de weinige gebo ren schilders onder hen behoort. Van zijn in zending is het kleine tafreeltje, dat Buziau in scène brengt, voortreffelijk. Niet alleen in deze inzending, maar uit zijn geheele oeuvre herinner ik mij weinig waar het kader zoo pittig-gebon- den met kleur gevuld is, en alle leege plekken vermeden zijn. Hoe weelderig van schildering de bloemenstil- levens van Frans Huysmans ook zijn mogen, in hem ervaart men eveneens een schilder, zoo ook In Kees Heynsius, wiens linksche der beide klei ne landschappen in kleur en bouw een prachtig stukje evenwichtige kundigheid vertoont. De kleurigheid van Gonda Wulfsen een nieuwe naam voor ons zij niet zoo sterlc als die van Huysmans, ze is evenzeer te aanvaarden. Paul van der Ven slaat hier luchtiger aocoor- den aan dan op zijn Haarlemsche tentoonstelling. De Alkmaarder Stikvoort moge dan wat ouderwetsch aandoen, er is iets in, dat mij aan dien Rotterdammer uit Breitner's jeugd, aan Van de Rivière, deed denken. Hij is ook volkomen pretentieloos, maar tegelijk wel-onderlegd en gevoelig. In een Zuid-Limburgsch kerkhof van Swage- makers zit, evenals in de korenvelden van Bas Mulder, een licht-zwevende lyriek die meer Belgisch dan Nederlandsch is. Ze gaan hier mis schien wat verloren met hun bescheiden geluid tusschen allerhand cacophonie en hun talent is niet geweldig, maar zuiver Wars van druk doen en juist daardoor impo neerend door hun serieuze qualiteiten, die zich in het rumoer weten te handhaven, toonen zich Kamerlingh Onnes (een stilleven vooral) en Otto de Kat (een wintertje bij Brussel). Een klein naakt van Rezelman keert weer in het ge heugen en werk van een heer Landltroon her inner ik mij nu ik den catalogus nog eens door kijk. En ja, we zagen een „stilleven in den tuin" van A. Pakkoo dat erg voorzichtig en geduldig in elkaar geschilderd was, en waar des ondanks een eerlijk-naieve overgaaf in viel te onderken nen. En zoo vinden we in ons boekje, bij namen die ons onbekend zijn, van die teekentjes die be Nel Oosthout, die Zaterdagavond te Haarlem „Thomas More" heeft voorgedragen. Voor de critiek van den heer Schuil zie men pag. 4. Wijziging der organisatie van „V olksonderwijs". Commissie zal een onderzoek instellen. De landelijke vereeniging „Volksonderwijs", heeft in de Handelsbeurs te Utrecht 'eexi al- gemeene vergadering gehouden, De voorzitter, dr. M. W. Marsman memoreerde in zijn openingswoord den gevoerden strijd in het afgeloopen jaar, daarbij wijzend op de moei lijkheden, welke de openbare school in den weg worden gelegd. De nabije toekomst be sprekend wees spreker op de maatregelen van de regeering, welke den bloei van de open bare school ten zeerste belemmeren. De vol ledige negatie op het gebied van het onder wijs door de regeering, moet voor een vereeni ging als „Volksonderwijs" is, aldus vervolgde spreker, leiden tot het innemen van een po sitief standpunt. Taak is in de eerste plaats versterking der organisatie Bij de verkiezingen werden de heeren N. Kropveld (Assen) en dr. G. Westmijse (Rot terdam) in het hoofdbestuur als lid herkozen. Tevens werd mr. W. C. Wendelaar, lid van de Tweede Kamer (Den Haag) in het hoofd bestuur gekozen. Tot lid van de financieele commissie werd gekozen de heer M. van Assen (Enschedé), tot lid van de commissie van beheer van het fonds tot steun de heer Klaas de Vries uit Amsterdam, terwijl de heer W. B. Noteboom werd herkozen als lid van de filmcommissie. Naar aanleiding van het verzoek van de af- deeling Zwolle, een onderzoek in te stellen naar de gevolgen van de „gelijkschakelings- wet" bij het openbaar en bijzonder lager on derwijs maakte de secretaris de resultaten van het reeds ingestelde onderzoek bekend. Daarbij bleek dat van de 391 scholen, die in den lande in behandeling waren genomen, de stand van zaken op 1 November j.l. als volgt was: 14 scholen werden opgeheven terwijl er nog 14 in afwachting waren op het resultaat van nog komende beslissingen. De heer R. van Gaasbeek, inspecteur bij het L. O., wees in verband hiermede op het groote belang voor de toekomst, dat goede bekendheid wordt gegeven aan de motieven, die geleid hebben tot het behoud van verschillende scholen. Eerst het voorstel van de afdeeling Am sterdam, dat door het hoofdbestuur als volgt werd gewijzigd: het hoofdbestuur ijvere voor een herhaald geneeskundig onderzoek van de leerkrachten op tuberculose, op gezette tij den., tot aan den 30-jai'igen leeftijd, werd aan genomen. De voorstellen van het hoofdbestuur inzake het Esperanto: a. Volksonderwijs verleene zijn steun aan de pogingen, te ondernemen door het „Espe ranto-bureau", om te komen tot het oprich ten en in standhouden van Esperanto-cur- sussen voor schoolgaande kinderen. b. Volksonderwijs steune de actie der ver schillende organisaties, aangesloten bij bo vengenoemd bureau, in zooverre, dat het ijveren wil voor het brengen van Esperanto onder de facultatieve vakken op de lagere eveneens de goedkeuring van de vergadeiing school in de leerjaren, na het zesde, konden verkrijgen, De balans per 31 December 1937 en reke ning over 1937 werden met algemeene stem men goedgekeurd. Bij de begrooting voor 1939 werd door tal rijke afgevaardigden het woord gevoerd, in het bijzonder over het orgaan. Tenslotte werd de begrooting met alge meene stemmen aangenomen. Aangenomen werd het voorstel van het hoofdbestuur om een commissie te benoemen, die zal onderzoeken of verandering van or ganisatie noodig, mogelijk en gewenscht is. Een paar voorstellen van organisatorischen aard werden ingetrokken. Tot lid van de commissie van beroep werd nog gekozen mr. I. E. Drievoet uit Amster dam. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 10