STEGEMANS Mc Algemeen begrootingsdebat beg onnen. S.D.A.P. bereid met Katholieken samen te werken. Petroleumvelden in Mexico terug Kunst in Haarlem en daarbuiten. /MI V, *Jlc picfPaJfrg Dagboek van een H. B. S.-er WOENSDAG 9 NOVEMBER 1938 H A AR E EM'S D A'G B E X D' 3 TWEEDE KAMER. Maatregelen tegen anti semitisme gevraagd. DEN HAAG Dinsdag. Achter de Ministerstafel ontbraken heden, tengevolge van een feest (lustrum der Rot- terdamsche Handeishoogeschool) de Ministers van Economische Zaken en van Onderwijs, en door 'n droeve plechtigheid (begrafenis van Mr. Besier. oud-proc.-gener. van den Hoogen Raad), de Minister van Justitie, Mr. Goseling. Deze laatste hoorde dus niet, hoe Ir. Albar- d a (s.d.) voorspelde, dat de as ColijnGose ling straks aan zware beproevingen bloot staat. Deze opmerking diende om aan te toonen, dat het in het huidige kabinet lang niet alles pais en vree is en om er nog eens op te wijzen, dat de Katholieken tenslotte ook met de so ciaal-democraten zouden sunnen samenwerken. Spr. constateerde dat de aan passingspolitiek van het kabinet mislukt is en zelfs zou leiden tot „ma terieel èn geestelijk pau perisme". In dit verband uitte de s.d. woordvoerder zijn verontwaardiging over de bewering der 9 finan ciers, dat ons volk in al zijn geledingen op te groo- (S.D.A.PJ ten voet leeft. Intusschen vreesde hij, dat niet alle Ministers bedoeld adres zouden verwerpen, want naast de R.K. voorstanders van po sitieve welvaartspolitiek, telt het kabinet ook ijveraars voor vérgaande bezuiniging. Wat wil de Regeering in dezen nu precies? Eén volgend punt van kritiek vormden de aangekondigde belastingplannen, waarna Ir. Albarda uiteenzette in hoeverre z.i. het rap port Westhoff (i.z. werkverschaffing enz.) ten opzichte van werkloosheids- en werkver- schaffingsvraagstuk eigenlijk de juistheid er kent van wat het Plan van den Arbeid dien omtrent had bevat. Dat stemt op zichzelf tot voldoening. Maar tot wrevel, dat niet eerder die weg van positieve welvaartspolitiek is in geslagen, wat gekund had als de R.K. Staats partij" niet de fout had begaan destijds de wel vaartspolitiek te offeren op het altaar van de rechtsche coalitie. Intusschen, zal er nu iets van terecht ko men? Dit valt te betwijfelen, aangezien het kabinet op 2 gedachten hinkt bezuinigings- en welvaartspolitiek. Bovendien, tusschen de mooie woorden, die op 't gebied van verrui ming van arbeidsgelegenheid schoone plan- nen aankondigen, én de verwezenlijking daar van, bestaat nog wel 'n verschil! De Kamer is in 't algemeen nog onvoldoende ingelicht t.a.v. de voorgenomen belastingheffingen, zoo merk te spr. op, hieraan toevoegende, dat al mogen enkele voorstellen tot belastingverlaging toe juiching verdienen, eenige van de nieuwe las ten o.m. de koopkracht verder zullen aantas ten en dat de druk van de indirecte belastin gen in de laatste jaren toch al te veel is ge stegen. Kortom de beoogde methode der be lastingplannen ging z.i. mank aan een on sociaal karakter: de verdeeling van den be lastingdruk dient rechtvaardiger te geschie den. Urgent noemde de heer Albarda herziening van de leerlingenschaal en betere verzorging voor de ouden van dagen. Dat laatste dan met behulp van een noodregeling. Ja, de ouden van dagen hooren zelfs bij de groote gezinnen voor te gaan. Van deze onderwerpen kwam de afgevaar digde op het groote goed van handhaving der beschaving en van de vrijheden van ons volk. Met het oog daarop acht de aanvoerder der S.D.A.P. thans bewapening onontbeerlijk. Maar dit weerhoudt hem niet af te keuren, dat zij, die hiertegen zijn op grond van godsdienstige overtuiging voorkomen op de lijst van de voor ambtenaren verboden vereenigingen. Niet onvermakelijk was, hoe spr. in herinnering bracht, dat toen Minister Colijn in 1933 optrad er in zijn Kabinet twee Ministers zitting kre gen, die lid waren vanKerk en Vrede", welke vereeniging echter destijds n i e t op be doelde lijst voorkwam en nu wel. Deze aan vulling van de lijst was dan ook een ernstige fout. Met nadruk noemde spr. het vervolgens hoogst gewenscht, dat de Regeering nu eens met kracht zou opkom'en tegen tal van erger lijke staaltjes van anti-semitisme. Daaraan moet thans met spoed een einde gemaakt, zoo zeide spr., die verder de aandacht vestigde op de binnenlandsche gevaren, die ons be dreigen. Juist daarom is het vóór alles zaak alle krachten aan te wenden tot opheffing van de werkloosheid. De democratie moet niet alleen een waarborg voor de vrijheid, maar ook voor de welvaart zijn en daarom zal men vele theorieën hebben te herzien. „Colijn moet naar Utrecht". De heer d'Ansem- b o u r g (nat. soc.) erken de, dat het onredelijk ware aan Dr. Colijn met de zijnen de schuld te geven voor de ineenstor ting van het kapitalis tisch stelsel, waarvan zich ook ten onzent de gevolgen doen gevoelen. Maar wat heeft de Minis ter-President- overigens met zijn zoo goed als on beperkte macht gedaan? B.v. ten aanzien van de defensie. Ai te lang is de Regeering in dit opzicht in gebreke gebleven. De nat. soc. woordvoerder klaagde over haat-aankweking in Nederland door Joden, vrijmetselaars, Marxisten en Katholieken, tegen het nabu rige bevriende Duitschland. De Regeering doet hiertegen niets, ja. ze doet er zelfs aan mee. Dit meende spr. te kunnen constateeren op grond van een uitlating in de Memorie van Antwoord! Ook deze afgevaardigde had bezwaar tegen de lijst i.z. de verboden ver eenigingen." Hij keurde af. dat de Nationale Jeugd Storm daarop voorkomt, zulks eenvou dig omdat Dr. Colijn dat zoo wil. Het adres van de 9 financiers toont aan, dat de N. S. B. den financieelen toestand al tijd juist heeft beoordeeld. Onder dit bewind glijden we meer en meer af naar het staats bankroet. Het economisch beleid van het kabinet kreeg hierna felle woorden van af keuring in ontvangst te nemen, waarna spr. uitpakte tegen internationaal Jodendom, te gen internationaal Katholicisme, tegen het politieke Christendom hier te lande, dat ge heel en al handelt in strijd met alles wat lijkt op naastenliefde. Chamberlain heeft terecht begrepen, dat het onzinnig is tegen het nat. socialisme te strijden. Dit heeft Dr. Colijn nog niet inge zien. Hij behoeft niet naar München te vlie gen, de weg naar Utrecht is heel wat korter. Hoe eerder hij dat doet, des te beter voor ons volk. Geen waar Christelijk beleid. Ds Kersten (St. Ger.) pakte weer eens uit over het feit, dat z.i. het Kabinet geen waar Christelijk beleid voert, klaagde op nieuw over de millioenen die volgens hem in den schoot der kloosterschalen teercht komen en moest niets hebben vam de plannen tot belastingverhooging. Critiek en lof. Dr. Deckers (R.K.) verklaarde ditmaal een minder vage en een minder uitzicht- looze Troonrede te hebben mogen verwachten dan we thans kregen. Sober mag zulk een rede zijn. maar niet uitzicht-uoos. In de mil- lioenennota werden vervolgens, tot teleurstel ling van de R.K. fractie, te weinig mededee- lingen omtrent de sociaal-economische plan nen van het kabinet gedaan. Als tegenwicht tegen de heden ten dage dikwijls noodige uitschakeling in tal van gevallen van den wetgever om veel aan de Kroon over te laten en over te dragen, is in schakeling van de organen uit 't bedrijfs leven bij de uitvoering vereischt. En voorts moet de Regeering dan vlotter bereidheid tot antwoorden op gevraagde inlichtingen aan den dag leggen. Tot zoover een principieel woord van kritiek, dat de leider der R.K fractie eerst liet hooftn, voordat hij ten aan zien van de financieele politiek van het kabi net hoop uitsprak, dat deze volkomen ver- eenigbaar zal blijken te zijn met het te voeren sociale en economische beleid, zulks vooral in verband met het werkloosheidsvraagstuk. Spr. meende, dat er grond is om te ver wachten, dat de conjunctuur in ons land in 't algemeen beter zal worden, hetgeen zijns inziens, o.m. uit allerlei door hem aange haalde statistische gegevens viel op te maken. Er bestond dus reden voor een gematigd op timisme. Met ingenomenheid had de R.K. Staats partij vernomen, dat de Regeering bestrijding der werkloosheid als middelpunt van haar sociaal-economisch werkprogramma be schouwt. Toejuiching verdient dat bij uitvoering dei aangekondigde plannen de te werk gestelden veel dichter bij de gewone arbeiders in loon dienst zullen komen te staan, dan tot nu toe het geval was. Het plan Westhoff bevat on tegenzeggelijk goede denkbeelden t.a.v de werkloosheidsbestrijding De boer voelt zich koning op zijn erf, de ge meenteraad meester op gemeentelijk terrein. Zoo is de toestand op het platteland. Daar mee houde men rekening bij de uitvoering van het plan Westhoff, waardoor een aan merkelijke daling van 't aantal werkloozen zou kunnen intreden, maar men lette op het natuurschoon. Bijzondere belangstelling koestert de R.K. fractie verder voor uitbreiding van werkge legenheid in de steden via het werkfonds en voor hetgeen men zal doen met 't oog op de jeugdige werkloozen, waarbij spoed zeer ge wenscht zal zijn. Spr. pleitte ook voor de werklooze onder wijzers en de kweekelingen met acte. Daarom was hij teleurgesteld over hetgeen er niet gebeurt met de leerlingenschaal. die moet verlaagd worden. Wat het Rijkspersoneel betreft, er is een veel te groote toeneming in het aantal ar- beidscontractanten. Verder is de standplaats aftrek voor hen die in de gemeenten van de vierde klasse werken, veel te noog. Na bij de Regeering te hebben aangedron gen op het treffen van maatregelen tegen het DE ROOKWORST MET DE FIJNE ZACHTE ROOKSMAAK (Adv. I'IQl. Med.) anti-semitisme. door spr. onmenschelijk. on christelijk en on-Nederlandsch genoemd, be slaat hij met de hoop uit te spreken, dat het sociaal-economisch beleid tenslotte meer en meer zal gaan in de richting van een beleid dat streeft naar afdoende hervorming op den Christelijken grondslag van rechtvaardigheid en liefde. E v. R Nederland vraagt: OF ANDERS EEN SCHADEL OOSSTELLING Een nota aan Mexicaansche d e regeering Volgens een United Press-bericht uit Mexico City zou de Nederlandsche zaakgelastigde al daar op 27 October ji. op het ministerie van Buitenlandsche Zaken een nota inzake de ont eigening van de petroleumvelden hebben over handigd. Daarin zou een prompte betaling in effectieven of een teruggave van de Neder landsche bezittingen zijn geëischt. De Nederlandsche regeering zou voorts in haar nota hebben opgemerkt, dat, „met het oog op de ernst van de aangelegenheid" er met het oog op het feit dat meer dan 6 maan den verloopen zijn, zonder dat er zelfs een lijst van de bezittingen werd gepubliceerd, zij hoopt, dat een bevredigende regeling een einde aan dit geschil zal maken. De nota merkt ver der op, „dat volgens de meening in Nederland de oplossing slechts bestaat in een gepaste vlugge en effectieve schadevergoeding of een teruggave van de eigendommen in den oor- spronkelijken staat aan de maatschappijen waaraan zijn behoorden". Het Mexicaansche Ministerie van Buiten landsche Zaken zou een zeer kort antwoord hebben gegeven, waarin de ontvangst der nota zou zijn bevestigd en zou zijn opgemerkt, dat met betrekking tot het petroleumvraagstuk verder niets kan worden gezegd. In Londen ziet men hierdoor de mogelijk heid ontstaan, dat Nederland de diplomatieke betrekkingen met Mexico zal afbreken en zich daardoor zal aansluiten bij de houding van Groot-Brittannië. Bij informatie te bevoeg- der plaatse in Den Haag is aan de Tel. echter niets van een voornemen der Nederlandsche regeering. om de betrekkingen met Mexico af te breken, gebleken. Alb. Loots, Haarlemsch schilder. Aan een vaart door de velden, waar in het voorjaar de hyacinten geuren en de stads- lieden in ganzepas over het pad dribbelen en zich van ruikers voorzien die straks Haarlem's bloei op de bovenhuizen en flatjes der steden gaan verkonden, daar ergens tusschen de steeds voortkruipende bouwerij van keurige blokkendoozen, die ook Haarlem gaan om singelen, en het fantastische land van Els- woutdaar woont de schilder Ab. Loots. Als ge op een zachten morgen van den latep herfst als wij thans beleven het vlonder tje zij overgegaan denkt ge u op een Bra- bantsch boerderijtje zoo gezellig staan de oude muren tegen de gelende blaren der boomen. die grillig zijn van groei en vertrouwd als oude mannetjes, die uit den ouden tijd vertellen toen dit knus honk wellicht een simpele bollenschuur was. Wie in zijn hart artist is weet van alles wat te maken, en sfeer te scheppen desnoods op een houtzolder. Niet de sfeer die de meubelfabrikant en de architecte interieur adverteert, maar de sfeer die niet besteld kan worden doch uit den bewoner zelf ontspruit. Wat de brave burger, die zijn sfeer eenvoudig uit een catalogus uitzoekt, gepruts zal vinden, heeft bijna altijd meer karakter en voor den daarin levende oneindig meer waarde dan de aangemeten fraaiigheden van een modieuse naaperij. Het zit trouwens "niet in deluxe van, maar in de genegenheid waar mee een voorwerp zich aan ons vertoont en het zijn immers juist de artisten, die ook voor een schamel voorwerp oprechte genegenheid kunnen gevoelen. Het is een benijdbaar stuk van hun levensgeluk en voor den burger on grijpbaar en meestal onbegrijpelijk. Tant mieux.dat de artist ook wat heeft, dat de ander hem benijden kan. Hoe kom ik zoo af te dwalen van mijn pro gram, van tijd tot tijd iets over jongere Haar- lemsche kunstenaars en hun werk te schrij ven? Zijn het de groote, kinderlijke oogen van Loots, die mij nog aankijken, nu ik op schrijf wat hij mij dezen morgen uit zijn leven zat te vertellen? Zijn lach, gang en houding hoezeer zijn ze nog van een grooten jongen, die gelukkig is als hij maar schilderen mag en het onder de hand alles nog maar zoo'n beetje preludeeren vindt op wat hij zou willen doen. Dat er in dat preludeeren al zooveel reine muziek zit.ach ja, hij gelooft het wel, maar dat hooren ze voorloopig toch niet. „Ze" zijn natuurlijk de burgers, van wie de „artisten" het nu eenmaal hebben moeten, maar van wie er» zoo betrekkelijk weinigen voor ware artisticiteit toegankelijk zijn. Wat nu ook alweer niet zóó verwonder lijk is. Je ziet het of je ziet het niet, en daar aan valt nu niet zoo heel veel te veranderen. En Loots lacht weer zijn soms toch ook wat mismoedigen jongenslach. Loots is, voor mijn gevoel, een artist. Alleen in zijn leeftijd vergiste ik mij, toen ik hem bij de allerjongsten rangschikte. Te Haarlem in 1905 geboren, dus nu een goede dertiger, ligt onder welwillende omstandigheden een prach tige productieperiode vóór hem. Ik houd niet van voorspellingen, maar wat hij tot nu toe deed geeft hem aanspraak op belangstelling. Zijn vader was de bekende Haarlemsche kerkschilder en de componist Philip Loots was zijn oom. Kunst was dus geen ijle klank in de familie en technisch kon hij in de werkplaat sen van den vader, meer dan waar ook, op steken. Maar tusschen vader en zoon boterde het niet. De oudere duldde geen afwijking van het nu eenmaal bestaande schema, waaraan kerkelijke kunst te voldoen heeftden jongere had een nieuwe tijd met nieuwe in zichten te pakken gekregen. Er ontstond ru mor in casa en de jongere had het wellicht tegen het gezag moeten afleggen, zoo niet een briefje van Jan Toorop het voor hem had opgenomen. Een naam die een klank had en het verzet deed luwen. Maar met dat al had Ab er genoeg van en wilde er uit. Strategie of oprechte neiging, dat doet er nu niet veel meer toe, maar op een dag verklaarde hij lie ver boer te willen worden dan schilder. Hij heeft inderdaad in de buurt van Leiden in het boerenbedrijf gewerkt en vandaar uit, bij voorkeur op klompen, de Haarlemsche fami lie zoo nu en dan bezocht. Of die klompen nu als bewijs van ijver, van goed gedrag of van vooruitgang in de studie moesten dienen, kunnen we in het midden laten. Daarvóór had hij nog geruimen tijd te Heemstede op het Oude Slot bij de familie Erens verkeerd en over dien tijd en den fijnen en kunstzinnigen mensch die toen zijn gastheer was, spreekt hij met groote erkentelijkheid. Hij is onder al deze bedrijvigheid nauwelijks achttien jaar geworden. Dan komt de trek naar den vreem de over hem. Hij reist naar Düsseldorf zonder veel bagage aan contanten, maar met een nieuw pak en nieuwe schoenen aan. Hij vindt er werk bij een verversbaas die hem den eer sten dag den besten niets dan radiatoren laat verven. Het nieuwe pak is bedorven, maar na een paar weken krijgt de baas een paar nieu we bioscopen op te knappen en als dan blijkt dat Loots zelfstandig decoraties ontwerpen en uitvoeren wil als je twintig bent. deins je voor niets terug is een nieuw pak spoe dig genoeg terug verdiend. Loots zal in Düs seldorf Thorn Prikker nog ontmoeten, maar keert betrekkelijk spoedig weer naar Holland terug. Nog vreemder zwerftocht zal daar wor den ingezet. Een verblijf in een Noord-Bra- bantsch klooster wordt gevolgd door een an der in het hartje van den Amsterdamschen Jordaan, waar hij zich een atelier inricht en schildert. Als Querido zijn hem de Jordaners lief en hij laat onder hen veel vrienden ach ter als hij naar Parijs trekt, waar hij 1928/29 verblijf houdt. In laatstgenoemd jaar huwt hij en dan wordt de levensreize uit den aard der zaak minder slingerend en worden de gezamenlijk ondernomen tochten meer planmatig uitge-» voerd. In vogelvlucht hebben wij van dit schilders leven een indruk gekregen en van veel geen gewag gemaakt, omdat het voor ons overbo dig scheen. Er zit wat wij niet verwacht, hadden in Loots meer kopij dan wij voor heden geven, en in zijn huisje aan de vaart meer romantiek dan die der voorjaarsgeuren alleen. Doch wat bij een schilder het zwaarst moet blijven wegen is zijn werk. Daarover hebben wij bij de laatste tentoonstelling in het Frans Halsmuseum de waardeering die het verdient uitgesproken en ter illustratie van dit levensschetsje mogen wij de daar ook geëxposeerde kinderteekening reproduceeren die, naar mijn inzicht, zoo uitstekend het wezen van Alb. Loots en zijn werk doet ken nen: een preludeeren dat in zijn soort volko men gaaf en af is en den muziekminnaar kan bekoren. J. H. DE BOIS v.'t Ff >s, -«r t - X; Neen, ik ben alleen maar nauwkeurig. En dat is niet overdreven, neen, het is dikwijls zelfs noodzakelijk! Bijvoorbeeld bij het koopen van Aspirin. Daarbij moet men terdege toezien, dat de verpakking en de tabletjes het«-kruis dragen. Aspirin1 HET PRODUCT VAN VERTROUWENI t Adv tnqez Med De bom is gebarsten. Of eigenlijk twee bom men En de scherven zijn voor het grootste deel op mijn arm H. B. S.-ershoofd neergeko men. De eene had Bertus gegooid, weet u nog, van het feestje bij Huug. die zoo naar Edith had zitten kijken. De tweede kwam van den Directeur. En iedereen snapt dat dat de dik ste was. Als de Baas eenmaal begint met grof geschut, nou berg je dan. Zoo begon het. Ik kwam bij school. Nogal vroeg. Er waren nog maar een paar lui. Ber tus ook. Toen hij me zag. begon hij te grin niken met een paar andere jongens van de vijfde. Ik liep door, maar toen riep hij me. Hé. Max, kom es hier. Ik draaide me om. Wat wou je dan? Je mag wel goed op dat meisje van je passen, hoor. Waarom? Ik voelde dat ik rood werd. Nou. anders ben je haar kwijt voor je het weet. Gaat dat jou wat aan? Allicht. En meteen begonnen ze allemaal lachen. Nou. toen werd ik zoo ontzettend kwaad, dat ik niet meer wist wat ik deed. Op hetzelfde oogenblik gaf ik hem een pil op zijn oog dat hij bijna achterover sloeg Maar toen begon hij natuurlijk ook en even later rolden we samen over de straat. Het was mijn geluk dat ik voor Edith vocht. Dat maakt ontzet tend sterk, zoo'n gedachte. En ik kreeg hem werkelijk onder. Opeens begonnen de jon gens te roepen: Pas op, de Baas, de Baas! Maar het was al te laat. De directeur stapte naast ons van zijn fiets en zei met een ijs koude stem: Naar binnen en naar mijn kamer. Naast elkaar wandelden we de school in. Ik was mijn heele drift kwijt en Bertus ge loof ik ook. Wat zouden we krijgen? vroeg hij zachtjes. Daar kan je bij den Baas nooit wat van zeggen. Zoo stonden we in de directeurskamer te wachten tot de bel was gegaan. De eerste aan val kreeg ik te verduren. Max. je moest je schamen. Als je iets hebt uit te vechten, dan doe je dat maar ergens anders en niet hier. Zulke dingen wensch ik niet. Begrepen? Je gooit den goe den naam van de school op straat. Ik snapte hem werkelijk niet dadelijk en keek verbaasd op. Ja, de goede naam van de school, her haalde de Baas. Begrijp je dat niet? Maar Bertus is toch de goede naam van de school niet? vroeg ik. En op hetzelfde mo ment dfong het tot me door wat hij bedoel de; maar de Baas dacht, geloof :k, dat ik hem voor de gek stond te houden. En er was toch _een haar op mijn hoofd dat er aan dacht. Hij kneep zijn lippen op elkaar en zei even niets. Toen begon hij tegen Bertus. Nou, die kreeg er niet zuinig van langs. En toen de Baas uitgeraasd was, stuurde hij hem naar zijn lokaal terug. Blijf jij nog even hier, Max. Ik heb met jou nog apart een appeltje te schillen. Daar zal je het hebben, dacht ik. En er kwam ook inderdaad wat, maar niet wat ik had gedacht. Luister eens Max. begon de Baas zoodra Bertus verdwenen was op een heel anderen toon, ik moet jou eens wat op den man af vragen, Schrijf jij wel eens in kranten? Ik wist niet dat ik zoo'n kleur kon krijgen. Het was verschrikkelijk. Ik kon geen woord meer uitbrengen. Een blinde kon duidelijk aan me zien dat de Baas goed geraden had. Maar hoe was hij er achter gekomen? Met bijna niemand had ik er over gepraat. Ter wijl ik dit allemaal stond te bedenken, keek ik 'm aldoor maar recht aan zonder wat te zeggen. Ik geloof niet dat je me nog hoeft te antwoorden, is 't wel? Nee, meneer, zei ik met een benepen piepstemmetje. Nou moet je me goed begrijpen, Max. Met was jij buiten de school doet, daar heb ik alleen zijdelings wat mee te maken. Ten minste als het niet al te dicht bij de school gebeurt, zooals die vechtpartij van daarnet (En hij lachte waarachtig alsof hij dat een reuzemop vond). Maar ik moet je toch heel ernstig in overweging geven, daar zoo gauw mogelijk mee op te houden. Ik heb. voor ik dit met je besprak, eens bij de verschillende leeraren naar je geïnformeerd, maar buiten gewoon fraai zijn de resultaten nog steeds niet, al zit je ook voor het tweede jaar. Wees nu niet stom en besteed je tijd liever aan je schoolwerk dan aan de journalistiek. Daar zul je misschien nog gelegenheid ge noeg voor hebben en dit jaar moet je slagen, dat weet je. Ik kan me best voorstellen dat je het niet erg plezierig vindt, twee jaar ach ter elkaar in dezelfde klas, maar dat heb je tenslotte ook aan jezelf te wijten. En hoe eerder je nu van school af bent, hoe beter het voor je is. Zorg er dus voor dat je nu overgaat en het volgend jaar slaagt voor je eindexamen. Daarna kan je voor mijn part aan alle kranten van het land gaan medewer ken. Richt er zelf maar een op. Maar voor loopig stop. En werken. Afgesproken? Goed meneer. Hij had gelijk. Het kon toch niet langer zoo. Ik had het zelf ook wel in de gaten. Het kostte me veel te veel tijd. Maar mag ik dan nog één stukje schrij ven om te zeggen dat het uit is. het dag boek? Dat mocht. En dat doe ik dan bij dezen Het is uit. MAX; EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5