STEGEMANS
Mc
Algemeen begrootingsdebat
beg
onnen.
S.D.A.P. bereid met Katholieken
samen te werken.
Petroleumvelden
in Mexico terug
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
/MI
V,
*Jlc picfPaJfrg
Dagboek van een
H. B. S.-er
WOENSDAG 9 NOVEMBER 1938
H A AR E EM'S D A'G B E X D'
3
TWEEDE KAMER.
Maatregelen tegen anti
semitisme gevraagd.
DEN HAAG Dinsdag.
Achter de Ministerstafel ontbraken heden,
tengevolge van een feest (lustrum der Rot-
terdamsche Handeishoogeschool) de Ministers
van Economische Zaken en van Onderwijs, en
door 'n droeve plechtigheid (begrafenis van
Mr. Besier. oud-proc.-gener. van den Hoogen
Raad), de Minister van Justitie, Mr. Goseling.
Deze laatste hoorde dus niet, hoe Ir. Albar-
d a (s.d.) voorspelde, dat de as ColijnGose
ling straks aan zware beproevingen bloot staat.
Deze opmerking diende om aan te toonen,
dat het in het huidige kabinet lang niet alles
pais en vree is en om er nog eens op te wijzen,
dat de Katholieken tenslotte ook met de so
ciaal-democraten zouden
sunnen samenwerken. Spr.
constateerde dat de aan
passingspolitiek van het
kabinet mislukt is en
zelfs zou leiden tot „ma
terieel èn geestelijk pau
perisme". In dit verband
uitte de s.d. woordvoerder
zijn verontwaardiging over
de bewering der 9 finan
ciers, dat ons volk in al
zijn geledingen op te groo-
(S.D.A.PJ ten voet leeft. Intusschen
vreesde hij, dat niet alle
Ministers bedoeld adres zouden verwerpen,
want naast de R.K. voorstanders van po
sitieve welvaartspolitiek, telt het kabinet ook
ijveraars voor vérgaande bezuiniging. Wat wil
de Regeering in dezen nu precies?
Eén volgend punt van kritiek vormden de
aangekondigde belastingplannen, waarna Ir.
Albarda uiteenzette in hoeverre z.i. het rap
port Westhoff (i.z. werkverschaffing enz.)
ten opzichte van werkloosheids- en werkver-
schaffingsvraagstuk eigenlijk de juistheid er
kent van wat het Plan van den Arbeid dien
omtrent had bevat. Dat stemt op zichzelf tot
voldoening. Maar tot wrevel, dat niet eerder
die weg van positieve welvaartspolitiek is in
geslagen, wat gekund had als de R.K. Staats
partij" niet de fout had begaan destijds de wel
vaartspolitiek te offeren op het altaar van de
rechtsche coalitie.
Intusschen, zal er nu iets van terecht ko
men? Dit valt te betwijfelen, aangezien het
kabinet op 2 gedachten hinkt bezuinigings-
en welvaartspolitiek. Bovendien, tusschen de
mooie woorden, die op 't gebied van verrui
ming van arbeidsgelegenheid schoone plan-
nen aankondigen, én de verwezenlijking daar
van, bestaat nog wel 'n verschil! De Kamer is
in 't algemeen nog onvoldoende ingelicht t.a.v.
de voorgenomen belastingheffingen, zoo merk
te spr. op, hieraan toevoegende, dat al mogen
enkele voorstellen tot belastingverlaging toe
juiching verdienen, eenige van de nieuwe las
ten o.m. de koopkracht verder zullen aantas
ten en dat de druk van de indirecte belastin
gen in de laatste jaren toch al te veel is ge
stegen. Kortom de beoogde methode der be
lastingplannen ging z.i. mank aan een on
sociaal karakter: de verdeeling van den be
lastingdruk dient rechtvaardiger te geschie
den.
Urgent noemde de heer Albarda herziening
van de leerlingenschaal en betere verzorging
voor de ouden van dagen. Dat laatste dan met
behulp van een noodregeling. Ja, de ouden
van dagen hooren zelfs bij de groote gezinnen
voor te gaan.
Van deze onderwerpen kwam de afgevaar
digde op het groote goed van handhaving der
beschaving en van de vrijheden van ons volk.
Met het oog daarop acht de aanvoerder der
S.D.A.P. thans bewapening onontbeerlijk. Maar
dit weerhoudt hem niet af te keuren, dat zij,
die hiertegen zijn op grond van godsdienstige
overtuiging voorkomen op de lijst van de voor
ambtenaren verboden vereenigingen. Niet
onvermakelijk was, hoe spr. in herinnering
bracht, dat toen Minister Colijn in 1933 optrad
er in zijn Kabinet twee Ministers zitting kre
gen, die lid waren vanKerk en Vrede",
welke vereeniging echter destijds n i e t op be
doelde lijst voorkwam en nu wel. Deze aan
vulling van de lijst was dan ook een ernstige
fout.
Met nadruk noemde spr. het vervolgens
hoogst gewenscht, dat de Regeering nu eens
met kracht zou opkom'en tegen tal van erger
lijke staaltjes van anti-semitisme. Daaraan
moet thans met spoed een einde gemaakt,
zoo zeide spr., die verder de aandacht vestigde
op de binnenlandsche gevaren, die ons be
dreigen. Juist daarom is het vóór alles zaak
alle krachten aan te wenden tot opheffing
van de werkloosheid. De democratie moet niet
alleen een waarborg voor de vrijheid, maar
ook voor de welvaart zijn en daarom zal men
vele theorieën hebben te herzien.
„Colijn moet naar Utrecht".
De heer d'Ansem-
b o u r g (nat. soc.) erken
de, dat het onredelijk
ware aan Dr. Colijn met
de zijnen de schuld te
geven voor de ineenstor
ting van het kapitalis
tisch stelsel, waarvan
zich ook ten onzent de
gevolgen doen gevoelen.
Maar wat heeft de Minis
ter-President- overigens
met zijn zoo goed als on
beperkte macht gedaan?
B.v. ten aanzien van de
defensie. Ai te lang is de Regeering in dit
opzicht in gebreke gebleven. De nat. soc.
woordvoerder klaagde over haat-aankweking
in Nederland door Joden, vrijmetselaars,
Marxisten en Katholieken, tegen het nabu
rige bevriende Duitschland. De Regeering
doet hiertegen niets, ja. ze doet er zelfs aan
mee. Dit meende spr. te kunnen constateeren
op grond van een uitlating in de Memorie
van Antwoord! Ook deze afgevaardigde had
bezwaar tegen de lijst i.z. de verboden ver
eenigingen." Hij keurde af. dat de Nationale
Jeugd Storm daarop voorkomt, zulks eenvou
dig omdat Dr. Colijn dat zoo wil.
Het adres van de 9 financiers toont aan,
dat de N. S. B. den financieelen toestand al
tijd juist heeft beoordeeld. Onder dit bewind
glijden we meer en meer af naar het staats
bankroet. Het economisch beleid van het
kabinet kreeg hierna felle woorden van af
keuring in ontvangst te nemen, waarna spr.
uitpakte tegen internationaal Jodendom, te
gen internationaal Katholicisme, tegen het
politieke Christendom hier te lande, dat ge
heel en al handelt in strijd met alles wat lijkt
op naastenliefde.
Chamberlain heeft terecht begrepen, dat
het onzinnig is tegen het nat. socialisme te
strijden. Dit heeft Dr. Colijn nog niet inge
zien. Hij behoeft niet naar München te vlie
gen, de weg naar Utrecht is heel wat korter.
Hoe eerder hij dat doet, des te beter voor ons
volk.
Geen waar Christelijk beleid.
Ds Kersten (St. Ger.) pakte weer eens
uit over het feit, dat z.i. het Kabinet geen
waar Christelijk beleid voert, klaagde op
nieuw over de millioenen die volgens hem in
den schoot der kloosterschalen teercht komen
en moest niets hebben vam de plannen tot
belastingverhooging.
Critiek en lof.
Dr. Deckers (R.K.) verklaarde ditmaal
een minder vage en een minder uitzicht-
looze Troonrede te hebben mogen verwachten
dan we thans kregen. Sober mag zulk een
rede zijn. maar niet uitzicht-uoos. In de mil-
lioenennota werden vervolgens, tot teleurstel
ling van de R.K. fractie, te weinig mededee-
lingen omtrent de sociaal-economische plan
nen van het kabinet gedaan.
Als tegenwicht tegen de heden ten dage
dikwijls noodige uitschakeling in tal van
gevallen van den wetgever om veel aan de
Kroon over te laten en over te dragen, is in
schakeling van de organen uit 't bedrijfs
leven bij de uitvoering vereischt. En voorts
moet de Regeering dan vlotter bereidheid tot
antwoorden op gevraagde inlichtingen aan
den dag leggen. Tot zoover een principieel
woord van kritiek, dat de leider der R.K
fractie eerst liet hooftn, voordat hij ten aan
zien van de financieele politiek van het kabi
net hoop uitsprak, dat deze volkomen ver-
eenigbaar zal blijken te zijn met het te voeren
sociale en economische beleid, zulks vooral in
verband met het werkloosheidsvraagstuk.
Spr. meende, dat er grond is om te ver
wachten, dat de conjunctuur in ons land in 't
algemeen beter zal worden, hetgeen zijns
inziens, o.m. uit allerlei door hem aange
haalde statistische gegevens viel op te maken.
Er bestond dus reden voor een gematigd op
timisme.
Met ingenomenheid had de R.K. Staats
partij vernomen, dat de Regeering bestrijding
der werkloosheid als middelpunt van haar
sociaal-economisch werkprogramma be
schouwt.
Toejuiching verdient dat bij uitvoering dei
aangekondigde plannen de te werk gestelden
veel dichter bij de gewone arbeiders in loon
dienst zullen komen te staan, dan tot nu toe
het geval was. Het plan Westhoff bevat on
tegenzeggelijk goede denkbeelden t.a.v de
werkloosheidsbestrijding
De boer voelt zich koning op zijn erf, de ge
meenteraad meester op gemeentelijk terrein.
Zoo is de toestand op het platteland. Daar
mee houde men rekening bij de uitvoering
van het plan Westhoff, waardoor een aan
merkelijke daling van 't aantal werkloozen
zou kunnen intreden, maar men lette op het
natuurschoon.
Bijzondere belangstelling koestert de R.K.
fractie verder voor uitbreiding van werkge
legenheid in de steden via het werkfonds en
voor hetgeen men zal doen met 't oog op de
jeugdige werkloozen, waarbij spoed zeer ge
wenscht zal zijn.
Spr. pleitte ook voor de werklooze onder
wijzers en de kweekelingen met acte. Daarom
was hij teleurgesteld over hetgeen er niet
gebeurt met de leerlingenschaal. die moet
verlaagd worden.
Wat het Rijkspersoneel betreft, er is een
veel te groote toeneming in het aantal ar-
beidscontractanten. Verder is de standplaats
aftrek voor hen die in de gemeenten van de
vierde klasse werken, veel te noog.
Na bij de Regeering te hebben aangedron
gen op het treffen van maatregelen tegen het
DE ROOKWORST MET DE
FIJNE ZACHTE ROOKSMAAK
(Adv. I'IQl. Med.)
anti-semitisme. door spr. onmenschelijk. on
christelijk en on-Nederlandsch genoemd, be
slaat hij met de hoop uit te spreken, dat het
sociaal-economisch beleid tenslotte meer en
meer zal gaan in de richting van een beleid
dat streeft naar afdoende hervorming op den
Christelijken grondslag van rechtvaardigheid
en liefde.
E v. R
Nederland vraagt:
OF ANDERS EEN
SCHADEL OOSSTELLING
Een nota aan
Mexicaansche
d e
regeering
Volgens een United Press-bericht uit Mexico
City zou de Nederlandsche zaakgelastigde al
daar op 27 October ji. op het ministerie van
Buitenlandsche Zaken een nota inzake de ont
eigening van de petroleumvelden hebben over
handigd. Daarin zou een prompte betaling in
effectieven of een teruggave van de Neder
landsche bezittingen zijn geëischt.
De Nederlandsche regeering zou voorts in
haar nota hebben opgemerkt, dat, „met het
oog op de ernst van de aangelegenheid" er
met het oog op het feit dat meer dan 6 maan
den verloopen zijn, zonder dat er zelfs een
lijst van de bezittingen werd gepubliceerd, zij
hoopt, dat een bevredigende regeling een einde
aan dit geschil zal maken. De nota merkt ver
der op, „dat volgens de meening in Nederland
de oplossing slechts bestaat in een gepaste
vlugge en effectieve schadevergoeding of een
teruggave van de eigendommen in den oor-
spronkelijken staat aan de maatschappijen
waaraan zijn behoorden".
Het Mexicaansche Ministerie van Buiten
landsche Zaken zou een zeer kort antwoord
hebben gegeven, waarin de ontvangst der nota
zou zijn bevestigd en zou zijn opgemerkt, dat
met betrekking tot het petroleumvraagstuk
verder niets kan worden gezegd.
In Londen ziet men hierdoor de mogelijk
heid ontstaan, dat Nederland de diplomatieke
betrekkingen met Mexico zal afbreken en zich
daardoor zal aansluiten bij de houding van
Groot-Brittannië. Bij informatie te bevoeg-
der plaatse in Den Haag is aan de Tel. echter
niets van een voornemen der Nederlandsche
regeering. om de betrekkingen met Mexico af
te breken, gebleken.
Alb. Loots, Haarlemsch schilder.
Aan een vaart door de velden, waar in het
voorjaar de hyacinten geuren en de stads-
lieden in ganzepas over het pad dribbelen en
zich van ruikers voorzien die straks Haarlem's
bloei op de bovenhuizen en flatjes der steden
gaan verkonden, daar ergens tusschen de
steeds voortkruipende bouwerij van keurige
blokkendoozen, die ook Haarlem gaan om
singelen, en het fantastische land van Els-
woutdaar woont de schilder Ab. Loots.
Als ge op een zachten morgen van den latep
herfst als wij thans beleven het vlonder
tje zij overgegaan denkt ge u op een Bra-
bantsch boerderijtje zoo gezellig staan de oude
muren tegen de gelende blaren der boomen.
die grillig zijn van groei en vertrouwd als oude
mannetjes, die uit den ouden tijd vertellen
toen dit knus honk wellicht een simpele
bollenschuur was. Wie in zijn hart artist is
weet van alles wat te maken, en sfeer te
scheppen desnoods op een houtzolder. Niet de
sfeer die de meubelfabrikant en de architecte
interieur adverteert, maar de sfeer die niet
besteld kan worden doch uit den bewoner zelf
ontspruit. Wat de brave burger, die zijn sfeer
eenvoudig uit een catalogus uitzoekt, gepruts
zal vinden, heeft bijna altijd meer karakter
en voor den daarin levende oneindig meer
waarde dan de aangemeten fraaiigheden van
een modieuse naaperij. Het zit trouwens "niet
in deluxe van, maar in de genegenheid waar
mee een voorwerp zich aan ons vertoont en
het zijn immers juist de artisten, die ook voor
een schamel voorwerp oprechte genegenheid
kunnen gevoelen. Het is een benijdbaar stuk
van hun levensgeluk en voor den burger on
grijpbaar en meestal onbegrijpelijk. Tant
mieux.dat de artist ook wat heeft, dat de
ander hem benijden kan.
Hoe kom ik zoo af te dwalen van mijn pro
gram, van tijd tot tijd iets over jongere Haar-
lemsche kunstenaars en hun werk te schrij
ven? Zijn het de groote, kinderlijke oogen
van Loots, die mij nog aankijken, nu ik op
schrijf wat hij mij dezen morgen uit zijn leven
zat te vertellen? Zijn lach, gang en houding
hoezeer zijn ze nog van een grooten
jongen, die gelukkig is als hij maar schilderen
mag en het onder de hand alles nog maar
zoo'n beetje preludeeren vindt op wat hij zou
willen doen. Dat er in dat preludeeren al
zooveel reine muziek zit.ach ja, hij gelooft
het wel, maar dat hooren ze voorloopig toch
niet. „Ze" zijn natuurlijk de burgers, van
wie de „artisten" het nu eenmaal hebben
moeten, maar van wie er» zoo betrekkelijk
weinigen voor ware artisticiteit toegankelijk
zijn. Wat nu ook alweer niet zóó verwonder
lijk is. Je ziet het of je ziet het niet, en daar
aan valt nu niet zoo heel veel te veranderen.
En Loots lacht weer zijn soms toch ook wat
mismoedigen jongenslach.
Loots is, voor mijn gevoel, een artist. Alleen
in zijn leeftijd vergiste ik mij, toen ik hem bij
de allerjongsten rangschikte. Te Haarlem in
1905 geboren, dus nu een goede dertiger, ligt
onder welwillende omstandigheden een prach
tige productieperiode vóór hem. Ik houd niet
van voorspellingen, maar wat hij tot nu toe
deed geeft hem aanspraak op belangstelling.
Zijn vader was de bekende Haarlemsche
kerkschilder en de componist Philip Loots was
zijn oom. Kunst was dus geen ijle klank in de
familie en technisch kon hij in de werkplaat
sen van den vader, meer dan waar ook, op
steken. Maar tusschen vader en zoon boterde
het niet. De oudere duldde geen afwijking van
het nu eenmaal bestaande schema, waaraan
kerkelijke kunst te voldoen heeftden
jongere had een nieuwe tijd met nieuwe in
zichten te pakken gekregen. Er ontstond ru
mor in casa en de jongere had het wellicht
tegen het gezag moeten afleggen, zoo niet een
briefje van Jan Toorop het voor hem had
opgenomen. Een naam die een klank had en
het verzet deed luwen. Maar met dat al had
Ab er genoeg van en wilde er uit. Strategie of
oprechte neiging, dat doet er nu niet veel
meer toe, maar op een dag verklaarde hij lie
ver boer te willen worden dan schilder. Hij
heeft inderdaad in de buurt van Leiden in
het boerenbedrijf gewerkt en vandaar uit, bij
voorkeur op klompen, de Haarlemsche fami
lie zoo nu en dan bezocht. Of die klompen
nu als bewijs van ijver, van goed gedrag of
van vooruitgang in de studie moesten dienen,
kunnen we in het midden laten. Daarvóór had
hij nog geruimen tijd te Heemstede op het
Oude Slot bij de familie Erens verkeerd en
over dien tijd en den fijnen en kunstzinnigen
mensch die toen zijn gastheer was, spreekt hij
met groote erkentelijkheid. Hij is onder al
deze bedrijvigheid nauwelijks achttien jaar
geworden. Dan komt de trek naar den vreem
de over hem. Hij reist naar Düsseldorf zonder
veel bagage aan contanten, maar met een
nieuw pak en nieuwe schoenen aan. Hij vindt
er werk bij een verversbaas die hem den eer
sten dag den besten niets dan radiatoren laat
verven. Het nieuwe pak is bedorven, maar na
een paar weken krijgt de baas een paar nieu
we bioscopen op te knappen en als dan blijkt
dat Loots zelfstandig decoraties ontwerpen
en uitvoeren wil als je twintig bent. deins
je voor niets terug is een nieuw pak spoe
dig genoeg terug verdiend. Loots zal in Düs
seldorf Thorn Prikker nog ontmoeten, maar
keert betrekkelijk spoedig weer naar Holland
terug. Nog vreemder zwerftocht zal daar wor
den ingezet. Een verblijf in een Noord-Bra-
bantsch klooster wordt gevolgd door een an
der in het hartje van den Amsterdamschen
Jordaan, waar hij zich een atelier inricht en
schildert. Als Querido zijn hem de Jordaners
lief en hij laat onder hen veel vrienden ach
ter als hij naar Parijs trekt, waar hij
1928/29 verblijf houdt.
In laatstgenoemd jaar huwt hij en dan
wordt de levensreize uit den aard der zaak
minder slingerend en worden de gezamenlijk
ondernomen tochten meer planmatig uitge-»
voerd.
In vogelvlucht hebben wij van dit schilders
leven een indruk gekregen en van veel geen
gewag gemaakt, omdat het voor ons overbo
dig scheen. Er zit wat wij niet verwacht,
hadden in Loots meer kopij dan wij voor
heden geven, en in zijn huisje aan de vaart
meer romantiek dan die der voorjaarsgeuren
alleen. Doch wat bij een schilder het zwaarst
moet blijven wegen is zijn werk. Daarover
hebben wij bij de laatste tentoonstelling in
het Frans Halsmuseum de waardeering die
het verdient uitgesproken en ter illustratie
van dit levensschetsje mogen wij de daar ook
geëxposeerde kinderteekening reproduceeren
die, naar mijn inzicht, zoo uitstekend het
wezen van Alb. Loots en zijn werk doet ken
nen: een preludeeren dat in zijn soort volko
men gaaf en af is en den muziekminnaar kan
bekoren.
J. H. DE BOIS
v.'t
Ff
>s, -«r
t -
X;
Neen, ik ben alleen maar nauwkeurig. En
dat is niet overdreven, neen, het is dikwijls
zelfs noodzakelijk! Bijvoorbeeld bij het
koopen van Aspirin. Daarbij moet men
terdege toezien, dat de verpakking en de
tabletjes het«-kruis dragen.
Aspirin1
HET PRODUCT VAN VERTROUWENI
t Adv tnqez Med
De bom is gebarsten. Of eigenlijk twee bom
men En de scherven zijn voor het grootste
deel op mijn arm H. B. S.-ershoofd neergeko
men. De eene had Bertus gegooid, weet u nog,
van het feestje bij Huug. die zoo naar Edith
had zitten kijken. De tweede kwam van den
Directeur. En iedereen snapt dat dat de dik
ste was. Als de Baas eenmaal begint met grof
geschut, nou berg je dan.
Zoo begon het. Ik kwam bij school. Nogal
vroeg. Er waren nog maar een paar lui. Ber
tus ook. Toen hij me zag. begon hij te grin
niken met een paar andere jongens van de
vijfde. Ik liep door, maar toen riep hij me.
Hé. Max, kom es hier.
Ik draaide me om.
Wat wou je dan?
Je mag wel goed op dat meisje van je
passen, hoor.
Waarom? Ik voelde dat ik rood werd.
Nou. anders ben je haar kwijt voor je
het weet.
Gaat dat jou wat aan?
Allicht. En meteen begonnen ze allemaal
lachen. Nou. toen werd ik zoo ontzettend
kwaad, dat ik niet meer wist wat ik deed. Op
hetzelfde oogenblik gaf ik hem een pil op zijn
oog dat hij bijna achterover sloeg Maar toen
begon hij natuurlijk ook en even later rolden
we samen over de straat. Het was mijn geluk
dat ik voor Edith vocht. Dat maakt ontzet
tend sterk, zoo'n gedachte. En ik kreeg hem
werkelijk onder. Opeens begonnen de jon
gens te roepen: Pas op, de Baas, de Baas!
Maar het was al te laat. De directeur stapte
naast ons van zijn fiets en zei met een ijs
koude stem:
Naar binnen en naar mijn kamer.
Naast elkaar wandelden we de school in.
Ik was mijn heele drift kwijt en Bertus ge
loof ik ook.
Wat zouden we krijgen? vroeg hij
zachtjes.
Daar kan je bij den Baas nooit wat van
zeggen.
Zoo stonden we in de directeurskamer te
wachten tot de bel was gegaan. De eerste aan
val kreeg ik te verduren.
Max. je moest je schamen. Als je iets
hebt uit te vechten, dan doe je dat maar
ergens anders en niet hier. Zulke dingen
wensch ik niet. Begrepen? Je gooit den goe
den naam van de school op straat.
Ik snapte hem werkelijk niet dadelijk en
keek verbaasd op.
Ja, de goede naam van de school, her
haalde de Baas. Begrijp je dat niet?
Maar Bertus is toch de goede naam van
de school niet? vroeg ik. En op hetzelfde mo
ment dfong het tot me door wat hij bedoel
de; maar de Baas dacht, geloof :k, dat ik hem
voor de gek stond te houden. En er was toch
_een haar op mijn hoofd dat er aan dacht.
Hij kneep zijn lippen op elkaar en zei even
niets. Toen begon hij tegen Bertus. Nou, die
kreeg er niet zuinig van langs. En toen de
Baas uitgeraasd was, stuurde hij hem naar
zijn lokaal terug.
Blijf jij nog even hier, Max. Ik heb met
jou nog apart een appeltje te schillen.
Daar zal je het hebben, dacht ik. En er
kwam ook inderdaad wat, maar niet wat ik
had gedacht.
Luister eens Max. begon de Baas zoodra
Bertus verdwenen was op een heel anderen
toon, ik moet jou eens wat op den man af
vragen, Schrijf jij wel eens in kranten?
Ik wist niet dat ik zoo'n kleur kon krijgen.
Het was verschrikkelijk. Ik kon geen woord
meer uitbrengen. Een blinde kon duidelijk
aan me zien dat de Baas goed geraden had.
Maar hoe was hij er achter gekomen? Met
bijna niemand had ik er over gepraat. Ter
wijl ik dit allemaal stond te bedenken, keek
ik 'm aldoor maar recht aan zonder wat te
zeggen.
Ik geloof niet dat je me nog hoeft te
antwoorden, is 't wel?
Nee, meneer, zei ik met een benepen
piepstemmetje.
Nou moet je me goed begrijpen, Max.
Met was jij buiten de school doet, daar heb ik
alleen zijdelings wat mee te maken. Ten
minste als het niet al te dicht bij de school
gebeurt, zooals die vechtpartij van daarnet
(En hij lachte waarachtig alsof hij dat een
reuzemop vond). Maar ik moet je toch heel
ernstig in overweging geven, daar zoo gauw
mogelijk mee op te houden. Ik heb. voor ik
dit met je besprak, eens bij de verschillende
leeraren naar je geïnformeerd, maar buiten
gewoon fraai zijn de resultaten nog steeds
niet, al zit je ook voor het tweede jaar.
Wees nu niet stom en besteed je tijd liever
aan je schoolwerk dan aan de journalistiek.
Daar zul je misschien nog gelegenheid ge
noeg voor hebben en dit jaar moet je slagen,
dat weet je. Ik kan me best voorstellen dat
je het niet erg plezierig vindt, twee jaar ach
ter elkaar in dezelfde klas, maar dat heb je
tenslotte ook aan jezelf te wijten. En hoe
eerder je nu van school af bent, hoe beter
het voor je is. Zorg er dus voor dat je nu
overgaat en het volgend jaar slaagt voor je
eindexamen. Daarna kan je voor mijn part
aan alle kranten van het land gaan medewer
ken. Richt er zelf maar een op. Maar voor
loopig stop. En werken. Afgesproken?
Goed meneer. Hij had gelijk. Het kon
toch niet langer zoo. Ik had het zelf ook wel
in de gaten. Het kostte me veel te veel tijd.
Maar mag ik dan nog één stukje schrij
ven om te zeggen dat het uit is. het dag
boek?
Dat mocht. En dat doe ik dan bij dezen
Het is uit. MAX;
EINDE.