Derde Feestconcerf der H. O. V.
WAAR 'T ROOKT
S 'T WARM
Capablanca-Aljechin
remise
DONDERDAG 10 NOVEMBER 1938
H A A REE M'S D A G B E A D
6
MUZIEK
Het laatste der drie feestconcerten stond onder
leiding van Eduard van Beinum en diens leiding
beteekende een metamorphose van ons orkest,
een wedergeboorte, een verheffing tot een on
verwacht hoog peil. Nu sloot alles als een bus;
nu werd er op een klein ongelukje aan het
einde van het Andante der „Unvollendete" na
slechts zuiver gespeeld. Nu was het een genot
om naar de prachtige, evenwichtige klankver-
deeling, zoowel in die Symphonie van Schubert
als in Beethoven's Coriolan-Ouverture, te luiste
ren; nu kon men genieten van het fijne rythmi-
sche orkestspel in de Menuet der Arlésienne-
muziek, naar de teere klank van het strijkers-
ensemble in het Adagietto, naar de volkomen
beheerschte maar toch meeslepende stuwing in
de Farandole. Nu gevoelde de hoorder zich ge
neigd om beurtelings elk der blazers te prijzen
omdat die zoo mooi, gevoelig en zuiver speelden.
Dat Eduard van Beinum tot de heel goede
dirigenten behoort, behoef ik niet meer in
't licht te stellen: dat weet men al lang en dat
wist het Concertgebouwbestuur ook, toen het
hem eerst tot tweeden, later tot eersten dirigent
van het beroemde Amsterdamsche orkest aan
stelde. Maar hij heeft het Woensdagavond nog
eens evident bewezen, ook voor diegenen, die
den invloed van een dirigent op een orkest
mochten onderschatten.
Was de dirigent van dezen avond een oud-
Haarlemmer ingevolge zijn vroeger leiderschap
van ons orkest, de solist was oud-Haarlemmer
door geboorte. Dat was Willem Andriessen, de
tegenwoordige directeur van het Amsterdamsch
Conservatorium. Ook hij is hier een oude, goede
bekende en gaarne geziene gast. Over zijn uit
muntend klavierspel en zijn veelzijdige eigen
schappen als reproduceerend kunstenaar behoef
ik niet meer uit te weiden. Wel mag ik met
vreugde constateeren dat zijn drukke ambts
bezigheden blijkbaar geen handicap voor zijn
solistische werkzaamheid opleveren. Zijn vertol
king van Beethoven's 3de Pianoconcert klonk
technisch verzorgd, spontaan, brillant en toch
waardig. Een mooie cadens van eigen vinding,
die uitstekend bij den stijl van het werk paste,
verhoogde den indruk er van nog aanmerkelijk.
Een hartelijk ..bravo" voor hem mag ook hier
nog zijn plaats vinden. En wat Van Beinum
van de orkestpartij maakte, overtrof de ver
wachtingen verre. Na zijn strak houden der Co
riolan-Ouverture toonde hij in het Pianoconcert
een gelijkschakelingskunst, die hem als een
Haarlemsch Cemengd Koor.
„Der fliegende Hollander"
Over het uitvoeren van opera's in concert-
vorm kan het oordeel verschillend luiden, al
naar het standpunt dat de beoordeelaar inneemt
en nog meer naar den aard van het werk.
Eenerzijds zou men als argument er tegen kun
nen aanvoeren dat een zoodanige uitvoering per
se te kort doet aan de bedoelingen van den
componist, en dat de litteratuur rijk genoeg is
aan voor de concertzaal bestemde of althans
geschikte werken als oratoria, cantates, missen,
hymnes etc. om de keuze van een opera als uit
voeringsobject voor een oratoriumkoor over
bodig te maken. Anderzijds zijn er, vooi-al in
de klassieke litteratuur, tal van opera's, waarin
zóó weinig handeling voor komt dat deze zonder
groote schade gemist kan worden.
Uit mijn eigen herinnering der laatste jaren
zou ik als voorbeelden daarvan Handel's
„Giulio Cesare" en Gluck's „Orpheus" kunnen
aanhalen. Ook St. Saëns Samson et Dalila" is
voor uitvoering in de concertzaal wel gaschikt
gebleken. Daartegenover staat dat vele van Han
del's oratoria een uitgesproken dramatischen in
houd hebben.
Wagner's „Der fliegende Hollander" wordt
ook niet zelden in concertvorm uitgevoerd. Toch
Is de keuze daarvan voor een koorvereeni-
ging niet dankbaar. Want het koor heeft in de
eerste twee bedrijven van dat werk al heel wei
nig te doen. Het zit een groot deel van den
avond als een soort van podium-decor in volsla
gen nonactiviteit. In het geval van H.G.K. komt
daar nog bij, dat zijn dirigent Jan Booda veel
meer koor- dan orkestleider is en dat hij niet
genoeg gelegenheid tot voorbereidende werk
zaamheden met het orkest der H.O.V. heeft om
een correcte en klare uitvoering der omvang
rijke en moeilijke orkestpartij te waarborgen.
Dit laatste bleek bij de uitvoering van Dins
dagavond reeds in de Ouverture en ook in het
verdere verloop kon men herhaaldelijk bemer
ken dat de noodige eenheid en doorzichtigheid
in de interpretatie der orkestpartij ontbraken.
In de weinige koorgedeelten vóór de pauze
kon men constateeren dat het vrouwenkoor de
beste verrichtingen leverde. Het „Spinnerlied"
klonk werkelijk zeer goed. De zang van het
mannenkoor was soms eenigszins aan den ruwen
kant.
Ook kenmerkte hun uitspraak van de tekst
woorden hun „Hollander"-nationaliteit realisti
scher dan Wagner met zijn Duitschen tekst be
doeld zal hebben: zij spraken het Duitsch niet
voldoende scherp uit.
Zoo lag als van zelf het zwaartepunt dezer uit
voering in de prestaties der solisten. De sopraan
Ruth Horna ontplooide in de „Senta"-partij
zin voor dramatische uitdrukking en daarbij een
krachtige, goed liggende en omvangrijke stem,
die door haar timbre voor het opera-tooneel bij
uitstek geschikt schijnt. In 't begin intoneerde
zij eenige malen te hoog; later wist zij deze fout
te vermijden. De alt Maartje Offers zong de
partij van „Mary" zeer zuiver en welluidend.
Een verrassing werd ons bereid door den tenor
Ger. v. d. Berk, wiens debuut op een H.O.V.-
eoncert destijds tot zeer gunstige beoordeelin
gen aanleiding gaf, maar die ditmaal in de
„Erik"-partij behalve een goed geschoolde en
mooi getimbreerde stem een opmerkelijke in
tuïtie voor dramatischen zang openbaarde, zoo
dat zijn groot duet met „Senta" in het 2de be
drijf vol levendigheid en spanning was. De bari
ton Ed. v. d. Ploeg had dezen avond meer pro
fijt van zijn opera-routine dan van zijn vocale
hoedanigheden. Het scheen dat hij niet
goed gedisponeerd was. .Zijn toonvastheid
liet te wensche n over en de hooge to
nen schenen hem moeite op te leveren. Uitste
kend daarentegen zong de bas Joh. Lammen de
partij van Daland: sonoor en expressief. Ware
het niet beter geweest aan dezen zanger de
partij van den „Hollander" toe te vertrouwen?
En ook de tenor R. C. Tol voldeed in de partij
van den „Steuermann" zeer goed.
Het mannenkoor „Proza en Poëzie" werkte tot
versterking van de tenoren en bassen van H.G.K.
mede.
In het laatste bedrijf, dat voor het koor be
langrijker is dan de beide voorafgaande, leverde
H.G.K. de beste prestaties.
Ik zou echter den wensch willen uitspreken,
dat Jan Booda voor een volgende uitvoering zijn
keuze eens op een paar cantates van Bach mocht
vestigen. Op het gebied der Bachvertolking heb-
ben H.G K. en zijn leider zich immers reeds zoo
vaak zeer verdienstelijk gemaakt en Bach's
koorwerken zijn talrijk genoeg om niet spoedig
een koorvereeniging te dwingen in herhalingen
te vervallen.
K. DE JONG.
haast idealen begeleider deed kennen. Ik weet
trouwens uit eigen ervaring dat reeds ten tijde
van zijn dirigentschap der H.O.V. samenwerking
met hem een genoegen was.
Ook dezen avond weren vele officieele gas
ten aanwezig, en besteeg een van dezen het po
dium om de jubileerende Orkestvereeniging toe
te spreken en geluk to wenschen. Dat was de
voorzitter van het hoofdbestuur der M t. b. d. T„
Jhr. Mr. Dr. E. van Beresteyn. En nu trof het
toevallig, dat ook deze door geboorte zich oud-
Haarlemmer mocht noemen. De heer Van Be
resteyn sprak onzen voorzitter Mr. A. Beets op
de hem eigen geestige en joviale wijze toe. Hij
begon met op te merken dat tegenwoordig als
middelbare leeftijd voor den mensch 61 jaren
geldt, maar dat de gemiddelde levensduur van
een als rechtspersoon erkende vereeniging op
tweemaal dien van een mensch geschat wordt,
zoodat we mogen zeggen, dat de H.O.V. thans
pas den middelbaren leeftijd bereikt heeft en
in den vollen bloei van haar kracht geacht moet
worden te zijn. Als oud-Haarlemmer haalde hij
aardige herinneringen uit zijn prille jeugd op,
naar aanleiding van de toenmalige concerten in
den Hout. Maar, op de H.O.V. terugkomende,
merkte spreker op, dat van sommige zijden wel
eens beweerd wordt, dat het bezit van een paar
groote orkesten voor ons land voldoende zou
zijn, en dat de kleine dus overbodig geacht zou
den moeten worden. Dit nu bestreed spr. ten
stelligste. Zoowel voor de opvoeding der jeugd
als voor het gelegenheid geven voor en het
kweeken van samenspel in huiselijken kring en
ook voor de medewerking bij uitvoeringen van
koorvereenigingen vervullen de plaatselijke or
kesten en de daaraan verbonden musici een be
langrijke taak.
Spr. haalde met instemming het voorwoord
aan dat onze burgemeester in het Gedenkboek
der H.O.V. geschreven heeft en citeerde daarna
de woorden van het „slotkoor" met een kleine
variant: „Doet nu allen mee, Steunt de H.O.V..
En met deze bèe EindigtE. v. B.\ (Dat hij
met deze laatste initialen niet den dirigent van
den avond maar zich zeiven bedoelde was wel
voor ieder duidelijk!)
Mr. Beets antwoordde. Hij zeide het op bui
tengewoon hoogen prijs te stellen, dat de heer
Van Beresteyn hier had willen komen, ook om
dat deze de nooden onzer orkesten kent en hij
dankte hem voor zijn bemoedigende woorden.
Ook Mr. Beets haalde een herinnering uit zijn
jeugd op, ook ten aanzien van de toenmalige
paardetram die door den Hout liep.
Daarna sprak Dr. J. R. de Smidt als voorzit
ter van het „Comité van Actie voor de H.O.V."
Deze liet zich optimistisch over het gestichte in
strumentenfonds en over het jubileumfonds uit.
Voor dit laatste deed hij nog een beroep op de
medewerking van alle aanwezigen.
Mr. Beets dankte ook dezen spr. en deelde
mee dat uit het instrumentenfonds een nieuw
stel pauken aangeschaft is, dat reeds in gebruik
is. Vervolgens sprak hij het eerelid, den oud
dirigent der H.O.V. Eduard van Beinum harte
lijk toe en ook den solist Willem Andriessen, en
hij hoopte dat beiden nog vaak hun medewerking
bij uitvoeringen van ons orkest zouden verlee-
nen.
Er was een krans voor het H.O.V.-bestuur na
mens de M. t.b. d. T. en een voor E. van Bei
num namens het bestuur der H.O.V. En er was
een hartelijke, geestdriftige stemming in de zaal.
Zoo was dit derde Feestconcert zeker niet het
minst feestelijke der drie, en in muzikaal-artis-
tiek opzicht misschien wel het feestelijkste.
Ook dit feestconcert werd bijgewoond door
den Commissaris der Koningin en mevrouw
Röell.
K. DE JONG.
Dr. Ch. F. Hajc.
Woensdagavond om half elf is te Zandvoort
waar hij de laatste maanden woonde, op 64-
jarigen leeftijd plotseling overleden, de be
kende Neerlandicus dr. Ch. F. Haje.
Dr. Haje, die een schaakwedstrijd had bij
gewoond, is op den Hoogweg onwel geworden en
zakte in elkaar. De ijlings ontboden genees
heer dr. C. A. H. Gerke constateerde den dood
door hartverlamming.
De politie vervoerde het stoffelijk overschot
naar de woning van een kennis van den over
ledene aan de Hugo de Grootstraat te Zand
voort.
Dr. Haje heeft vooral groote bekendheid
verworven door zijn hardnekkigen strijd voor
taalzuivering. Van zijn hand verschenen tal
rijke artikelen in tijdschriften en dagbladen.
Op 1 December a.s. zou dr. Haje feitelijk pas
met pensioen gaan, wegens het bereiken van
den 65-jarigen leeftijd.
In verband met den minder gunstigen toe
stand van zijn gezondheid schreef zijn huis
arts hem tot dien tijd rust voor. zoodat hij
toen hij begin October dit den leeraren en
leerlingen mededeelde, wist dat toen reeds zijn
loopbaan als leeraar was geëindigd.
Er had zich een comité van leerlingen en
oud-leerlingen gevormd om den heer Haje
op zijn officieelen af scheidsdag te huldigen
en te danken voor de wijze waarop hij gedu
rende een 17-tal jaren zijn taak als leeraar
had vervuld en uit de vele bewijzen van sym
pathie die dit comité inmiddels reeds ontving,
bleek duidelijk welk een groote populariteit
en hoogachting de heer Haje zich als leeraar
had verworven.
Dr. Haje werd in 1873 in Amsterdam gebo
ren, waar hij studeerde in de Nederlandsche
letteren. Nadat hij zijn doctoraal had behaald
ging hij naar Parijs, om daar aan zijn proef
schrift te werken, waarop hij eenigen tijd later
te Amsterdam promoveerde.
Dr. Haje begaf zich daarna in de journalis
tiek, waarin hij werkzaam bleef tot zijn be
noeming in 1911 tot leeraar aan de R. H. B. S.
te Middelburg. Zijn journalistieke loopbaan
had hem o.a. naar Zuid-Afrika geleid, waar
hij werkzaam was aan het Persbureau der
Zuid-Afrikaansche Republiek.
Na te Middelburg en Coevorden leeraar in
de Nederlandsche taal en letteren te zijn ge
weest, werd hij in 1921 benoemd aan de R. H
B. S. te Velsen.
Als letterkundige wierp hij zich vooral in
den strijd tegen het gebruik van vreemde
woorden en uitdrukkingen in de Nederland
sche taal. In zijn bekend werkje „Taalschut"
gaf hij het goede Nederlandsche woord voor
die vreemde woorden, die hij in den ban
wensch te te doen.
Voor de terugkeerenden uit
Spanje.
Naar wij vernemen zijn hier ter stede een
aantal personen bezig gelden bijeen te zame
len om als straks zij, die zich als vrijwilliger
naar Spanje hebben begeven, weer terug
keeren, hun te kunnen ondersteunen. Daar
het nog niet vast staat of deze personen voor
eventueele ondersteuning vanwege de over
heid in aanmerking komen, zal op deze wijze
getracht worden het geld voor ondersteuning
bijeen te brengen. Er wordt gewerkt met
steunlijsten, welke vooral aan eenige stempel
lokalen aan de werkloozen werden aange
boden.
SCHOUWTJESLAAN 23
TELEFOON 10070
(Adv. mgez. Med.)
Ook dienstboden in de
Ongevallenverzekering
Plannen der Regeering.
Naar wij vernemen overweegt de Minister
van Sociale Zaken, aan de verplichte onge
vallenverzekering eenige uitbreiding te geven
door ook de dienstboden, personen gebezigd
tot persoonlijke of huiselijke diensten, onder
die verzekering te brengen, indien deze per
sonen:
a. inwonen bij hem, te wiens behoeve of ten
behoeve van wiens gezin zij deze diensten
verrichten;
b. doorgaans meer dan drie dagen per week
deze diensten verrichten ten behoeve van de
zelfde persoon of diens gezin.
De bedoeling is, althans voorshands, de
verzekering te beperken tot de inwonende
dienstboden en tot de uitwonende dienstbo
den, die in meer geregeld verband met een
zelfde persoon of diens gezin werkzaam zijn
(dagdienstboden). De werksters zouden voor-
lyoopig buiten de onderhavige verzekering
blijven, en wel om de bezwaren van practi-
schen aard, tot'welke het opnemen ook van
de laatste categorie aanleiding zou geven.
NIET H. MAAR W. BEUNDER.
Door vermelding van een verkeerde voor
letter op de convocatie werd Woensdag in dit
blad in een verslag betreffende de vergade
ring der afd. Haarlem van de Kon. Ned. Mij
voor Tuinbouw en Plantkunde vermeld, da!
de heer H. Beunder een lezing hield over het
landgoed „De Kortenkamp" te Epe. Dit had
moeten zijn: de heer W. Beunder (Verbin
dingsweg, Bloemendaal)
CRICKET.
DE M. C. C. IN ZUID-AFRIKA.
De toer van de M. C. C. door Zuid-Afrika
werd te Kaapstad geopend met een wedstrijd
tegen een Western Province XI.
De Engelschen batten eerst en scoorden
589 runs voor het verlies van 9 wickets.
Edrich en Hutton (68) openden de innings,
doch op 16 viel reeds het wicket van eerst
genoemde. De lefthander Paynter (193) en de
Engelsche captain Hammond (106) scoorden
een century. Western Province scoorde in de
lste innings op Goddard (439) en Verity
(426) slechts 140 runs en faalde ook in de
2de, die 107 runs opleverde, op Edrich
(413) en Verity (329). De M. C. C. won
met innings en 342 runs.
De Engelschen spelen in totaal 19 wedstrij
den, waaronder' 5 vier-daagsche testmatches
te Johannesburg (2), Kaapstad en Durban
(2). In 1935 won Zuid-Afrika voor de eerste
maal in Engeland de rubber door van de 5
gespeelde testmatches de 2de op Lord's te
winnen. De vier overige drie-daagsche test
matches eindigden onbeslist.
Aan het eind van dezen toer speelde het
Zuid-Afrikaansche test-team een tweedaag-
schen wedstrijd tegen het Nederl. XI te
's Gravenhage.
WIELRIJDEN.
ACHILLES.
De juniores van Achilles die deelnamen aan
den open Juniores-rit, uitgeschreven door de
A.S.C. „De Germaan" hebben zich kranig ge
weerd. Zij hebben getoond, dat met hen reke
ning gehouden mo^t worden. Het waren Van
Rooden, Donkersloot, Van Zijl, Jaspers en Na
gelhout, die resp. de 4de, 9de, 10de, 12de en
16de plaats bezetten. Een mooi succes, lettende
op het groote aantal deelnemers.
IJSHOCKEY.
H. H. IJ. C.—C. S. H. B. (BRUSSEL) 8—1.
De bijna 5000 bezoekers, die Woensdag
avond de hal van de Haagsche overdekte
kunstijsbaan tot de laatste plaats bezetten
hebben kunnen genieten van het onvergete
lijke rijden van het kampioenspaar Maxie
Herber en Ernst Baier. Zij waren in hun
eerste demonstratie nog wat onzeker en niet
heelemaal op dreef, maar de latere dansen
lieten in vollen omvang zien, waartoe het
kunstrijderspaar in staat was. Na een tango
en een foxtrot was het publiek zóó geestdrif
tig geworden, dat het niet met applaudissee-
ren ophield voordat een toegift gegeven werd
een toegift, die ditmaal iets heel bijzonders
was, namelijk een gedeelte uit een geheel
nieuwe rumba, waarvan het Haagsche pu
bliek dus de première te zien kreeg.
Dit kunstrijden werd vertoond in de pauzes
tusschen de speeltijden van een ijshockey-
wedstrijd, waarin de H. H. IJ. C.-ploeg met
81 tegen de Brusselsche C. S. H. B. de over
winning behaalde.
De uitslagen der drie speeltijden waren:
5—0, 2—1 en 1—0.
SCHIETEN.
.GENERAAL
CRONJé".
Maandag zijn de Winter-schietavonden weer
begonnen. De resultaten waren als volgt:
1 Joh. Rompa 97, 90; 2 G. Th. v. d. Stoop
87, 78. 3 F. v. d. Logt 99. 65, 4 W. Spijker 81.
76, 5 A. Jacques 80. 76. A J. Landsmeer 84, 67
7 G. Grimon 78, 6-,
F. v. d. Gogl schoot op dezen avond de hoog
ste serie, nl. 4 maal 20 en 1 maal 19. Toch be
haalde Rompa het beste resultaat met 97, 90.
DAMMEN.
CLUBKAMPIOENSCHAPPEN HAARL.
DAMCLUB.
Maandagavond werden de wedstrijden om
de clubkampioenschappen 1938/39 der Haar-
lemsche Damclub voortgezet. De uitslagen
luiden als volgt:
Eerste klasse: J. Otter wint van L. Kisch.
Tweede klasse: Theo Weiland wint van J.
H. Spoor; J. Helmer remise met H. A. Hodden-
bach.
Derde klasse: J. H. Klaverstijn wint van H.
J. Lensen; J. J. Zalm wint van A. J. Ver-
woerdt; D. Philippo wint van A. Blom; G. de
la Rie wint van J. Piek; J. H. Lenaerts wint
van G. J. Steenkist; J. van Haren wint van
G. van Es
HOOFDKLASSE COMPETITIE
NED. DAMBOND.
Voor bovengenoemde competitie speelde de
Haarlemsche Damclub I tegen de Damclub
„Zaandam" I. De uitslag luidt als volgt:
Haarl. Damclub IDamclub „Zaandam" I.
J. B. Sluiter Jr.—H. G. Giskes 1—1
P. J. van DartelenB. Maij 11
P. G. van EngelenP. Beunder 20
Joh. Fabel Jr.J. Bos 11
J. W. van DartelenJ. Dekker 02
P. H. MeuxeP. Kraaij 20
Ph. G. Amelung Jr.N. Dekker 11
M. van LeeuwenJ. H. Botter weg 02
K. OlijS. Bosman 1'1
J. van LooijP. de Groot 02
Totaal 911
TWEEDE KLASSE DISTRICTSBOND
NOORD-HOLLAND.
Voor bovengenoemde competitie speelde de
Haarlemsche Damclub III tegen D.Ó.S. I. De
voorloopige uitslag werd 108 voor D.O.S.
BEVERWIJKSCHE DAMCLUB II WINT
VAN BENNERROEK I.
Voor de competitie van het district Noord-
Holland 2e klasse speelde de Beverwijksche
Damclub n gisteravond haar eerste wedstrijd
tegen Bennebroek I.
Na aanvankelijk met 6—0 achtergestaan te
hebben wisten de Beverwijkers tenslotte met
117 te winnen.
De partij van M. Hoogvorst tegen D. Cre-
mer werd afgebroken.
De volledige uitslagen luiden als volgt.
Bev. Damclub nBennebroek I.
C. RietkerkJ. v. d. Loo 02
L. KluftChr. Gerritse 11
S. Snel—K. Bakker 0—2
M. KemperW. Roest 20
C. KluftJ. van Houwinge 20
M. HoogvorstD. Cremer afgebr.
Th. HoflandW. Person 20
A. Hofland—G. Valkema 2—0
J. VerbeekJ. Malipaard 20
J. A. Wij tink—J. Wynia 02
Voorloopige uitslag 117
R.-K. Dam- en Scliaakvereeniging
„Gezellig Samenzijn".
Een groote nederlaag tegen St. Bavo,
Heemstede.
Dinsdagavond speelde het damtiental van
G.S. den tweeden competitie-wedstrijd tegen
het sterke St. Bavo te Heemstede. Eenige der
sterkste spelers waren onverwacht verhinderd
en deze handicap scheen de overigen zoodanig
te deprimeeren dat aan bijna alle borden de
Bavo-spelers in de meerderheid bleven. Het
werd een 191 nederlaag.
Dinsdag 15 November speelt het le tiental
een thuiswedstrijd tegen T.E.P. uit Haarlem.
Hier zullen onze plaatsgenooten toonen dat
er met een volledig G.S. niet te spotten valt
en wij verwachten een herstel in den vorm
van een overwinning. Op denzelfden dag
trekt het schaaktiental naar Castricum om
de competitie aan te vangen met een wed
strijd tegen St. Thomas.
WATERPOLO.
PROMOTIE COMPETITIE IE KLASSE
ZIAN—D. W. R. (2—3).
In den return-wedstrijd hebben de Water
ratten-dames kans gezien revanche te nemen
voor de in Haax-lem geleden nederlaag.
Onmiddellijk na het uitzwemmen blijkt dat
de Zian-dames het niet gemakkelijk zullen
krijgen. Al dadelijk verkeert het Haagsche
doei in gevaar als de Haarlemsche voorhoede
ten aanval trekt: de Zian-keepster kan nog
net redden. Doch spoedig weet mevr. v. d
Boorenv. Looy te scoren (01).
Wanneer ook de Zian-voorhoede in den
aanval komt, blijkt mej. Kollerie in goeden
vorm te zijn, zoodat de Haagsche dames voor-
loopig geen kans krijgen om te scoren. Een
gevaarlijken aanval van mej Zieren kon de
Zian-achterhoede nog juist bij tijds onder
breken. maar even later is het opnieuw de
Haarlemsche middenvoor, die den voorsprong
vergroot (02).
Na de hervatting komen de Haagsche da
mes gevaarlijk in den aanval. Nadat mej
Sieberg had tegen gescoord, weten de gast
vrouwen na goed werk van de achterhoede
gelijk te maken (22). Nu komen de Water
ratten weer in den aanval; na een keurige
rush gelukt het mej M. Zieren, haar club de
leiding te geven (23). Hoewel Zian hard
wex-kt voor den gelijkmaker, weten de Water
ratten-dames stand te houden.
GROOTMEESTERS
SCHAAKT OU RN OOI
Woensdagavond is te Amstei'dam de af
gebroken partij CapablancaAljechin voort
gezet en met remise geëindigd. Zij die ver
wacht hadden, dat deze partij lang zou duren,
kwamen bedrogen uit. De Cubaan, die een
pion vóór was, wilde zijn kaxxsen nog trachten
productief te maken. Hij manoeuvreerde met
zijn paax-d en bracht dit naar den anderen
vleugel om den gevaarlijken a-pion van zijn
tegenstander onschadelijk te maken. De
wereldkampioen verraste hem met een ener
giek schijnoffer, waarna Capablanca een
toi'eneindspel met een onbeduidenden plixs-
pion verder kon spelen. Hij zag hierin geen
heil en stelde via den wedstrijdleider remise
voor, hetgeen door Aljechin aanvaard werd.
Capablanca en Aljechin gaven
elkaar geen hand.
Toen het remise-aanbod van Capablanca
door Aljechin aanvaard was, zagen de toe
schouwers een vreemd schouwspel. De twee
grootmeesters spraken niet tegen elkaar en
gaven elkander na afloop ook geen hand. In
een bokswedstrijd, waarvan altijd beweerd
wordt, dat de ruwe lichaamskracht het aller
voornaamste is, geven de beide tegenstanders,
die elkaar tien of meer ronden op het ge
zicht hebben getimmerd, elkaar na afloop de
hand, wenschen zij elkaar geluk met hxxn
prestaties. In een schaakwedstrijd, waarin
het verstand alles beheerscht, kon ditmaal een
dergelijk simpel gebaar van sportiviteit er
nog niet af!
De afgebrokexx stand in de partij Capa
blancaAljechin was:
Wit Capablanca: Kg2, Ta7, Pf4, e4, f2, g3, h2.
Zwart Aljechin: Kh7, Lb2, Tal. a3. g5, h6.
De afgegeven zet van Capablanca was 44.
Ta 4a7.
Er volgde nog:
44Kh7—g8
45. Pf4d5 Lb2d4
46. Ta7a8 Kg8—f7
47. Pd5b4 Tal—bl
48. Pb4c2
Meer kansen bood 48. Pb4d3. Blijkbaar
overzag de Cubaan de volgende combinatie.
48Ld4Xf2
Een fraaie zet, die een remise-achtig eind
spel afdwingt. Op 49. Kf2: volgt 49. Tb2: 50.
Ta3: (op Tc8 volgt a2) 50. Tc2: en wit kan
met zijn pion meer het eindspel niet win
nen of 49. P. a3:, Tb2.
De stand na de tweede ronde luidt:
1. Fine 2 punten.
2. Euwe iy2 pnt.
3,4. en 5. Aljechin, Keres en Capablanca 1
punt.
6, 7. en 8. Flohr, Reshevsky en Botwinnik,
ieder V2 punt.
De derde ronde wordt hedenavond zes uur
te Rotterdam gespeeld.
EEN GEVOELIGE NEDERLAAG
Voor de competitie 2e klasse van den Noord-
hollandschen Schaakbond speelde het eerste
tiental van de Schaakclub „Weenink" tegen
„De Rochade I" uit Haarlem. De wedstrijd
eindigde in een gevoelige nederlaag voor de
Beverwijkers.
De uitslagen waren:
WeeninkDe Rochade.
J. ZoontjesH. Blokker 10
Ph. BakkerL. Biesheuvel VzJ/t
V. Ph. v. d. KolkJ. Blokker 01
P. PfaltzgraffD. F. de Lange 01
W. VisserJ. E. Strengers 01
F. van TuinenF. Abspoel 01
K. SlingsW. Mantel .'/iVz
C. HennemanD. J. Essink 01
J. van EekJ. van Polen 10
J. VisserC. Kaay VsV2
Totaal
31/2—61/2
VOETBAL.
Engeland—Noorwegen (4—0)
Uit Newcastle: De poging van een continen
tale ploeg om Engeland op eigen terrein een
nederlaag toe te brengen, is wederom mis
lukt. Woensdag viel aan Noorwegen de eer te
beurt, om het tegen de voetbalgrootmeesters
op te nemen. Het resultaat van den wedstrijd,
die voor 40.000 toeschouwers te Newcastle is
gespeeld, was een alleszins verdiende 40
zege voor de Engelschen. Met de rust reeds
was deze stand bereikt.
Niettemin kan men 't den Noren tot een ver
dienste aanrekenen, dat zij in de tweede helft
zulken tegexxstand hebben geboden, dat de
Engelschen toen geen doelpunten meer kon
den maken, zoodat een grootere nederlaag,
zooals de 60 te Oslo ixx 1936 vermeden kon
worden. Hierbij dient evenwel te worden op
gemerkt, dat het Engelsche elftal zich na de
pauze niet meer zoo inspande als daarvóór.
De wedstrijd werd onder begunstiging van
prachtig weer gespeeld. Er ontwikkelde zich
een levendige, fraaie partij voetbal, waai'bij de
Noren door uitstekend samenspel toonden,
een goed ingespeeld elftal te voxunen. De gas
ten speelden vol geestdrift en toonden een
knappe balbehandeling, maar de voorhoede
schoot te slecht om succes te hebben. Daarbij
kwam, dat de Engelsche verdediging den
Noorschen aanvallers slechts zelden de ge
legenheid schonk, een werkelijk behoorlijk
schot in te zenden.
Aan de andere zijde liet de Engelsche aan
val de Noorsche verdediging nauwelijks raeï
rust. Onophoudelijk zetten de gastheeren ge
vaarlijke aanvallen op, zoodat de Scandina-
viërs het-benauwend druk hadden.
Na achttien minuten opende linksbuiten
Smith de score en zeven minuten later moest
Johansen voor de tweede maal vlsschen;
weer werd dit doelpunt van links gemaakt, dit
maal door linksbinnen Dix.
DeNoorsche verdediging werd telkens uit
haar verband gerukt en toen maakte de jeug
dige midvoor Lawton er in de 36ste minuut
30 van.
Vijf minuten voor de rust besloot linksbui
ten Smith een snellen ren met 'n mooi schot,
dat den Noorschen doelman te machtige was
(4—0).
Na de hervatting bleek al spoedig, dat de
Engelschen zich met de vier doelpunten
tevreden stelden. Althans het vertoonde werd
van veel minder kwaliteit. Het tempo zakte
danig en bereikte geen enkele maal meer de
hoogte van vóór de rust.
Wel kregen beide elftallen enkele malen
goede kansen om een doelpunt te maken,
maar over het algemeen beheerschten de ver
dedigingen aan beide zijden de situatie, zoodat
het einde met onveranderden stand kwam.