MASCAGNI TE AMSTERDAM Drie mannen en hun Noodlot Prof. dr. J. J. Salverda de Grave her denkt zijn gouden jubileum als doctor in de Nederlandsche letteren De kampioenen kunstschaatsenrijden, Maxie Herber en Ernst Baier arriveer den Woensdag te den Haag, waar Maxie Herber met bloemen verwel komd werd De nieuwe Lord Mayor van Londen, Sir Frank Bowater, die Woensdag plechtig werd geinstalleerd, gezeten in het gala-rijtuig op weg door dé stad De strijd in China. Een Japansche legerafdeeling bij haar opmarsch naar Hankou Na twintig jaar. Op Wapenstilstanddag brengen velen een bezoek aan de slagvelden en massa- kerkhoven bij Verdun Het gebouw van de voormalige vischmarkt aan de Nieuwmarkt te Amsterdam, waarin thans de Nederlandsche Eierveiling is ge vestigd, zal worden afgebroken, waardoor het Waaggebouw (links) weer geheel vrij zal komen te staan Na de opvoering van „Cavalleria Rusticana" door de Italiaansche Opera, onder persoonlijke leiding van den componist, Pietro Mascagni in theater Carré te Amsterdam, werd Mascagni (temidden der artisten) Woensdag avond geestdriftig gehuldigd De jacht op de wilde auto- bussen. Voor de behandeling T in kort geding van het proces der N.V. Sommeling tegen den Staat en den minister van Justitie bestond Woensdag te den Haag veel belangstelling FEUILLETON Naar Het Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 54) Er hing een met electriciteit geladen stilte. Toen klonk het spannen van Barretts revol ver „Je hebt het hart niet", hijgde Schenk op eens. O'Malley sloeg het tooneel met al zijn aan dacht gade. Hij stond op het punt om tus- schenbeide te komen. Maar hij herinnerde zich Barretts waarschuwing om niemand dood te schieten en de snelle beweging, die Bar rett nu maakte, was te vlug, dat zijn oogen die konden volgen. Hij hoorde alleen de plot selinge knal van een revolver, die zenuw schokkende de stilte verscheurde, en een angstkreet van Schenk. Het volgend oogen- blik had hij de handen vol. Schenk was op den grond gevallen en wrong en kronkelde zichh. Terwijl hij viel lieten Mc Girk en Bleekneus hun armen zakken, doken omlaag en schoten op O'Malley toe. De kamer was zoo klein, dat ze zich direct op hem stortten. O'Malley deed wat het meest natuurlijk was in de gegeven omstandigheden. Hij liet zijn revolver vallen, stak snel zijn armen uit en greep Mc. Girk met kracht in de keel. Door het geweld van zijn tegenaanval vloog Mc Girk achteruit en bonsde tegen Bleekneus op, met het gevolg dat ze beiden op den vloer unakten. Te zelfdertijd knalde Barretts re volver opnieuw en de kogel plofte in de planken voor hun voeten. O'Malley bukte zich haastig en raapte zijn revolver op. Onder de bedreiging der twee loopen krabbelden Mc Girk en Bleekneus overeind; volkomen gedwee hieven ze hun armen weer omhoog en liepen terug naar den versten hoek van het vertrek. Schenk wen telde zich nog op den grond; zijn bovenbeen met beide handen vasthoudend. Barrett ging langzaam op hem toe. „Het spijt me dat het eerste schot niet het effect had waarmee het bedoeld was, Schenk", zei hij koel, „want ik wilde je niet onnoodig laten lijden. Maar ik zal het nu beter doen. Bereid je voor!" Schenk hief zijn doodsbleek gezicht op, waarover tranen van pijn stroomden. „Wacht!" huilde hij, „schiet niet voor den tweeden keer! Ik zal bekennen! Ik zal alles koelen bloede doodschieten!" Barrett ging achteruit 'en scheen te aar- doen wat je verlangt! Je kunt me niet in zelen. „Met O'Malley als getuige, zal ik door een volledige bekentenis van het vervolg geen last meer van je hebben", gaf hij op nadenkenden toon toe. „Ja, ja!" schreeuwde Schenk, zich met in spanning half overeind werkend, „ik zal alles bekennen! En we zullen het je nooit meer lastig maken, Barrett, dat zweer ik je!" Barrett staarde op hem neer. „Je bekent hierbij, dat alles wat ik gezegd heb. de waarheid is?", vroeg hij eindelijk. „Ja, ja, het is allemaal waar!" kreunde Schenk, zonder acht te slaan op het gemom pel van zijn handlangers. „Je hebt Chester bestolen en het plan in elkaar gezet dat Bleekneus Bindles zou ver moorden?". drong Barrett. „Ja! Ja! Verdraaid, je hebt mijn been ge broken!", jammerde Schenk Bindles heeft de bende van de groene inktvlek georganiseerd", zette Barrett zijn onbarmhartig requisitoir voort. „Maar nadat Bleekneus hem doodgestoken had, werd jij de leider en nam het groene inktkussen mee naar huis, hè?" „Ja! Ja! Dat is zoo!" „Hoe was het je mogelijk al mijn gangen na te gaan?" „Mc Girk huurde je broer, Hunt af, om op je te letten en ons op de hoogte te houden", vertelde Schenk. Een lichte schok ging door Barrett heen. Maar het volgend oogenblik was hij zichzelf weer meester en vroeg verder: „En je dacht dat ik het op jou gemunt had, nietwaar? Je dacht dat jij nu aan de beurt zou zijn, wat?" „Ja", kwam het benauwde antwoord. „Ik zag je bij Chester even voordat O'Malley dien nacht in de bibliotheek binnenkwam. Toen zorgden we dat je naar Bindles' huis ging om zoo in de val te loopen. Ik veronderstelde dat ik de volgende zou zijn, als ik je niet tijdig uit den weg ruimde. ,Ik begreep het", knikte Barrett grimmig; „het drietal dat mijn vader geruïneerd heeft. En nu ben jij alleen nog over, Schenk!" Met deze woorden deed Barrett een paar stappen achterwaarts en bracht zijn linker hand naar zijn mond. „Schiet niet!",gilde Schenk in doodsangst. Hij probeerde over den grond naar Barrett toe te kruipen. Maar eensklaps deed een schril fluiten van Barrett O'Malley naar de deur van de eetkamer snellen. In de volgende seconde werd hij met kracht opzij geduwd. Hij draaide zich om. Een politieagent schoot langs hem heen. Twee agenten volgden den eersten op den voet. Bij de deur achter Barrett verscheen een rechercheur in burger. O'Malley herken de hem als den politieman die hem dien morgen ondervraagd had, toen hij naar Louise Chester was gegaan. Een moment later kwam nog iemand uit de hall binnenwandelen inspecteur Bradyl Barrett keerde zich om. „U hebt zeker wel genoeg gehoord, in specteur?", vroeg hij kalm. „Met de andere aanwijzingen en gegevens waarover u be schikt is het bewijs zoo wel aardig compleet, dunkt me „Inderdaad", bevestigde inspecteur Brady, terwijl hij den verbaasde O'Malley grinni kend toeknikte. .Heken de heeren maar in, jongens!" Met een wilt tumult van woede en pijn probeerde Schenk op te staan. Het volgend oogenblik draaide Mc Girk zich snel om en rende naar het venster vlakbij hem. Maar hij was nog bezig met zijn pogingen om het raam open te schuiven, toen de agenten al bij hem waren en hem wegtrokken. Barrett wendde zich tot Brady, zonder het brieschende, tegenspartelende trio verder een blik waardig te keuren „Het spijt me, inspecteur", verontschuldigde hij zich glimlachend „als de methode om de bekentenis te krijgen eenigszins onwettig was. Maar ze hadden mij in een hoek gedreven en ik vocht voor mijn leven" „Breekt u daar het hoofd maar niet over, mr. Barrett", lachte inspecteur Brady terug. En op gedempte toon voegde hij erbij: „We kunnen ons niet altijd aan de letter van de wet houden, als het recht er mee gediend is. Daarom heb ik u de vrije hand gelaten". Barrett bedankte hem met een knikje en keerde zich naar O'Malley. „Kom mee", zei hij, „ik geloof dat we nu allemaal wel naar huis kunnen gaan". HOOFDSTUK XXV. Hoe de vork precies in den steel zat. O'Malley was een beetje van de wijs door de snelle opeenvolging der gebeurtenissen, waaraan hij zoo juist actief had deelgeno men. Maar zelfs een dergelijk melodrama tisch bezoek was niet in staat Claudia langer dan een oogenblik uit zijn verbijsterde ge dachten te verdrijven. Toen Barrett voorstelde om naar huis te gaan, schudde O'Malley dan ook het hoofd. „Wacht eens even", antwoordde hij, „Jk moet eerst Claudia's lievelingshoed zien te vin den!" Deze repliek had tot gevolg dat Barrett begon te grinniken en Brady lang en hartelijk lachte. Een paar van de agenten lachten mee, meer omdat, na de emoties van den avond, hun zenuwen, waarvan veel gevergd was, behoefte hadden zich te ontspannen, dan dat zij de mop begrepen. Maar op de gezich ten van de drie gevangenen was zelfs geen schaduw van een glimlach. Voor hen begon nen de emoties pas goed! O'Malley werd vuurrood en grinnikte even eens gedecideerd schaapachtig. „De hoed en de tasch van de jongedame zijn in de kamer hierboven", lichtte Brady hem in. „We zagen ze liggen, toen we daar bij de luisterpost wachtten. Ik wilde ze nog meebrengen, maar ze woesten zoo vlug hier naar toe, dat ik er niet aan gedacht heb. Zeg, O'Malley", voegde hij er aan toe, „mr Barrett vertelde mij van je redding. Kranig stuk werk! Je moest maar bij ons komen!" Kwaad op zichzelf om zijn kleur, haastte O'Malley zich de kamer uit en liep bij twee treden tegelijk de trap op. Lucifer na lucifer aanstrijkend zocht hij zijn weg naar den voorkant van het huis. Daar, in een slaap kamer met als eenig meubilair een wankel ledikant en een stoel, vond hij den hoed en de tasch, pathetische herinneringen aan den nacht van gevangenschap, die het meisje hier had doorgebracht. Een kleine metalen plaat op den vloer, draden, batterijen en een kleine telefoon-ontvanger, verrieden hoe de politie de bekentenis had afgeluisterd. Maar O'Malley schonk verder geen aandacht aan de installatie. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 14