Na vijf ronden rMIJN KIJK-, OP HET SPEL Fine aan de kop Reschewsky en de tijdnood M A A N D A G 14 N O V E M BEK '1938 H A' AS EE M'S D A GBEAD 7i GROOTMEESTERS SCHAAKTOURNOOl WATERPOLO Uitslagen Wintercompetitie. HeerenduinenD. W. R. 4 09 VelserendH. P. C. 4 01 De Ham—H. V. G. B. 2 4—4 V. Z. V. 1—H. P. C. 2 10—3 Het Bloemendaal-elftal, dat fier aan den kop van de ranglijst gaat. V. 1. n. r., eerste rij: Kloos, De Haas. v. d. Mey. Tweede rij Immer, Beyk, Tuile naar. Derde rij: Van Bragt, v. Leu ven, Cassée. J. S. v. d. Schalie en C. v. d. Schalie. het onophoudelijk aan zet zijn, en het gevoel dat de ander klaploopt maakt, dat de spe ler die wèl den tijd heeft zich ietwat onbe haaglijk gevoelt. Waarschijnlijk is dit de diep ste grond, waarom zooveel spelers de neiging hebben onder zulke omstandigheden óók snel te gaan spelen. Dat is n.l. niet zoo maar imitatie, en het is ook niet afdoende te ver klaren door de soms welbewust gevolgde tactiek den tegenstander geen gelegenheid tot „klaploopen" te geven. Het gaat vooral erom van het gevoel van onlust af te komen, dat de situatie met zich meebrengt. In de partij BoguljubowPirc in het tour- nooi te Noordwijk deed zich nog een iets an der geval voor. Weliswaar was ook hier Pirc in de hevigste tijdnood, terwijl zijn stelling bar slecht was, en liet ook hier Bogoljubow zich verleiden tot snel spelen, maar er kwam nog iets bij, dat de situatie compliceerde: de optimist Bogoljubow waande zich n.l. het was aan zijn geheele optreden te zien reeds overwinnaar! Hij heeft de partij verloren, en het was niet de eerste keer dat het hem zoo verging zijn aftakeling gedurende de laat ste jaren moet men vermoedelijk vooral hier aan toeschrijven, dat hij zijn emoties niet meer zoo goed beheerscht als vroeger. De emotie: dat is om zoo te zeggen de moe der van den blunder, onverschillig of zij zich als overwinningsroes of als een, half ver drongen. gevoel van onbehagen voordoet. Van den wedstrijdschaker wordfr in dit opzicht het uiterste gevraagd: hij moet sterke zenuwen hebben en zijn emoties volkomen beheerschen. Om tenslotte weer tot den tijdnood van Reschewsky terug te keeren: het mag dan waar zijn, dat het een zeker psychologisch voordeel kan beteekenen in tijdnood te zijn, daar staat natuurlijk tegenover, dat men on voldoenden tijd heeft om diepe berekeningen te maken. Als we de balans opmaken blijkt, dat de tijdnood den Amerikaanschen kampioen géén voordeel heeft gebracht. Aljechin zou geen winststelling tegen hem hebben gekregen wanneer Reschewsky niet, in tijdnood, een fout had gemaakt dat compenseert dus de fout, die de wereldkampioen daarna maakte. En tegen Fine, tegen wien hij over de eerste 12 zetten bijna twee uur nadacht, heeft hij vermoedelijk mede door den tijdnood zoo kansloos verloren. Blijft dus-de vraag, of hij het opzettelijk doet. Waarschijnlijk laboreert hij aan een zekere besluiteloosheid in de strategische kwesties, die zich bij het begin van het middenspel ple gen voor te doen. Hij is zoozeer schaak-„op- portunist', dat hij geen partij kan kiezen, dat hij geen besluit op langen termijn kan nemen, wanneer hij tenminste niet duidelijk ziet, dat het het beste is. Maar dat is in deze phase van de partij nu eenmaal vaak onmogelijk. Vandaar wellicht zijn enorme tijdverbruik. Tijdnood: het is een soms noodzakelijk kwaad, ook voor Reschewsky. De eenige partij, die er altijd plezier van kan hebben, is het publiek. Zoo was b.v. de spannende finale Fine— Capablanca in de derde ronde een fantas tisch schouwspel: en voor de Haarlemmers, die vanavond naar de Concertzaal zullen gaan is het wel te hopen, dat zich hier of daar een geval van tijdnood zal voordoen. Men denkt daarbij onwillekeurig aan de partij Euwe—Reschewsky wellicht legt onze kampioen zijn tegenstander het vuur zoo na aan de schenen, dat Reschewsky lang gaat nadenken, en dan krijgt men wat te zien. De belangrijkste partij vanavond is die tus- schen Aljechin en Fine. Als de wereldkam pioen wint, heeft hij het grootste deel van zijn achterstand ingehaald: men kan dus verwachten dat hij alles op alles zal zetten. Verder zal ook de ontmoeting KeresCapa blanca wel interessant worden maar het heeft eigenlijk geen zin bepaalde partijen speciaal te noemen: in dit tournooi zijn alle ontmoetingen belangrijk en interessant! A. D. DE GROOT. ROEIEN. Dr. C. W. G. Mieremet overleden. In het R. K. Ziekenhuis te 's-Gravenhage is Zaterdagnacht in den ouderdom van ruim 51 jaar na een langdurige ziekte overleden dr. C. W. G. Mieremet, vroeger hoofd-assistent bij het pathalogisch-anatomisch laboratorium te Groningen. Ook in de roeierskringen was Dr. Miere met een zeer bekende en populaire figuur. Hij heeft indertijd in de ploegen van Triton me- nigen triomf behaald. Gedurende eenige jaren was hij voorzitter van den Ned. Roei- bond. De overledene, die in Groningen woonde, heeft vooral bekendheid verworven door zijn werk als patholoog-anatoom bij justitioneele onderzoekingen. DOOR CRITICUS V. S. V. - F E IJ E N O O R D Gedachtig aan het goede, snelle en tactisch juiste spel, dat V.S.V. op 13 Februari van dit jaar tegen Ajax ten beste gaf en dat een „hoogconjunctuur" voor de Velseroorder club inleidde, tevens rekening houdend met het feit, dat de roodhemden volgens aller meening ook vorige week tegen de Amsterdammers een technisch hoogstaande partij voetbal hadden vertolkt, ben ik naar het V.S.V.-terrein geto gen met de overtuiging, een vlotten wedstrijd te zullen zien, waarin de winstkansen van de thuisclub hooger aangeslagen moesten wor den dan die van het roemruchte Feijenoord. Ajax en Feijenoord mogen dan nog altijd terecht als de technisch best geschoolde club elftallen in ons land beschouwd worden, dat neemt niet weg. dat meer dan eens bewezen is, dat een in hoog tempo met tactisch over leg spelende tegenpartij deze clubs kan weer staan en overwinnen. Het hoogere „toerental" reduceert de effectiviteit van de technische vaardigheid, die bij Nederlandsche voetballers welhaast onvermijdelijk met kort spel samen gaat en wanneer dat hoogere tempo door ver rassend open spel ondersteund wordt, kan het niet anders, of de balans slaat ten gunste van de doeltreffende tactiek door. Daar komt nog bij. dat in een dergelijk ge val de tekortkomingen en de eenzijdigheid van d i e spelers tot uiting komen, die door het op technische gronden berustend succes van hun team min of meer automatisch als de beste voetballers van ons land en derhalve als de eerste gegadigden voor een plaats in het Nederlandsch elftal worden beschouwd. Het is dezen middag weer eens duidelijk ge bleken, dat deze favorieten, nu zij tegen enthousiaste en goed toegeruste tegenstanders te velde trokken in drie van de voornaamste onderdeelen van het voetbalspel tekort scho ten, te weten: tempo (waaronder begrepen snelheid van taalbehandeling en samenspel), tactiek en aanpassingsvermogen. Met den moeilijken wedstrijd van de nationale ploeg tegen Duitschland voor oogen, is het nuttig, daar op eens te wijzen. En daarom was het dubbel jammer, dat niemand van de Keuze- Commissie, die toch beweert, dat het peil van ons voetbal stijgende is, bij dezen wedstrijd aanwezig was. Men had dan kunnen consta- teeren, dat een Vente, een Kuppen, een Vrauwdeunt, een de Vroet enja, het dient te worden gezegd een Van Heel in deze match tegen snelle tegenstanders, die „honger naar den bal" hadden, een matigen, in som mige gevallen zelfs zeer matigen indruk maakten. Ik heb het argument gehoord, dat Van Heel zich spaarde (waarom werd er niet bij gezegd doch zelfs dan mag men verwachten, dat hij door staaltjes van techniek en tactiek ge wicht in de schaal zou leggen. Dit nu was in de tweede helft geenszins het geval, niet al leen, dat hij vanzelfsprekend in snelheid te gen den jongen V.S.V.-rechtervleugel te kort schoot, doch na de hervatting kostte het de tegenpartij niet de minste moeite, hem uit positie te spelen, waardoor de veteraan in die periode nauwelijks een steun voor zijn elftal was en niet meer dan vijf- of zesmaal daad werkelijk opbouwend werk verrichtte. Voor de rust was De Vroet met zijn korte passes naar Linssen goed op dreef, maar toen de invaller-halfback van der Gevel dit steeds herhaalde spelletje door kreeg, was het ook met de Vroet's effectiviteit afgeloopen. De spil Kuppen maakt op velen den indruk, een over- heerschende rol in de Feijenoord-ploeg te spelen, omdat hij door zijn groote lengte me- nigen bal met het hoofd kan onderscheppen, maai zijn plaatsen, zoowel met het hoofd als met den voet. als ook zijn dribbelen laat naar mijn smaak veel te wenschen over. Vente, afgezien van zijn schot, nimmer een groot balspeler en tacticus, heeft zijn besten tijd gehad, om kort te gaan feitelijk was Linssen de eenige Feijenoord-speler, van wien men in deze match een doelpunt kon verwach ten, al had ook hij teveel tijd noodig om den bal voor het doel te krijgen. De Rotterdammers waren verstard in hun systeem van kort passeeren zonder einde, wat op dit smalle veld tegen een kordaat ingrij pende tegenpartij tot mislukken was ge- De V. S. V.-keeper Michel was in den wedstrijd tegen Feijenoord in een ongenaakbaren vorm. doemd. Een belangrijk verschil tusschen beide teams was voorts, dat, terwijl de Feijenoorders eikaars taak nimmer overnamen en ieder voor zich op het werk en het aangeven van een clubgenoot vertrouwde, elke V.S.V.-er, die het dichtst in de nabijheid van den bal was. zon der aarzeling er op af ging om het leder in bezit te krijgen. V.S.V. heeft volkomen aan mijn hoogge spannen verwachtingen beantwoord en het geheele elftal heeft van begin tot einde een drachtig en met prachtig enthousiasme dc ge kozen wedstrijdtactiek doorgevoerd. Het was niet te bemerken, dat de beide vaste kant- halfs, Van Osch en Heins, afwezig waren, want de invallers Kunst en van der Gevel hebben zich inderdaad uitstekend aangepast en zee* veel tot het succes van de ploeg bijgedragen. Aanvankelijk wilde het met de wisselwerking tusschen Broek en van der Gevel wel niet zoo goed vlotten, waarvan vooral Linssen partij kon trekken, maar het duurde niet lang, of de halfback had zich volkomen ingespeeld. De spil de Vries was ook werkelijk de spil van het- elftal, die ondanks zijn verdedigende rol toch meermalen kans zag, de eigen voor hoede te steunen. De backs vulden elkaar goed aan, trapten een goede lengte en zooveel mo gelijk in eens, terwijl keeper Michel bewees tot de allerbeste doelverdedigers van ons land te behooren, waarbij hij ditmaal Van Male in de schaduw stelde. Lest best: de voorhoede. Ik heb al meer gelegenheid gehad op de meer dan gewone technische capaciteiten van de jeugdige bin- nenvoorwaartsen Bot en Balvers te wijzen, die, sedert zij den trainingscursus van de Streek- commissie volgen, met sprongen zijn vooruit gegaan. Doch ook i -tisch hebben deze jonge lingen hun kunnei. gedemonstreerd, al hield Balvers af en toe net leder iets te lang bij zich. Wanneer dit tweetal zich met denzelfden ijver op de training blijven toeleggen, kunnen zij hun club en zichzelf nog ver brengen. Tus schen beiden in heeft de stoere middenvoor van der Lugt zich een aanvalsleider getoond, die wat doorzettingsvermogen en het aan vaarden van de kansen betreft, niet voor den gemiddelden Engelschen middenvoor behoeft onder te doen. Hoe de Feijenoord-backs hem ook dekten, steeds was de V.S.V.-er hun met het hoofd of den voet te glad af. Hij ver deelde het spel naar .behooren, schoot veel en goed en de wijze, waarop hij het eerste en vierde doelpunt scoorde, getuigde van zelfbe- heersching en overleg. Zijn combinatie met den gewieksten Sterk leverde voortdurend ge vaar op voor de Rotterdamsche verdediging en de linksbuiten toonde zijn klasse in het plaatsen van zijn voorzetten en het omspelen van zijn tegenstanders, welke laatste eigen schap hem in staat stelde een mooi en voor dezen wedstrijd beslissend derde doelpunt te maken. Rechtsbuiten Döring paste zich in deze voorhoede goed aan, hij snelde keer op keer langs van Heel en van der Heide en hij zou nog meer succes bereikt hebben, als een aan tal van zijn voorzetten niet te scherp was geweest. CRITICUS Na een vijftal ronden is er in den stand van het A.V.R.O.-tournooi al vrijwat teekening gekomen. De Amerikaan Reuben Fine heeft zich door buitengewoon sterk spel van een voorsprong van V/s punt weten te verzeke ren, een prestatie, waartoe men hem welis waar in staat achtte, die echter maar weini gen zullen hebben verwacht. Hij heeft een zeer vastberaden spel ten toon gespreid en er heel goed aan gedaan zich op 1. e4 toe te leggen; speciaal de Fransche par tij waarmee zoowel Botwinnik, Capa blanca alsook Flohr zich verdedigden biedt hem blijkbaar goede gelegenheid zijn stijl te volgen. Vooral de partij tegen Botwinnik was karakteristiek.: zijn geweldig diepe eind speltaxatie kwam daarin duidelijk tot uiting. Op den 12 den zet eigenlijk al op den elf den (Lb5) moet hem het stellingsbeeld van omstreeks den 20sten (druk langs de d-lijn) al duidelijk voor oogen gestaan heb ben. Waaraan moet men, behalve zijn kunde, zijn succes toeschrijven? Heeft hij zich misschien toch speciaal voor bereid voor dit tournooi? Men zou het aan zijn openingsrepertoire wel haast zeggen. Het is tenslotte een vrij groot waagstuk om met 1. e4 voor den dag te komen in een dergelijk tournooi, omdat er zoo ontzaglijk veel ver schillende openingen uit kunnen ontstaan, die men allemaal onder de knie moet hebben. Men moet wel veronderstellen, dat hij b.v. van de Fransche partij een uitgebreide stu die heeft gemaakt. Verder heeft het hem ongetwijfeld een beetje meegezeten. De geweldige diepte van den stra- tegischen val, dien hij Botwinnik stelde, neemt niet weg, dat de Rus erin geloopen is (11Pc6? in plaats van 11Ld7), en dr. Euwe heeft het den Amerikaan wat te ge makkelijk gemaakt. Uit de partij Fine-Flohr uit de vijfde ronde blijkt echter, dat hij 'Fine) tot gróóte dingen in staat is. Hij is in dit tournooi zonder twij fel sterker voor den dag gekomen, dan men hem ooit gezien heeft. Van den anderen Amerikaan kan men zoo ongeveer het omgekeerde beweren. Hij speelt hier niet zeer sterk, maar heeft dan ook niet veel geluk. Intusschen is het merkwaardigste van alles, zijn gewoonte om over de beginzetten zoo lang na te denken. Waarom doet hij dat, waarom deelt hij zijn tijd niet wat redelij ker in? Een antwoord, dat men hier vaak op gege ven heeft, is dat hij het met opzet doet, om den. tegenstander „in verwarring" te brengen. Maf.r dat voert ons tot een tweede vraag, die on.- nog meer interesseert: Hoe is het über- haut mogelijk, dat gebrek aan denktijd een voordeel kan beteekenen? Dr. Euwe noemde in een gesprek als één van de dmgen, die hierbij een rol spelen het, feit, dat de speler, wiens tegenstander met tijdnood te kampen heeft alléén de volle ver antwoordelijkheid voor de partij, n.l. voor alle slechte zetten, die er gedaan worden, draagt. Of het hierbij inderdaad om de partij en de slechte zetten gaat, is m.i. twijfelachtig maar het begrip verantwoordelijkheid is in ieder geval volkomen juist. Men kan den man, die zich in tijdnood bevindt zijn daden na tuurlijk niet aanrekenen: maar daardoor komt het volle gewicht van zijn verantwoor delijkheid op de schouders van den ander terecht! Het is eigenlijk een heel algemeen geval: een begunstigde positie brengt immers altijd verantwoordelijkheid met zich mee. Dit geldt niet alleen in het maatschappelijke, maar ook in vrijwel alle soorten van wedstrijdspel. Men denke eens aan den tennisser, die een te korte hooge lob moet „afmaken". Alle toe schouwers denken: „Nu heeft hij er den tijd voor, zoo'n bal mag hij niet missen". De spelers zelf denkt dat ook, en dat bezorgt hem het onaangename gevoel niets te kunnen winnen, wanneer hij het goed doet, en alles te kunnen verliezen, wanneer hij mist, een gevoel, dat maar al te vaak juist tot de fout leidt. Om weer tot het schaakspel terug te kee ren: het is bekend moeilijk een „gewonnen" staande partij te winnen, of in een match het beslissende punt te scoren daarover hebben wij het vroeger al eens gehad. En zoo is het ook, vanwege de verantwoordelijkheid, heel moeilijk, onbevangen te blijven spelen tegen een tegenstander, die zich in tijdnood bevindt. Er zijn hier trouwens nog verschillende an dere factoren werkzaam. Eén daarvan is deze. dat de speler die den tijd heeft, eigenlijk voortdurend aan zet is! Ook dat is onprettig voor hem, want hij voelt zich van zijn normale adempauze beroofd. Het is n.l. juist een bijzonder aangename omstandigheid, dat men in een schaakpartij telkens, als men zijn zet gedaan heeft, even van de spanning kan uitrusten. Wie gezet heeft, is voor een oogenblik van zijn proble men af, is ook voor kortentijddemeerdere.de schuldeischer als 't ware, wien den ander n.l. een antwoord schuldig is. Iets van een machtsverhouding ligt er ongetwijfeld ook wel in besloten. (Dat klopt ook in zooverre, dat in een partij tusschen twee ongelijke te genstandiers de zwakkere gewoonlijk veel langer nadenkt, dus bijna voortdurend aan zet is.) In ieder geval is het verre van prettig deze natuurlijke ontspanningen te moeten mis sen. Men kan weliswaar kunstmatig een paar minuten pauze nemen, maar dan loopt de klok door en de tegenstander profiteert dank baar van de kostelooze denkgelegenheid! En dat is misschien nog het hatelijkste van alles: het gevoel dat de tegenpartij klaploopt. Alles bij elkaar de verantwoordelijkheid, Groep deelnemers aan de kegelwed strijden om het persoonlijk kampioen schap van den Haarl. Kegelbond 1938, welke wedstrijden Zaterdag en Zondag in het gebouw van den II. K. B. aan de Tempeliersstraat plaats hadden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 13