IBIS 5"^ Ook de Alands-eilanden worden bewapend. Bi De Parkmanege te Velsen. In rustig vaarwater. DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938 HAARDE M'S DAGBLAD II In het belang van de Scandinavische neutraliteit wordt er gehandeld voor nog de Alands-conventie gewijzigd is. De dunne lijn rond Aland geeft de grens van de volgens de conventie van 1921 geneutraliseerde zone aan de grove zigzaglijnen zijn de grenzen van de Zweedsche en Finsche kustverdedigingslinies. De Alandsche bevolking is tegen de Finsch-Zweedsche plannen. (Van onzen Scandinavischen correspondent). - EN behoeft waarlijk niet zo.o'n overge voelige idealist, pacifist en voorvech ter van het zelfbeschikkingsrecht der volken als Zweden's permanente Nobelprijs-, candidaat Lindhagen te zijn om met groote bezorgdheid gadè te slaan, hoe Finland en Zweden thans doende zijn het bij internatio nale overeenkomst ontwapende Aland te re- militariseeren, hoe deze beide landen zich door de internationale omstandigheden ge noodzaakt voelen, in het belang van de eigen veiligheid, van de eigen neutraliteit in geval van een oorlog in het Oostzeegebied, tegen den duidelijk uitgesproken wil van de overgroote meerderheid der Alandsche bevolking in uit gebreide militaire maatregelen betreffende Aland te nemen, maatregelen, waardoor direct en indirect de bij de Alands-conventie van 1921 internationaal gegarandeerde bijzondere status van deze archipel gewijzigd wordt. De door die conventie geschapen garanties voor de neutraliteit van de Alands-zone kun nen tengevolge van de verzwakking van den Volkenbond en van de sterk gewijzigde mili tair-politieke situatie in het Oostzeegebied niet meer voldoende geacht worden. Die werden trouwens enkele jaren geleden reeds in Finsche militaire kringen als ten eenen- male ontoereikend beschouwd. Maar terwijl ons ongeveer een jaar geleden van autoritaire zijde te Helsingfors nog de verzekering- ge geven werd, dat Finland er natuurlijk niet aan dacht eigenmachtig de bepalingen van de conventie opzij te schuiven, dat er geen sprake zou kunnen zijn van uitvoering van eenigen maatregel tot re-militarisatie van de gedemilitariseerde Alands-zone vóór de con ventie zoodanig gewijzigd was, dat men daar recht toe had, zal Finland nu met instemming van Zweden de noodzakelijk geachte maat regelen nemen „in afwachting van een wijzi ging van de conventie". Waaraan toegevoegd kan worden, dat verschillende van de staten, die de conventie mede onderteekend hebben, o.a. Duitschland, er geen bezwaar tegen zullen hebben als hun goedkeuring voor de militaire versterking van de Alands-zone gevraagd wordt, wanneer die reeds een feit is, maar dat enkele andere van die staten er waarschijn lijk géén vrede mee zullen hebben. De her haalde bezoeken van den Finschen veldmaar schalk Mannerheim aan Londen in de laatste jaren hebben er voor zoover bekend niet toe kunnen leiden, dat Engeland in beginsel op heffing van de Alandsche ontwapeningsbe palingen goedkeurde. Had Engeland wel met de Finsche plannen ingestemd, dan zou men dat hoogstwaarschijnlijk niet verzwegen heb ben. Zoodat Engeland vermoedelijk ook hier voor een „fait accompli" gesteld zal worden. Of het zich daar veel van aan zal trekken staat zeer te bezien, Engeland heeft belang rijker dingen aan zijn hoofd. in\ E internationaal-politieke beteekenis van den Alands-archïpel is een gevolg van de strategisch uiterst belangrijke ligging van deze ver over de zesduizend eilanden en eilandjes en scheren en klippen tusschen Finland en Zweden, tusschen de Oostzee en de Botnische Golf en dicht bij den mond van de Finsche Golf, die men het voorportaal van Leningrad zou kunnen noemen. Teneinde Aland als twistappel te elimineeren, zijn stra tegische waarde en dus ook zijn aantrekkelijk heid voor oorlogvoerende staten aanzienlijk te verminderen, heeft men eerst in 't midden van de vorige eeuw en later nog eens in 1921 1 een conventie gesloten, waarbij de geheele Alands-zone tot neutraal gebied verklaard werd, dat op geenerlei wijze militair ver sterkt mocht worden en duurzaam ontwapend moest blijven. Maar aan de strategisch be langrijke ligging van dezen archipel kon daar door al heel weinig veranderd worden en voor al sedert het luchtwapen zijn groote beteeke nis gekregen heeft en men niet alleen de waarde van Aland als vlootbasis. maar ook die als vliegtuigbasis is gaan overwegen, moe ten de generale staven van verschillende lan den meer nog den vroeger met Aland als factor bij een eventueelen oorlog in het Oost zeegebied rekening zijn gaan houden. Bij een oorlog tusschen Duitschland en Rusland zal het voor beide staten een zeer groot nadeel wezen, wanneer de vijand heer en meester op Aland zou zijn. want die oorlogvoerende mo gendheid, die Aland bezet houdt, kan hoogst waarschijnlijk den toegang tot de Finsche Golf en vrij zeker ook dien tot de Botnische Golf beheerschen, kan tegelijkertijd zoo noo- dig een krachtige pressie op Zweden en Fin land oefenen en bovendien desgewenscht erts- cellulose- en houttransporten uit Noord- Zweden beletten. Op grond van deze overwegingen wordt in militaire kringen aangenomen, dat een oor log tusschen Duitschland en Rusland met een wedloop tusschen beide staten om Aland te bezetten beginnen zou, wanneer er geen maatregelen getroffen zouden zijn, waardoor zoo'n bezetting niet alleen ernstig bemoeilijkt zou worden, maar ook het betrekken van Finland in den oorlog tengevolge zou moeten hebben. Van Duitsche zijde is officieus en misschien ook 'wel officieel aan Finland te verstaan gegeven, dat Duitschland zich bij een conflict met Rusland genoodzaakt zou zien zelf bij wijze van voorzorgsmaatregel Aland te bezetten, wanneer Finland niet voor een be hoorlijke beveiliging van den archipel tegen een Russische occupatie zorgen zou. En toen daarna de Finsche re-militarisatie-plannen bekend werden is natuurlijk van Russische zijde betoogd, dat Finland Duitschland in de kaart speelde en door een versterking? van de Alands-eilanden een Öuitsche bezetting daar van voorbereidde. Men kan dit moeilijk ge- looven, want Finland heeft bij een oorlog met Rusland niets te winnen, maar wel veel te verliezen. Het voert samen met Zweden en de andere Scandinavische landen een poli tiek van strikte neutraliteit naar alle kanten en het hoopt juist door de nu voorgenomen maatregelen ten aanzien van Aland de moge lijkheid te vergrooten, die Scandinavische neutraliteit en dus den vrede in Scandinavië te kunnen handhaven. Het is duidelijk, dat bezetting van Aland door een vreemde mogendheid de vrijheid van handelen van Finland en Zweden sterk zou verminderen en dat omgekeerd een neu traal blijvend Aland voor zoowel Zweden als Finland van groote waarde is. En niemand in de Scandinavische eilanden zou er daarom iets tegen hebben, dat de tot vlak bij de grens van de Alands-zone reikende Finsche en Zweedsche kustverdedigingslinies door Aland sche versterkingen verbonden werden, wanneer men in a .mmige kringen niet vreesde, dat die versterkingen de aantrekkelijkheid van Aland voor een oorlogvoerende macht juist zouden vergrooten. Tot die kringen behoort de meer derheid van de Alandsche bevolking zelf. E woordvoerder van de Alanders, Julius Sundblom, president van het Landsting, het parlement van dit in ruime mate zelfbe stuur genietende maar tot de Finsche repu bliek behoorende gewest, en redacteur eigenaar van het tweemaal in de week ver schijnende blad Aland, heeft al geruimen tijd betoogd, dat Finland, als het betere ga ranties voor de neutraliteit van de Alands-zone wil scheppen, dit zonder wijziging van de conventie kan bereiken door lucht- en vloot- strijdkrachten voor de bewaking van Aland af te zonderen. Dat voorstel is echter nim mer door de Finsche autoriteiten in ernstige overweging genomen omdat de militaire des kundigen vaste batterijen op de Alands- eilanden ter dekking van mij-nenversperrin- gen noodzakelijk achten en voorts omdat de Finsche vloot maar ternauwernood toereikend is voor de bewaking van de kust langs de Finsche Golf. Behalve de genoemde batterijen, die o.a. op de buitenste eilanden van den archipel, Bogskaren, Kökar en Lagskar, zouden komen te liggen, acht men een vrij groot garnizoen op de voornaamste eilanden noodig en het is vooral hiertegen dat de Alanders zich ver zetten. Zelf kumien zij niet voor dat garni zoen zorgen, want het aantal Alandsche dienstplichtigen zou ten hoogste honderd vijftig per jaar kunnen zijn het ontwapen de Aland kent geen militairen dienstplicht en dat is voor een gebied als deze archipel met zijn duizenden eilanden en zijn kieken en fjarden natuurlijk niet voldoende. Er wordt nu overwogen, althans in vredestijd uit sluitend dienstplichtigen uit de Zweedsch- talige gebieden in Zuid-West-Finland naar Aland te sturen, maar de Alanders vreezen. dat dit ondanks eventueele garanties toch tot een invasie van Finsch-sprekenden van den overkant zal leiden, dat zij in hun nu nog voor 99 procent Zweedsche gebied dezelfde moeilijkheden zullen krijgen om eigen taal en eigen cultuur te handhaven als de Zweedsche minoriteit op 't Finsche vasteland reeds heeft en dat daarom re-militarisatie van Aland het begin zal zijn van het einde van het Alandsche zelfbestuur en van de Zweedsche taal, cultuur en volksaard van de Alan ders. De Alanders zijn zeer teleurgesteld over de houding van Zweden. Zij hadden verwacht, dat Zweden voor hun rechten op zou komen en zij hebben niet den indruk dat zulks ge beurt, al betoogt de Zweedsche pers ook voort durend. dat het lot van de Alanders Zweden na aan het hart ligt en al heeft ook Sandler bij herhaling verklaard, dat de Zweedsche re geering de grootste beteekenis hecht aan een regeling van de Aland-kwestie mét de mede werking van de Alandsche bevolking. Er be staat, naar het jongste communiqué betref fende de Finsch-Zweedsche onderhandelingen opnieuw verzekert, volkomen overeenstem ming tusschen de beide regeeringen over de te nemen maatregelen en men zou dus moeten aannemen, dat Finland behoorlijke garanties wil en kan bieden voor het behoud van de bijzondere rechten van de Alandsche bevol king. Maar omtrent die garanties is al even weinig bekend als omtrent de voorgeno men militaire maatregelen. Men weet feitelijk alleen, dat die maatregelen binnen afzien- baren tijd uitgevoerd zullen worden, dat op Aland dienstplicht ingevoerd wordt, dat deze eilanden bewapend zullen worden, zooals vrijwel heel de wereld nu bewapend is. En petities en telegrammen van Zweden's permanenten candidaat voor Nobel's Vredes prijs, oud-burgemeester Carl Lindhagen, om deze „ontwapende o&se" te sparen, om te be denken, dat Aland nu opnieuw een twist appel tusschen Finland en Zweden kan wor den, om den wil van de Alandsche bevolking, van deze Zweedsche minoriteit op Finland's grondgebied, te respecteeren, zij kunnen daar in dezen verwarden tijd niets aan verande ren. G. G. B. EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit van Am sterdam voor het doet. examen wiskunde de heer F. Niesen te Haarlem; voor het doet. examen natuurkunde de heer J. Helleman; voor het cand. examen wis- en natuurkunde (letter F) de heer P. A. Renes; voor idem (let ter D) de heer H. Wijker; voor het candidaats- examen rechten de heer dr. M. König. Bevorderd tot arts de heeren W. Renout, Amsterdam en W. J. Huismans, Leeuwarden; geslaagd voor arts-examen le ged. de heeren J. H. Bulthuis, Winschoten, H. B. Lodewijks, Bandjermasin; J. G. H. D. Bettink, Amster dam en R. E. v. d. Borg. Rotterdam. Machinisten-examen. Geslaagd voor voorloopig diploma de heer G. L. Kropman te Haarlem. EXAMENS MOORE'S SCHOOL. Voor de examens van Moore's School of Com merce, Frans Halsstraat no. 1 slaagden 10 der aangerrield'e candidaten, en wel voor Machineschrijven: de dames L. van Ravens- berg, E. P. Verhaert, A. C. M. Bakkenhoven, allen te Haarlem; mej. J. J. Bijlsma te Over- veen en mej. E. G. Koning tè Zandvoort. Verder de heeren N. Oudshoorn, P. C. de Jongh en J. Mets, allen te Haarlem. Stenografie Nederlandsch: de heer J. P. Bak ker, Heemstede. Stenografie Fransch: mej. A. L. Kooi, IJmui- den. HET ANTWOORD IS EENVOUDIG: BESTEL VAN BREEMEN'S BRAND STOFFEN U ONTVANGT DAN DE HOOGSTE CALORISCHE WAARDE! D.W.Z.BRANDSTOF WELKE BIT VERBRANDING DE MEESTE WARMTE VERSPREIDTALLEEN EEN WEINIG ASCH NALAAT EN DAARDOOR VOORDEELIG IS. (Adv. Ingez. Med.) EEN JEUGD-WEEK-END TE HAARLEM. Uitgaande van de beweging „Jong Neder land voor Christus" zal Zaterdag 19 en Zondag 20 November a.s. in het gebouw van de Haarlemsche Jonge Mannen Vereeni- ging aan de Lange Margarethastraat no. 13 een Jeugd-Week-End worden gehouden. In vier openbare jeugdmeetings zullen verschil lende jeugd-problemen worden behandeld. Als sprekers zullen "optreden de heeren: R. van Goethem, Evangelist te Brussel; J. Kits, leider J. N. V. C.-actie te Zeist en L. J. Pas man, Evangelist te Hilversum. De openings amenkomst vindt plaats Zaterdagmiddag om half vier, terwijl om 3 uur en des Zondags om half vier en half acht bijeenkomsten worden gehouden. Tusschen de bijeenkomsten wordt beide dagen een gemeenschappelijke koffietafel aangericht met daaraan verbonden getui- genisdienst. Aan het Week-End wordt o.m. deelgenomen door Jeugdgroepen uit Am- iterdam, Zaandam, den Helder, Aalsmeer, Bennebroek en andere plaatsen uit Noord- Holland. Het Jeugd-Week-End is bedoeld voor jonge menschen van 1630 jaar. Viering van het eerste lustrum. Zondag 18 December a.s. bestaat de Park- Manege te Velsen vijf jaar. Dit jubileum zal worden gevierd met ruiterfeesten in de manege op Zaterdag 17 en Zondag 18 Decem ber aa. Wij hadden een onderhoud met de oprich ters, de heeren J. van Gameren en Herman van Gameren, die in den loop der jaren al heel wat leerlingen in de geheimen der ge zonde ruitersport mochten inwijden, gen van twaalf jaar trad hij als staljongen in dienst bij den heer D. W. van Dam van Hekendorp te Zalt-Bomm::. Op 19-jarigen leeftijd nam hij vrijwillig dienst bij de cava lerie, bang zijnde, dat hij zijn dienstplicht moetende vervullen bij de infanterie zou worden geplaatst. Dit typeert wel den echten paardenliefhebber en ruiter. De heer Van Ga meren Sr. verliet den dienst als wachtmeester instructeur, meester op alle wapenen. De heer Van Gameren Sr. Allereerst de heer J. van Gameren. Deze viert over een jaar het feit, dat hij zestig jaar met paarden heeft omgegaan. Als jon- Na den dienst kwam hij naar Velsen, waar hij de nog bestaande stalhouderij ging ex- ploiteeren Hoe de manege is ontstaan? „Door een kleine oorzaak met groote gevolgen",, is het antwoord. Ongeveer zes jaar geleden kregen de heeren Van Gameren opdracht, voor een liefhebber van de ruitersport een rijpaard te koopen. Dit deden zij, doch de klant moest door omstandigheden buiten zijn wil van den koop afzien. Daar zaten de heeren met een rijpaard dat zij niet in hun stalhouderij konden ge bruiken! Een toeval kwam hen te hulp. De heer Van Gameren Sr. vroeg den heer De Vries van het landgoed „Schoonenberg" te Velsen-Driehuis, of deze het luxe-beest je wilde huren. De heer De Vries had daar wel ooren naar, mits de heer v. Gameren les aan zijn dochtertje wilde geven, en de rijschool was geboren! In Maart 1933 werd de rijschool begonnen met één paard. Mevrouw De Vries en haar dochtertje waren de eerste leerlingen, waar van het aantal echter ras uitgroeide. Tegen den winter moest er worden omgekeken naar een rijschool in een besloten, overdekte ruimte. Met medewerking der gemeente Vel sen en die van burgemeester Rambonnet en wethouder Dunnebier in de eerste plaats - kon de heer Van Gameren Sr. de groote tlm- merschuur van het Gemeentelijk Park „Vel- serbeek" huren. De heer Van Gameren Sr. liet er onmiddellijk een even groote ruimte aanbouwen en het geheel tot manege inrich ten. De Park-Manege was er! Wijlen burgemeester Rambonnet was zelf een goed ruiter en liefhebber van paarden. Op 18 December 1933 opende hij officieel te paard natuurlijk de Park-Manege. Na het eerste leerjaar waren er 40 leerlin gen en 2 paarden, en thans 130 leerlingen en 12 paarden. Toch dreigde er heel in het be gin een kink in den kabel te komen, want een paar maanden na de officieele opening werd de heer Van Gameren Sr. ernstig ziek. zoo ziek, dat hij na zijn herstel de functie van in structeur te paard niet meer mocht uitoefe nen. Onmiddellijk na zijn ziekte nam zijn zoon, de heer Herman van Gameren, deze taak over op een wijze, die zelfs den ouden heer bewondering afdwingt. Trouwens dat kan ook niet anders: goed bloed verloochent zich niet De tegenwoordige burgemeester, mr. M. M. Kwint zelf een uitstekend ruiter toonde meermalen zijn belangstelling voor de Park- Manege. De durf en de energie van de heeren Van Gameren hebben de Park-Manege gemaakt tot een instelling, die in Velsen met omgeving een goede bekendheid heeft verkregen. Voor Velsen zelve beteekent het werk van de heeren Van Gameren veel, omdat de rui ters de gelegenheid krijgen uitstapje te maken in de fraaie omgeving. In het jubileumjaar is de Park-Manege ver rijkt met een buitenmanege met springterrein op het landgoed „Waterland" van de erven Boreel. Verder kunnen door het inzetten van een tweede tribune 130 toeschouwers een plaatsje in de manege vinden. DobLel-marm. lekker.man! (Adv. Ingez. Med.) De heer Van Gameren Jr. Op 17 en 18 December as. wordt dit lustrum gevierd met ruiterfeesten in de manege. Het programma is daarvoor als volgt samenge steld 1. Entrée Manoeuvre -T - 2. Junioren Manoeuvre. 3. Hoogeschool manoeuvre door den heer Lijssen. 4. Hongaarsche Post gecostumeerd (mej. Iekie Veening. 5. Carrousel-rijden gecostumeerd (4. dames en 4 heeren). Pauze: 6. Fantasie Oude Traditie door 2 dames (dameszadel) en 2 heeren. 7. Galop Manoeuvre. 8. „Ramona" gereden door den heer H. van Gameren. 9. Guirlande Manoeuvre door 8 dames. BRANDJE AAN DE OVERTONSTRAAT Hedenmorgen is brand uitgebroken in een schuur achter perceel Overtonstraat 21 in Haarlem-Noord. Het vuur, dat was veroorzaakt doo het in brand vliegen van een mastiekketel, kon spoedig door ter plaatse aanwezige werk lieden worden gebluscht. Zij konden echter niet verhinderen, dat de schuur grootendeels uitbrandde. De brandweer was gealarmeerd, doch be hoefde niet op te treden. LUCHTBESCHERMING. In aansluiting op het op pag. 10 gemelde, kunnen wij nog het volgende melden: Het Vakcomité van vak 6 (Haarlem-N.) is als volgt samengesteld: Voorzitter: A. J. Schalekamp. Leden: A. L. Hengeveld, H. Schindeler, A. W. Knetemann, C. van der Winden, A. Koonings, M. de Braai, Paul, E. J. C. van Dijken, P. Schuurman, mevr. Blankevoort, mevr. Krijn, A. G. M. de Bont, J. F, C. Ban- ling, W. Estarippa. Het Vakcomité zal reeds Dinsdag as. 22 No vember in Café „Bolwerk" vergaderen om de plannen voor de verdere organisatie uit te werken U hebt zeker ook dat bericht gelezen van die Friezen, die er heelemaal niet zoo op gebrand zijn veel vreemdelingen naar hun watersport festijnen te lokken? Zij blijven liever onder elkaar van het water genieten, dat beteekent voor hen rustig genieten. Veel vreemde snoes hanen wil zeggen: veel onrust, En wie kan hun niet een klein beetje gelijk geven? Ik vind het een prettig on-materialistisch ge luid: „Blijft u met uw dubbeltjes maar weg. Het eenige dat wij vragen is rust en die kunnen jullie voor ons niet koopen, al heb je nog zoo veel guldens bij je". Dat is tenminste eerlijk en ook eerlijkheid is een zeldzaam verschijnsel en dus kostbaar goed en daarom zijn die Friesche geluiden prettige geluiden, althans in het kader van Friesland. Voor ons staan de zaken er heel anders voor. Al is het land stil en wijd en vredigvreem delingen die daar een bezoek komen brengen zullen anderen niet in het vaarwater komen en zy zullen zeker minder behoefte tot luidruchtig heid gevoelen dan watersporters allicht nog wel eris hebben. En wie voor de stad komen, die vinden drukte prettig. Het is altijd aardig een meening te hooren verkondigen, die dwars tegen de gangbare in gaat. Terwijl nu iedereen overal zijn best doet toeristen te lokken, hooren we uit dien Frie- schen kring een ander geluid. Zin voor het eigene, liefde voor het eigen land en de eigen aard zijn, vooral wanneer zij zulk een vreedzaam object hebben als de rust en de landelijke schoonheid, schoone karakter trekken en wie zich daaraan houdt is zeker lang de kwaadste niet. Misschien is hij wel een van de besten onder ons. Want liefde voor het bezit des harten is altijd verheffender dan liefde* voor het bezit van moneten. Eigenlijk geven de Friezen de menschheid een heel mooi voorbeeld en ik geloof dat de wereld er beter uit zou zien wanneer die behoefte aan rust en schoonheid en vrede-om-derzelver-wille bij alle menschen aanwezig was. Wanneer de menschen tevreden waren met wat zij bezitten en niet voor een hand vol zil verlingen hun bezit te gelde gingen maken en het daardoor in wezen verloren, dan zouden sommige menschen wat minder bezitten en an dere mensehen wat meer en waar geen begeerte naar bezit is, daar zijn ook vrede en rust Ik ver moed dat anderen, zooals Jean Jacques Rous seau, zooiets ook al gezegd zullen hebben, al is het dan misschien met andere woorden. Zoo gaat van de Friezen en wat zij gezegd hebben voor mij een heel groote bekoring uit, al gaf burgemeester Bloemers er zijn verwondering over te kennen en al was ook de heer Edo Bergsma er lichtelijk beduusd van. Maar iedereen die als vreemdeling, doch dan als een eenzame zwerver en niet als een luid ruchtige pretmaker, gaarne in Friesland toeft begrijpt en is niet verwonderd of beduusd. Ze ker geldt dit niet voor de meren en- de water sport alleen. Wat zou er van de wonderlijk- stemmige wandeling langs de zee bij Harlingen over blijven, wat van de rust van het Dokkum- sche stadhuis, de grachtjes van Franeker en Slooten, het marktpleintje van Workum, de Waag van Makkum, wanneer groote drommen toeristen die stilte daar met hun luidruchtigheid gingen verjagen? Ik houd van Friesland en daarom houd ik ook van de heelemaal-niet-vreemde opvattingen van deze Friezen. Misschien nog meer dan de Frie sche koffiehuishouders, hoteliers, drabbelkoek en dirimpjesfabrikanten. Maar dat is weer een heel andere kwestie. Mr. E. ELLAS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 11