IBIS 5"^
Ook de Alands-eilanden worden
bewapend.
Bi
De Parkmanege te
Velsen.
In rustig vaarwater.
DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938
HAARDE M'S DAGBLAD
II
In het belang van de Scandinavische
neutraliteit wordt er gehandeld voor
nog de Alands-conventie gewijzigd is.
De dunne lijn rond Aland geeft de grens van de volgens de conventie van 1921
geneutraliseerde zone aan de grove zigzaglijnen zijn de grenzen van de
Zweedsche en Finsche kustverdedigingslinies.
De Alandsche bevolking is tegen
de Finsch-Zweedsche plannen.
(Van onzen Scandinavischen correspondent).
- EN behoeft waarlijk niet zo.o'n overge
voelige idealist, pacifist en voorvech
ter van het zelfbeschikkingsrecht der
volken als Zweden's permanente Nobelprijs-,
candidaat Lindhagen te zijn om met groote
bezorgdheid gadè te slaan, hoe Finland en
Zweden thans doende zijn het bij internatio
nale overeenkomst ontwapende Aland te re-
militariseeren, hoe deze beide landen zich
door de internationale omstandigheden ge
noodzaakt voelen, in het belang van de eigen
veiligheid, van de eigen neutraliteit in geval
van een oorlog in het Oostzeegebied, tegen den
duidelijk uitgesproken wil van de overgroote
meerderheid der Alandsche bevolking in uit
gebreide militaire maatregelen betreffende
Aland te nemen, maatregelen, waardoor direct
en indirect de bij de Alands-conventie van
1921 internationaal gegarandeerde bijzondere
status van deze archipel gewijzigd wordt.
De door die conventie geschapen garanties
voor de neutraliteit van de Alands-zone kun
nen tengevolge van de verzwakking van den
Volkenbond en van de sterk gewijzigde mili
tair-politieke situatie in het Oostzeegebied
niet meer voldoende geacht worden. Die
werden trouwens enkele jaren geleden reeds
in Finsche militaire kringen als ten eenen-
male ontoereikend beschouwd. Maar terwijl
ons ongeveer een jaar geleden van autoritaire
zijde te Helsingfors nog de verzekering- ge
geven werd, dat Finland er natuurlijk niet aan
dacht eigenmachtig de bepalingen van de
conventie opzij te schuiven, dat er geen
sprake zou kunnen zijn van uitvoering van
eenigen maatregel tot re-militarisatie van de
gedemilitariseerde Alands-zone vóór de con
ventie zoodanig gewijzigd was, dat men daar
recht toe had, zal Finland nu met instemming
van Zweden de noodzakelijk geachte maat
regelen nemen „in afwachting van een wijzi
ging van de conventie". Waaraan toegevoegd
kan worden, dat verschillende van de staten,
die de conventie mede onderteekend hebben,
o.a. Duitschland, er geen bezwaar tegen zullen
hebben als hun goedkeuring voor de militaire
versterking van de Alands-zone gevraagd
wordt, wanneer die reeds een feit is, maar dat
enkele andere van die staten er waarschijn
lijk géén vrede mee zullen hebben. De her
haalde bezoeken van den Finschen veldmaar
schalk Mannerheim aan Londen in de laatste
jaren hebben er voor zoover bekend niet toe
kunnen leiden, dat Engeland in beginsel op
heffing van de Alandsche ontwapeningsbe
palingen goedkeurde. Had Engeland wel met
de Finsche plannen ingestemd, dan zou men
dat hoogstwaarschijnlijk niet verzwegen heb
ben. Zoodat Engeland vermoedelijk ook hier
voor een „fait accompli" gesteld zal worden.
Of het zich daar veel van aan zal trekken
staat zeer te bezien, Engeland heeft belang
rijker dingen aan zijn hoofd.
in\ E internationaal-politieke beteekenis van
den Alands-archïpel is een gevolg van de
strategisch uiterst belangrijke ligging van
deze ver over de zesduizend eilanden en
eilandjes en scheren en klippen tusschen
Finland en Zweden, tusschen de Oostzee en
de Botnische Golf en dicht bij den mond van
de Finsche Golf, die men het voorportaal van
Leningrad zou kunnen noemen. Teneinde
Aland als twistappel te elimineeren, zijn stra
tegische waarde en dus ook zijn aantrekkelijk
heid voor oorlogvoerende staten aanzienlijk
te verminderen, heeft men eerst in 't midden
van de vorige eeuw en later nog eens in 1921 1
een conventie gesloten, waarbij de geheele
Alands-zone tot neutraal gebied verklaard
werd, dat op geenerlei wijze militair ver
sterkt mocht worden en duurzaam ontwapend
moest blijven. Maar aan de strategisch be
langrijke ligging van dezen archipel kon daar
door al heel weinig veranderd worden en voor
al sedert het luchtwapen zijn groote beteeke
nis gekregen heeft en men niet alleen de
waarde van Aland als vlootbasis. maar ook
die als vliegtuigbasis is gaan overwegen, moe
ten de generale staven van verschillende lan
den meer nog den vroeger met Aland als
factor bij een eventueelen oorlog in het Oost
zeegebied rekening zijn gaan houden. Bij een
oorlog tusschen Duitschland en Rusland zal
het voor beide staten een zeer groot nadeel
wezen, wanneer de vijand heer en meester op
Aland zou zijn. want die oorlogvoerende mo
gendheid, die Aland bezet houdt, kan hoogst
waarschijnlijk den toegang tot de Finsche
Golf en vrij zeker ook dien tot de Botnische
Golf beheerschen, kan tegelijkertijd zoo noo-
dig een krachtige pressie op Zweden en Fin
land oefenen en bovendien desgewenscht erts-
cellulose- en houttransporten uit Noord-
Zweden beletten.
Op grond van deze overwegingen wordt in
militaire kringen aangenomen, dat een oor
log tusschen Duitschland en Rusland met
een wedloop tusschen beide staten om Aland
te bezetten beginnen zou, wanneer er geen
maatregelen getroffen zouden zijn, waardoor
zoo'n bezetting niet alleen ernstig bemoeilijkt
zou worden, maar ook het betrekken van
Finland in den oorlog tengevolge zou moeten
hebben. Van Duitsche zijde is officieus en
misschien ook 'wel officieel aan Finland te
verstaan gegeven, dat Duitschland zich bij een
conflict met Rusland genoodzaakt zou zien
zelf bij wijze van voorzorgsmaatregel Aland
te bezetten, wanneer Finland niet voor een be
hoorlijke beveiliging van den archipel tegen
een Russische occupatie zorgen zou. En toen
daarna de Finsche re-militarisatie-plannen
bekend werden is natuurlijk van Russische
zijde betoogd, dat Finland Duitschland in de
kaart speelde en door een versterking? van de
Alands-eilanden een Öuitsche bezetting daar
van voorbereidde. Men kan dit moeilijk ge-
looven, want Finland heeft bij een oorlog met
Rusland niets te winnen, maar wel veel te
verliezen. Het voert samen met Zweden en
de andere Scandinavische landen een poli
tiek van strikte neutraliteit naar alle kanten
en het hoopt juist door de nu voorgenomen
maatregelen ten aanzien van Aland de moge
lijkheid te vergrooten, die Scandinavische
neutraliteit en dus den vrede in Scandinavië
te kunnen handhaven.
Het is duidelijk, dat bezetting van Aland
door een vreemde mogendheid de vrijheid
van handelen van Finland en Zweden sterk
zou verminderen en dat omgekeerd een neu
traal blijvend Aland voor zoowel Zweden als
Finland van groote waarde is. En niemand in
de Scandinavische eilanden zou er daarom
iets tegen hebben, dat de tot vlak bij de grens
van de Alands-zone reikende Finsche en
Zweedsche kustverdedigingslinies door Aland
sche versterkingen verbonden werden, wanneer
men in a .mmige kringen niet vreesde, dat die
versterkingen de aantrekkelijkheid van Aland
voor een oorlogvoerende macht juist zouden
vergrooten. Tot die kringen behoort de meer
derheid van de Alandsche bevolking zelf.
E woordvoerder van de Alanders, Julius
Sundblom, president van het Landsting,
het parlement van dit in ruime mate zelfbe
stuur genietende maar tot de Finsche repu
bliek behoorende gewest, en redacteur
eigenaar van het tweemaal in de week ver
schijnende blad Aland, heeft al geruimen
tijd betoogd, dat Finland, als het betere ga
ranties voor de neutraliteit van de Alands-zone
wil scheppen, dit zonder wijziging van de
conventie kan bereiken door lucht- en vloot-
strijdkrachten voor de bewaking van Aland
af te zonderen. Dat voorstel is echter nim
mer door de Finsche autoriteiten in ernstige
overweging genomen omdat de militaire des
kundigen vaste batterijen op de Alands-
eilanden ter dekking van mij-nenversperrin-
gen noodzakelijk achten en voorts omdat de
Finsche vloot maar ternauwernood toereikend
is voor de bewaking van de kust langs de
Finsche Golf.
Behalve de genoemde batterijen, die o.a. op
de buitenste eilanden van den archipel,
Bogskaren, Kökar en Lagskar, zouden komen
te liggen, acht men een vrij groot garnizoen
op de voornaamste eilanden noodig en het is
vooral hiertegen dat de Alanders zich ver
zetten. Zelf kumien zij niet voor dat garni
zoen zorgen, want het aantal Alandsche
dienstplichtigen zou ten hoogste honderd
vijftig per jaar kunnen zijn het ontwapen
de Aland kent geen militairen dienstplicht
en dat is voor een gebied als deze archipel
met zijn duizenden eilanden en zijn kieken
en fjarden natuurlijk niet voldoende. Er
wordt nu overwogen, althans in vredestijd uit
sluitend dienstplichtigen uit de Zweedsch-
talige gebieden in Zuid-West-Finland naar
Aland te sturen, maar de Alanders vreezen.
dat dit ondanks eventueele garanties toch tot
een invasie van Finsch-sprekenden van den
overkant zal leiden, dat zij in hun nu nog
voor 99 procent Zweedsche gebied dezelfde
moeilijkheden zullen krijgen om eigen taal en
eigen cultuur te handhaven als de Zweedsche
minoriteit op 't Finsche vasteland reeds heeft
en dat daarom re-militarisatie van Aland
het begin zal zijn van het einde van het
Alandsche zelfbestuur en van de Zweedsche
taal, cultuur en volksaard van de Alan
ders.
De Alanders zijn zeer teleurgesteld over de
houding van Zweden. Zij hadden verwacht,
dat Zweden voor hun rechten op zou komen
en zij hebben niet den indruk dat zulks ge
beurt, al betoogt de Zweedsche pers ook voort
durend. dat het lot van de Alanders Zweden
na aan het hart ligt en al heeft ook Sandler
bij herhaling verklaard, dat de Zweedsche re
geering de grootste beteekenis hecht aan een
regeling van de Aland-kwestie mét de mede
werking van de Alandsche bevolking. Er be
staat, naar het jongste communiqué betref
fende de Finsch-Zweedsche onderhandelingen
opnieuw verzekert, volkomen overeenstem
ming tusschen de beide regeeringen over de
te nemen maatregelen en men zou dus moeten
aannemen, dat Finland behoorlijke garanties
wil en kan bieden voor het behoud van de
bijzondere rechten van de Alandsche bevol
king. Maar omtrent die garanties is al
even weinig bekend als omtrent de voorgeno
men militaire maatregelen. Men weet feitelijk
alleen, dat die maatregelen binnen afzien-
baren tijd uitgevoerd zullen worden, dat op
Aland dienstplicht ingevoerd wordt, dat deze
eilanden bewapend zullen worden, zooals
vrijwel heel de wereld nu bewapend is.
En petities en telegrammen van Zweden's
permanenten candidaat voor Nobel's Vredes
prijs, oud-burgemeester Carl Lindhagen, om
deze „ontwapende o&se" te sparen, om te be
denken, dat Aland nu opnieuw een twist
appel tusschen Finland en Zweden kan wor
den, om den wil van de Alandsche bevolking,
van deze Zweedsche minoriteit op Finland's
grondgebied, te respecteeren, zij kunnen daar
in dezen verwarden tijd niets aan verande
ren.
G. G. B.
EXAMENS.
Academische opleiding.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit van Am
sterdam voor het doet. examen wiskunde de
heer F. Niesen te Haarlem; voor het doet.
examen natuurkunde de heer J. Helleman;
voor het cand. examen wis- en natuurkunde
(letter F) de heer P. A. Renes; voor idem (let
ter D) de heer H. Wijker; voor het candidaats-
examen rechten de heer dr. M. König.
Bevorderd tot arts de heeren W. Renout,
Amsterdam en W. J. Huismans, Leeuwarden;
geslaagd voor arts-examen le ged. de heeren
J. H. Bulthuis, Winschoten, H. B. Lodewijks,
Bandjermasin; J. G. H. D. Bettink, Amster
dam en R. E. v. d. Borg. Rotterdam.
Machinisten-examen.
Geslaagd voor voorloopig diploma de heer
G. L. Kropman te Haarlem.
EXAMENS MOORE'S SCHOOL.
Voor de examens van Moore's School of Com
merce, Frans Halsstraat no. 1 slaagden 10 der
aangerrield'e candidaten, en wel voor
Machineschrijven: de dames L. van Ravens-
berg, E. P. Verhaert, A. C. M. Bakkenhoven,
allen te Haarlem; mej. J. J. Bijlsma te Over-
veen en mej. E. G. Koning tè Zandvoort. Verder
de heeren N. Oudshoorn, P. C. de Jongh en J.
Mets, allen te Haarlem.
Stenografie Nederlandsch: de heer J. P. Bak
ker, Heemstede.
Stenografie Fransch: mej. A. L. Kooi, IJmui-
den.
HET ANTWOORD IS EENVOUDIG:
BESTEL VAN BREEMEN'S BRAND
STOFFEN U ONTVANGT DAN DE
HOOGSTE CALORISCHE WAARDE!
D.W.Z.BRANDSTOF WELKE BIT
VERBRANDING DE MEESTE WARMTE
VERSPREIDTALLEEN EEN WEINIG
ASCH NALAAT EN DAARDOOR
VOORDEELIG IS.
(Adv. Ingez. Med.)
EEN JEUGD-WEEK-END TE HAARLEM.
Uitgaande van de beweging „Jong Neder
land voor Christus" zal Zaterdag 19 en
Zondag 20 November a.s. in het gebouw
van de Haarlemsche Jonge Mannen Vereeni-
ging aan de Lange Margarethastraat no. 13
een Jeugd-Week-End worden gehouden. In
vier openbare jeugdmeetings zullen verschil
lende jeugd-problemen worden behandeld.
Als sprekers zullen "optreden de heeren: R.
van Goethem, Evangelist te Brussel; J. Kits,
leider J. N. V. C.-actie te Zeist en L. J. Pas
man, Evangelist te Hilversum. De openings
amenkomst vindt plaats Zaterdagmiddag om
half vier, terwijl om 3 uur en des Zondags om
half vier en half acht bijeenkomsten worden
gehouden.
Tusschen de bijeenkomsten wordt beide
dagen een gemeenschappelijke koffietafel
aangericht met daaraan verbonden getui-
genisdienst. Aan het Week-End wordt o.m.
deelgenomen door Jeugdgroepen uit Am-
iterdam, Zaandam, den Helder, Aalsmeer,
Bennebroek en andere plaatsen uit Noord-
Holland. Het Jeugd-Week-End is bedoeld
voor jonge menschen van 1630 jaar.
Viering van het eerste
lustrum.
Zondag 18 December a.s. bestaat de Park-
Manege te Velsen vijf jaar. Dit jubileum zal
worden gevierd met ruiterfeesten in de
manege op Zaterdag 17 en Zondag 18 Decem
ber aa.
Wij hadden een onderhoud met de oprich
ters, de heeren J. van Gameren en Herman
van Gameren, die in den loop der jaren al
heel wat leerlingen in de geheimen der ge
zonde ruitersport mochten inwijden,
gen van twaalf jaar trad hij als staljongen
in dienst bij den heer D. W. van Dam van
Hekendorp te Zalt-Bomm::. Op 19-jarigen
leeftijd nam hij vrijwillig dienst bij de cava
lerie, bang zijnde, dat hij zijn dienstplicht
moetende vervullen bij de infanterie zou
worden geplaatst. Dit typeert wel den echten
paardenliefhebber en ruiter. De heer Van Ga
meren Sr. verliet den dienst als wachtmeester
instructeur, meester op alle wapenen.
De heer Van Gameren Sr.
Allereerst de heer J. van Gameren. Deze
viert over een jaar het feit, dat hij zestig
jaar met paarden heeft omgegaan. Als jon-
Na den dienst kwam hij naar Velsen, waar
hij de nog bestaande stalhouderij ging ex-
ploiteeren
Hoe de manege is ontstaan? „Door een
kleine oorzaak met groote gevolgen",, is het
antwoord. Ongeveer zes jaar geleden kregen
de heeren Van Gameren opdracht, voor een
liefhebber van de ruitersport een rijpaard te
koopen. Dit deden zij, doch de klant moest
door omstandigheden buiten zijn wil van den
koop afzien.
Daar zaten de heeren met een rijpaard
dat zij niet in hun stalhouderij konden ge
bruiken! Een toeval kwam hen te hulp. De
heer Van Gameren Sr. vroeg den heer De
Vries van het landgoed „Schoonenberg" te
Velsen-Driehuis, of deze het luxe-beest
je wilde huren. De heer De Vries had daar wel
ooren naar, mits de heer v. Gameren les aan
zijn dochtertje wilde geven, en de rijschool
was geboren!
In Maart 1933 werd de rijschool begonnen
met één paard. Mevrouw De Vries en haar
dochtertje waren de eerste leerlingen, waar
van het aantal echter ras uitgroeide. Tegen
den winter moest er worden omgekeken naar
een rijschool in een besloten, overdekte
ruimte. Met medewerking der gemeente Vel
sen en die van burgemeester Rambonnet en
wethouder Dunnebier in de eerste plaats -
kon de heer Van Gameren Sr. de groote tlm-
merschuur van het Gemeentelijk Park „Vel-
serbeek" huren. De heer Van Gameren Sr.
liet er onmiddellijk een even groote ruimte
aanbouwen en het geheel tot manege inrich
ten. De Park-Manege was er!
Wijlen burgemeester Rambonnet was zelf een
goed ruiter en liefhebber van paarden. Op
18 December 1933 opende hij officieel te
paard natuurlijk de Park-Manege.
Na het eerste leerjaar waren er 40 leerlin
gen en 2 paarden, en thans 130 leerlingen en
12 paarden. Toch dreigde er heel in het be
gin een kink in den kabel te komen, want een
paar maanden na de officieele opening werd
de heer Van Gameren Sr. ernstig ziek. zoo
ziek, dat hij na zijn herstel de functie van in
structeur te paard niet meer mocht uitoefe
nen. Onmiddellijk na zijn ziekte nam zijn
zoon, de heer Herman van Gameren, deze taak
over op een wijze, die zelfs den ouden heer
bewondering afdwingt. Trouwens dat kan ook
niet anders: goed bloed verloochent zich niet
De tegenwoordige burgemeester, mr. M. M.
Kwint zelf een uitstekend ruiter toonde
meermalen zijn belangstelling voor de Park-
Manege.
De durf en de energie van de heeren Van
Gameren hebben de Park-Manege gemaakt
tot een instelling, die in Velsen met omgeving
een goede bekendheid heeft verkregen.
Voor Velsen zelve beteekent het werk van
de heeren Van Gameren veel, omdat de rui
ters de gelegenheid krijgen uitstapje te maken
in de fraaie omgeving.
In het jubileumjaar is de Park-Manege ver
rijkt met een buitenmanege met springterrein
op het landgoed „Waterland" van de erven
Boreel. Verder kunnen door het inzetten van
een tweede tribune 130 toeschouwers een
plaatsje in de manege vinden.
DobLel-marm. lekker.man!
(Adv. Ingez. Med.)
De heer Van Gameren Jr.
Op 17 en 18 December as. wordt dit lustrum
gevierd met ruiterfeesten in de manege. Het
programma is daarvoor als volgt samenge
steld
1. Entrée Manoeuvre -T -
2. Junioren Manoeuvre.
3. Hoogeschool manoeuvre door den heer
Lijssen.
4. Hongaarsche Post gecostumeerd (mej.
Iekie Veening.
5. Carrousel-rijden gecostumeerd (4. dames
en 4 heeren).
Pauze:
6. Fantasie Oude Traditie door 2 dames
(dameszadel) en 2 heeren.
7. Galop Manoeuvre.
8. „Ramona" gereden door den heer H. van
Gameren.
9. Guirlande Manoeuvre door 8 dames.
BRANDJE AAN DE OVERTONSTRAAT
Hedenmorgen is brand uitgebroken in een
schuur achter perceel Overtonstraat 21 in
Haarlem-Noord. Het vuur, dat was veroorzaakt
doo het in brand vliegen van een mastiekketel,
kon spoedig door ter plaatse aanwezige werk
lieden worden gebluscht. Zij konden echter
niet verhinderen, dat de schuur grootendeels
uitbrandde.
De brandweer was gealarmeerd, doch be
hoefde niet op te treden.
LUCHTBESCHERMING.
In aansluiting op het op pag. 10 gemelde,
kunnen wij nog het volgende melden:
Het Vakcomité van vak 6 (Haarlem-N.) is
als volgt samengesteld:
Voorzitter: A. J. Schalekamp.
Leden: A. L. Hengeveld, H. Schindeler, A.
W. Knetemann, C. van der Winden, A.
Koonings, M. de Braai, Paul, E. J. C. van
Dijken, P. Schuurman, mevr. Blankevoort,
mevr. Krijn, A. G. M. de Bont, J. F, C. Ban-
ling, W. Estarippa.
Het Vakcomité zal reeds Dinsdag as. 22 No
vember in Café „Bolwerk" vergaderen om de
plannen voor de verdere organisatie uit te
werken
U hebt zeker ook dat bericht gelezen van die
Friezen, die er heelemaal niet zoo op gebrand
zijn veel vreemdelingen naar hun watersport
festijnen te lokken? Zij blijven liever onder
elkaar van het water genieten, dat beteekent
voor hen rustig genieten. Veel vreemde snoes
hanen wil zeggen: veel onrust, En wie kan hun
niet een klein beetje gelijk geven?
Ik vind het een prettig on-materialistisch ge
luid: „Blijft u met uw dubbeltjes maar weg.
Het eenige dat wij vragen is rust en die kunnen
jullie voor ons niet koopen, al heb je nog zoo
veel guldens bij je".
Dat is tenminste eerlijk en ook eerlijkheid is
een zeldzaam verschijnsel en dus kostbaar goed
en daarom zijn die Friesche geluiden prettige
geluiden, althans in het kader van Friesland.
Voor ons staan de zaken er heel anders voor.
Al is het land stil en wijd en vredigvreem
delingen die daar een bezoek komen brengen
zullen anderen niet in het vaarwater komen en
zy zullen zeker minder behoefte tot luidruchtig
heid gevoelen dan watersporters allicht nog wel
eris hebben. En wie voor de stad komen, die
vinden drukte prettig.
Het is altijd aardig een meening te hooren
verkondigen, die dwars tegen de gangbare in
gaat. Terwijl nu iedereen overal zijn best doet
toeristen te lokken, hooren we uit dien Frie-
schen kring een ander geluid.
Zin voor het eigene, liefde voor het eigen
land en de eigen aard zijn, vooral wanneer zij
zulk een vreedzaam object hebben als de rust
en de landelijke schoonheid, schoone karakter
trekken en wie zich daaraan houdt is zeker lang
de kwaadste niet. Misschien is hij wel een van
de besten onder ons. Want liefde voor het bezit
des harten is altijd verheffender dan liefde* voor
het bezit van moneten.
Eigenlijk geven de Friezen de menschheid een
heel mooi voorbeeld en ik geloof dat de wereld
er beter uit zou zien wanneer die behoefte aan
rust en schoonheid en vrede-om-derzelver-wille
bij alle menschen aanwezig was.
Wanneer de menschen tevreden waren met
wat zij bezitten en niet voor een hand vol zil
verlingen hun bezit te gelde gingen maken en
het daardoor in wezen verloren, dan zouden
sommige menschen wat minder bezitten en an
dere mensehen wat meer en waar geen begeerte
naar bezit is, daar zijn ook vrede en rust Ik ver
moed dat anderen, zooals Jean Jacques Rous
seau, zooiets ook al gezegd zullen hebben, al is
het dan misschien met andere woorden.
Zoo gaat van de Friezen en wat zij gezegd
hebben voor mij een heel groote bekoring uit, al
gaf burgemeester Bloemers er zijn verwondering
over te kennen en al was ook de heer Edo
Bergsma er lichtelijk beduusd van.
Maar iedereen die als vreemdeling, doch dan
als een eenzame zwerver en niet als een luid
ruchtige pretmaker, gaarne in Friesland toeft
begrijpt en is niet verwonderd of beduusd. Ze
ker geldt dit niet voor de meren en- de water
sport alleen. Wat zou er van de wonderlijk-
stemmige wandeling langs de zee bij Harlingen
over blijven, wat van de rust van het Dokkum-
sche stadhuis, de grachtjes van Franeker en
Slooten, het marktpleintje van Workum, de
Waag van Makkum, wanneer groote drommen
toeristen die stilte daar met hun luidruchtigheid
gingen verjagen?
Ik houd van Friesland en daarom houd ik ook
van de heelemaal-niet-vreemde opvattingen van
deze Friezen. Misschien nog meer dan de Frie
sche koffiehuishouders, hoteliers, drabbelkoek
en dirimpjesfabrikanten.
Maar dat is weer een heel andere kwestie.
Mr. E. ELLAS.