WASCHDAG IN RIJSSEN. De Sprong in het Leven Als hel waschdag is in Rijssen. De bewoners van het Overijselsch dorpje Rijssen kunnen, raison van 1 gulden per jaar, wekelijks hun wasch doen op een door rasterwerk omgeven weide Evenals vorige jaren wordt ook thans door het comité .Kerstfeest op zee" in het Waterschouts kantoor te Amsterdam druk gearbeid aan het gereed maken der paketten ten behoeve der zeelieden, die het Kerstfeest op zee zullen vieren Vlaggen worden samengevoegd voor de versieringen in de Een bloemenhulde voor Koningin Elizabeth van Engeland bij omgeving van den Dam te Amsterdam met het oog op het haar aankomst aan het Sadler's Wells Theatre te Londen bezoek dat Koning Leopold van België Maandag aan de voor de bijwoning der uitvoering onder auspiciën van de hoofdstad komt brengen .London Young Women's Christian Association" De aankomst van koning Carol van Roemenië met kroonprins Michaël te Dover voor het officieel bezoek van den vorst aan Engeland De heer G. W. F. van Hoeven wordt belast met de leiding van den aan het Departement van Sociale Zaken op te richten nieuwen crisisdienst voor de werklooze jeugd, den Socialen Jeugddienst Een herinnering aan 1910 tijdens het bezoek van wijlen Koning Albert van België aan Amsterdam, in verband met het aanstaand bezoek van Koning Leopold aan ons land. H. M. de Koningin en de Belgische vorst in het statierijtuig De onlangs voor de Scheveningsche Haven gestran de logger „Sch. 102" met toebehooren is Woens dag te Scheveningen publiek verkocht, waarvoor vrij veel belangstelling bestond FEUILLETON Oorspronkelijke N'ederlandsche roman door FELICIA CORDEA. 3) Juffrouw Tiller voelde, behalve voor Elvi's misplaatste komma's ook niet veel voor haar persoontje zelf. Niet alleen wegens haar misda den tegen de interpunctie, maar vooral door haar beschaafd en zeker optreden, haar benij denswaardig slank figuurtje, haar mooi gezicht je en haar blonde haren. In haar tijd hadden de \TOUwen tenminste flink wat figuur gehad. Met dit begrip was ze opgegroeid, en wat haren be trofhaar eigen waren peper en zout. Dit blonde poppetje daarentegen had van die nieu- werwetsche haren en nieuwerwetsche lijnen en juffrouw Tiller moest niets hebben van nieu werwetsche lijnen of nieuwerwetsche haren. Elvi voelde heel goed, dat de hartelijkheid in de verhouding tusschen de brilslang en haar zelf wel nooit boven het vriespunt zou stijgen. Een uur later maakte ze kennis met Mr. Furné en haar sterk afgekoelde geestdrift borrelde weer omhoog. Wat een charmante man! Toen Elvi zijn kantoor betrad stond hij op en reikte haar de hand. „Wat een merkwaardige samenloop van om standigheden is dit! Ongeveer vijftien jaar ge leden was ik de advocaat van uw oom, die toen later gouverneur van Suriname geworden is. En nu heeft de wind van den tijd mij zyn nicht je in het huis gewaaid. Ik hoop, dat u zich hier heel gauw thuis zult voelen. Juffrouw Tiller hebt u natuurlijk reeds ontmoet?" Elvi antwoordde bevestigend. Misschien had haar toon eenigszins bedrukt geklonken, mis schien was het ook wel zijn menkenkennis die hem deed zeggen: „Niet wanhopen! U zult het best met haar kunnen vinden! Ik zelf ben in het begin ook erg bang voor haar geweest. Bovendien gaat ze over drie weken met vacantie". Elvi was verrukt. Zooveel menschelijk begrij pen had ze niet verwacht. Ze ging met hernieuw den moed aan het werk. Natuurlijk maakte ze in het begin nog fouten, maar haar bevattingsvermogen en haar goede wil waren even groot, zoodat ze na drie weken zoo ingewerkt was, dat juffrouw Tiller met een eenigszins gerust hart naar Rochefort in België vertrok, waar zij een bijzonder goedkoop pension had gevonden. Toen op den eersten dag van haar afwezigheid Mr Furné Elvi door de huistelefoon naar boven riep om dictaten op te nemen, was het een vrij bekwame jongedame, die aan de daarvoor be stemde tafel plaats nam. Het viel hem op, hoe zelden ze hem vroeg een zin te herhalen en met bevrediging stelde hij vast, dat ze zich geheel hield aan de plaats, die ze op zijn kantoor in nam. Toen hij eindelijk gereed gekomen was met de vele dictaten, was het tijd voor de lunch. „Ga nu naar huis om te lunchen. Elvi. Je zult wel moe zijn", zei hij vriendelijk. „Maar kom niet te laat terug, want ik moet al die brieven vandaag nog hebben". „Ik blijf dikwijls 's middags over, omdat ik zoo ver weg woon. Ik heb nu ook wat bij me. Ik rust even uit en begin dan direct aan de brieven. Nog iets anders, Mr. Furné?" Hij schudde het hoofd en knikte haar vriende lijk toe. Elvi vertrok. Het was heel stil en rustig in het groote, koele kantoor, waar zich niemand anders meer in be vond. Elvi waschte haar handen, kamde haar ha ren wat op en poederde haar neus, zonder welke voorbereidingen natuurlijk geen jongedame haar lunch gebruiken kan. En ze moest toch ook even uitrusten. „Nu, die Tiller verdient haar niet te versma den salaris ten volle en ook haar vier weken va cantie", peinsde Elvi aan haar dictaten terug denkend. „En ik geloof, dat mijn waarde chef, met zijn knap gezicht mij nog een beetje ge spaard heeft en dat het werk gewoonlijk nog langdradiger en misschien ook nog moeilijker is. Wat een brieven! En die Tiller zwoegt nu al vijftien jaar aan dit soort werk. Nu, alle respect! Geen wonder, dat ze een brilslang geworden is". Elvi werd in haar gedachten gestoord door een tik op de deur. Deze tik was schijnbaar niet ver oorzaakt door iemand, die klopte, maar door een voet, die zijn best deed de deur open te stooten. Elvi sprong op om te helpen. Voor haar stond Angela. Ze hield een toegedekt blad in haar handen. „Paps zendt me, juffrouw Elvi. Hij vertelde, dat u beestachtig veel werk heeft, en dat u er nog niet aan gewend bent. Hij zei, dat u hier bleef koffiedrinken. Ik heb wat eetbaars mee gebracht". Angela deponeerde het blad op Elvi's schrijf tafel. Elvi wist een oogenblik niet, wat te antwoor den. Ze had Furné's dochter meermalen gezien en ook wel eens gesproken. Maar dit! Ze ver moedde, dat de chef daarachter stak. Hij had inderdaad met zijn dochter over Elvi gesproken. „Je moest maar eens vriendschap met haar sluiten, Ans. Ze heeft hier niemand en ze is van onze eigen soort". Het feit, dat Elvi werkte, hinderde Angela trouwens volstrekt niet. Tegenwoordig werkten aartshertoginnen als winkeljuffrouw en groot vorsten als kellner. Daar stoorde natuurlijk nie mand zich meer aan. Elvi leek haar een leuke meid en Angela was een te eenvoudig sportskind om er iets anders dan nuchtere ideeën op na te houden. „Heb je er iets tegen, dat ik Elvi zeg en een hapje mee kom eten", informeerde ze, ofschoon het absoluut te laat geweest zou zijn voor eenïg protest, aangezien een pasteitje reeds zoo goed als verdwenen was. „Vindt je het prettig bij ons?" Elvi, die nog niet heelemaal van haar verras sing bekomen was, greep ook een pasteitje en beet er eveneens een grooten hap uit, waardoor ze verhinderd was verstaanbaar te antwoorden. Daarom trok ze hoog haar wenkbrauwen op, knikte hevig met het hoofd en zei op een toon van de volste overtuiginghemmmm hetgeen niets anders dan een volmondige toe stemming beteekenen kon. In ieder geval, An gela was met dit antwoord tevreden. „Griezelig, hè, die juffrouw Tiller?" zei ze tusschen het laatste hapje van het eerste en het eerste hapje van het laatste pasteitje door. „Niets van aan hoor! Een fc^st mensch. Voor al als ze weg is!" Angela verslikte zich bijna. „Dat moet ik Paps vertellen. Die lacht zich dood". „O, nee....!" Elvi hield haar hand, waarin een pasteitje geklemd was, bezwerend omhoog. „Alsjeblieft niet! Ik vlieg er uit!" „Geen sprake van! Paps is altijd vatbaar voor een mop. Mits het een werkelijke goede is. Je kunt Paps niet beter inpalmen dan door hem op zijn lachspieren te werken. Je behoeft nooit bang voor hem te zijn". „Ben ik toch! Erg!" beweerde Elvi. „En voor Tiller ook!" „Koffie?" vroeg Ans, die het gastronomische deel van het bezoek veel belangrijker scheen te vinden dan Tiller. Angela scheen een uitsteken den eetlust te hebben. Ze maakte met haar flinke, athletische gestalte den indruk van iemand, die maaltijden waardeert. Daarna haal de Angela uit den zak van haar vuurroode, armlooze jumper een doosje sigaretten te voor schijn, bood er Elvi een aan en stak er zelf een op. Elvi W3' verrukt. Ze hoopte vurig, dat ze met dit meisje vriendschap zou mogen sluiten. Zoo iets aantrekkelijks had ze nog nooit gezien. En toch was Angela Furné volstrekt geen schoon heid. Maar deze gave, sportieve jeugd behoefde geen schoonheid. Wie zulke ledematen, zulke prachtige tanden en zulke eerlijke oogen heeft kon gerust tevreden zijn. „Ze zwemt zeker veel?" vroeg Elvi. „Hemmm". antwoordde Angela op haar beurt, geestdriftig de oogen sluitend. „Maar geen kam pioen of zooiets. En ook geen kanaalzwemster". „Ik was Zondagmorgen in zee. Heerlijke bran ding". „We zouden een keertje samen kunnen gaan". „Zalig". „Dezen Zondag misschien als het goed weer is". Ik haal je dan af in Risotta". „Mijn karretje. Ik heb het ding zoo gedoopt. Ik mocht voor mijn laatsten verjaardag van Paps een auto hebben en ik hoopte minstens op een Isotta. Mijn lievelingsmerk, weet je. In de plaats daarvan kreeg ik van Paps een doodgewone Chevrolet. Maar om nu de illusie een beetje te bewaren heb ik het kleine spook Risotta ge doopt. Maar ze loopt als een kieviet". Elvi keek onwillekeurig even op de klok. „Sorry, Angela, maar business first. Ik zou je vader voor geen geld van de wereld reeds den eersten dag teleurstellen". „Begrijp ik". Angela zette alles op het blad, grinnikte nog even in Elvi's richting en ver dween. Elvi werkte den geheelen middag door. De anderen kwamen terug, er werd thee gedronken en toen Elvi eindelijk de brieven bij haar chef bracht, knikten haar knieën. Maar het werk was goed en in Mr. Furné's oogen was een ondeugende schittering. Elvi schold in gedachten Angela uit. Zou die hem toch verteld hebben wat ze over Tiller had gezegd? Maar Zondag gingen ze samen zwem men. Dol! Wat zou Furné er wel van zeggen, dat ze vriendschap met zijn dochter sloot? Maar dien Zondag regende het en Elvi moest bijna drie weken wachten, voordat Angela met haar per Risotta naar Scheveningen reed. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 16