„We doen voor de vluchtelingen wat kan" Mr. Goseling over het vluchtelingenvraagstuk. Lijk van jonge vrouw gevonden. Schipbreukelingen op 's levens zee. ALLE BANK- EN EFFECTENZAKEN Moordaanslag op meisje. ZATERDAG 19 NOVEMBER' 1938 H A 'A' REE M'S D' 'R 'G B' 13 'A' D 3 TWEEDE KAMER Griep en verkoudheid^. zullen onmiddellijk verdwijnend^., wanneer ge dadelijk desinfec-^*^ teerende Karsote-dampen inha-U^w leert. F 0.70 en F 1.— per flacon. J KARSOTE QC (Adv. Ingez. Med.) Restaurant HOTEL FUNCKLER FEEST- en VERGADERZALEN. Vreeselijke vondst in bouwland. Met de hier genoemde waarborgen zal zoo veel mogelijk ruimheid worden betracht. Een vergelijking met wat we in den oorlog deden, gaat niet op. We moeten ook ten aanzien van de kinderen op de toekomst acht slaan. Met al die waarborgen, die we niet kunnen los laten, zal echter ten opzichte van de kinde ren ruimheid in acht genoemen moeten worden. De Minister noemde het ontzettend wat we in deze dagen beleven. Het is 'n voortdurende beklemming waarin men naar 'n uitweg, naar 'n oplossing zoekt. Dat voelt het heele kabi net. Vast staat dat wij alléén die oplossing niet kunnen brengen, vast staat ook, dat we anderzijds 'n plicht hebben tot hulpbetoon hetwelk georganiseerd moet zijn. De noodige contacten hiertoe zijn gelegd. De Regeering bezweert de Kamer nu vertrouwen te stellen in wat er gebeurt en er thans liefst zoo wei nig mogelijk over te vragen, want dat alles kan alleen maar schaden, ook elders! De Kamer bleek deze wenk begrepen te hebben. Alleen het duo Rost v. Tonningen Wendelaar repliceerde. Eerstgenoemde om vast te stellen, dat men niet was ingegaan op het nat. soc. denkbeeld om door Nederland een internationale conferentie bijeen te doen roepen ten einde voor alle Joden, buiten Europa een toevluchtsoord te vinden, terwijl Mr. Wendelaar nog eens de aandacht vestig de op landverraderlijke uitlatingen van de zijde van 't partijtje van den heer Van Rap- pard alsmede op zekere gevaarlijke agitatie- methoden van de N. S. B. Bij de afdeelingen van de begrooting droe gen Mr. v. Dijken (a.r.) en mevr. Mackay Katz (c.h.) wenschen voor omtrent een wettelijke regeling van de verhouding Ma- rechausséePolitie; de c.h. spreekster gaf voorts te kennen, dat zij den indruk had dat 't tusschen den Procureur-Generaal bij het Hof te 'sHertogenbosch en de Marechaussée toch niet erg wilde boteren. Het ministerieele antwoord deed ons weer eens het betrekke- DEN HAAG Vrijdag. Nadat Ds. Zandt (St. Ger.) de rij der spre kers gesloten had, begon Minister Goseling met te constateeren, dat Mr. Rost v. Tonningen en Mr. Wendelaar elk „een soort rede in grooten stijl" hadden gehouden, waarin ze tenminste een portret van hem, den Minister, hadden ge geven. Mr. Goseling, die het constitutioneele recht van een afgevaardigde om wantrouwen jegens een bewindsman te koesteren, erkende (dit aan het adres van den heer Rost), vond de wijze, waarop Mr. Wendelaar den indruk had kunnen doen post vatten alsof die afge vaardigde niet zoo zeker was van de eigen kracht van ons staatsbestel tegenover nat. soc. agitatie, verkeerd. De Minister wees er op, dat het meest fundamenteele van de rechtsstaat gedachte is, dat de staat zelf zich gebonden weet aan zekere hoogere rechtsnormen, iets wat toch zeker de liberale woordvoerder zou moeten onderschrijven. In snel tempo liet de bewindsman de ver schillende onderwerpen die in debat waren geweest, de revue passeeren. Hij verklaarde zich bereid te trachten een ontwerp-huwelijks- vermogensrecht in behandeling te doen ko men, wil wel zorg dragen voor een regeling om tot betere redactie van de wetten te komen (lievelingsdenkbeeld van den Minister-Presi dent), terwijl hij verder betoogde, dat het 'n primaire taak van den staat is voor de interne orde te zorgen hetgeen geld kost. Wat het betoog betrof van Mr. Roolvink over het erf recht, speciaal in verband met opvattingen onder de boeren, de Minister zal daarover eens spreken met zijn ambgenoot van Economische Zaken. Wat het anti-semietisme betreft, zeide spr.: „Alle anti-stroomingen zijn gevaarlijk, behalve de anti-revolutionaire natuurlijk." (Gelach). Hoe moet het nu met de repressie? Sommigen zeiden dat verbetering van de wet noodig is, anderen, dat het O.M. strenger moest optre den. Het O.M. is daarop al gewezen. Doch, al heeft de Minister nog geen definitieve keuze gedaan, zoo overweegt hij toch of behalve in scherping om met de bestaande artikelen het anti-semietisme tegen te gaan welke in scherping al heeft plaats gehad wetswijzi ging tot stand dient te komen. Naar het op treden van den Fichte-Bund heeft de Minister 'n onderzoek laten instellen, dat resultaat heeft opgeleverd, maar hij kan er hier niet meer van zeggen. Spr. veroordeelt alle eigen richting, dus ook het optreden van zekere elementen tegen nieuw-Malthusianistische tentoonstellingen Nog verdere uitbreiding onzer zedelijkheids wetgeving acht, de Minister van Justitie niet noodig; bestrijding met behulp van plaatse lijke verordeningen verdient z.i. de voorkeur. Administratieve rechtspraak: Mr. Goseling voelt er wel iets voor, al is hij zelf 'n oud-leer ling van wijlen Struycken. En nu het hoofdpunt van het debat, het vreemdelingen- of liever gezegd het vluchte lingenprobleem. Met genoegen constateerde de minister, dat iedereen instemming betuigd had met het plan om een nieuwe vreemdelingenwet tot stand te brengen. Het is toch maar een geluk geweest, zoo riep min. Goseling uit, dat we tijdig begonnen zijn met registratie van vreemdelingen, met 't vast stellen van allerlei regelingen en verscherping van het toezicht aan de grenzen. Anders zou den we er nu nog heel wat moeilijker voor staan. Het ware volgens hem zeker aanlokkelijk om een deel van het werk over te dragen aan een advies-college, maar tenslotte moet hij zelf als Minister, de verantwoordelijkheid dragen. Bo vendien, praktisch treden de vluchtelingen- comité's eigenlijk reeds op als adviseerende organen. Thans het brandende probleem van nu. Voorop zij gesteld, dat wat hier sinds 10 No vember geschiedt, bij uitstek Regeeringspoli- tiek is. Dus.men zou niets van hem te hoo- ren krijgen, dat afweek van hetgeen de Pre mier jJ. Dinsdag had gezegd. Deze had toen terecht een onderscheid gemaakt tusschen wat er eerst gedaan is, n.l. toegelaten degenen, die, onmiddellijk na de pogroms, onder dien druk aan onze grens stonden. Dat was de eerste noodhulp. En in dezelfde lijn lag de reeds door Dr. Colijn gedane mededeeling over de kinderen, die aan de grens waren gekomen. Maar heel an ders stond 't bijv. met de 20 kinderen (groo- tendeels Polen!), die gisteren met den trein naar Zevenaar waren gekomen: die waren immers niet de vorige week aan de grens op gedrongen. Het onderzoek der individueele aanvragen is versneld, zoo vernamen we verder. Per dag komen er thans 300 verzoeken in. Wat 's Mi nisters ambtenaren in de laatste dagen afwer- ken, is enorm. Honderden menschen zijn in de laatste dagen aldus hier binnengekomen. Tot zoover over de onmiddellijke noodhulp. Maar nu het verdere. In 't vergroote Duitschland, aldus de Minis ter, zijn er 600 of 700 duizend Joden. We heb ben verbinding gezocht met de reeds genoemde landen. De vooruitzichten op resultaten van dien kant zijn, althans tot dusverre, niet bij zonder rooskleurig. Met de realiteit, dat we elk onze eigen zorgen hebben, dient rekening gehouden te worden. Op Woensdag 16 November ging in Duitsch land 't gerucht,2dat wij onze grenzen open zet ten. Dat klopte niet met wat hier verklaard was. Hadden we daarover niets gezegd, dan ware het gekomen tot doorkruising van de maatregelen door Dr. Colijn aangekondigd. Met behulp van het communiqué van den Re- geeringspersdienst moesten we den verkeer den indruk, die uit dat gerucht voortvloeide, weer recht zetten. Intusschen doen we, los van de andere landen, wat kan. Wij kunnen echter de menschen niet onge- oi'dend zoo maar doorlaten. Inmiddels is er met voortvarendheid voortgewerkt. De beide comités waarmee we gisteren vergaderden, waren 't volkomen eens met onze opvatting, dat het hulpbetoon organisatorisch moest ge schieden. Thans zijn we tenminste zoover, dat in ze keren zin nu het woord aan de comités is. De bedoeling is, dat in kampen voorloopig zullen worden ondergebracht menschen van mid delbaren eleftijd, die eventueel concurrenten op de arbeidsmarkt kunnen zijn. De voorbereiding en leiding van die kam pen berust volgens art. 22 van 't Vreemdelin genreglement bij den Minister van Binnen- landsche Zaken, waarmee intusschen Justitie ten nauwste samenwerkt. Ten aanzien van de kinderen, moet aller eerst op den hygiënischen kant, verder op de verantwoordelijkheid tegenover de ouders gelet en ook moet er gewaakt voor de zede lijkheid. Die kinderen kunnen dus allereerst alleen in tehuizen en niet terstond bij parti culieren worden ondergebracht, zulks met 't oog op de controle. WIJNHANDEL. (Adv. Ingez. Med.) De gemeentepolitie van Bruns- sum heeft Vrijdagmiddag een veer 3 uur een 30-jarige jonge- man na een korte worsteling twee schoten gelost op zijn vroegere lijke van alle dingen hier op aarde gevoelen Wat de regeling in zake afbakening der be voegdheden enz. van de Marechaussee en van de Politie betreft, dat is nu juist veel meer een materie om bij algemeenen maatregel van bestuur door de Kroon, dan bij 'n wet door den wetgever te doen regelen. Aldus Mr Goseling, wiens begrooting z. h. st. den ha mer passeerde, met aanteekening van het „tegen" der nat. soc. fractie. E. v. R. NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, N.V. AGENTSCHAP HAARLEM Gr. Houtstr./Gr. Markt Tel. 13990 (3 lijnen) (Adv. Ingez. Medj afschuwelijke ontdekking gedaan. Zij heeft op een bouwland, gelegen in Amstenrade, het in een gonje zak gewikkelde lijk van een 23-jarige vrouw uit Brunssum gevonden, die sinds enkele dagen werd vermist. Onmiddellijk werden de noodige maatrege len genomen en het parket te Maastricht van deze lugubere vondst op de hoogte gesteld. Na eenigen tijd was de Officier van Justitie ter plaatse, waarna men onmiddellijk tot een diepgaand onderzoek overging. Dit onderzoek heeft geleid tot de voor- loopige inhechtenisneming van den 28-jarigen echtgenoot der vrouw. Het echtpaar was drie maanden geleden in het huwelijk getreden. Naar men zegt, had men den indruk, dat de jonggehuwden het goed met elkander konden vinden. Maandagavond j 1. heeft de vrouw per fiets haar woning verlaten en sedertdien heeft niemand meer iets van haar vernomen. Het onderzoek in deze zaak is in handen van in specteur Weyma van de gemeentepolitie te Brunssum. Men staat vooralsnog voor een raadsel. De voorloopig vastgehouden man woont reeds vele jaren in Brunssum. Men kent hem als een vrij ordelijk mijnwerker en vraagt zich af. wat hem tot misdaad bewogen zou kunnen hebben. (Adv. Ingez. Med.) Slachtoffer niet ernstig gewond. Dader loste ook schoten op het publiek. Daarna in het water gesprongen. Op den hoek van de Kortenaer- kade en de Zeestraat te 's-Graven- hage heeft Vrijdagmiddag onge- Het meisje, de 24-jarige A. M. D. wonende op den Honingerdijk te Rotterdam, was als dienstbode in betrekking bij een familie op de Laan van Meerdervoort. De jongeman, de 30- jarige chauffeur C. B. die eveneens op de Laan van Meerdervoort woont, had reeds geruimen tijd met haar een verhouding, welke het meisje evenwel onlangs heeft verbroken. Daarna heeft hij haar verschillende malen bedreigd en is zelfs éénmaal wegens mishandeling ver volgd. Vrijdagmiddag wandelde het meisje met haar mevrouw door de Zeestraat en aan het einde daarvan, heeft B. haar opgewacht. Hij heeft haar daar aangegrepen en tegen den grond geworpen. Aanvanke lijk schijnt hij haar te hebben willen wurgen, maar toen dat niet lukte, loste hij twee schoten op haar, waar van één doel trof. Vermoedelijk heeft hij haar in den mond willen schieten, maar daar het meisje het hoofd om wendde, is het schot in haar nek te recht gekomen. Onze Regeering heeft zich telegrafisch in verbinding gesteld met Kopenhagen, Londen, Brussel, Parijs en Bern voor hulpverleening aan de vluchtelingen. verloofde, waarvan haar één in het achterhoofd trof, zoodat het meisje vrij ernstig werd gewond. De jongeman, die zag, dat de om standers onmiddellijk toeschoten, trachtte te vluchten, waarbij hij nog op zijn achtervolgers schoot, zonder echter iemand te raken. Daarna sprong hij in het water van de Kortenaerkade tegenover de koninklijke stallen. Met veel moeite gelukte het den man uit het water te halen, waarna hij door de politie werd gearresteerd. Het meisje werd naar het Roode Kruis Ziekenhuis overgebracht. „Waar blijven de anderen, die cue* tüj 'eddmqscJoep xuüen bemannen De dader is eerst naar den justltieelen dienst overgebracht, daarna, omdat hij veel water had binnen gekregen, via de centrale post van den G. G. D. naar het gemeente ziekenhuis, waar hij ter observatie is opgenomen. De hoek Kortenaerkade—Zeestraat, waar het drama zich heeft afgespeeld, is een druk punt in het Haagsche verkeer. Vandaar, dat er vrij veel getuigen zijn geweest van den aan slag op het meisje. De meeste omstanders hebben het drama in zijn geheel weliswaar niet gezien, maar de verschillende verklarin gen aan elkaar geregen geven toch een vrij volledig beeld van het geheel. De chauffeur van een vrachtauto, zekere Franken, zag met een aantal anderen den man in het water springen. Franken haalde onmid dellijk een touw voor den dag, maar de dren keling bleek niet bereid te grijpen. Daarop is de man te water gesprongen en heeft den da der niet zonder moeite, want hij spartelde tegen naar den kant getrokken. Beiden zijn toen met het touw omhoog geheschen. Het wapen is nog niet gevonden De politie heeft met een soort open ijzeren korfje er naar gedregd en toen zij niets vond beeft zij een bootje van gemeentewerken gecharterd om van dit bootje uit het water nauwkeuriger af te zoeken. De toestand van het meisje was Vrijdag avond zoodanig, dat zij weer naar haar wo ning aan de Laan van Meerdervoort kon te- rugkeeren. De toestand van den dader wa3 Vrijdagavond nog niet van dien aard, dat hem reeds een verhoor kan worden afgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5