Koning Leopold op enthousiaste wijze begroet. iANÖHEELK. ÏNST1TUUI De gala- maaltijd in Amsterdam. Duizenden juichten den vorst bij zijn „incomste in Amsterdamtoe. IJzeren damwand van droogdok bezweken. Ossche zaak in hooger beroep. De aankomst van Koning Leopold. Nationale collecte op 3 December. D I.N 8 D A G 22 MOVE M BEE 1938 HAARI. EM'S DAGBEAD 3 BUITENGEWOON hartelijk heeft ons land Maandag Koning Leopold welkom geheeten. Gejuich op het Centraal Station te Amsterdam, gejuich op het Damrak, gejuich op den Dam. De waardeering en bewondering, welke men voor den Koning der Belgen heeft, heeft zich gisteren op uitbundige wijze geuit. Van het moment, dat Koning Leopold in Roozendaal uit den Belgischen trein stapte om plaats te nemen in den Koninklijken trein, tot na de taptoe op den Dam is er één gespannen verwachting geweest. Zelfs op de stations, welke de Koninklijke trein passeerde, was be langstelling, in Rotterdam grooter dan elders, omdat daar de trein even stopte, opdat Prins Bernhard Koning Leopold zou kunnen ver welkomen en de verdere reis naar Amsterdam zou kunnen meemaken. De Koningin begeeft zich naar het station. Tegen half drie klonk over den Dam te Am sterdam voor de eerste maal het „Geeft acht" en presenteerden de troepen langs den weg het geweer. De Koningin was uitgereden om zich naar het Centraal Station te begeven, waar zij den hoogen bezoeker welkom zou heeten. Luide werd de vorstin door de wachtende menigte toegejuicht op dezen korten tocht naar het Centraal Station, waar zij voor den ingang van de Koninklijke wachtkamer door de aanwezige autoriteiten werd begroet. In de Koninklijke wachtkamer. Een groot gezelschap had zich toen reeds verzameld in de fraaie Koninklijke wacht kamer, die geheel belegd was met Deventer tapijten met symbolische voorstellingen en versierd was met roode en witte anjers. De bloemversiering in het in kathedraalachtigen stijl door Cuypers gebouwde trappenhuis met zijn gebrandschilderde ramen, bestond uit gele chrysanten en roode anjers. Hier waren o.m. aanwezig de voorzitters der beide Kamers, de ministers, de vice-president van den Raad van State, mr. dr. A. baron Röell, Commissaris der Koningin in Noord-Holland. De aankomst te Amsterdam. Toen de Belgische Koning in Amsterdam aankwam, klonken een serie saluutschoten van de „Tromp", een teeken voor de wach tende menigte buiten het station, die wist dat de Belgische Koning thans was aange komen. Het geduld van het publiek werd echter nog op den proef gesteld gedurende den tijd, welke verstreek tijdens de begroeting op het perron en in de koninklijke wachtkamer. Inmiddels stonden buiten reeds de ruiters en de rijtuigen gereed voor den koninklijken stoet, waarmee de rit naar het koninklijk pa leis zou worden gemaakt. Voorafgegaan door den hoofdcommissaris van politie en den burgemeester kwam als. eerste rijtuig de open sociable, waarin de ka- merheeren van H. M. de Koningin hadden plaats genomen. Dan volgde de helft van het militaire escorte, in totaal bestaande uit honderd man van het le regiment huzaren, gekleed in grijs veldtenue met lichte bepak king, den hoogen zwarten kolbak op. Zij gin gen vooraf aan het koninklijke rijtuig, de open roode gala-calèche, a la deaumont be spannen met zes paarden, waarvan het voorste en het achterste linkerpaard bereden werd door jockeys in gala-uniform, bestaande uit witte pantalon en goud-roode buis, en voorafgegaan door twee in denzelfden uni form gekleede jockeys op losse paarden. Ter linkerzijde van het koninklijke rijtuig, reed de commandant van het eere-escorte en ter rechterzijde de oudste luitenant. De overige vijftig sabels van het eere- escorte huzaren reden direct achter het ko ninklijk rijtuig, en hierop volgden de zeven met twee paarden bespannen open landauers voor de leden van het gevolg. De tocht van het Centraal Station naar den Dam langs den versierden weg tusschen de twee dichte rijen van duizenden juichende toeschouwers werd een ware triomftocht. De calèche met de vorstelijke personen bood als steeds een schitterend kleurrijk schouw spel. H. M. de Koningin bevond zich aan de linkerzijde, terwiji Koning Leopold rechts van haar had plaats genomen. Tegenover de Koningin zat Prins Bernhard. Het welkom, dat den Belgischen vorst door duizenden werd toegeroepen, verraste hem zichtbaar. Op de brug voor het Centraal Station hadden de le den van de Belgische kolonie te Amsterdam een plaatsje gekregen. Getooid met de Bel gische kleuren en voorzien van Belgische vlaggetjes wuifden zij hun vorst geestdrif tig toe. Vriendelijk salueerend naar beide kanten, dankte koning Leopold voor de spontane hulde, die hem op dezen korten feestelijken weg werd gebracht. Zoo nu en dan richtte hij zijn blik naar de daken van de Koopmans- beurs en van de Bijenkorf, vanwaar hem luide ovaties werden gebracht Op den Dam. De stoet zwenkt den Dam op onder dave rende toejuichingen van een enthousiaste menigte Wanneer de koets voor het Paleis staat, stijgen H.M en Koning Leopold uit om onder het gejuich van de menigte de eerewacht te inspecteeren. Ook Z.K.H. Prins Bernhard nam aan de inspectie van de eerewacht deel. Enkele minuten later begaven de vorstelijke personen zich, omgeven door de leden der hof houding, in het paleis. En dan duurde het het niet lang meer of de deuren van het balkon worden geopend en de Koningin en haar Koninklijke Gast ver schenen op het balkon. De staf muziek zette de Brabangonne in,en de duizenden op den Dam juichten onze Landsvrouwe en Koning Leo pold langdurig en hartelijk toe. De Koningin beantwoordde de spontane begroeting vrien delijk wuivend. Koning Leopold salueerde stram. Na enkele oogenblikken trokken de beide vorstelijke personen zich in het paleis terug. De menigte op den Dam bleef nog langen tijd kijken naar gesloten deuren De taptoe op den Dam. Ben koude ijzige wind joeg Maandagavond over de hoofdstad en een druilerige regen viel uit een donker wolkendek neer. Op dezen echt Hollandschen winteravond stonden op den Dam voor het paleis, waaruit ontelbare lichten straalden, duizenden menschen. Zij hadden koude en regen getrotseerd en luister den in aandachtige stilte naar de heldere, schallende tonen der muziek, welke vijf mili taire muziekcorpsen, die hier onder het flik kerende licht van honderd fakkels waren sa mengekomen, speelden voor Koning Leopold en de andere hooge Belgische gasten van onze Koninklijke Familie, die zoojuist met de aller- hoogsten in den lande aan een galamaaltijd hadden gezeten in de beroemde burgerzaal van het statige massieve paleis. De torenklok van het paleis sloeg tien zware slagen, toen kapt. dr. C. L. Walther Boer den dirigenten- stok hoog hief. En een seconde later klon ken de plechtige tonen van de „Brabangonne" over het plein, dat tjokvol stond. Men nam de hoeden af en luisterde eer biedig. En achter de ramen van het paleis ter hoogte van het balcon stond koning Leopold, stonden ook de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard met de andere gasten, men kon ze heel flauw onderscheiden. Ook zij luisterden naar het Belgische volkslied, dat vier infanteriemuziekcorpsen ten gehoore brachten. De ramen kwamen op een kiertje open te staan. Maar daarbij bleef het. Naar buiten kwamen de vorstelijke personen niet. Dat was voor de tienzuizenden achter de af zettingen een groote teleurstelling, maar iedereen begreep, dat het bij deze weers omstandigheden niet anders mogelijk was. Op den achtergrond tegenover het paleis kwam de zoo smaakvolle versiering van den Vijgen dam tegen de donkere luchten prachtig'tot haar recht. Een arrangement van vlaggen en vlagge- doek, waarmede is uitgebeeld hoe het Belgi sche Koningshuis België en den Congo omvat en beschermt. Een breed veld van donker Bordeauxrood met goud (de kleuren van het Belgische koningshuis) omvangt het blauw met de gele vijfster van den Congo en het zwart-geel-rood van de Belgische vlag. Van dit centrale oppervlak golven slingers van buxusgroen naar beneden, naar voren en naar beide kanten, naar paaltjes met rozetten van rood-wit-blauw er op en naar de twee ter plaatse staande kiosken met daarboven groote Nederlandsche vlaggen. Zoo verbindt dit buxusgroen de Belgische en Nederlandsche kleuren en daarmede Nederland en België. Lichtbundels straalden naar boven en zoo maakte dit zinrijk symbool een grootschen in druk. De taptoe, verzorgd door de Koninklijke Mi litaire Kapel, de kapel van de Koninklijke Marine en de muziekcorpsen van het eerste, vijfde en zesde regiment infanterie, waar nog bij kwamen twintig tamboers en pijpers, twaalf tamboers met diepe trommen, twaalf klaroenblazers en veertien trompetters, be stond voor een groot gedeelte uit pittige mar- schen en enkele meer plechtige liederen, als b.v. het klassieke „Wilt heden nu treden" Werd zij geopend met de „Brabangonne", ook aan het slot van de taptoe klonk het Belgi sche volkslied, gevolgd door het Wilhelmus. Het duizendkoppige publiek, dat bij den aan vang van de taptoe had gehoopt koning Leo pold al was het maar voor een moment op het balcon te zien verschijnen, welke hoop echter niet in vervulling was gegaan bleef aan het einde van de taptoe hartelijk en langdurig juichen. Men riep zelf luidkeels „Wij willen Koning Leopold zien", maar ook deze energieke pogingen hadden geen succes. Een ordonnans-officier verzocht kapt. Walther Boer in het paleis te komen, waarmede ook de laatste hoop verdween. Tegen elven, toen de muziekcorpsen inrukten. En de afzettingen werd opgeheven, verspreidde zich de menigte en zocht men zoo spoedig mogelijk warmere plaatsen op. Een incident op den Dam. Op den Dam. aan de zijde van den Nieu- wendijk, heeft zich, toen de Koningin Maan dagmiddag voorbijreed, een klein incident voorgedaan. Een vrouw uit het publiek drong naar voren op den rijweg en liep. zwaaiende met een brief, dien zij aan H.M. de Koningin wilde ter hand stellen, in de richting van de koninklijke auto. Onmiddellijk snelden mili tairen en politieagenten toe, die de vrouw vastgrepen. Zij wierp (jen brief in de richting van de auto van H.M. de Koningin Het epistel werd door een der agenten van de motorbri gade opgevangen. De vrouw, die in overspannen toestand ver keerde, werd naar de politiepost in het Ko ninklijk paleis gebracht, waar zij aan een ver hoor werd onderworpen. Zij verklaarde, dat zij aan de Koningin een brief wilde overhandigen met een verzoek om gratie voor haar moeder, die in de gevangenis zit. De koninklijke stoet vervolgde zonder ver traging den tocht naar het centraal station. Een telegram van „De Nederlandsche Dagbladpers" De Vereeniging van Uitgevers van Dagbladen „De Nederlandsche Dagbladpers" heeft uit drukking gegeven aan haar gevoelens, nu de vorst van het bevriende nabuurvolk een offi cieel bezoek is komen brengen aan Nederland, door koning Leopold een telegram te zenden van den volgenden inhoud: Aan Zijne Majesteit den Koning der Belgen. Ter gelegenheid van het bezoek van Uwe Majesteit aan Nederland brengt de vereeniging van dagbladen „De Nederlandsche Dagblad pers" Uwe Majesteit haar eerbiedigen groet en verzoekt zij Uwe Majesteit wel de verzeke ring van haar gevoelens van hoogachting en respect te willen aanvaarden, zoomede van haar gevoelens van vriendschap en sympathie voor het Belgische volk. (w.g.) J. W. Henny, voorzitter W. G. J. Veenhoven, secretaris. 16 RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLLM-NOOKD TELEFOON 1672b Spreekuren lederen morgen 9—12 lederen middag van 1":4 behalve VRIJDAG en ZATERDAG AVONDSPREEKUUR DINSDAG en DONDERDAG van 7—9 GEHEEI. GEBIT PUS!Se|repenken BEKENDE LAGE TARIEVEN (Adv. Ingez. Med.) Schiphol centraal vliegveld. Wetsontwerp zou spoedig te wachten zijn. Naar de Tel. verneemt zijn de onderhande lingen tusschen het Rijk en de gemeente Am sterdam in zake de bestemming van Schiphol als centrale luchthaven van Nederland beëin digd. Rijk en gemeente zijn tot overeenstem ming gekomen zoowel betreffende den inbreng als wat aangaat de voorwaarden, waaronder de N. V-, welke Schiphol zal exploiteeren. wordt opgericht. Het Rijk zal voor 60 pet. deelnemen in de exploitatiekosten. Het desbetreffende wetsontwerp zal nu zeer spoedig naar den Raad van State worden gezonden. UIT DE STAATSCOURANT. Aan W. van Liere, is op zijn verzoek, met in gang van 17 Januari 1939, eervol ontslag ver leend als burgemeester der gemeente 's-Heer- abtskerke. Aan P. Lotsij is op zijn verzoek, met ingang van 21 November 1938, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Valkenburg (Z. H.) Aan A. R. den Hartog is op zijn verzoek met ingang van 1 December 1938, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Hemmen. Voorkomt verkoudheid en keelpijn. Ivorol-gebruikers zijn zelden verkouden en hebben zelden keelpijn, omdat deze tandpasta den mond dagelijks grondig desinfecteert. (Adv. Ingez. Med.j Groote schade aangericht. De ijzeren damwand van het in aanbouw zijnde nieuwe droogdok op de fabrieksterrei nen van de N.V. Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen. is Maandagmiddag om streeks een uur met donderend geraas bezwe ken. Het woest binnenstroomende water ver nielde alles wat in dit droogdok aanwezig was zoodat het geheel een mine geleek. Gelukkig waren de arbeiders tijdig gewaarschuwd, door dat de damwand reeds in de ochtenduren kraakgeluiden gaf. De oorzaak van de doorbraak moet gelegen zijn in den hoogen waterstand van het kanaal. Deze hooge waterstand was noodzakelijk om dat het 9500 n. reg. ton metende Zweedsche tankschip „Regulus" een lading olie moest lossen aan de fabrieksterreinen op de Vlis- mark, gelegen juist tegenover het in aanbouw zijnde droogdok. Toen nu de ..Regulus" tegen over het droogdok was gekomen, is er waar schijnlijk een sterke zuiging ontstaan, waar door de damwand is bezweken. Spoedig snelde van alle kanten hulp toe doch het bleek, dat niemand eenig lethel had bekomen. De schade is echter aanzienlijk en het werk aan het droogdok is hierdoor drie maanden achteruit. Op 1 December a.s. Naar wij vernemen heeft de fungee- rende voorzitter van den Centralen Raad van Beroep te Utrecht, mr. E. J. Beumer, de behandeling van de be roepen der gewezen brigade der Ko ninklijke marechaussee te Oss tegen de uitspraken vari het ambtenarenge recht te 's Gravenhage d.d. 16 Juli jJ. in het twistgeding contra den minister van justitie en den inspecteur der Kon. marechaussee bepaald op Donderdag 1 December 1938. des voormiddags te 10 uur. Door den voorzitter zijn ambtshalve geen getuigen en (oD deskundigen ter terechtzitting opgeroepen. (Adv. Ingez. Med.) Aan den gala-maaltijd, welke Maandagavond ten paleize te Amsterdam is gegeven ter eere van Koning Leopold heeft H.M. de Koningin de volgende rede uitgesproken. Sire, Het is mij een groote vreugde, Uwe Majesteit te dezer plaatse welkom te mogen heeten. Deze woorden sprekend, weet ik, dat zij de ge voelens vertolken waarmede geheel Nederland, en wel niet alleen in Europa, maar bijzonderlijk ook onder de keerkringen, zich verheugt over het bezoek dat Uwe Majesteit mij heeft willen brengen. Mijn volk acht zich met my gelukkig, zich door hare komst in staat te zien gesteld, uiting te geven aan zijn warme waardeering voor de zoo talrijke persoonlijke bewijzen van vriendschap, aan Nederland door Uwe Majesteit betoond, alsmede voor de zoo groote belangstel ling in Nederlandsch-Indië waarvan zij bij her haling blijk gaf. Nederland en België ziin gelijkelijk gehecht aan de burgerlijke vrijheden die, tezamen met zin voor orde en goed bestuur den onvervreemd- baren grondslag vormen van hun staatkundig le ven. Voor beide mocht de prijs van moeite en worsteling zijn een regeeringsvorm die, rekening houdend met het karakter hunner samenstellen de elementen, ruimte laat voor door eigen kracht verstandig geleiden groei en ontwikkeling. De positie die elk onzer landen in West-Europa door natuurlijke ligging en eigen staatkundig inzicht heden ten dage inneemt, vertoont overwegende overeenstemming met die van het andere. Nie- mands volgeling en niemands belager, zijn beide evenzeer gehecht aan de bevordering, waar mo gelijk, van goede internationale verhoudingen. Zoo kon het niet anders of tusschen Neder land en België moest, ofschoon elk zijn eigen le ven wil leiden, een gezindheid ontstaan van wer kelijke toenadering. En mogen al tusschen hen belangenverschillen bestaan bij naburen kan waarlijk niet anders worden verwacht ik ken er geene die niet door vergelijk of langs an dere wegen des vredes tot oplossing kunnen worden gebracht. Te eerder moet dat mogelijk zijn. daar er, niet het minst op het gebied van handel en verkeer, zoovele gemeenschappelijke belangen bestaan, ook tegenover een mededin gende buitenwereld. Ik hef mijn glas op. Uwer Majesteit ter eere. en wensch tevens dezen dronk te wijden aan haar huis. zoomede aan den voorspoed van een gelukkig België. Z.M. Koning Leopold heeft daarna de volgen de rede gehouden: Mevrouw, In de eerste plaats betuig ik Uwe Majesteit mijn innigsten dank voor de zoo vleiende woor den die zij tot mij heeft gericht. Het onthaal dat ik van de Nederlandsche be volking mocht ontvangen, is mij naar het hart gegaan. Ik zal het met ontroerende erkentelijk heid gedenken, want uitermate dierbaar is mij de vriendschap van het Nederlandsche volk. Het verehugt mij, dat mijn bezoek zoo kort na de jubileumsfeesten kon geschieden, die in het aanschijn van de wereld Nederland's verknocht heid aan zijn vereerde Koningin hebben beves tigd. Op indrukwekkende wijze is het liefdevol ver trouwen van*uwe onderdanen -n het vorstenhuis gebleken. Hierdoor werd plechtig het helder in zicht van uw verheven zending erkend, en met hoop en trots mocht Nederland de geboorte van Prinses Beatrix begroeten. Ik heb meermaals uw land bezocht. Ik had het voorrecht vele uwer medeburgers te ontmoeten. Bij talrijke gelegenheden heb ik de geestelijke en moreele deugden van het Nederlandsche volk ondervonden en op prijs gesteld: de vastheid van zijn oordeelkundige nuchterheid, door een zoo liefderijken eerbied voor de natuur gemil derd. Het openbaar leven is in haar heelen om vang doordrongen van deze sterke persoonlijk heid. Mijn mooiste reizen waren in Nederlandsch Indië. Ik heb uw koloniaal rijk met buitenge wone belangstelling doorkruist. Ik heb uwe on derlegde beheerders aan het werk gezien en de wetenschappelijke voorlichting bewonderd die hun arbeid bevrucht. Vaak denk ik aan mijne beide Indische tochten terug en herzie ik in ge dachten die heerlijke gewesten met de wonderen der schepping bedeeld. Alleen een volk met een hoogstaand cultuur leven kan een zulkdanig gebied behoorlijk be- heeren. De Nederlandsche universiteiten, met hun onfeilbare wetenschappelijke traditiën, zijn een geestelijk sieraad van de beschaafde wereld. Negen Nobelprijzen werden door Hollandsche geleerden onder de regeering van Uwe Majesteit behaald en hebben Nederland's gezag ver over zijn grenzen uitgebreid. Uwe schrijvers en dich ters, zoo nauw met de onze verwant, stonden meermaals aan de spits van de Europeesche let teren, tenvijl uwe schilders een eereplaats in al de musea hebben veroverd. Aan grootsche ondernemingen heeft zich de Nederlandsche techniek beproefd. Daarvan ge tuigt de volmaaktheid van uwe wegen en water straten, de toerusting van uwe scheepsvaart en de vermetelheid van dat ontzaglijke werk aan de Zuiderzee, waar uw volk zegevierend een nieuw grondgebied aan den Oceaan betwist. Mevrouw, met den dag voelen de kleine volkeren de nood wendigheid van toenadering en wederzijdsch hulpbetoon, willen zij niet in conflikten worden betrokken, waar hun eigen belangen niet mede zijn gemoeid. De angstige dagen die onze beide volkeren on langs moesten beleven, hebben de doelmatigheid doen blijken van een politiek die tegelijk vrede en onafhankelijkheid nastreeft. Nederland, zei Uwe Maiesteit. wil zichzelf blijven. Heerlijke en fiere leus, die Nederland al lang heeft toegepast en die toeliet dat het on gedeerd de tragische crisissen kon ontwijken, die zijne naburen geteisterd hebben. De toenadering van kleine staten verruimt de sfeer van hun actie en van hun gezag. Een solidaire houding kan den oorlog buiten onze grenzen weren Maar, en Uwe Majesteit heeft het op een ver heven plan toegelicht: de vrede om duurzaam te zijn, moet op den grondslag van moreele en geestelijke bewapening worden opgebouwd. In dienst van dit edel ideaal hoop ik dat de toena dering en de samenwerking van onze beide na tiën zich zullen ontwikkelen, en toenemen in hechtheid en in kracht. Terwijl ik mijn beker hef, wensch ik Uwe Majesteit, en Prinses Juliana en Prins Bernhard, en mijn geliefde petekind Prinses Beatrix, uit ganscher harte, geluk en goede gezondheid toe Ik drink op den roem van het Huis van Oranje, op de welvaart en voorspoed van het Nederland sche volk en op den luister van zijn overzeesche rijksgebieden. Begroeting aan het Centraalstation te Amsterdam. Er komen dagelijks tientallen treinen in Am sterdam. Zij razen in en uit de beschermende kap. die als de vleugels van een hen de luid ruchtige kiekens overspant Maar de trein die Maandagmiddag 3 uur binnenstoomde komt in de geschiedenisboekjes van onze kinderen te staan: 21 November 1938. Koning Leopold bracht een bezoek aan Amsterdam. Uit Haarlem gingen drie extra treinen naar Amsterdam, en de passagiers verspreidden zich in de menschenmassa, die zich in den loop van den middag in de buurt van het Amsterdamsche station formeerde en vormden zoo een onoffi- cieele en onopvallende deputatie van de Haar- lemsche burgerij. Kwart voor drie ongeveer reed de koninklijke trein door het Haarlemsche station om het laat ste korte traject naar Amsterdam af te leggen. Het eerste perron van het Centraal-station in de hoofdstad is afgezet- Manschappen van de Koninklijke Marine vormen een eerewacht, de Koninklijke Marinekapel maakt zich gereed om het Belgische volkslied te spelen. Op het tweede perron drommen menschen tezamen. Dat lijkt zeer logisch. Maar zouden ze daar niet weten dat de trein waarmee de Koning zal aankomen, zich als het ware „met den rug" naar hen toe zal keeren. zoodat zij letterlijk niets zullen zien? Of hoopt die drom aan den overkant dat het voor dit keer een glazen trein zal zijn. waar je doorheen kunt kijken? Dat vragen zij, die op het eerste perron wachten, zich tusschen de aankomst van een autoriteit in uniform en een anderen autoriteit ook in uniform af. Dan schuift er een trein tergend-traag langs het tweede perron, precies als ze het straks langs het eerste zal doen, voor de neuzen der men schen. En het is een slang van een trein, juist het heele perron lang! Maar de wagens zijn leeg. En 't publiek ziet zijn kans, en „neemt" het fort, dat zich tusschen haar en het begeerde kijkje op de aankomst van Koning Leopold heeft opgesteld, stormenderhand in. De coupés worden bemand, en even later ziet een heele trein tjokvol menschen ons als het ware aan. Maar als om 3 uur de échte trein arriveert, die, waarop ieders aandacht tenslotte gevestigd is, zien ze daar aan dien overkant toch weer niets. Maar op dat oogenblik verdiept niemand op het 1ste perron zich meer in massapsycholo gie. Al eenigen tijd niet. Want de Koningin is aangekomen, gekleed in een statige japon, paars getint met in het helle licht der lampen zoo nu en dan een glans roodbruin en met een hoed met goud-brocaat, het grijze haar er even onder uit golvend. En zij wacht op het eind van den looper. die uit de wachtkamer komt op den trein. En die arriveert precies op tijd. Langzaam rijdt de locomotief met de koninklijke vlaggetjes voorop de overkapping binnen, en trekt den ko ninklijken salonwagen netjes precies voor den uitgelegden looper. Koning Leopold van België stapt uit, en buigt zijn hoofd voor een kus op de hand van onze Koningin. De marinekapel speelt de Brabangonne. Prins Bernhard, die den Ko ning tot Rotterdam tegemoet is gereisd, begroet zijn Schoonmoeder hartelijk. En dan komt het heele gevolg uit de wagon. De Koningin stelt haar gevolg aan Koning Leopold voor. en daar na maakt de monarch der Belgen onze Koningin bekend met de leden van zijn gevolg. Handdrukken worden gewisseld. De mariniers worden geïnspecteerd. Het gezelschap verdwijnt in de duistere verte van het station langs de rijen zeesoldaten en keert dan weer onder de felle lichtbundels van de lampen voor de wacht kamer terug. Koningin Wilhelmina en Koning Leopold gaan de wachtkamer in om langs dien weg het station te verlaten. „Leve de Koning" klinkt het spontaan op het eerste perron. Men juicht. Een moment staat de Koning stil en salueert voor dit welkom. Dan is het voorbij, de aankomst van Koning Leopold om 3 uur op 21 November op het Centraal station. ONBEGRENSD is het gezichtsveld met een „nieuwvorm" glas- bril. Zooals dat vroeger met een glasbril was, veel glazen breken, wiebelende glazen, dat is voorbij. De glazen zijn niet meer met schroe ven vastgezet en er zijn schokbrekertjes tus schen de glazen en het montuur, 't Zijn praktische, onopvallende brillen, waarbij U 100 nuttig effect van Uw glazen hebt. KEIP, de brillenspecialist. Groove Houtstraat, naast Luxor, toont ze U gaarne. (Adv. Ingez. Med.) Voor de vluchtelingen wegens geloof en ras. Het Nederlandsche Jeugdleiders In stituut heeft, op verzoek van het Pro- testantsch Christelijke, het Roomsch- Katholieke en het Joodsehe comité voor vluchtelingen wegens geloof en ras, met instemming en aanbeveling der regeering, het initatief genomen tot het organiseeren van een natio nale collecte, over het gehecle land, ten bate van vluchtelingen wegens ge loof en ras. Het is de bedoeling, dat deze collecte wordt gehouden op Za terdag 3 December a.s. De actie, die aanbevolen en gesteund wordt door het comité, bestaande uit de heeren prof. dr. C. M. Ariens Kappers, prof. mr. W. Bon- ger, prof. dr. K. H. Bouman, prof. dr. M. A. van Bouwdijk Bastiaanse, prof. mr. H. R. Hoetink, mr. dr. F. Kranenburg, prof. mr. Paul Schol ten, mr. M. Slingenberg, mr. A. Fcntener van Vlissingen en prof. R. Welschen O. P„ zal wor den gevoerd met medewerking van Nederland sche jeugdigen van alle gezindten. Plaatselijke comité's zijn in voorbereiding. Ongetwijfeld, aldus zegt het instituut in zijn oproep, zal deze actie ailerwege in den lande met sympathie worden begroet. Het verwacht dan ook, dat die sympathie op 3 December op overweldigende wijze tot uiting zal komen in het bedrag, dat zal worden inge zameld. Het N. J. I. heeft de hulp en medewerking van velen noodig en het vertrouwt, dat die zullen worden verleend. Het bureau der actie is gevestigd te Am sterdam. Vondelstraat 11, tel. 86615 en 86831,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5