Hi v-v-v- Ir. H. T. Zwiers benoemd tot Hoogleeraar te Delft. 10 CENT Kou op de borst H.D.* Vertelling MAAND AG 5 DECEMBER 1938 H A ARTE M'S D A G B E A D '4 Om onderwijs te geven in architectuur. Bij K. B. van 2 December is be noemd tot gewoon hoogleeraar in de afdeeling der bouwkunde aan de technische hoogeschool te Delft, om onderwijs te geven in de architectuur, ir. H. T. Zwiers te Haarlem. Ir. H. T. Zwiers. Ir. Zwiers werd geboren te Amsterdam op 10 Fébr. 1900 en bezocht de lagere school en de H. B. S. aldaar. Hij studeerde te Delft van 19171923 en was assistent van prof. v. d. Steur aan de Technische Hoogeschool aldaar van 1922—1926. Van 1923—1932 was hij leeraar in de bouwkunde aan de M.T.S., afd. van de Academie van Beeldende Kunsten te 's Gravenhage. De heer Zwiers was ook aesthetisch adviseur der gemeente Zand- voort. Hij vestigde zich te Haarlem in 1926. Zijn belangrijkste bouwwerken zijn: Restauratie van huize Scheybeeck te Bever wijk. Particuliere kindertehuizen te Ameringen en Beverwijk. Verschillende particuliere woonhuizen en villa's te Zaandam, Haarlem, Bentveld, Zand- voort, Beverwijk enz. Kerkje voor de Ver. van Vrijz. Herv. te Be verwijk. Prot. Chr. Meisjesnijverheidsschool a. d. Tetterodestraat Haarlem. Arbeiderswoningbouw te Haarlem en Am- Sterdam. o.m. voor de woningbouwvereenigin- gen Coöp. Woningvereeniging van gemeente- personeel te Haarlem aan de Spaarndam- scheweg (Noorderspaarne) te Haarlem. Middenstandswoningbouw te Amsterdam, O.m. de 255 woningen voor de Ver. Ons Huis aan Olympiaplein en omgeving, het eerste complex in Amsterdam, dat voorzien was van een onder bouwblokken en straat doorgaande begaanbare leidingtunnel voor centr. verwar ming warmwatervoorziening enz. enz. Woningbouw (dienstwoningen voor arbei ders en ambtenaren, woningen voor ingenieurs en directeur-hoofduitvoerder) en houten kantoorgebouw op Wieringen voor de M. U. Z. )Mij. tot Uitv. van Zuiderzeewerken), Zuiderbad te Zandvoort. Aula en Bibliotheekgebouw voor de Land- bouwhoogeschool te Wageningen. Kantoorgebouw voor het Prov. Electr. Be drijf van Noord-Holland (P.E.N.) te Bloemen- daal. Oud-Katholieke Kerk met pastorie en wo ningen aan den Kinderhuissingel te Haarlem (in aanbouw). Verder had hij verschillende andere werk zaamheden, als bijv. uitbreidingsplannen: Zandvoort, Heiloo. Provinciale terreinen te Heemskerk, id. te Egmond, kleinere bouwwer ken, techn. adviezen, enz. Hem vielen de volgende bekroningeln in prijsvragen ten deel: Rokin-prijsvraag Amsterdam (1924) een der 5 gelijkwaardige bekroningen. Aula-gebouw Landbouwhoogeschool (1928) eerste prijs. Prijsvraag Raadhuis Katwijk (1929) tweede prijs. Verkaveling en bebouwing Pekingbosch Baarn (1926) 2 eerste prijzen. Watertoren Wassenaar (1927) derde prijs. Verder gouden medaille van het Gysberti- Hodenpyl-fonds voor in 1932 door de Tech nische Hoogeschool uitgeschreven prijsvraag voor een proefschrift over de vraag, in hoe verre het gev/apend beton van invloed is ge weest op de bouwkunst en welke verwachtin gen dienaangaande nog gerechtvaardigd zou den zijn. Zijn litterair werk. behalve bovengenoemd proefschrift bestaat oa. uit artikelen in Bouwk. Weekblad Architectura, w.v. ook hij eenige jaren lid van de redactie was, in het tijdschrift Wendingen, enz. Voorts bekleedt hij diverse maatschap pelijke functies: voorzitter kring Haarlem B.N.A. (Bond van Nederl. Architecten), voorz. Kunstkring Heemstede, lid van diverse B. N. A.-commissies (Redactie weekblad comm. van Onderwijs. Comm. v. d. vaksaneering enz.). De heer Zwiers was eenige jaren secretaris van het Genootschap Architeceura et Ami- citia en is voort lid van Schoonheidscommis sies te Haarlem en Heemstede, van de Comm. van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te Haarlem, van de examencommissies voor de Nijverheids-acten en sinds eenige jaren gere geld deskundige bij examens Techn. Hooge school te Delft. Ir. Zwiers was verder nog deskundige bij het gerechtelijk onderzoek, dat indertijd is in gesteld naar de muurinstorting te Rotterdam. Alle betalende abonnés van Haarlem's Dagblad zijn GRATIS TEGEN ONGEVALLEN VERZEKERD, op voorwaarden welke koste loos bij de administratie verkrijgbaar zijn en welke op geregelde tijden in ons blad worden gepubliceerd. De uitkeeringen zijn bij: levenslange ongeschiktheid 2000; overlijden 400; verlies van een hand, voet of oog 200; beide leden van een duim 100; één lid van een duim ƒ50; alie leden van een wijsvinger 60; één of twee leden van een wijsvinger 25; alle leden van een anderen vinger ƒ15; één of twee leden van een anderen vinger 5; arm- of beenbreuk 50; enkel breuk ƒ15; polsbreuk ƒ15 Alles Indien het gevolg 'van een ongeval Voor de abonnés op het Geïllustreerde Zondags blad bestaat nog een afzondeilijke ver zekering De voorwaarden daarvan zijn eveneens bij de administratie verkrijgbaar Mevrouw W. BlombergZeeman vertelde voor den 25slen keer een St. Nicolaasvcrhaal. Zaterdagmiddag was de zaal van den Haar- lemschen Stadsschouwburg geheel gevuld met ongeveer 400 van onze „Rubriekertjes". Deze trouwe lezers van de Kinderrubriek van Haarlem's Dagblad hadden zich bijzonder on derscheiden door het duizendtal cadeautjes, dat ze voor de jeugd in de ziekenhuizen en andere instellingen vervaardigd hadden, en waarvan in de Tijdingzaal van Haarlem's Dagblad een tentoonstelling werd gehouden. Bij wijze van belooning voor hun aardige werk mochten deze kleintjes Zaterdag een feestvoorstelling in den Stadsschouwburg bij wonen. Zooals dat jaarlijks tegen 5 December geschiedt. En dit jaar was het de 25ste keer. Zoodat er sprake was van een jubileum. Dit betrof wel in de eerste plaats de leidster van onze kinderrubriek mevrouw W. Blomberg Zeeman, die Zaterdag ook voor den 25sten keer een St. Nicolaasverhaal voor haar vele vrien dinnetjes en vriendjes vertelde. Voor dat met het feest begonnen werd sprak de directeur van Haarlem's Dagblad, de heer P. W. Peere boom de aanwezige rubriekertjes en hun ouders en ditmaal in het bijzonder mevrouw BlombergZeeman, toe. De heer Peereboom dankte de jongens en meisjes, de vaders en moeders voor de vele cadeautjes, die voor de zieke en arme kindertjes gemaakt werden. Tot mevrouw BlombergZeeman zei de heer Peereboom: „Wij van Haarlem's Dagblad hebben U in de afgeloopen 25 jaren bijzonder leeren waardeeren, zoowel wat betreft de hoe veelheid werk, die U verrichtte, als de toewij ding waarmee U dat deed. Wij hebben der halve gemeend dezen dag voor U niet onop gemerkt voorbij te mogen laten gaan. En we willen niet alleen hartelijke woorden tot U richten doch U ook een blijvend aandenken geven. We zijn te weten gekomen dat U gaarne een stoel zoudt willen hebben voor het schrijf bureau, waar U zoovele rubriekertjes briefjes schrijft, en deze bieden wij U hierbij als aan denken aan". De fraai uitgevoerde stoel werd op het tooneel gedragen. Mevrouw BlombergZeeman beantwoordde de tot haar gerichte vriendelijke woorden. De afgeloopen 25 jaren zijn voor mij vreug dejaren geweest, aldus spr. Ik heb in al dien tijd niets ervaren van booze -critiek. De door mij ondervonden medewerking was steeds zeer groot, en dit jaar bepaald enorm te noemen. Doch een mensch Is maar een mensch en i heeft zoo nu en dan een steuntje noodig. Daarom vind ik het prettig dat mijn werk op deze manier gewaardeerd wordt. Een aardig oogenblik was het toen mevrouw BlombergZeeman opmerkte dat moeders van de thans aanwezige rubriekertjes eens zelf tot haar rubriekertjes hadden behoord. Het kleine volkje zong „Lang zal zij leven" en hief een driewerf hoera op mevrouw Blom bergZeeman aan. Op het tooneeï trad daarna de goochelaar de heer A. Bruyns op. Hij wist de jeugd voor treffelijk te amuseeren. Tot ieders verbazing liet hij ballen in de lucht verdwijnen en too- verde hij ze weer tevoorschijn. Het „guldens uit de lucht plukken" mocht een kleine jongen uit de zaal nadoen. En dank zij de toover- Onze „Rubriekertjes'vierden feest in den Haarlcmschen Stads schouwburg. ZELFWERKEND WASthMIDDEL OVERAL VERKRIJGBAAR N.VHET KLAVERBLAD HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) spreuk „Abracadabra" gelukte hem dat! Maal ais hij 't kunstje thuis voortgezet mocht heb ben zal de tooverspreuk daar wel niet meer opgegaan zijn! Het mysterie van de ringen, aan welke volgens den goochelaar 4000 jaar geleden in China een Priester de levens lamp ophing, verblufte ook de ouders, die met hun spruiten waren meegekomen. Touwen en papieren werden kapot gemaakt en weer heel getooverd, gekleurde doekjes verdwenen en verschenen alsof 't niets was. Soms meende de jeugd den goochelaar te vlug af te zijn. Dan s er een gejoel in de zaal; allen schreeuw den door elkaar waar of ze het verdwenen voorwerp hadden zien wegstoppen. Doch dan was het eensklaps stil als het daar heelemaal niet bleek te zijn. Soms legde de goochelaar uit hoe of een truc in elkaar zat. En dan dacht men heel wat te begrijpen. Maar eensklaps was een of ander voorwerp, dat volgens de explicatie kapot had moeten zijn of op een bepaalde plaats had moeten liggen, toch nog heel of kwam het ergens anders te voorschijn, zoodat men tenslotte van al het begrepene weer niets begreep. De jeugd genoot van de amusante goocheltoeren, en vooral wanneer er een jongen of een meisje op het tooneel mocht komen om te helpen, of wanneer de goochelaar in de zaal kwam om voorwerpen te laten beproeven, was er een hevige belang stelling voor de dingen, die komen zouden. En dat waren er vele, en aardige. Wie van de rubriekertjes denkt niet nog na over den dobbelsteen en den hoogen hoed, over de reis naar Afrika, waar niets van kwam, over het papier dat zoo leelijk verscheurd werd en waar toch zulke mooie figuren in kwamen? En het mooie Sinterklaasverhaal dat mevrouw Blom bergZeeman in de pauze vertelde, zal velen ook in de herinnering blijven. Het was voor de 25ste maal, dat mevrouw BlombergZeeman tijdens den jaarlijkschen rubriekertjesfeest- middag het jonge volkje met haar vertelkunst boeide. Ditmaal hoorde de jeugd de geschiede nis van „Boer Langhaard", die precies als Sinterklaas met zijn staf van wortelschijven geld zou willen maken. Maar „Boer Lang haard" kreeg van den goeden Sint een gevoe lig lesje, waardoor hij een beter mensch werd, en voortaan niet alleen uiterlijk vanwege zijn langen witten baard maar ook inner lijk op den bisschoppelijken menschenvriend zou gaan lijken. Geboeid luisterden de jongens en meisjes naar dit aardige verhaal. Na de voorstelling werden aan de jeugd de jebruikelijke pakjes uitgereikt. Daarop gin gen allen tevreden naar huis. WEEK-ABONNEiMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. Si at Nicolaasfeesl Opleidings school Wilhelminastraat. Zooals dat elk jaar geschiedt, hebben ook dit jaar de leerlingen van de opleidingsschool aan de Wilhelminastraat hun St. Nicolaasfeest op school gevierd. Voor de leerlingen der eerste en tweede klasse had het feest j.l. Zaterdag middag in het gymnastieklokaal der school plaats. Sint Nicolaas in eigen persoon kwam met z'n knecht den kleinen een bezoek brengen. Met enkele Sinterklaasliedjes werd de goede heilige door de kinderen verwelkomd bij zijn intrede in het lokaal. Mevrouw M. H. C. Kui persKievits, een der leden -van de commis sie. heette den bisschop welkom en dankte hem ervoor, dat hij op dit feest aanwezig had willen zijn. St. Nicolaas onderhield zich met enkele kinderen in het bijzonder en sprak hen over hun gedrag of vorderingen, waarbij de Sint tevens toonde hoe oud hij ook moge zijn en al moge hij zich bij voorkeur op een schim mel over de daken bewegen dat hij goed op de hoogte is van de moderne verkeersregels. Hij bleek beter op de hoogte te zijn dan de leerling die hij erover aan den tand voelde, ondanks de verkeerslessen die op deze school zoo veel worden gegeven. Een meisje had gevraagd, voor den Sint een Sinterklaasliedje te mogen zingen en onder aanvoering van deze kleine hieven de kinde ren even later ter eere van den hoogen gast 't aloude „Zie ginds komt de stoomboot" aan. Na het bezoek van St. Nicolaas en z'n knecht, die onder kindergezang uitgeleide werden gedaan door den heer Donkersloot, hoofd der school, restte nog een heel pro gramma dat afgewerkt moest worden. In de eerste plaats was er de poppenkast van mr. Steffin, met een stukje in twee bedrij ven, getiteld „Vader's verjaai-dag". Mr. Steffin toonde zich hierbij een uitstekend paedagoog. Hij liet de kinderen de gelegenheid door ze den hoofdpersonen van het verhaal raad te laten geven of van x-epliek te dienen, een ac tieve rol spelen, en het is niet te zeggen wie meer genoten: de kinderen van de poppen- kastvertooning, of de aanwezige ouders van de reacties die de avonturen der poppen bij de kinderen opriepen. Hierna trad mr. Steffin met veel succes als goochelaar op; tot slot verschenen de twee clowns Bib en Bob ten tooneele. Als extra-nummer was ingelascht een zeer verdienstelijke accordeon-solo van den 6e klasse-leerling Martin Jr. 's Avonds was het feest voor de hoogere klassen, met ongeveer hetzelfde programma, waarbij bovendien de sport-boy Little Gerie en mr. Steffin als buikspreken optraden. Wrijf deze krachtige zalf op keel, borst en rug. Ze werkr als pappleister en door de genees krachtige dampen, die U inademt. Verwijdert congestie, vergemakkelijkt ademhaling en helpt de meeste kou in één nacht. (Adv Ingez. Med.) Juist toen de geleerde zoons zouden vertrekken, kwam de derde II drie zoons. Maar er was niemand die op den derden zoon lette, broer aanloopen. Ja, da eigenaar van het landgoed had eigenlijk Die werd nooit medegeteld, omdat h\j zoo heel anders was dan zijn broers. Neen, de derde broer was lang niet zoo geleerd als de beide anderen. Wat wist hij van Latijn? Wat van den Staat en het Rijk? Niets, niets en nog eens niets. Men noemde hem daarom ook Hans, de Stumper. „Waarom hebben jullie je zoo mooi gemaakt? En waarom rijden jullie op die mooie paarden?" Hans de Stumper vroeg het, zonder een antwoord te verwachten. Maar nu kreeg hjj het wel. En zoo hoorde hjj, dat de knappe broers naar het Hof gingen, om door hun verstandige praten mede te dingen naar de hand van de koningsdochter.. „Heb je niet eens gehoord, dat herauten den wedstrijd in het geheele land bekend gemaakt hebben? Echt weer iets voor jou, om daar niet op te L K, deze woorden wilden zij vertrek ken, maar Hans riep: „Wel, daar wil ik ook wel aan meedoen!" De broers lachten hem echter hartelijk uit, gaven hun paarden de sporen en vertrokken. Wordt vervolgd), St. Nicolaas als ideaal door JAAP STIGTER IJ was een degelijk, vriendelijk man, vader van drie kinderen, die het huis volgehangen had met bordjes; „Er is maar één baas in huis" en alles deed wat zijn vrouw zei. Boekhouder op een klein kantoortje, waar hij den geheelen dag over een met inkt be smeurden lessenaar hing en een scherp-hak- kende keukenklok afschuwelijk monotoon zijn ievensminuten aftelde, was hij er nooit toe gekomen, dat te doen, wat hem in zijn jeugd als een fata-morgana-beeld voorgezweefd had: tooneelspeler te worden. Nu de laatste haren op zijn hoofd begonnen te grijzen, zijn oogen dof werden en de groote snor den gezonden, aangenamen glans van vroeger verloren had, kon hij af en toe de pen laten rusten en zachtjes voor zich uit mompelen: „Het is beter zoo Want met het tooneel ging; het slecht: het publiek stroomde naar de bioscoop en de beste Nederlandsclie artisten waarvan hij er stellig ook een geworden zou zijn speelden voor bijna leege zalen. Het was droevig het feit, dat hij eens in de maand onder geleide van zijn vrouw den stadsschouwburg bezocht, veranderde er intusschen weinig aan. 's Zaterdagsavonds dwaalde hij met zijn iet wat gekromden rug door de stad en deed inkoopen. Een paar schriften voor Fritsje, stiftjes voor een vulpotlood zoo en zoo dik voor Herman, sokophouders voor Dick en bloe men, die heerlijk geuren moesten, voor zijn vrouw. Wanneer hij dan om half tien bepakt en bezakt hijgend en uitgeput, de huiskamer in kwam strompelen en vrouwlief met haar strenge legercommandantsrimpels en steken den oogopslag ontdekte, dat de bloemen naar zeker symptomen te oordeelen reeds aan het verwelken waren, werd hij weer de deur uitgestuurd, bewapend met een serie scheldwoorden, die men iemand in het ge zicht mag slingeren, wanneer hij verwelkte bloemen vei'koopt. Zoo was iedere Zaterdagavond weer het spiegelbeeld van den vorige en waren de werk dagen een grijs gareel. Totdat er een lichtflits kwam, een mooi punt in zijn leven: Sinterklaas. Neen, het wa ren niet de cadeaux die hij kreeg. Niet de si garen en het bronzen aschbakje en ook niet de groote kromme pijp.neen, het was iets geheel anders. „Herman", had zijn vrouw gisteren tegen hem gezegd, toen de drie spruiten, respectie velijk negen, twaalf en dertien jaar, ixaar bed toe waren, „nu het morgen Sinterklaas is, had ik gaarne, dat jij de kinderen eens een groot plezier deed". „En dat is?" informeerde hij met een glim lach, doch met een angstige spanning in zijn oogen. „Speel jij nu eens voor Sintex-klaas. Het geld dat je voor de vermomming noodig hebt, wil ik je gaarne geven". Dankbaar had hij het geaccepteerd, met een innerlijke vreugde, die hij eerst zelf niet be greep. Maar langzaam drong het tot hem door en nam het duidelijken vorm aan: in dat Sin terklaas-spelen lag een zekere vervulling van zijn jeugdideaal, lag iets. wat het fata-mor gana-beeld hem eens beloofd had. Het was voor hem geen onschuldige grap, maar iets heiligs en mooiseindelijk zou hij dan eens een keertje mogen tooneelspelen, zij het dan ook voor een zeer beperkt publiek. Zijn kinde ren waren weliswaar oud en wijs genoeg om te weten, dat St. Nicolaas met Hans en Grietje en Vrouw Holle in het sprookjesland lag maar hij zou zóó spelen, dat zij niet wisten, boe zij het hadden en aan 't twijfelen gingen. Hij zóu zich zoo kunstig grimeeren, dat zelfs zijn vrouw zich zou gaan afvragen, of er geen vreemde man in de kamer stond Dien avond verliet hij onder het fluiten van een jazz-melodie het kantoor en stond de chef hem vanuit het raam hoofdschuddend na te kijken: altijd was zijn boekhouder bedrukt en gebogen weggeloopen als een angstige schim, Èn nuhet was zonderling A AN tafel at hij gejaagd en maakte ner- veuze handbewegingen. Zijn vrouw spx'ak nergens over en slurpte (nog volgepropt van ergernis over het gehakt, dat veel te grof ge malen was en bovendien stukjes been bevatte was die slager nou gek!) met lange tanden haar tomatensoep. Vader zag en hoorde van dit alles niets. Zijn gedachten waren bij Sinterklaas en bleven bij Sinterklaas, al waren zijn vier dlschgenooten ineens naar het plafond gevlogen en daar el lendig aan hun haren blijven hangen. Zijn kleurloos leven, de met Inkt besmeurde lesse naar, de hakkende keukenklok en de onder zoekende oogen van den chef waren heel ver van hem weg Na het eten rende hij naar de voorkamer en sloot de deur achter zich af. Het pak met de vermommingsingrediënten werd openge scheurd. Bevend liet hij de uit verschillende deelen bestaande staf enkele malen uit elkaar vallen. Hij trok de roode jas aan en consta teerde dat hij als aangegoten zat. Het schminken werd met zeer veel zorg ge daan: de wangen licht-geel. als perkament en de oogkassen iets donkei'der. Hoe hij veran derde! De wenkbrauwen met wit besmeren zei de leeraar op school vroeger altijd niet, dat hij aanleg had voor kunstschilder..,..? De rimpels tusschen de wenkbrauwen iets accentueerenprachtig. Hij herkende zich zelf nauwelijks meer, Nu heel voorzichtig een streepje donker om de mondhoeken en de kraaievoetjes bij de oogen iets verlengen. Neenmaar.hij was een meester in het grimeex-en! De roode muts op het hoofd kijk eens, hoe prachtig hij op Sinterklaas leek: Nu nog zijn neus een waskleurtje ge ven Fritsje, Dick en Herman zaten onderwijl op de divan in de huiskamer en speelden op het glimmende schaakbord dominé. Hun aan dacht was echter maar half bij het spel. Ieder moment kon moeder met het koffertje met cadeautjes binnen komen en aan het uitdee- len gaan, zooals zij ieder jaar deed. Bij het geringste geluid, dat uit de keuken tot hen doordrong keken zij op. Wat duurde het toch lang Eindelijk werd de deur opengeworpen. Met een ruk keken zij alle drie terzijde en wel zoo wild, dat verschillende domlné-steenen op den grond vielen. Zij barstten in een luid, hoog lachen uit. „Die pahuhu die pa.gierde Fritsje. „Ik ben Sinterklaas", zei de in de deuropening staande met een basstem, terwijl zweetdrup peltjes op zijn voorhoofd traden, want ineens begreep bij vol ontzetting, dat hii zijn baard bij de vermomming vergeten had.... (Nadruk verboden. Auteurs recht voorbehouden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 6