Meerderheid voor Daladier in de Fransche Kamer. Menschenleed in Niemandsland DUIZENDEN JODEN LEVEN Premier over de houding der regeering op 30 November. Italiaansche belangen Achthonderd menschen „bewonen een fabriek l&eet ZATERDAG 10 DECEMBER 1938 HAARLEM'S DAGBLAD Bij de stemming over een motie van vertrouwen in de Fransche Kamer is Daladier in den afgeloopen nacht in de meerderheid gebleven. Vóór de regeering stemden 315 afge vaardigden, tegen 241, terwijl 53 zich van stemming onthielden. De nieuwe meerderheid omvat be halve drie kwart van de radicalen, eenige leden van de Union Socialiste et Republicaine en enkele links-onaf- hankelijken, fracties, die deel uitmaak ten van het volksfront, en de leden van alle groepen, die tot dusver tot de min derheid behoorden. Tegen stemden 73 communisten, 156 socialisten, 4 links-onafhankelijken, 5 leden van de Union Socialiste et Repu blicaine en 3 radicaal-socialisten. Van stemming onthielden zich 53 af gevaardigden, t.w. 29 radicaal-socialis ten, 18 leden van de Union Socialiste et Republicaine en 6 links-onafhan kelijken. Aan de door Daladier gehouden rede ontlee- tien wij het volgende: „Op dit oogenblik is brutale openhartigheid meer waard dan alle huichelarij. Ik geloof, dat vandaag beslist moet worden, of ik omverge worpen moet worden of mijn arbeid zal kunnen voortzetten. Ik ben de gevangene van geen enkele partij en geen enkele persoon. De alge- meene staking was een staking met politiek ka rakter als protest tegen de buitenlandsche politiek der regeering." „Reeds op 23 November", aldus Daladier, „heeft de secretaris der Parijsche vakvereeni- gingen gezegd, dat met de regeering moest wor den afgerekend en dat men zelfs de C. G. T. moest vragen, indien de eerste actie niet doel treffend zou zijn, een staking af te kondigen met als doel de vestiging van een regeering der vakvereenigingen." Thorez interrumpeerde hier den premier om te zeggen, dat deze het had over een document, van de politie afkomstig, dat slechts als een provocatie kon woi-den be schouwd. Daladier antwoordde: „Als dat zoo is, hebt gij veel provocateurs in uw rijen." Toen de linkerzijde protesteerde tegen de me thode, toegepast bij de ontruiming van bezette fabrieken, zeide Daladier: „In een democrate moet het wet gehandhaafd worden. Ik was het, die bevel gaf tot het gebruik van traangas. Ik wilde geen buitenlandsche staatslieden ont vangen, die met ironie of medelijden tot mij gesproken zouden hebben. De 30ste November is een overwinning van het Fransche volk ge weest." Daladier zeide zich te hebben verheugd over de voldoening, waarmede de democratische pers in het buitenland melding maakte van het mis lukken der algemeene staking. Ook de Duit- sche pers, aldus de minister, verklaarde zich voldaan, maar gelooft ge, dat zij teleurgesteld zou zijn geweest, als uw beweging geslaagd was? De regeering is bereid de mantel der vergetel heid over de afdwalingen te werpen, doch zij wil de drijvers vervolgen. Daladier oefende vervolgens critiek op het communistische standpunt be treffende de buitenlandsche politiek. „Ik kan", aldus zeide hij, „niet toestaan, dat men spreekt van een politiek van capitulatie, maar ik stel er prijs op te verklaren, dat de politiek der commu nisten tot oorlog leidt. Ik wil vrede met Duitschland. Alle oudstrijders willen vrede met Duitschland (applaus). Dit alles is geen kwestie van redevoeringen of betoogingen, maar van arbeid. Als het land stex-k is, kan het verhinderen, dat men zijn ge bied aantast. Er is geen buitenlandsche vrede zonder binnenlandschen vrede. Om de republi- keinsche oi-de te handhaven zal ik voortzetten, wat ik heb aangevat, zonder mij door iemand te laten beïnvloeden. Ik wil trouw blijven aan mijn partij en aan de democratie." Tenslotte riep de minister-president de Fran- schen tot broederlijke samenwerking op. Zijn rede werd luide toegejuicht. Na een korte on derbreking van de vergadering nam de socialist Serol het woord. Serol zeide o.a., dat het niet voldoende is de arbeiders te mobiliseeren, ook het kapitaal moet gemobiliseerd worden. Verder verklaarde spre ker zich er over te verwonderen dat minister president Daladier een nieuwe meerderheid wil zoeken. Spreker vervolgde, dat men de staking van 30 November niet het karakter kan aan wrijven, dat de regeering zou willen. Hij achtte de requisitie onwettig en hij critiseerde de de creten. Tenslotte vroeg hij Daladier, met welke meer derheid deze dacht te regeeren en herinnex-de hij er aan, dat de radicaal-socalistische partij op het congres met groote meerderheid heeft verklaard samenwerking met de arbeidersklasse te wen- schen. De socialisten juichten Serol toe en riepen „Heyriot, Harriot". Vervolgens las de voorzitter van de Kamer de dagorders voor en werd de zitting geschorst tot tien uur in den avond. De voorzitter van de x-adicaal-socialistische fractie, Chichery had in overleg met Daladier een dagorder ingediend, waarbij de Kamer over gaat tot de orde van den dag. Een tweede motie was ingediend door Blum, Serol en Auriol. Hier in wordt gezegd, dat de Kamer, trouw aan de uitgesproken wil van het volk iedere toevoeging van de hand wijst en overgaat tot de orde van den dag. Chichery zeide in zijn rede, dat de gebeur tenissen in het buitenland, de betoogingen in het parlement te Rome het tot een plicht der regeering maakten, de orde in het land te hand haven. Stabiliteit der regeering is onontbeerlijk. Door haar vertrouwen in de regeering uit te spreken zal de Kamer tot den nationalen her- stelarbeid bijdragen. Vervolgens pleitte Blum voor de socialistische motie. Hij werd echter voortdurend onderbro ken .waarop de voorzitter dreigde, de vergade ring te schorsen. Blum wees op den nieuwen band, die twee en een half jaar lang radicalen en socialisten in de meerdei-heid vereenigd heeft. Wij waren, zeide hij, loyale medewerkers. De breuk is niet van ons uitgegaan. Blum critiseerde de wetsdecreten en protes teerde tegen de wijzigingen in de wet op de 40- urige werkweek. Toen het daarop opnieuw interrupties van het centrum en rechtsch regende, maakten volgens het verslag van Havas vex'scheidene socialistische af gevaardigden aanstalten het centrum te lijf te gaan. De vergadering werd daar om voor tien minuten onderbroken. 1 Na Blum sprak de communist Renaud, die Daladier verweet den middenstand en de boeren op te zetten tegen de arbeidersklasse. Nog enkele sprekers voerden het woord, waarop Daladier zeide, dat hij aan de motie de kwestie van vertrouwen ver bond. Vervolgens werd tot stemming overgegaan met het reeds vermelde resultaat. De vergadering werd om 2.25 uur vannacht opgeheven. De volgende bijeenkomst is bepaald op Dinsdagochtend 10 uur. Giornala d'Italia: concentreeren zich op Tunis, Suez en Dzjiboeti. Verdrag van 1935 bestaat noch juridisch, noch practisch meer. In een hoofdartikel schrijft „Giornale d'Italia", dat het Fransch-Italiaansche verdrag van 7 Januari 1935 de proble men tusschen beide landen geenszins definitief heeft geregeld, zooals de Fransche pers beweert. ITALIAANSCHE BETOOGINGEN VOOR TUNIS Het blad vervolgt: „Dit verdrag, dat door Mus solini werd geteekend om een einde maken aan de lange periode van Fransche vijandigheid en Fx-ansch wanbegx'ip tegenover Italië en om de betrekkingen te plaatsen op den grondslag van eerbiediging van beidex-zijdsche belangen, be staat niet meer, juridisch noch practisch. Frank rijk zelf heeft het geannuleerd. Het verdrag voorzag in onderhandelingen over een conven tie, waarbij de kwestie-Tunis geregeld zou wor den. Deze besprekingen zijn echter nooit aan geknoopt, zoodat de kwestie-Tunis nog open is. Het verdrag bepaalde verder dat het in wex-king zou treden op den dag van uitwisseling der ra- tificatie-öorkonden, doch zoover is het nooit ge komen". De „Giornale" besluit, dat beide lan den alles opnieuw moeten bezien en dat de Italiaansche belangen in hoofdzaak betrekking hebben op Tunis, Suez en Dzjiboeti. De betoogingen. In geheel Italië zijn gisteren door studenten en door de bevolking nog tegenbetoogingen gehouden tegen de „Fransche anti-Italiaansche betoogingen". De laatste betoogingen zijn te Trente, Milaan, Gorizia en Pescara gehouden. Ook in Syracuse, Foggia, Littorio, Zara, Sienne, Ravenna, Campo Basso en Crotone zijn betoogingen gehouden. Anderzijds hebben ook op Corsica betoogin gen plaats gehad. Zoo heeft een honderdtal stu denten voor het Italiaansche consulaat te Bastia betoogd. Met steenen hebben zij de ruiten inge worpen. Politie en gendarmerie, verspeidden de betoogers. Het consulaat wordt thans bewaakt. Naar Havas uit Tunis meldt bevinden van de personen, die tijdens de groote betoogingen te Tunis in hechtenis zijn genomen, zich nog zes in ax-rest, onder wie twee leden van het personeel van het Italiaansche consulaat en Ubaldo Rey, voorzitter van de vereeniging „Dopo Lavoro" te Tunis. Zij zouden worden beschuldigd van aanzetting tot rassenhaat, uitdagingen, opstan dige uitlatingen en beleediging van Franrlcijk. Uit Sousse wordt gemeld, dat de betoogingen tegen de Italiaansche eischen daar voortduren. Het consulaat ontvangt van alle zijden aanhan- kelijksheidsbetuigingen. Vijf dooden bij vliegongeluk in Frankrijk. Militair toestel neergestort. Vrijdagmiddag is een vliegtuig van het militaire vliegtex*rein te Nancy bij de hoeve Sainte Cathérine verongelukt en in brand geraakt. De vijf leden der bemanning zijn allen om het leven ge komen. Gailus gouverneur van Memeiland. Gematigde figuur uit de Memellandsche politiek. Victor Gailus, een invloedrijk Memeilander, is, naar Reuter meldt, tot gouverneur van het Memelgebied benoemd. Men hoopt, dat Gailus, die als gematigd bekend staat, het vertrou wen van de Duitschers in het Memelgebied zal genieten Belgische kabinel blijft aan. Bevestiging van Spaak. Na een vergadering van den Belgi schen ministerraad heeft minister-presi dent Spaak gisteravond bevestigd, dat de regeering aan het bewind blijft. „De regeering", zoo zeide hij, „heeft als steun het vertrouwen van Z.M. den Koning, van de Kamers en van het volk. Wie durft onder deze omstandigheden zeggen, dat zij door aan de macht te blijven niet democratisch zou hande len? Er moeten nog moeilijkheden uit den weg worden geruimd. De taak van de regeering is den weg te effenen. De liberale partij zal in een gewijzigde regeering de plaats innemen, welke haar toekomt. Verder is het dwaas te beweren, dat geen overeenkomst tot stand zal kunnen komen tus schen de partijen der meerderheid inzake de Spaansche politiek, terwijl deze overeenkomst wel tot stand kon komen ten aanzien van de andere punten van het programma". Poolsche Oekraïners eisclien autonomie. Nieuwe bewind zou deel moeten uitmaken van de centrale regeering. Havas meldt uit Warschau: De Oekraïnsche afgevaardigden en ver tegenwoordigers van de bevolking van Wolhynië hebben in den Poolschen Landdag een sensationeele motie in gediend, waarin zij voor de door de Oekraïners bewoonde gebieden auto nomie eischen. De bevolking dezer gebieden telt ongeveer 7 millioen zielen. De motie bevat een ontwerp- grondwet voor de betreffende gebieden en o.a. de instelling van een autonome regeering en Landdag. Het hoofd dezer regeering en de voornaam ste ministers zouden deel moeten uitmaken van de centrale regeering te Warschau. De voorzitter van den Landdag heeft de be handeling van het wetsontwerp tot :de eerst volgende vergadering uitgesteld. Ds. Niemöller zal niet meer kunnen prediken. Kerkelijke organisaties mogen de familie van den predikant niet steunen. BERLIJN. 10 December. Uit betrouwbare bronnen wordt vernomen, dat het ministerie van kerkelijke zaken ds. Niemöller spoedig zijn be voegdheid als dominee van de Evangelische Kerk zal ontnemen. Daar Niemöller in zijn ambt geschorst is trekt hij geen salaris meer, zoodat dit besluit voor het oogenblik geen direct verlies voor hem beteelcent. Wel zal zijn familie de pas- tox-ie, waarin zij thans woont, moeten verlaten. Bovendien zal het den organisaties van predi kanten vex-boden zijn de familie van Niemöller te helpen. Men verwacht, dat spoedig de nieuwe Evangelische Synode gereed zal zijn om de oude synode te vervangen, die dan zal worden ont bonden als gevolg van het kerkelijke conflict. De nieuwe synode die waarschijnlijk zal harmo- nieeren met de „Duitsche Christelijke" politiek van Kerrl's ministerie van kerkelijke zaken zal ongetwijfeld de order, waarbij Niemöller uit de kerk verbannen wordt bevestigen. (United Press.) Horloges daalden neer. Geslaagde proefxxeming van Zwitsersche fabriek. BERN, 9 December. (AN.P.) Een Zwit sersche horlogefabriek heeft dezer dagen be langwekkende proeven genomen. Om het weerstandsvermogen van armband horloges te onderzoeken, liet zij door vliegers van verschillende hoogten dergelijke horloges omlaag gooien. De horloges bereikten de aarde met een eindsnelheid van ongeveer 18 M. per seconde, doch bleven loopen alsof er niets gebeurd was. Slechts van een hor loge, dat vair een hoogte van 300 M. op een cementen vloer viel, waren de wijzers ge broken, terwijl het uurwerk normaal door liep. Het geheim hiervan ligt ln een zeer kleinen schokbreker, die de gevoelige assen van de kleine radertjes van het uurwerk be schermt. Hooger beroep in Amerikaansclie spionnagezaak. NEW YORK 9 December (Havas/A. N. P.) De drie Duitsche spionnen, die onlangs door het federale hof te New York veroordeeld zijn, zijn in hooger beroep gegaan. De verdedigers zijn van meening, dat een formeele fout is ge maakt, en dat o.a. een der gezworenen niet in de jury zitting had mogen hebben. (Is reeds in een deel eener vorige oplaag opgenomen.) Kogel bij La Guardia bezorgd. Waarschuwing voor zijn anti-Duitsche houding. NEW YORK, 9 December (Havas-A.N.P.) La Guardia, de burgemeester van New York heeft gisteravond verklaard, dat hij Woens dag een roode kartonnen doos heeft ontvan gen, die den 7en December op Long Island was gepost en die een revolverkogel bevatte, alsmede 'n met een hakenkruis onderteekend briefje met de wco-den: „Dit zult ge ont vangen, als gij doorgaat met uw aanvallen op de Duitsche Nazipartij. La Guardia heeft het briefje en den kogel onmiddellijk aan de politie overhandigd voor het instellen van een onderzoek. Een tweede dreigbrief. Vrijdagmorgen is voor de deur van de werk kamer van burgemeester La Guardia opnieuw een dreigbrief gevonden, waarin de dood van den burgemeester werd aangekondigd ingeval hij zijn aanvallen tegen het nationaal-socia- listische regime zou voortzetten. Van La Guardia is bekend, dat hij weinig aandacht schenkt aan alle tegen hem gerichte bedreigingen, aldus Havas. want hij heeft vaak dergelijke brieven ontvangen. Dezen keer echter hebben de autoriteiten op zich geno men hem te beschermen of hij dat wil of niet De politie heeft daarom voorzorgsmaatregelen genomen. in miserabele omstandigheden aan de Poolsch—Duitsche grens De speciale correspondent van United Press C. Hottelet schrijft uit Zbaszyn aan de Poolsch-Duitsche grens: Vijf duizend en zevenhonderd inwo ners telde Zbaszyn, kort geleden. En plotseling, van één dag op den andere, twaalfduizend. Een arm, klein stadje, dat plotseling overstroomd werd door bijna tienduizend verdreve nen, waarvan er thans nog ruim zes duizend over zijn. een stadje, waarvan het aanzien geheel veranderd is en waar thans het stadsbeeld gedomi neerd wordt door drommen van ver armde zwervelingen en gewapende wachters, de bajonet op het geweer. Op 28 en 29 October heeft de Gestapo deze ongelukkigen zonder voim van proces opge pakt in de groote Duitsche steden, ze in goe derentreinen geladen en naar de grens ge bracht. En over deze grens zijn zij toen heen- gejaagd, het „moederland" in. Velen van hen hadden hun .moederland" nimmer gezien, spraken geen woord van hun „moedertaal". Thans legeren zij, op elkaar gepakt, in Zbaszyn. Zij kunnen niet terug naar Duitschland om him zaken te regelen of te liquideeren. En evenmin kunnen zij Polen in. Slechts hier, aan den rand van het land, theoretisch in Polen, in werkelijkheid weinig meer dan verbannen en onder hemelschreien de omstandigheden. De stad is klein, voor zesduizend menschen zéér klem. En daarbuiten mogen zij niet. Men kan zich niet beklagen over de houding der politiedienaren. Zij zijn beleefd, vriendelijk zelfs, doch zij hebben hun instructies en hou den zich eraan. De bajonet op het geweer, en onverbiddelijk.. In verlaten huizen wonen zij, pak huizen, een vroegere danszaal, waar de guirlandes nog van het plafond hangen, en in oude en bouwvallige „heerenhuizen", nauwelijks meer be woonbaar. Ik heb gezien in welk een vervuiling deze ongelukkigen leefden, achthonderd bijeen, in een half afge bouwde fabriek. Achthonderd menschen, grootendeel mid denstanders die winkeliers geweest waren, wonen daar, tweehonderd op iedere verdie ping. Zij hebben hun „bedden", versleten, ge scheurde stroozakken, op den kalen, vuilen grond. Lakens zijn er niet. meestal ook geen dekens en zij slapen in hun kleeren Toen ik daar kwam, heerschte er juist groote vreugde: er was een kachel! Een klein kachel tje. nutteloos vrijwel om deze enorme ruimte te verwarmen, waar een gloeiend rood fornuis nauwelijk wat hitte zou verspreiden. In al die baiakken was 't hetzelfde, ellende, vuil, en wanhoop in het vooruitzicht, hier in den whiter te moeten verblijven. Slechts de kinderen jonger dan veertien jaar hebben het wat beter. Die zijn onderge bracht in het oude sportstadion, en hebben tenminste lakens en dekens. Duitsche pers komt Italië te hulp. BERLIJN, 9 December (D.N.B.-A.N.P.) Eenige Duitsche ochtendbladen bespreken de omstandigheid, dat de kreten in de Italiaan sche Kamer „groote opwinding in de demo cratische wereldpers" hebben veroorzaakt. Het „Berliner Tageblatt" herinnert eraan dat de kwestie Tunis niet pas gisteren op het tapijt is gebracht, doch reeds bestaat sinds den tijd, dat vóór ruim honderd jaren de eerste Italiaansche scholen in Tunis werden opgericht. Het blad wijst er op, dat de Italianen m Tunis sterker in aantal zijn dan de Fran- schen en schrijft vervolgens: Het past ons niet conclusies te trekken uit deze aan de geheele wereld bekende feiten. Wij verbazen ons echter, dat de vermelding van deze kwestie geweldige betoogingen bij de mogendheden der „vrije meeningsuiting" verwekt, op hetzelfde oogenblik, dat men in het Engelsche parlement met het recht van dezelfde „vrije meeningsuiting" het mandaats karakter der vroegere Duitsche koloniën be twist, elke bespreking der koloniale kwestie van de hand wijst en het kenmerk der man daten van begin tot eind tracht te ver- valschen. Dat is een der voorbeelden, welke in Duitschland wel geen betoogingen verwek ken, zooals de Italiaansche kreten in Frank rijk gedaan hebben, doch welke niet zonder inneriijke verbittering voor kennisgeving zijn aanvaard. Nog betrekkelijk onlangs heeft de wereld uit den mond van een Engelschen minister president de verklaring vernomen, dat Enge land's grens aan den Rijn ligt Het Duitsche volk heeft zich ook daardoor niet tot be toogingen laten verleiden hoewel de vraag ge steld kan worden, wat Engeland dan aan den Rijn verloren heeft, welke Engelsche belan gen daar op het spel gezet zijn. Wij hebben toen gezwegen. Thans maken de Engelschen zich echter cok druk over de kreten in de Italiaansche kamer, hoewel zij de oude kwes ties, welke met de kreten „Tunis, Corsica. Nizza" worden opgerakeld wel degelijk ken nen. Het komt er dus op neer, dat men zich ginds altijd het recht verschaft, zich te be moeien met de aangelegenheden van ande ren. „Nauwelijks Franschen op Corsica". De ..Völkischer Beobachter" constateert: De Italianen hebben nooit verheeld, dat zij het verlies van Tunis niet kunnen verkrop pen en dat zij de Corsicanen voor landge- nooten houden. Een feit is, dat op Corsica nauwelijks Franschen wonen en dat de Ita lianen eerder en in grooter aantal in Tunis zijn geïmmigreerd dan zij die thans dit Noord-Afrikaansche vorstendom beschermen. Wij vermelden deze dingen slechts om het on zuivere karakter van het lawaai om Tunis te kenmerken. Tct een inmenging in de Fransch- Italiaansche aangelegenheid voelen wij ons niet gerechtigd. Het Joodsch Centraal Comité moet wat het kan, om tenminste de meest elementaire behoeften te vervullen: kleeren meestal oud en versleten, geschonken door de Joden in Polen, die zelf arm zijn en voedsel. De geneeskundige dienst is er al niet veel beter aan toe. Overal zijn hospitalen inge richt, waar Poolsche medici en verpleegsters vrijwilligen dienst doen. Doch ook hier zijn de toestanden vreeselijk en nijpend is het ge_ brek aan hulpmiddelen. Het is onmogelijk, er gens te voldoen aan de eischen van medische behandeling en het is een geluk, dat de Poolsche overheid altans voor ernstige patiën ten vergunning voor vervoer naar het bin nenland gegeven heeft. Ook zij. die ouder dan 65 jaar zijn. en een aantal kinderen mochten het land verder binnen. De gedwongen werkloosheid, het volkomen ontbreken van ieder uitzicht op verbetering en de uiterste ontbering, hebben een ernstigen fatalen invloed. Zij, die nog een paar zloty hebben, komen veelal 's avonds bijeen in het dorpscafé en trachten er hun ellende te ver geten door het zingen van Poolsche en Jiddi sche liederen. De omstandigheden, waaronder deze uit- geworpenen leven, kan men slechts begrijpen, indien men weet, welk een chaos er heerschte bij him komst. Ik heb met velen gesproken. Zij hebben mij verteld, hoe zij te voet ge komen zijn. Duitsche vrachtauto's hadden hen naar de grens gebracht en afgezet. Pool sche grenswachten hielden hen aan, weiger den hen door te laten. Zij werden terugge zonden, weer verjaagd, keer op keer, tot zij, tenslotte, in den kouden nacht de stad binnen mochten trekken. Anderen kwamen per trein. Vier en twintig uur hebben zij in de treinen gewacht aan het station, slapend waar zij maar een plaatsje konden vinden, op de vloeren van de stations lokalen, een aantal zelfs in een den vorigen dag ontruimde stal dei' Poolsche Cavalerie. Noch de Duitsche, noch de Poolsche auto riteiten wilden voor hen zorgen. Dat moest het Joodsche Comité in Warschau maar doen. Dit geschiedde. En thans? De hoop, die de eerste twee weken nog wel eens opvlamde bij het gerucht, dat zij toch visa kregen of anders toch tenminste Polen zouden worden binnengelaten, is ver dwenen. Doelloos sleept zich hun leven voort, van dag tot dag, in wachten. Waarop EENIGE VERZACHTING HER ANTI-JOODSCHE MAAT- REGELEN IN DUITSCHLAND? Plan rler ghettovorming zou poen doorgang vinden. OOK ZOU ER EENIGE PLAATS KOMEN VOOR JOODSCHE WERKKRACHTEN. In gezaghebbende Duitsche kringen verneemt men, dat in de toepassing van de onlangs tegen de Joden uitgevaardigde decreten eenige verzachting zal worden gebracht, aldus een Havasbericht. In de eerste plaats zegt men, dat geen plan nen bestaan voor een speciaal kenteeken voor de Joden. Er zal order worden gegeven, dat het door de Bexdijnsche politie genomen besluit, waarbij Joden de toegang tot zekere straten en wijken verboden wordt, niet tot andere steden zal worden uitgebreid. Men gelooft, dat de maat regelen van den hoofdcommissaris van politie te Berlijn niet verscherpt zullen worden. Joden, die villa's of groote woningen bezitten, zullen andere Joden, wien de woningen door de huis eigenaars zijn opgezegd, mogen opnemen. Dat zou beteekenen, dat men in beginsel min of meer van de gedachte van ghettovorming zou afzien. Duitsche winkeliers zullen hun waren aan Joden mogen vex'koopen, omdat een Joodsche winkel na 1 Januari niet meer zal kunnen bestaan. Met uitzondering van zekere etablissementen zullen Joden weer toegang tot hotels, restaurants en koffiehuizen hebben; verder zou men overwegen of het mogelijk is Joden, die dat wenschen, te laten werken in zekere ondernemingen. Niettemin gelooft men, dat over vijf jaar alle Joden Duitschland zullen hebben verlaten. j-WERK IN ÜjTVOERlNC wat dat wil zeqqen? 't Is géén bevel, maar een beroep op üw medewerking om de men schen, die daar ook voor u aan den weg werken, niet noode- loos in gevaar te brengen! Boven dien bevordert u zoodoende een vlotteren wegenbouw. Dus... bij het zien van dat bord: TRAP NIET OP HET GAS. MAAR OP DE REM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9