Meerderheid voor Daladier
in de Fransche Kamer.
Menschenleed in Niemandsland
DUIZENDEN JODEN LEVEN
Premier over de houding der regeering
op 30 November.
Italiaansche belangen
Achthonderd menschen
„bewonen een fabriek
l&eet
ZATERDAG 10 DECEMBER 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
Bij de stemming over een motie van
vertrouwen in de Fransche Kamer is
Daladier in den afgeloopen nacht in
de meerderheid gebleven.
Vóór de regeering stemden 315 afge
vaardigden, tegen 241, terwijl 53 zich
van stemming onthielden.
De nieuwe meerderheid omvat be
halve drie kwart van de radicalen,
eenige leden van de Union Socialiste
et Republicaine en enkele links-onaf-
hankelijken, fracties, die deel uitmaak
ten van het volksfront, en de leden van
alle groepen, die tot dusver tot de min
derheid behoorden.
Tegen stemden 73 communisten, 156
socialisten, 4 links-onafhankelijken, 5
leden van de Union Socialiste et Repu
blicaine en 3 radicaal-socialisten.
Van stemming onthielden zich 53 af
gevaardigden, t.w. 29 radicaal-socialis
ten, 18 leden van de Union Socialiste
et Republicaine en 6 links-onafhan
kelijken.
Aan de door Daladier gehouden rede ontlee-
tien wij het volgende:
„Op dit oogenblik is brutale openhartigheid
meer waard dan alle huichelarij. Ik geloof, dat
vandaag beslist moet worden, of ik omverge
worpen moet worden of mijn arbeid zal kunnen
voortzetten. Ik ben de gevangene van geen
enkele partij en geen enkele persoon. De alge-
meene staking was een staking met politiek ka
rakter als protest tegen de buitenlandsche
politiek der regeering."
„Reeds op 23 November", aldus Daladier,
„heeft de secretaris der Parijsche vakvereeni-
gingen gezegd, dat met de regeering moest wor
den afgerekend en dat men zelfs de C. G. T.
moest vragen, indien de eerste actie niet doel
treffend zou zijn, een staking af te kondigen
met als doel de vestiging van een regeering der
vakvereenigingen." Thorez interrumpeerde hier
den premier om te zeggen, dat deze het had over
een document, van de politie afkomstig, dat
slechts als een provocatie kon woi-den be
schouwd. Daladier antwoordde: „Als dat zoo is,
hebt gij veel provocateurs in uw rijen."
Toen de linkerzijde protesteerde tegen de me
thode, toegepast bij de ontruiming van bezette
fabrieken, zeide Daladier: „In een democrate
moet het wet gehandhaafd worden. Ik was het,
die bevel gaf tot het gebruik van traangas. Ik
wilde geen buitenlandsche staatslieden ont
vangen, die met ironie of medelijden tot mij
gesproken zouden hebben. De 30ste November
is een overwinning van het Fransche volk ge
weest."
Daladier zeide zich te hebben verheugd over
de voldoening, waarmede de democratische pers
in het buitenland melding maakte van het mis
lukken der algemeene staking. Ook de Duit-
sche pers, aldus de minister, verklaarde zich
voldaan, maar gelooft ge, dat zij teleurgesteld
zou zijn geweest, als uw beweging geslaagd was?
De regeering is bereid de mantel der vergetel
heid over de afdwalingen te werpen, doch zij
wil de drijvers vervolgen.
Daladier oefende vervolgens critiek
op het communistische standpunt be
treffende de buitenlandsche politiek.
„Ik kan", aldus zeide hij, „niet toestaan,
dat men spreekt van een politiek van
capitulatie, maar ik stel er prijs op te
verklaren, dat de politiek der commu
nisten tot oorlog leidt. Ik wil vrede met
Duitschland. Alle oudstrijders willen
vrede met Duitschland (applaus).
Dit alles is geen kwestie van redevoeringen
of betoogingen, maar van arbeid. Als het land
stex-k is, kan het verhinderen, dat men zijn ge
bied aantast. Er is geen buitenlandsche vrede
zonder binnenlandschen vrede. Om de republi-
keinsche oi-de te handhaven zal ik voortzetten,
wat ik heb aangevat, zonder mij door iemand te
laten beïnvloeden. Ik wil trouw blijven aan
mijn partij en aan de democratie."
Tenslotte riep de minister-president de Fran-
schen tot broederlijke samenwerking op. Zijn
rede werd luide toegejuicht. Na een korte on
derbreking van de vergadering nam de socialist
Serol het woord.
Serol zeide o.a., dat het niet voldoende is de
arbeiders te mobiliseeren, ook het kapitaal moet
gemobiliseerd worden. Verder verklaarde spre
ker zich er over te verwonderen dat minister
president Daladier een nieuwe meerderheid wil
zoeken. Spreker vervolgde, dat men de staking
van 30 November niet het karakter kan aan
wrijven, dat de regeering zou willen. Hij achtte
de requisitie onwettig en hij critiseerde de de
creten.
Tenslotte vroeg hij Daladier, met welke meer
derheid deze dacht te regeeren en herinnex-de hij
er aan, dat de radicaal-socalistische partij op het
congres met groote meerderheid heeft verklaard
samenwerking met de arbeidersklasse te wen-
schen.
De socialisten juichten Serol toe en riepen
„Heyriot, Harriot".
Vervolgens las de voorzitter van de Kamer de
dagorders voor en werd de zitting geschorst tot
tien uur in den avond.
De voorzitter van de x-adicaal-socialistische
fractie, Chichery had in overleg met Daladier
een dagorder ingediend, waarbij de Kamer over
gaat tot de orde van den dag. Een tweede motie
was ingediend door Blum, Serol en Auriol. Hier
in wordt gezegd, dat de Kamer, trouw aan de
uitgesproken wil van het volk iedere toevoeging
van de hand wijst en overgaat tot de orde van
den dag.
Chichery zeide in zijn rede, dat de gebeur
tenissen in het buitenland, de betoogingen in
het parlement te Rome het tot een plicht der
regeering maakten, de orde in het land te hand
haven. Stabiliteit der regeering is onontbeerlijk.
Door haar vertrouwen in de regeering uit te
spreken zal de Kamer tot den nationalen her-
stelarbeid bijdragen.
Vervolgens pleitte Blum voor de socialistische
motie. Hij werd echter voortdurend onderbro
ken .waarop de voorzitter dreigde, de vergade
ring te schorsen.
Blum wees op den nieuwen band, die twee en
een half jaar lang radicalen en socialisten in de
meerdei-heid vereenigd heeft. Wij waren, zeide
hij, loyale medewerkers. De breuk is niet van
ons uitgegaan.
Blum critiseerde de wetsdecreten en protes
teerde tegen de wijzigingen in de wet op de 40-
urige werkweek.
Toen het daarop opnieuw interrupties
van het centrum en rechtsch regende,
maakten volgens het verslag van
Havas vex'scheidene socialistische af
gevaardigden aanstalten het centrum te
lijf te gaan. De vergadering werd daar
om voor tien minuten onderbroken.
1 Na Blum sprak de communist Renaud, die
Daladier verweet den middenstand en de boeren
op te zetten tegen de arbeidersklasse.
Nog enkele sprekers voerden het woord,
waarop Daladier zeide, dat hij aan de
motie de kwestie van vertrouwen ver
bond.
Vervolgens werd tot stemming overgegaan met
het reeds vermelde resultaat.
De vergadering werd om 2.25 uur vannacht
opgeheven. De volgende bijeenkomst is bepaald
op Dinsdagochtend 10 uur.
Giornala d'Italia:
concentreeren zich op
Tunis, Suez en Dzjiboeti.
Verdrag van 1935
bestaat noch juridisch,
noch practisch meer.
In een hoofdartikel schrijft „Giornale
d'Italia", dat het Fransch-Italiaansche
verdrag van 7 Januari 1935 de proble
men tusschen beide landen geenszins
definitief heeft geregeld, zooals de
Fransche pers beweert.
ITALIAANSCHE BETOOGINGEN VOOR TUNIS
Het blad vervolgt: „Dit verdrag, dat door Mus
solini werd geteekend om een einde maken aan
de lange periode van Fransche vijandigheid en
Fx-ansch wanbegx'ip tegenover Italië en om de
betrekkingen te plaatsen op den grondslag van
eerbiediging van beidex-zijdsche belangen, be
staat niet meer, juridisch noch practisch. Frank
rijk zelf heeft het geannuleerd. Het verdrag
voorzag in onderhandelingen over een conven
tie, waarbij de kwestie-Tunis geregeld zou wor
den. Deze besprekingen zijn echter nooit aan
geknoopt, zoodat de kwestie-Tunis nog open is.
Het verdrag bepaalde verder dat het in wex-king
zou treden op den dag van uitwisseling der ra-
tificatie-öorkonden, doch zoover is het nooit ge
komen".
De „Giornale" besluit, dat beide lan
den alles opnieuw moeten bezien en dat
de Italiaansche belangen in hoofdzaak
betrekking hebben op Tunis, Suez en
Dzjiboeti.
De betoogingen.
In geheel Italië zijn gisteren door studenten
en door de bevolking nog tegenbetoogingen
gehouden tegen de „Fransche anti-Italiaansche
betoogingen". De laatste betoogingen zijn te
Trente, Milaan, Gorizia en Pescara gehouden.
Ook in Syracuse, Foggia, Littorio, Zara,
Sienne, Ravenna, Campo Basso en Crotone zijn
betoogingen gehouden.
Anderzijds hebben ook op Corsica betoogin
gen plaats gehad. Zoo heeft een honderdtal stu
denten voor het Italiaansche consulaat te Bastia
betoogd. Met steenen hebben zij de ruiten inge
worpen. Politie en gendarmerie, verspeidden de
betoogers. Het consulaat wordt thans bewaakt.
Naar Havas uit Tunis meldt bevinden van de
personen, die tijdens de groote betoogingen te
Tunis in hechtenis zijn genomen, zich nog zes in
ax-rest, onder wie twee leden van het personeel
van het Italiaansche consulaat en Ubaldo Rey,
voorzitter van de vereeniging „Dopo Lavoro"
te Tunis. Zij zouden worden beschuldigd van
aanzetting tot rassenhaat, uitdagingen, opstan
dige uitlatingen en beleediging van Franrlcijk.
Uit Sousse wordt gemeld, dat de betoogingen
tegen de Italiaansche eischen daar voortduren.
Het consulaat ontvangt van alle zijden aanhan-
kelijksheidsbetuigingen.
Vijf dooden bij vliegongeluk in
Frankrijk.
Militair toestel neergestort.
Vrijdagmiddag is een vliegtuig van
het militaire vliegtex*rein te Nancy bij
de hoeve Sainte Cathérine verongelukt
en in brand geraakt. De vijf leden der
bemanning zijn allen om het leven ge
komen.
Gailus gouverneur van Memeiland.
Gematigde figuur uit de Memellandsche
politiek.
Victor Gailus, een invloedrijk Memeilander,
is, naar Reuter meldt, tot gouverneur van het
Memelgebied benoemd. Men hoopt, dat Gailus,
die als gematigd bekend staat, het vertrou
wen van de Duitschers in het Memelgebied
zal genieten
Belgische kabinel blijft aan.
Bevestiging van Spaak.
Na een vergadering van den Belgi
schen ministerraad heeft minister-presi
dent Spaak gisteravond bevestigd, dat
de regeering aan het bewind blijft.
„De regeering", zoo zeide hij, „heeft als steun
het vertrouwen van Z.M. den Koning, van de
Kamers en van het volk. Wie durft onder deze
omstandigheden zeggen, dat zij door aan de
macht te blijven niet democratisch zou hande
len? Er moeten nog moeilijkheden uit den weg
worden geruimd. De taak van de regeering is
den weg te effenen. De liberale partij zal in een
gewijzigde regeering de plaats innemen, welke
haar toekomt.
Verder is het dwaas te beweren, dat geen
overeenkomst tot stand zal kunnen komen tus
schen de partijen der meerderheid inzake de
Spaansche politiek, terwijl deze overeenkomst
wel tot stand kon komen ten aanzien van de
andere punten van het programma".
Poolsche Oekraïners eisclien
autonomie.
Nieuwe bewind zou deel moeten uitmaken van
de centrale regeering.
Havas meldt uit Warschau: De
Oekraïnsche afgevaardigden en ver
tegenwoordigers van de bevolking van
Wolhynië hebben in den Poolschen
Landdag een sensationeele motie in
gediend, waarin zij voor de door de
Oekraïners bewoonde gebieden auto
nomie eischen.
De bevolking dezer gebieden telt ongeveer
7 millioen zielen. De motie bevat een ontwerp-
grondwet voor de betreffende gebieden en o.a.
de instelling van een autonome regeering en
Landdag.
Het hoofd dezer regeering en de voornaam
ste ministers zouden deel moeten uitmaken
van de centrale regeering te Warschau.
De voorzitter van den Landdag heeft de be
handeling van het wetsontwerp tot :de eerst
volgende vergadering uitgesteld.
Ds. Niemöller zal niet meer
kunnen prediken.
Kerkelijke organisaties mogen de familie van
den predikant niet steunen.
BERLIJN. 10 December. Uit betrouwbare
bronnen wordt vernomen, dat het ministerie van
kerkelijke zaken ds. Niemöller spoedig zijn be
voegdheid als dominee van de Evangelische
Kerk zal ontnemen. Daar Niemöller in zijn ambt
geschorst is trekt hij geen salaris meer, zoodat
dit besluit voor het oogenblik geen direct verlies
voor hem beteelcent. Wel zal zijn familie de pas-
tox-ie, waarin zij thans woont, moeten verlaten.
Bovendien zal het den organisaties van predi
kanten vex-boden zijn de familie van Niemöller
te helpen. Men verwacht, dat spoedig de nieuwe
Evangelische Synode gereed zal zijn om de oude
synode te vervangen, die dan zal worden ont
bonden als gevolg van het kerkelijke conflict.
De nieuwe synode die waarschijnlijk zal harmo-
nieeren met de „Duitsche Christelijke" politiek
van Kerrl's ministerie van kerkelijke zaken zal
ongetwijfeld de order, waarbij Niemöller uit de
kerk verbannen wordt bevestigen.
(United Press.)
Horloges daalden neer.
Geslaagde proefxxeming van Zwitsersche
fabriek.
BERN, 9 December. (AN.P.) Een Zwit
sersche horlogefabriek heeft dezer dagen be
langwekkende proeven genomen.
Om het weerstandsvermogen van armband
horloges te onderzoeken, liet zij door vliegers
van verschillende hoogten dergelijke horloges
omlaag gooien. De horloges bereikten de
aarde met een eindsnelheid van ongeveer 18
M. per seconde, doch bleven loopen alsof
er niets gebeurd was. Slechts van een hor
loge, dat vair een hoogte van 300 M. op een
cementen vloer viel, waren de wijzers ge
broken, terwijl het uurwerk normaal door
liep. Het geheim hiervan ligt ln een zeer
kleinen schokbreker, die de gevoelige assen
van de kleine radertjes van het uurwerk be
schermt.
Hooger beroep in Amerikaansclie
spionnagezaak.
NEW YORK 9 December (Havas/A. N. P.)
De drie Duitsche spionnen, die onlangs door het
federale hof te New York veroordeeld zijn,
zijn in hooger beroep gegaan. De verdedigers
zijn van meening, dat een formeele fout is ge
maakt, en dat o.a. een der gezworenen niet in
de jury zitting had mogen hebben.
(Is reeds in een deel eener vorige oplaag
opgenomen.)
Kogel bij La Guardia bezorgd.
Waarschuwing voor zijn anti-Duitsche
houding.
NEW YORK, 9 December (Havas-A.N.P.)
La Guardia, de burgemeester van New York
heeft gisteravond verklaard, dat hij Woens
dag een roode kartonnen doos heeft ontvan
gen, die den 7en December op Long Island
was gepost en die een revolverkogel bevatte,
alsmede 'n met een hakenkruis onderteekend
briefje met de wco-den: „Dit zult ge ont
vangen, als gij doorgaat met uw aanvallen op
de Duitsche Nazipartij.
La Guardia heeft het briefje en den kogel
onmiddellijk aan de politie overhandigd voor
het instellen van een onderzoek.
Een tweede dreigbrief.
Vrijdagmorgen is voor de deur van de werk
kamer van burgemeester La Guardia opnieuw
een dreigbrief gevonden, waarin de dood van
den burgemeester werd aangekondigd ingeval
hij zijn aanvallen tegen het nationaal-socia-
listische regime zou voortzetten.
Van La Guardia is bekend, dat hij weinig
aandacht schenkt aan alle tegen hem gerichte
bedreigingen, aldus Havas. want hij heeft vaak
dergelijke brieven ontvangen. Dezen keer
echter hebben de autoriteiten op zich geno
men hem te beschermen of hij dat wil of niet
De politie heeft daarom voorzorgsmaatregelen
genomen.
in miserabele omstandigheden
aan de Poolsch—Duitsche grens
De speciale correspondent van United
Press C. Hottelet schrijft uit Zbaszyn aan de
Poolsch-Duitsche grens:
Vijf duizend en zevenhonderd inwo
ners telde Zbaszyn, kort geleden. En
plotseling, van één dag op den
andere, twaalfduizend. Een arm, klein
stadje, dat plotseling overstroomd
werd door bijna tienduizend verdreve
nen, waarvan er thans nog ruim zes
duizend over zijn. een stadje, waarvan
het aanzien geheel veranderd is en
waar thans het stadsbeeld gedomi
neerd wordt door drommen van ver
armde zwervelingen en gewapende
wachters, de bajonet op het geweer.
Op 28 en 29 October heeft de Gestapo deze
ongelukkigen zonder voim van proces opge
pakt in de groote Duitsche steden, ze in goe
derentreinen geladen en naar de grens ge
bracht. En over deze grens zijn zij toen heen-
gejaagd, het „moederland" in.
Velen van hen hadden hun .moederland"
nimmer gezien, spraken geen woord van hun
„moedertaal". Thans legeren zij, op elkaar
gepakt, in Zbaszyn. Zij kunnen niet terug
naar Duitschland om him zaken te regelen of
te liquideeren. En evenmin kunnen zij Polen
in. Slechts hier, aan den rand van het land,
theoretisch in Polen, in werkelijkheid weinig
meer dan verbannen en onder hemelschreien
de omstandigheden.
De stad is klein, voor zesduizend menschen
zéér klem. En daarbuiten mogen zij niet. Men
kan zich niet beklagen over de houding der
politiedienaren. Zij zijn beleefd, vriendelijk
zelfs, doch zij hebben hun instructies en hou
den zich eraan. De bajonet op het geweer, en
onverbiddelijk..
In verlaten huizen wonen zij, pak
huizen, een vroegere danszaal, waar
de guirlandes nog van het plafond
hangen, en in oude en bouwvallige
„heerenhuizen", nauwelijks meer be
woonbaar. Ik heb gezien in welk een
vervuiling deze ongelukkigen leefden,
achthonderd bijeen, in een half afge
bouwde fabriek.
Achthonderd menschen, grootendeel mid
denstanders die winkeliers geweest waren,
wonen daar, tweehonderd op iedere verdie
ping. Zij hebben hun „bedden", versleten, ge
scheurde stroozakken, op den kalen, vuilen
grond. Lakens zijn er niet. meestal ook geen
dekens en zij slapen in hun kleeren
Toen ik daar kwam, heerschte er juist groote
vreugde: er was een kachel! Een klein kachel
tje. nutteloos vrijwel om deze enorme ruimte
te verwarmen, waar een gloeiend rood fornuis
nauwelijk wat hitte zou verspreiden.
In al die baiakken was 't hetzelfde, ellende,
vuil, en wanhoop in het vooruitzicht, hier in
den whiter te moeten verblijven.
Slechts de kinderen jonger dan veertien
jaar hebben het wat beter. Die zijn onderge
bracht in het oude sportstadion, en hebben
tenminste lakens en dekens.
Duitsche pers komt Italië te hulp.
BERLIJN, 9 December (D.N.B.-A.N.P.)
Eenige Duitsche ochtendbladen bespreken de
omstandigheid, dat de kreten in de Italiaan
sche Kamer „groote opwinding in de demo
cratische wereldpers" hebben veroorzaakt.
Het „Berliner Tageblatt" herinnert eraan
dat de kwestie Tunis niet pas gisteren op het
tapijt is gebracht, doch reeds bestaat sinds
den tijd, dat vóór ruim honderd jaren de
eerste Italiaansche scholen in Tunis werden
opgericht.
Het blad wijst er op, dat de Italianen
m Tunis sterker in aantal zijn dan de Fran-
schen en schrijft vervolgens:
Het past ons niet conclusies te trekken uit
deze aan de geheele wereld bekende feiten.
Wij verbazen ons echter, dat de vermelding
van deze kwestie geweldige betoogingen bij
de mogendheden der „vrije meeningsuiting"
verwekt, op hetzelfde oogenblik, dat men in
het Engelsche parlement met het recht van
dezelfde „vrije meeningsuiting" het mandaats
karakter der vroegere Duitsche koloniën be
twist, elke bespreking der koloniale kwestie
van de hand wijst en het kenmerk der man
daten van begin tot eind tracht te ver-
valschen. Dat is een der voorbeelden, welke
in Duitschland wel geen betoogingen verwek
ken, zooals de Italiaansche kreten in Frank
rijk gedaan hebben, doch welke niet zonder
inneriijke verbittering voor kennisgeving zijn
aanvaard.
Nog betrekkelijk onlangs heeft de wereld
uit den mond van een Engelschen minister
president de verklaring vernomen, dat Enge
land's grens aan den Rijn ligt Het Duitsche
volk heeft zich ook daardoor niet tot be
toogingen laten verleiden hoewel de vraag ge
steld kan worden, wat Engeland dan aan den
Rijn verloren heeft, welke Engelsche belan
gen daar op het spel gezet zijn. Wij hebben
toen gezwegen. Thans maken de Engelschen
zich echter cok druk over de kreten in de
Italiaansche kamer, hoewel zij de oude kwes
ties, welke met de kreten „Tunis, Corsica.
Nizza" worden opgerakeld wel degelijk ken
nen. Het komt er dus op neer, dat men zich
ginds altijd het recht verschaft, zich te be
moeien met de aangelegenheden van ande
ren.
„Nauwelijks Franschen
op Corsica".
De ..Völkischer Beobachter" constateert:
De Italianen hebben nooit verheeld, dat zij
het verlies van Tunis niet kunnen verkrop
pen en dat zij de Corsicanen voor landge-
nooten houden. Een feit is, dat op Corsica
nauwelijks Franschen wonen en dat de Ita
lianen eerder en in grooter aantal in Tunis
zijn geïmmigreerd dan zij die thans dit
Noord-Afrikaansche vorstendom beschermen.
Wij vermelden deze dingen slechts om het on
zuivere karakter van het lawaai om Tunis te
kenmerken. Tct een inmenging in de Fransch-
Italiaansche aangelegenheid voelen wij ons
niet gerechtigd.
Het Joodsch Centraal Comité moet wat
het kan, om tenminste de meest elementaire
behoeften te vervullen: kleeren meestal
oud en versleten, geschonken door de Joden
in Polen, die zelf arm zijn en voedsel.
De geneeskundige dienst is er al niet veel
beter aan toe. Overal zijn hospitalen inge
richt, waar Poolsche medici en verpleegsters
vrijwilligen dienst doen. Doch ook hier zijn
de toestanden vreeselijk en nijpend is het ge_
brek aan hulpmiddelen. Het is onmogelijk, er
gens te voldoen aan de eischen van medische
behandeling en het is een geluk, dat de
Poolsche overheid altans voor ernstige patiën
ten vergunning voor vervoer naar het bin
nenland gegeven heeft. Ook zij. die ouder
dan 65 jaar zijn. en een aantal kinderen
mochten het land verder binnen.
De gedwongen werkloosheid, het volkomen
ontbreken van ieder uitzicht op verbetering en
de uiterste ontbering, hebben een ernstigen
fatalen invloed. Zij, die nog een paar zloty
hebben, komen veelal 's avonds bijeen in het
dorpscafé en trachten er hun ellende te ver
geten door het zingen van Poolsche en Jiddi
sche liederen.
De omstandigheden, waaronder deze uit-
geworpenen leven, kan men slechts begrijpen,
indien men weet, welk een chaos er heerschte
bij him komst. Ik heb met velen gesproken.
Zij hebben mij verteld, hoe zij te voet ge
komen zijn. Duitsche vrachtauto's hadden
hen naar de grens gebracht en afgezet. Pool
sche grenswachten hielden hen aan, weiger
den hen door te laten. Zij werden terugge
zonden, weer verjaagd, keer op keer, tot zij,
tenslotte, in den kouden nacht de stad binnen
mochten trekken.
Anderen kwamen per trein. Vier en twintig
uur hebben zij in de treinen gewacht aan het
station, slapend waar zij maar een plaatsje
konden vinden, op de vloeren van de stations
lokalen, een aantal zelfs in een den vorigen
dag ontruimde stal dei' Poolsche Cavalerie.
Noch de Duitsche, noch de Poolsche auto
riteiten wilden voor hen zorgen. Dat moest
het Joodsche Comité in Warschau maar doen.
Dit geschiedde.
En thans? De hoop, die de eerste twee weken
nog wel eens opvlamde bij het gerucht, dat zij
toch visa kregen of anders toch tenminste
Polen zouden worden binnengelaten, is ver
dwenen. Doelloos sleept zich hun leven voort,
van dag tot dag, in wachten. Waarop
EENIGE VERZACHTING HER
ANTI-JOODSCHE MAAT-
REGELEN IN DUITSCHLAND?
Plan rler ghettovorming zou poen
doorgang vinden.
OOK ZOU ER EENIGE PLAATS KOMEN
VOOR JOODSCHE WERKKRACHTEN.
In gezaghebbende Duitsche kringen
verneemt men, dat in de toepassing van de
onlangs tegen de Joden uitgevaardigde
decreten eenige verzachting zal worden
gebracht, aldus een Havasbericht.
In de eerste plaats zegt men, dat geen plan
nen bestaan voor een speciaal kenteeken voor
de Joden. Er zal order worden gegeven, dat het
door de Bexdijnsche politie genomen besluit,
waarbij Joden de toegang tot zekere straten en
wijken verboden wordt, niet tot andere steden
zal worden uitgebreid. Men gelooft, dat de maat
regelen van den hoofdcommissaris van politie
te Berlijn niet verscherpt zullen worden. Joden,
die villa's of groote woningen bezitten, zullen
andere Joden, wien de woningen door de huis
eigenaars zijn opgezegd, mogen opnemen. Dat
zou beteekenen, dat men in beginsel min of meer
van de gedachte van ghettovorming zou afzien.
Duitsche winkeliers zullen hun waren aan Joden
mogen vex'koopen, omdat een Joodsche winkel
na 1 Januari niet meer zal kunnen bestaan. Met
uitzondering van zekere etablissementen zullen
Joden weer toegang tot hotels, restaurants en
koffiehuizen hebben; verder zou men overwegen
of het mogelijk is Joden, die dat wenschen, te
laten werken in zekere ondernemingen.
Niettemin gelooft men, dat over vijf jaar alle
Joden Duitschland zullen hebben verlaten.
j-WERK IN ÜjTVOERlNC
wat dat wil zeqqen?
't Is géén bevel, maar een beroep
op üw medewerking om de men
schen, die daar ook voor u
aan den weg werken, niet noode-
loos in gevaar te brengen! Boven
dien bevordert u zoodoende een
vlotteren wegenbouw. Dus... bij
het zien van dat bord:
TRAP NIET OP HET GAS. MAAR OP DE REM