Zwitserland en de Joodsche vluchtelingen.
LIËEIFILSiINKS
Geen onmiddellijke emigratie van 10.000
Joodsche kinderen naar Palestina.
RADII).
PROGRAMMA
DONDERDAG 15 DECEMBER 1938
H'A'AREEM'S DXGBEXD
6
Minder sterke beroering in Zwitser
land dan bij ons. - Een interpellatie
in de Kamer en het antwoord van
president Baumann. - De eisch van
een pas-visum voor Duitsche Joden.
GENèVE, 12 December 1938.
(Van onzen correspondent).
DE diep-menschelijke ontroering, die de
jongste Joden-vervolgingen in Duitsch-
land bij het Nedeiiandsche volk hebben
verwekt, was in de. afgeloopen maand niet in
dezelfde mate bij dë Zwitsers aan te treffen, is
hier althans zeker niet met dezelfde duidelijk
heid voor den dag getreden. Stellig waren ook
de Zwitsers in him rechts- en menschelijk-
heidsgevoel door de Duitsche anti-Joodsche
maatregelen van 12 November en volgende da
gen pijnlijk getroffen. Maar het Zwitsersche
volk bleef toch meer de gelaten toeschouwer bij
betreurde en afgekeurde gebeurtenissen, zonder
dat een warme aandrang tot het uiten van zijn
verontwaardiging en tot het bieden van hulp
aan de slachtoffers van het onrecht bij de Zwit
sers opkwam.
Vermoedelijk zullen verschillende factoren
deze verschillende houding veroorzaakt heb
ben. De Zwitsers zijn over het algemeen meer
gesloten en terughoudend in hun uitingen dan
wij zelf. Zij hebben op het oogenblik, vooral in
Duitsch-Zwitserland, ook grootere bezorgdheid
over de algemeene toekomstige ontwikkeling
der betrekkingen tusschen hun land en Duitsch-
land. Deze eigen zorgen zullen wellicht hun
deernis met het lot van anderen hebben ge
drukt. Bovendien wonen er in Zwitserland, ook
naar verhouding tot het algemeene bevolkings
aantal, veel minder Joden dan in Nederland. En
eindelijk schijnt de aandrang van Duitsche Jo
den bij de Zwitsersche grenzen ditmaal heel
wat zwakker te zijn geweest dan langs onze
Oostelijke grens.
Ondanks de geringere beroering, die de
Duitsche Jodenvervolgingen bij het Zwitsersche
volk verwekt hebben, zooals ook duidelijk uit
de geringere plaatsruimte bleek die de Zwit
sersche dagbladen aan deze voorvallen wijdden,
is de Zwitsersche regeering echter toch ook
niet aan een interpellatie in de Kamer ovei
haar politiek jegens het vluchtelingenvraag
stuk ontkomen.
Enkele dagen na de interpellatie-Albarda
over de houding van onze regeering in de Twee
de Kamer, volgde te Bern een interpellatie van
een vrij-democratisch en van een sociaal
democratisch Kamerlid tot den Zwitserschen
minister van justitie en politie Baumann, die
tevens voor het jaar 1938 president van Zwit
serland is.
Kenteekenend voor de veel gelatener stem
ming in Zwitserland is, dat de beide interpel-
lanten zich van een krachtigen aandrang de
Zwitsersche grenzen wijder voor de Joodsche
vluchtelingen uit Duitscchland open t,e zetten
onthouden hebben. Zij verzochten de regeering
slechts om een heldere uiteenzetting van haar
standpunt, terwijl verder van sociaal-democra
tische zijde uitsluitend bezwaar werd gemaakt
tegen den in October ingevoerden eisch van
een Zwitsersch pas-visum voor Duitsche Joden,
waardoor de Zwitsersche regeering een rassen
onderscheid gemaakt had, dat bedenkelijk op
anti-semietisme geleek. Een pleidooi om onder
de tegenwoordige omstandigheden de Zwitser
sche grenzen wijder voor Duitsche Joden te
openen, was in de redevoering van den socia-
listischen interpellant Müller niet aan te
treffen.
Het antwoord van president Baumann was
voor de Duitsche Joden, voor zooverre zij Zwit
serland nog als het land hunner redding moch
ten beschouwen, weinig bemoedigend.
President Baumann verklaarde, dat hij on
danks den nieuwen aandrang aan de grenzen
gemeend had de bestaande regelen inzake de
toelating van vluchtelingen in Zwitserland on
verzwakt te moeten handhaven. Sinds de aan
sluiting van Oostenrijk bij Duitschland was de
verplichting van een Zwitsersch pas-visum voor
de vluchtelingen ingevoerd. Aanvankelijk gold
die verplichting voor alle Oostenrijkers zonder
onderscheid. Sinds October wordt een pas-visum
uitsluitend nog geëischt met betrekking tot
Duitsche Joden. De regeering heeft in dit op
zicht aan de Zwitsersche consulaten de opdracht
verstrekt aan hen, die als vluchtelingen naar
Zwitserland zouden willen komen, alleen dan
het visum te verleenen, indien voldoende waar
borgen bestaan, dat zij spoedig naar een ander
land, waar zij duurzaam zullen verblijven kun
nen, zullen kunnen verder reizen. Bovendien
moet de vluchteling gedurende den korten
wachttijd in Zwitserland óf voor zijn eigen on
derhoud kunnen zorgen óf bij familie kunnen
wonen. Indien aan deze voorwaarden niet wordt
voldaan, mag aan Duitsche Joden, die als vluch
telingen naar Zwitserland willen komen, het
pas-visum niet worden verstrekt. Natuurlijk zal
de Zwitsersche consul in ieder geval streng moe
ten nagaan, of iemand, die een pas-visum ver
zoekt. al dan niet als vluchteling te beschouwen
is. Van deze voorschriften wil de Zwitsersche
regeering ook onder de tegenwoordige omstan
digheden niet afwijken. Slechts in twee opzich
ten is zij tot eenige verzachting bereid. In de
eerste plaats zal de Zwitsersche consul tegen
over ouden van dagen iets vrijgeviger met het
visum mogen zijn. En in de tweede plaats heeft
de Zwitsersche regeering goed gevonden, dat
een aantal in nood verkeerende kinderen uit de
Duitsche grensgebieden naar Zwitserland ko
men, waar de Zwitsersche vereeniging voor de
hulp aan kinderen van emigranten voor hen
zorgen zal. Het aantal toe te laten kinderen zal
«chter niet hooger dan slechts 300 mogen zijn!
Twaalfduizencl vluchtelingen.
PRESIDENT BAUMANN wees ter
toelichting van deze houding der
regeering er op, dat zich op het oogen
blik reeds 12.000 Duitsche (en Oosten-
rijksche) vluchtelingen in Zwitserland
bevinden.
Ongeveer 2500 van dezen zijn in Juli en
Augustus zonder pas of andere papieren over de
Zwitsersche grens gekomen, op plaatsen waar
het toezicht der grensbewaking heel moeilijk is.
De regeering heeft goed gevonden, dat deze ge
heel onbevoegd in Zwitserlland aangekomen
vluchtelingen niet naar Duitschland werden te
ruggezonden. doch in Zwitserland blijven mo
gen, totdat de Zwitsersche Joodsche organisaties
een land van duurzame immigratie voor hen ge
vonden hebben. De Jodsche organisaties zorgen
thans voor hun onderhoud, dat ongevepr 250.000
Zwitsersche franken maandelijks vordert. Zoo
dra het aan de Londensche regeeringscommissie
voor de vluchtelingen (de voortzetting van de
Conferentie van Evian) of aan den Hoogen Com
missaris van den Volkenbond gelukt zal zijn een
deel der in Zwitserland vertoevende vluchtelin
gen naar een ander gebied te doen verhuizen,
zal de Zwitsersche grens weder iets wijder voor
vluchtelingen worden opengezet. In afwachting
van dit oogenblik moeten echter de geldende
regelen strikt worden gehandhaafd.
Tenslotte gaf president Baumann nog een ver
klaring, hoe de regeering er toe gekomen was
een pas-visum uitsluitend voor Duitsche Joden
te eischen en dus een rassen-onderscheid te ma
ken. Hij zeide, dat de eisch van een pas-visum
aanvankelijk voor alle bezitters van Oostenrijk-
sche passen, zonder eenig onderscheid, gold.
Toen de Oostenrijksche passen in Augustus ech
ter werden ingetrokken en iedere Oostenrijker
een gewonen Duitschen pas verkreeg, stond de
Zwitsersche regeering, die in geen geval aan alle
Duitschers. vluchtelingen inbegrepen, den vrijen
toegang tot Zwitserland kon toestaan, voor de
moeilijke keuze óf het pas-visum voor alle Duit
schers zonder onderscheid te eischen óf gebruik
te maken van de omstandigheid, dat de pas der
Duitsche Joden door de groote „J", die er op
Duitsch bevel in moet staan, duidelijk van de
andere passen te onderscheiden is en het pas
visum alleen voor de Duitsche Joden te eischen,
waartoe de meeste vluchtelingen behooren.
Hoezeer het de Zwitsersche regeering
ook tegen de borst stuitte aldus onder
scheid tusschen Joden en niet-Joden te
maken, president Baumann moest toch
het tweede kiezen, daar een eisch van
pas-visum voor alle Duitschers te groote
ontstemming in Duitschland zou hebben
gewekt, het vreemdelingenverkeer zou
hebben geschaad en den Duitschen
tegenmaatregel van een pas-visum eisch
voor alle naar Duitschland reizende
Zwitsers zou hebben veroorzaakt.
De Zwitsersche regeering besloot dus tot den
eisch van een pas-visum voor alle Duitsche Jo
den. Doch president Baumann verklaarde met
nadruk, dat het aldus gemaakte onderscheid tus
schen Duitschers. naar gelang zij Arisch of niet-
Arisch zijn, volstrekt niet mag opgevat worden
als een uiting van antipathie jegens de Joden,
als een navolging van buitenlandsche practijken
of als een begin van een anti-semietische poli
tiek hoe dan ook. De maatregel is uitsluitend ge
grond op het feit, dat de meeste vluchtelingen
nu eenmaal Joden zijn en dat Zwitserland, dat
toch reeds een buitengewoon hoog aantal bui
tenlanders onder zijn bevolking telt, niet nog
meer buitenlandsche vluchtelingen kan tot zich
nemen.
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
Hadden de Hongaarsclie Nazis
Putschplannen
Beschuldiging van den Hongaarschen minister
van binnenlandsche zaken in de Kamer.
BOEDAPEST, 15 Dec. (Havas) De nationaal-
socialistische Kamer-afgevaardigden hebben gis
teravond den minister-president en den minis
ter van binnenlandsche zaken geïnterpelleerd
over de „buitengewoon harde politiemaatregelen
tijdens de nationaal-socialistische betoogingen
op 1 December."
De minister van binnenlandsche za
ken zeide in zijn antwoord, dat de nazi's
volgens bepaalde inlichtingen op den
len December het plan hadden gehad,
zich van de macht meester te maken. Zij
waren volgens een gedetailleerd plan te
werk gegaan.
De buitengewoon rumoerige vergadering wekte
den indruk, dat de regeering vastbesloten is, zoo
noodig de krachtigste maatregelen te nemen.
FRANSCHE VAKVEREENIGINGSLEIDERS
UIT OFFICIEELE FUNCTIES ONTSLAGEN.
PARIJS, 14 Dec. (Havas). Het staatsblad
publiceert hedenochtend de besluiten, waarbij
de vertegenwoordigers van den Bond van
Spoorwegarbeiders Jarigion en Semard wor
den ontslagen als lid van den Raad van Be
heer van de Nationale Spoorwegmaatschappij.
IANGE AVONDEN ZIJN WEER OP KOMST
INTIEME zoowel GOEDE VERLICHTING
zullen weer welkom zijn.
als toonaangevende Lampenzaak adviseert
gaarne. Bezoekt onze fraaie showroom
IANGE VEERSTRAAT HAARLEM.
(Adv. Ingez. Med.)
De mechanische mensch van den Zwitser
August Huber kan vooruit- en achteruitloopen,
rooken en vele andere dingen meer. Hier geeft
hij zijn constructeur „een vlammetje".
Nederlaiidsclie kolonisten naar
Chili.
Overdracht van grond vindt nog deze
maand plaats.
SANTIAGO (Chili) 15 Dec. Men
heeft bekend gemaakt, dat in deze
maand de overdracht van de eerste
stukken grond aan Hollandsche en
Chileensche kolonisten zal plaats
vinden.
Deze stukken grond zijn gelegen in de
Reumen-zöne, provincie Valdivia, en de over
dracht zal door de Bank van Landbouwkolo-
nisatie geschieden. Voordien is een uitgebreid
onderzoek ingesteld en zijn de verschillende
fasen van dit vraagstuk bestudeerd, zoowel
door een Nederlandsche commissie als door
de kolonisatie-agenten van de regeering.
Don Oscar Villalobos, directeur van genoem
de bank, die zoo juist zijn inspectiereis door
het Zuden heeft geëindigd, maakte bekend,
dat de stukken grond voor de kolonisatie te
Valdivia gereed zijn om de kolonisten te ont
vangen.
De bank zelf zal een keuze doen uit de Hol
landsche en Chileensche kolonisten.
Het vestigen van Nederlandsche kolonisten
in Chili is het resultaat van een voorstel in
Mei 1938 door een speciaal daarvoor gezonden
delegatie der afdeeling Rotterdam van de
Vereeniging voor emigratie", aan de compe
tente autoriteiten gedaan. Deze delegatie heeft
het geheele Zuidelijke deel van Chili verkend
en bij haar aankomst te Santiago heeft zij
bekend gemaakt, dat de voorwaarden daar
gunstig zijn. Bij die gelegenheid#werd even
eens aangekondigd, dat in Holland ae wensch
bestaat om naar Chili te emigreeren. hetgeen
verband houdt met het hooge bevolkingscijfer
in verband met de oppervlakte van dat land.
De kolonisten uit Nederland moeten bij hun
binnenkomst in Chili voorzien zijn van kapi
taal. Naar het schijnt zullen de Hollandsche
kolonisten zich voornamelijk toeleggen op de
veeteelt, den boschbouw en de fruitcultuur.
(United Press).
Noorsche regeering verbiedt den
invoer van groenten en planten.
Blijkens uit Oslo ontvangen ambtelijke
mededeelingen heeft de Noorsche regeering,
ter voorkoming van de overbrenging van
mond- en klauwzeer uit de landen, waar de
ziekte voorkomt, de invoer verboden van
versche groenten, levende planten en heesters.
Bovendien is voorgeschreven, dat ingevoerde
zaden zeven weken in quarantaine moeten
blijven.
Eden's gesprekken te Washington.
NEW YORK 15 December (Havas). De
correspondent van de „New York Herald Tri
bune" te Washington meent uit goede bron te
weten, dat Eden in zijn gesprekken te Washing
ton met Amerikaansche staatslieden ook de
'kwestie van den oorlog in Spanje heeft aange
roerd.
Men zou Eden te kennen hebben gegeven, dat
Roosevelt's regeering de meening toegedaan is,
dat een overwinning van Franco in strijd zou
zijn met de Amerikaansche belangen.
Eden zou tegenover een hoogen functionaris
verklaard hebben, dat hij hoopte, dat de Brit-
sche regeerinig Franco niet de belligrenten-
rechten zal toekennen.
EEN OUDERWETSCHE NOOT IN EEN MODERNE STAD. Na de eerste
sneeuwbuien kregen de autobussen en trams van New-York gezelschap van de
arrcslede, die zich in deze omgeving best op haar gemak voelt1-
MacDonald vreest nadeeligen invloed op
de besprekingen te Londen.
Ook een Arabisch voorstel van
de hand gewezen.
In het Engelsche Lagerhuis is gisteren de
vraag gesteld of de regeering nog machtiging
gegeven had tot toelating van 10.000 Joodsche
kinderen uit Duitschland in Palestina.
Minister MacDonald antwoordde hierop, dat
van Arabische zijde krachtige aandrang is uit
geoefend om de immigratie volledig stop te zet
ten, hangende de a.s. besprekingen te Londen
over de toekomstige politiek in Palestina, met
inbegrip van het immigratieprobleem.
Voortgaande zeide MacDonald: de Britsche re
geering achtte zich niet in staat aan dezen aan
drang gevolg te geven, aangezien door thans een
wijziging aan te brengen in het bestaande immi
gratietempo, een benadeeling zou vormen van
een der belangrijkste onderwerpen der te Lon
den te voeren besprekingen. De regeering hecht
groot belang aan deze besprekingen.
Om dezelfde reden kan de regeering
het er niet mee eens zijn, dat machti
ging behoort te worden gegeven voor
een onmiddellijke aanvullende immigra
tie van 10.000 jeugdige Joden. Dit be-
teekent niet noodzakelijk dat het ver
zoek blijvend afgewezen wordt.
IH verneem, aldus de minister, dat wanneer
het wenschelijk is, dat deze kinderen uit Duitsch
land vertrekken, zij intusschen in dit land zou
den kunnen worden ontvangen volgens ver
schillende plannen, welke uitgewerkt worden
voor de verzorging van Joodsche kinderen, die
moeten vluchten, wanneer de vluchtelingenor
ganisaties hun onderhoud kunnen waarborgen.
Ik moet hieraan toevoegen, dat een aanzien
lijk aantal jeugdige vluchtelingen uit Duitsch
land op het oogenblik wordt toegelaten, in Pa
lestina, onder de bestaande regelingen. Onder
hen bevinden zich studenten, die naar erkende
opvoedingsinstellingen gaan.
Guyana als nationaal tehuis
der Joden.
In het Hoogerhuis zeide Lord Marley (Labour)
gisteren, dat de Engelsche regeering door tus-
schenkomst van de intergouvernementeele com
missie een internationale leening dient te over
wegen of dat internationaal een uitgifte zal wor
den gegarandeerd van een leening voor het werk
van een kolonisatie op groote schaal.
Hij sprak over de mogelijkheid, dat
Engeland en Frankrijk en ook Neder
land gezamenlijk grond in Guyana zou
den aanbieden, hetgeen enorm zou bij
dragen tot den bouw van een nationaal
tehuis, met het voordeel voor Engeland
dat het eventueel een soort van Britsch
dominion zou worden.
De aartsbisschop van Canterbury, die daarop
het woord voerde, zeide getroffen te zijn ge
weest bij het vernemen, dat thans in Engeland
wekelijks 100.000 pond voor de vluchtelingen
wordt betaald. Indien dat zoo voortgaat zullen
de fondsen spoedig uitgeput zijn. De liberaal
Lord Reay vroeg een verzachting der bepalin
gen inzake de vluchtelingen. Hij zette uiteen, dat
een groot aantal vluchtelingen zeer bedreven zijn
in takken van handel en industrie, die niet in
Engeland bestaan, zooals de Boheemsche glas
industrie en Tsjecho-Slowaaksch aardewerk.
Zij brengen een goeden zakennaam mede, het
geen aanzienlijke voordeelen verschaft aan
Groot-Brittannië.
Lord Samuel (liberaal) verklaarde, dat het
door den aartsbisschop van Canterbury genoem
de bedrag van 100.000 pond insloot het bedrag,
dat in Duitschland, te Weenen en in andere
plaatsen, waar vluchtelingen zijn, wordt uitge
geven. In Groot-Brittannië wordt veel minder
uitgegeven, hoewel de last toch zeer zwaar is.
In zijn antwoord verklaarde Lord Plymouth,
dat men hier te doen heeft met een wereldvraag
stuk, waarbij een internationale krachtsinspan
ning absoluut essentieel is. De resultaten der
werkzaamheden van de intergouvernementeele
commissie zijn niet te miskennen en in het bij
zonder waren bemoedigende antwoorden ont
vangen van een aantal Zuid-Amerikaansche lan
den.
De belangrijkste categorie der vluch
telingen, welke geholpen moeten wor
den, vormen de kinderen, er zullen ten
slotte duizenden kinderen in Groot-Brit
tannië kunnen worden toegelaten. In
Britsch Guyana is weliswaar ongeveer
40.000 vierk. mijlen grond beschikbaar,
doch er is veel boschland,'dat niet ge
schikt is voor deze kolonisatie.
Hulde aan Nederland.
Na hulde te hebben gebracht aan de pogingen
van de Vereenigde Staten en Frankrijk hulp te
bieden, zeide Lord Plymouth:
Ik zou Nederland willen noemen. Ik
geloof, dat het in verhouding tot zijn
grootte en bevolking een even groote
bijdrage heeft geleverd als eenig ander
land om er toe mede te werken uit de
moeilijkheden te komen.
Sprekende over het onlangs opgerichte
Tsjechische instituut voor vluchtelingenverzor
ging, dat de organisatie van de vestiging en
emigratie van vluchtelingen in het buitenland
zal ter hand nemen, zeide Lord Plymouth, dat
meer dan 1200 personen uit Tsjecho Slowakije
vergunning hebben gekregen Groot Brittannië
binnen te komen. De regeering zal met sympa
thie verdere gevallen laten behandelen. Voor
het oogenblik kon Plymouth niets definitiefs
zeggen over de mogelijkheid van een leening.
De particuliere fondsen moeten thans alle kos-,
ten dezer werkzaamheden dragen. De volgende
stap moet zijn de bestudeering van het koloni
satieplan door Joodsche lichamen, waarvoor de
Britsche regeering bereid is alle mogelijke faci
liteiten te verleenen. Pas in de latere stadia zal
de kwestie van een leening een uitvoerbare
kwestie kunnen worden. Het zal dan afhangen
van de houding der regeeringen die bij deze
zaak betrokken zijn.
Lord Plymouth noemde het een zeer bijzon
der en volkomen onhoudbaar standpunt, dat
Engeland zich zou mengen in de Duitsche bin
nenlandsche aangelegenheden, zooals de Duit
sche critiek luidt. De feiten zijn, dat de druk,
uitgeoefend op groote groepen der Duitsche be
volking onvermijdelijk een overstrooming heeft
veroorzaakt, hetgeen buurlanden en zelfs lan
den, welke veraf liggen, een zware last en ver
antwoordelijkheid hebben gebracht.
Tenslotte zeide Plymouth, dat Engeland de
vluchtelingen niet kan financieren en een on
beperkte immigratie in Engeland toelaten. Hij
voegde hieraan toe, dat het een redelijke hoop
en verwachting is, dat Duitschland, van welk
land dit vraagstuk in eersten aanleg uitgaat, zou
bijdragen den eersten hinderpaal d.i. gebrek
aan financieele middelen der groote meerder
heid der vluchtelingen, te boven te komen.
Frankrijk tot opneming van
vluchtelingen bereid.
Ook in de Fransche Kamercommissie voor
buitenlandsche aangelegenheden is de kwestie
der vluchtelingen gisteren ter sprake gekomen.
Bonnet gaf de volgende richtlijnen aan:
Ten eerste: Het vestigen van een
aantal vluchtelingen in de Fransche
koloniën.
Ten tweede: Het toelaten van
nieuwe vluchtelingen, naar mate En
geland en de Vereenigde Staten het
zelfde doen.
Ten derde: Het organiseeren van
een bizondere commissie tot het op
nemen van verlaten kinderen.
Minister Bonnet heeft zich bereid verklaard,
zoodra de dagorder van de Kamer het zal toe
laten, een openbaar debat te houden.
VRIJDAG 16 DECEMBER
HILVERSUM 1. 1875 en 415.5 M.
Algemeen programma, verzorgd door
de NCRV.
8.Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten,
gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwenschen)
10.30 Morgendienst 11.Gramofoonmuziek 11.20
Cellovoordracht met pianobegeleiding en gra
mofoonmuziek. 12.Berichten 12.15 Zang met
pianobegeleiding en gramofoonmuziek 12.45
Gramofoonmuziek 1.30 „Quintolia" en gramo
foonmuziek. 2.002.55 Christ. Lectuur. 3.Ver
volg concert en gramofoonmuziek 4.Gramo-
foonmuz. 4.15 Zang met pianobegeleiding en gra-
mofoonmuz. 5.Gramofoonmuz. 5.20 Koper-
Sextet en gramofoonmuziek. 6.30 Berichten, hier
na: Causerie voor tuinliefhebbers 7.Berichten
7.15 Literaire causerie 7.45 Gramofoonmuziek
8.Berichten ANP., herhaling SOS-Berichten.
8.15 De Koninklijke Zangvereeniging „Excelsior",
het Residentie-orkest en solisten. 9.40 Causerie
„Gave en opgave: Christus komt, bekeert U!"
10.05 Berichten ANP. 10.10 Herdenking van „De
Groote Trek" (o.a. toespraak door Minister Co-
lijn). 11.Gramofoonmuziek. 11.5012.—
Schriftlezing.
HILVERSUM H, 301.5 M.
8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00-12.00
VARA.
8.Gramofoonmuziek 8.05 Esmeralda (ca. 8.16
Berichten) 8.30 Gramofoonmuziek 10.Mor
genwijding 10.20 Gramofoonmuziek 11.Decla
matie 11.20 VARA-orkest 12.De Palladians
(ca. 12.15 Berichten) 12.45 Gramofoonmuziek.
I.15 AVRO-Amusementsorkest. 2.Het Lyra-
Trio. 2.40 Modepraatje. 3.Variété-programma.
4.Gramofoonmuziek. 4.30 Orgelspel 5.Voor
de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek 6.De
Ramblers 6.28 Berichten 6.35 Letterkundig over
zicht 6.50 Gramofoonmuziek 7.VARA-Kalen-
der 7.05 Causerie „Nog enkele Fransche carica-
turisten" 7.23 Berichten ANP. 7.30 Toespraak
over Weldadigheidspostzegels 7.35 Causerie „Wat
en hoe gelooven wij?" 8.Cello en piano 8.30
Gramofoonmuziek 8.40 Causerie „Advent en
Kerstmis in Zwitserland" 9.VARA-Strijkor-
kest en soliste 9.45 Declamatie 10.Fantasia.
10.30 Berichten ANP. 10.40 Avond wijding. 11.
Pianoduetten. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55—
12.00 Gramofoonmuziek.
DROITWICH, 1500 M.
12.10 Orgelspel. 12.35 George Elrick en zijn
orkest. 1.20 Causerie „Empire Exchange". 1.35
2.20 Piano, viool en cello. 2.453.05 Gramofoon
muziek. 4.35 Causerie „Prelude to Christmas"
4.50 Gramofoonmuziek. 5.20 Het Norbert Weth-
mar Trio. 5.40 Het Willie Walker Octet 6.20 Be
richten. 6.45 Pianovoordracht 7.05 Parlementair
overzicht 7.20 Uit Amerika: Bobby Hackett en
zijn Band. 7.50 Intelligentie-Test. 8.20 Radio-
tooneel met muziek 9.00 De BBC-Zangers 9.45
Juridische causerie. 10.05 BBC-orkest en solist
II.40 Billy Bissett and his Canadians 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M.
5.50 Gramofoonmuziek 6.30 en 7.50 Amuse
mentsorkest 11.20 Instrumentaal concert 12.35
Omroepkleinorkest 1.30 Fabrieksorkest 2.20 Ge
varieerd programma. 3.20 Omroepkleinorkest.
4.50 Kamermuziek 5.50 en 6.30 Gramofoonmuziek
8.20 Leo Eysoldt met zijn orkest en soliste. 9.35
Omroeporkest en soiist. 10.0511.20 Otto
Fricke's orkest en solisten.
KEULEN, 456 M.
9.10.en 11.20 Gramofoonmuziek 12.35
Zang 1.05 Granger-orkest 2.35 Zang 2.50 en 3.30
Gramofoonmuziek 3.35 Zang 3.50 Pianovoor
dracht. 4.40 Gramofoonmuziek 5.25 Kamermuziek
6.35 Cello en piano. 6.50 Viola d'amore en cem
balo 7.20 Cantrelle-orkest 8.35 Pianovoordracht.
8.50 Radiotooneel 10.50 Gramofoonmuziek. 11.20
12.50 Orkestconcert mmv. solist.
BRUSSEL, 322 M.
12.20 Gramofoonmuziek 12.50 en 1.30 Omroep
kleinorkest 1.502.20 Gramofoonmuziek. 5.20
Harpvoordracht 5.50 Gramofoonmuziek 6.20 Om-
roepdansorkest 7.20 Omroepkleinorkest 8.20 en
9.25 Omroepsymphonie-orkest 10.3011.20 Jazz
muziek (opn.)
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek 1.en 1.30 Omroep-
salonorkest 1.502.20 Gramofoonmuziek 8.20
Gramofoonmuziek 8.50 Pianovoordracht 9.05 en
9.35 Gramofoonmuziek. 10.30 Omroeporkest
11.1511.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDF.R. 1571 M.
7.30 Het Berlijnsche Fhilharmonisch Orkest
(opn.) 8.20 Radiotooneel. 9.20 Berichten. 9.50
Gamba en cembalo. 10.05 Berichten 10.2011.20
Barnabas von Geczy en zijn orkest.