a. SKI-KLEEDING Peek Cloppenburg VERRE VISSCHERIJ ZAL KRACHTIG GESTEUND WORDEN. EE. STEGEMANS Het Rijk, de Gemeenten en de Werkloozen. De automatische eter. VRIJDAG 16 DECEMBER 1938 HÏAEEE M'S DAGBEAD 3 TWEEDE KAMER Begrooting van Landbouw-crisisfonds goedgekeurd. De verbinding GroningenIJselmeer. DEN HAAG Donderdag. De begrooting van het Werkloosheidssubsidie- fonds bracht eenige pleitbezorgers voor de ge meenten in het vuur. Zoo Mr. W e n d e 1 a a r (lib.), die betoogde, dat werkloozenzorg een nationale zorg is en dat de gemeenten op dit terrein weinig kunnen beginnen, terwijl ook de heer Drees (s.d.), die het met den liberalen spreker een fout achtte, dat het werkloosheids- subsidiefonds zich niet bemoeit met de kleine zelfstandigen, zijn goed gemeentelijk hart lucht te. Minister De Wilde bracht in herinnering, dat armenzorg altijd een gemeentelijke aange legenheid is geweest en leek het daarom niet zoo verkeerd te vinden, dat ook voor de werk loosheidsbestrijding de gemeenten heel wat moeten doen. Hij vond het dwaasheid, dat het Rijk zou moeten opdraaien voor de kosten, van de werkloosheid, die haar oor-zaak vindt in internationale factoren en verkondigde verder o.m. de stelling, dat de kwestie van de kleine zelfstandigen moet worden uitgewogen in ver band met de Rijks- en gemeentefinancien. Dezelfde bewindsman wees Mr. Rost v. Ton ningen (nat. soc.) er op, dat diens bewering geuit bij de behandeling van het z. h. st. aan genomen voorstel tot wijziging van de bestaande wettelijke regeling i.z. belegging van Rijksgel- den als zou de President van de Nederland- sche Bank gezegd hebben, dat onze staatsobli- gatieën minderwaardig zijn. ten eenen male on juist was. Mr. Trip had niets van dien aard ge zegd of kenbaar gemaakt. De aanvullende begrooting, waarop nog eens 5 ton is uitgetrokken voor onze deelneming aan de tentoonstelling in New York (1939) deed den heer Sm een k (a.r.) in verzet komen. Deze afgevaardigde verwacht van die deelne ming weinig profijt voor ons economisch leven en voor onzen handel. Zulke tentoonstellingen hebben voor ons land weinig waarde, en ge woonlijk zijn het z.i. alleen gelegenheden voor vermaak. S PORTRET VAN die er het loodje bij heeft ge legd. U kunt U indenken, hoe er gesmuld isl Wani ziet U wel, 't is een loodje van Stegeman. 't Was dus de échte Gelder- sche, met die heerlijke, zachte rooksmaak! Wie die niet kent, weet nog niet, wat Geldersche rookworst is. LET OP of er wel Stegeman op 't loodje staat. In winkels met ons raambiljet (Adv. Ingez. Med.) De heeren v. d. Putt (R.K.) en Th ijs sen (s.d.) waren van meening, dat onze deelneming wel gerechtvaardigd was en dat men hier wel kan spreken van een algemeen belang, welke stelling door Minister Steenberghe, mede met een beroep op negatieve argumenten wegblijven kan verkeerd werken en ook een verkeerden indruk maken werd onderschre ven. Tegenover den s.d. spreker, die ten op zichte van het, ook door den heer v. d. Putt betreurde, conflict met de Nederlandsche kunstenaars bovenal kritiek uitoefende op het feit, dat men z.i. nu op te weinig kunstzinnige wijze te werk was gegaan, merkte Mr. Steen berghe op, dat deze afgevaardigde overdreef. Er waren heusch nog wel andere menschen dan stoffeerders en behangers geconsulteerd. Met aanteekening van het „tegen" van de nat. socialisten, de Staatkundig Gereformeerden en den heer Smeenlc ging het voorstel er z. h. st. door. Van de kunst naar de afdeeling „Visscherij" van de begrooting van Minister Steenberghe is de sprong niet zoo groot als men misschien wel zou denken. Immers, de propaganda voor groo- ter verbruik van zoetwatervisch, zou, volgens den Minister, te kunstmatig wezen. Want ons volk ls nu eenmaal niet dol op die vischsoort. En dan helpt de leuze „eet meer zoetwater visch" heusch bitter weinig. Daarom zoekt de Regeering het hier veeleer in vergrooting van de export-gelegenheid. Het denkbeeld o.m. door den heer Duymaer v. Twist (a.r.) nog eens verdedigt om het zoetwatervisch-gebruik te stimuleeren door te zorgen voor daling van de heffing op de bakolie lachte den Minister niet toe, omdat er aan die heffing heel wat meer vast zit, zoodat z.i. van de gewenschte prijsverlaging niet wel mogelijk was. Verder wees hij er op, dat er al heel veel gebeurt voor den garnalen- steun, terwijl hij voorts o.m. zoo krachtig mo gelijke bevordering van de verre-visscherij toe zegde. Via turf en pluimvee kwam het tot aanneming van de begrooting van het landbouw crisisfonds z. h. st. het „tegen" van de nat. socia listen werd aangeteekend. De rest van de dagvergadering zat Mr. Rom- me achter de Ministertafel. Het begon prettig voor hem, want de heer Kuiper (R.K.) zong zijn lof, waarna ook de heer Krol (c.h.) zijn werklust kwam prijzen. Heel bescheiden ver klaarde het hoofd van het Departement van Sociale Zaken, dat hij, met zijn ambtgenoot van Defensie, dank zij de zienswijze van het Kabinet tot de in zekeren zin bevoorrechte Ministers behoort, aangezien naast de landsverdediging de sociale aangelegenheden als de primaire be langen gelden, die het eerst verzorgd moeten worden. Bij de afdeeling „Arbeid" bepleitte mevr. Mr. Bakker-Nort (v.-d.) uitbreiding, met vrouwe lijke krachten, van de arbeidsinspectie ter voor koming van onzedelijke verhoudingen tusschen vrouwelijk personeel en chefs op fabrieken. Voorts opende zij de rij van sprekers, die de hoop kenbaar maakten, dat als straks de meis jes beneden 16 jaar geen toegang meer tot de fabrieken zullen hebben, deze groep een goede opleiding van huish oudelij ken aard zal krijgen. Meer weren van buitenlandsche musici, en be scherming (met behulp van een vergunnings stelsel) van beroeps-strijkjes tegen de concur rentie van dilettanten was nog een ander door dit Kamerlid voorgedragen verlangen. De heer Kupers (s.-d.) wilde als gebruike lijk meer internationale arbeidsconventies be krachtigd zien. Voorts klaagde hij er over, dat het zoo lang duurt voor collectieve arbeidscon tracten verbindend worden verklaard en ten slotte verdient nog vermelding zijn pleidooi voor wettelijk verplichte, betaalde, vacanties. Verbe tering van de arbeidsvoorwaarden voor de land arbeiders stond op 's heeren Hilgenga's (s.-d.) verlanglijstje, waarna de heer A roe link (a.-r.) er op aandrong met behulp van den wetgever de gehuwde vrouw uit de fabriek te zetten en verder o.a. betoogde, dat de ver hooging van den leeftijd voor meisjes voor toe lating tot fabrieken niet voldoende is: daarnaast moeten er meer worden opgeleid voor huishou delijke beroepen. De heer Steinmetz (r.-k.) achtte ook voor de jongens noodig blijvende ver hooging van de leeftijdsgrens voor dat ze fa brieksarbeid zullen mogen verrichten. Tenslotte hoorden we Dr. Vos (lib.) met klem waarschuwen tegen verleening van verordenen de bevoegdheid aan de bedrijfsraden, hetgeen volgens hem tot ondermijning van ons heele staatsbestel zou kunnen leiden, verder beval hij aan slechts langs lijnen van geleidelijkheid wet telijk verplichte vacanties in te voeren. AVONDVERGADERING. Tramwegen. Land- en Waterwegen. Bij de afdeeling tramwegen ging het grootste deel van de belangstelling uit naar de Rotter- damsche Tramweg Maatschappij, die niet be paald floreert. Al vele jaren houdt de Kamer zich met dit zorgenkind bezig. Minister v. Buu- ren wees er op, dat hij op 't oogenblik niets de finitiefs kan doen: hij moet de resultaten af wachten van pogingen, die een combinatie thans onderneemt ter reorganisatie van de R.T.M. Twee hoofdschotels werden er bij „Land- en Waterwegen" opgediend: de vaarweg van het kanaal GroningenIJselmeer en de kwestie van kanaliseering van den Gelderschen IJsel. De heeren Duymaer v. Twist (a.-r.). Eb els (v.-d.), Hilgenga (s.-d.), Krol (c.-h.) waren tegen uitmonding bij Lemmer en zouden Stavoren bepaald een beter eindpunt ge vonden hebben, ook al omdat de Lemmer 'swin- ters minder ijsvrij is. Ir. v. L i d t h de J e u d e (lib.) vond, dat de Minister, die conform de conclusie van de commissie-Schlingemann ten slotte terecht de keuze op Lemmer heeft laten vallen, hierbij toch niet tactisch te werk was gaan. Na rijpe overweging bleek de heer Krijger (c.-h.) nog 't meest voor Lemmer te voelen, doch de heer Z ijls tra (a.-r.) zette nog eens uiteen, waarom er tegenover Groningen dat op Stavoren had gerekend toch niet juist was gehandeld. Men heeft hier te doen met een een zijdige verbreking van een overeenkomst. De Minister moet nu nog eens onderhandelen met de provincie Groningen. De Minister van Waterstaat ontkende bepaal delijk dat er een overeenkomst bestond tusschen Groningen en het Rijk, dat er een kanaal Gro ningenIJselmeer zou komen, uitmondende bij Stavoren. Toen men 't kanaal begon aan te leggen, dacht men aan Lemmer als eindpunt, maar ook kwam te dien opzichte de gedachte Stavoren wel op. Een beslissing, dat Stavoren zou worden uitver koren is echter nooit gevallen. Maar Groningen heeft daarop bij voorbaat gerekend. Nu is het probleem nog eens bestudeerd door de commissie-Schlingemann. In Februari van dit jaar bleken de Gronïngsche Gedeputeerden onvoorwaardelijk vast te houden aan Stavoren, tenzij er een kanaal zou komen, dwars door den N.O. polder, van Lemmer af, maar dat achtte de Minister te duur. Lemmer is volgens Minister v. Buuren het aangewezen eindpunt omdat men zoo een be tere, zelfs nog iets veiligere aansluiting met het overige Nederland verkrijgt. Mocht een ernstig ijsbezwaar aan den dag treden, dan zoo had de Minister ook aan Groningen al kenbaar ge maakt zal er een dam komen langs den ring dijk van den N.O. polder. En nu de kanaliseering van den Gelderschen IJsel. Komt het daartoe, dan zal er natuurlijk niet tevens een kanaal AlmenPannerden ko men: dat ware dubbel. Waarschijnlijk zal spoe dig met het werk kunnen worden begonnen, doch de financieele kant moet eerst nog even nader bekeken worden. E. v. R. Inzameling rijwielplaatjes voor t.b.c.-bestrijding. De Vereeniging tot bevordering der belan gen van tuberculose patiënten in Nederland deelt mede, dat het totale gewicht van de in gezamelde rijwielplaatjes en andere oude me talen over dit jaar 12.200 K.G. bedroeg. Aan alle gevers, geefsters en medewerkers hartelijk dank. Zij. die nog metalen in hun bezit hebben, kunnen dit alsnog zenden: Breedeweg 17. Amsterdam-Oost. Prins Bernhard als gast bij Koningin Mary. Naar wij vernemen heeft Z.K.H. Prins Bernhard tijdens zijn verblijf in Londen Don derdag een bezoek gebracht aan den Neder- ïandschen gezant bij het En^elsche Hof. mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum In den namiddag werd Prins Bernhard ont vangen door Koningin Mary, bij wie hij de thee gebruikte. voor DAMES en HEEREN. Vraagt onze prospectus HAARLEM: GROOTE HOUTSTRAAT 38-40 - TEL. 10390 (Adv Ingez. Med.) Instelling van het Werkloosheids-subsidiefonds was een nadeel voor Haarlem. In 1935 heeft de regeering het Werkloosheids- subsidiefonds ingesteld. Aan de belasting-inkom sten der gemeenten werden daarvoor belangrijke bedragen onttrokken, waartegenover stond dat het rijk aan de gemeenten uit dit fonds bijdragen gaf voor de werkloozenzorg. De bedoeling van deze nieuwe regeling was dat daardoor de ge meenten die weinig uitgaven voor de werkloo zen hadden te doen een offer moesten brengen om de gemeenten die voor hooge werkloozen- lasten zaten tegemoet te komen. Een opzet die te verdedigen was. Alleen is het jammer, dat thans door de feiten wordt aangetoond, dat dc instelling van het Werkloosheids- subsidiefonds voor Haarlem over dc drie eerste jaren geen financieel voordeel, wel nadeel heeft opgeleverd. Het Centraal bureau voor Statistiek heeft een berekening gemaakt welke gemeenten in 1935 voor- of nadeel hadden van de instelling van dit fonds. Voor deze omgeving halen wij daaruit de vol gende gegevens: Haarlem Heemstede Bloemendaal Zandvoort Velsen Beverwijk Haarlemmermeer Haarlemmerliede Bennebroek Hillegom Nadeel 656.006 1.665.675 Voordeel f 8.327 424.830 31.072 204.188 2.249 91.498 Uit dit staatje ziet men dus dat het nadeel dat Haarlem voor 1935 had niet minder dan f 288.868 was. De gemeenten Velsen (f 424.830) en Haarlemmermeer (f 204.188) hadden er belangrijk voordeel van. Voor Zandvoort en Beverwijk was het voordeel belangrijk kleiner. Enorm waren de bedragen die Bloe mendaal en Heemstede in het fonds moesten storten. Bloemendaal staat aan den kop met f 1.665.675, maar het offer van Heemstede is toch ook zeer groot, namelijk 656.006. Als wij Haarlem en omliggende gemeenten als een geheel beschouwen dan wil het zeggen dat die gemeenten tezamen f 1.892.658 meer in het Werklooshei sbusidiefonds hebben gestort dan zij daarvan gekregen hebben. En dat is nog niet eens alles, want voor het Werldoosheidssubsidiefonds moeten de inwoners ooJÖ nog extra opbrengen 10 opcenten op de Rijksinkomstenbelasting. De gemeente Haarlem stortte in 1935 f 288.868 meer in het Werkloosheids- subsidiefonds dan zij daaruit kreeg, maar daarbij komen dus nog de 10 opcenten op de Rijksinkomstenbelasting die extra door de ingezetenen worden opgebracht en direct door den rijksontvanger ge- ind werden. Die 10 opcenten beteeke- nen een bedrag van ongeveer f 99.684. Bü elkaar is het ongunstige verschil voor Haarlem en zijn inwoners niet minder dan f 388.552. Haarlem maakt in de rij der groote gemeenten een eigenaardig figuur. Voor de 7 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners ziet het lijstje er als volgt uit: Nadeel Voordeel f 9.924.263 13.715.413 231.497 Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Haarlem Groningen Eindhoven Dat 's Gravenhage een groot offer voor het algemeen moest brengen was te verwachten, want de financieele positie van die gemeente was, vooral in dien tijd, zeer gunstig. Hetzelfde kon, hoewel in mindere mate, van Groningen gezegd worden. Dat Haarlem door de zeer ingewikkelde finan cieele berekening gerangschikt is onder de ge meenten die offers voor andere gemeenten moet brengen, is wel eigenaardig, want ook in 1935 was Haarlem al zeer zwaar getroffen door de werkloosheid. Utrecht, dat het meest in aanmer king komt voor een vergelijking met Haarlem, had van de nieuwe regeling een voordeel van f 806.988. Het nadeel van Haarlem van f 288.86P steekt daartegen scherp af. Amsterdam en Rot terdam putten millioenen meer uit het fonds dan zij er instortten. Voor 1936 zijn door het Centraal Bureau de berekeningen nog niet gemaakt omdat nog niet alle bedragen voor alle gemeenten vaststaan. Wij vernemen evenwel dat bij de gemeente Haarlem de zekerheid bestaat, dat het resultaat voor 1936 ongeveer gelijk zal zijn aan dat van 1935. Nu kan men nog redeneeren dat Haarlem hel offer over 1935 kon dragen, want de gemeente rekening sloot over dat jaar met een batig saldo van f 11.000. Die redeneering gaat evenwel niet op, want dat batige saldo heeft geen beteeke- nis. In feite sloot de rekening voer 1935 met een zeer aanzienlijk tekort, wat evenwel (om de be grooting voor 1937 niet te laten aanvangen met een groot nadeelig saldo over 1935) werd weg gewerkt door het uitputten van de laatste finan cieele reserves van Haarlem. De rekening der gemeente sloot over 1936 met een tekort van f 700.000. Het eigenaardige is, dat het rijk niet in dat tekort wil bijdragen omdat voor dat jaar geen tekort op de begrooting ge raamd was. Zoo wordt optimisme van de ge meenten gestraft! Het gevolg is natuurlijk, dat alle gemeenten, door ervaring geleerd, natuurlijk heel voorzichtig gaan ramen, om ook zoo mogelijk gedekt te zijn tegen tegenvallers in het komen de jaar! Het percentage dat het rijk bijdroeg in de kosten van werkloozenzorg was voor Haarlem in die jaren belangrijk lager dan in Utrecht. Amsterdam en Rotterdam. Voor 1937 komen de zaken voor Haarlem iets anders te staan. Het percentage was toen wat hooger gesteld en de gemeente kreeg, tot dek Icing van haar geraamd te kort op de begrooting. een renteloos voorschot van de regeering vai f 180.000. Maar om die extra-bijdrage te krij gen, moest de gemeente op verlangen van de regeering tot verschillende bezuinigingen beslui ten. Dit toezicht komt wel in een eigenaardig licht te staan. Haarlem stortte ook over dat jaar een kleine 3 ton meer in het rijksfonds dan zij er, volgens de gewone regeling, uithaalde en om nu van die f 300.000 f 180.000 terug te krijgen als een renteloos voorschot moest de gemeente zich op veel laten kapittelen! De begrooting voor 1937 was nog niet pessi mistisch opgezet. Er was een tekort geraamd v f 400.000, waarvoor een aanvraag werd gedaan als extra-uitkeering van het Werkloosheïdssub- sidiefonds. Maar de gemeente kreeg slechts f 180.000 (en dan nog slechts als renteloos voor schot) omdat de gemeente geen gehoor had ge geven aan den raad van de regeering om reed: voor dat jaar de opcenten op enkele belastingen te verhoogen. Het eindresultaat van 1937 is ook een tekort op de Haarlemsche rekening van f 700.000. waar door de lasten voor de toekomst opnieuw ver zwaard werden. Redelijk zou geweest zijn dat het rijk een veel grooter deel van het tekort voor zijn rekening genomen zou hebben. Voor 1938 zal Haarlem eindelijk voordeel hebben van het Werkloosheidssbusidiefonds, want voor dat- jaar krijgt de gemeente buiten de gewone bijdragen uit het fonds ook nog extra- uitkeering van ongeveer een millioen. Maar dit verandert toch het feit niet, dat over de eerste drie jaar de werking van het Werldoosheidssub sidiefonds voor Haarlem nadeel heeft opgele verd. Al is nu in de laatste jaren voor Haarlem het percentage dat het rijk aan den Haarlemschen werkloozensteun betaalt wat gestegen, het blijft nog onder dat van vele andere groote ge meenten. Utrecht kreeg over 1930 79.9 pet. en Haarlem slechts 71.2 pet. Dit percentage ver schil maakt voor Haarlem een bedrag uit van niet minder dan twee ton. Vluggere behandeling van toelatingsaanvragen verzocht. Tevens inlichtingen over aantal toegelatenen gevraagd. Het Tweede Kamerlid Albarda heeft aan den minister van Justitie de volgende vragen ge steld: 1. Is het waar, dat het veelal verscheidene weken duurt, alvorens omtrent bij den minister ingekomen verzoeken tot toelating van vluch telingen een definitieve beslissing wordt geno men? Zoo ja, hoe komt het dan, dat met de afdoening van een verzoek, dat toch meestal van zeer dringenden aard is, zooveel tijd ge moeid is? 2. Indien het eerste gedeelte van de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, is het dan niet mogelijk, hetzij door verandering van de werkwijze, hetzij door versterking van het personeel, met de behandeling der ver zoeken belast, een veel snellere afdoening te bevorderen? 3. Moet de mededeeling van minister Colijn, in de vergadering van 2 December 1.1. der Tweede Kamer gedaan, dat tot Woensdag 30 November „toestemming tot toelating (was) verleend voor ruim 2500 vluchtelingen van ouderen leeftijd, opgenomen in gezinnen; voor ongeveer 200 vluchtelingen van middelbaren leeftijd voor opname in kampement en voor ruim 200 kinderen, meerendeels onder te bren gen in tehuizen", aldus worden verstaan, dat die vluchtelingen tot de genoemde aantallen voor 1 December in ons land waren toegela ten. of beteekent zij, dat voor de genoemde aantallen voorloopige beslissingen waren ge nomen en voor een gedeelte dier gevallen een nader onderzoek nog in gang was? Indien dit laatste het geval is. kan de minister dan mededeelen. hoeveel vluchtelingen voor 1 De cember metterdaad in Nederland waren toe gelaten en hoe groot het aantal der toegela tenen thans is? In den regenachtigen Zondagnacht stond een heer bij de automaat. De stad was uit gestorven. Alle stoelen in alle cafés waren leeg Er liep een agent. Hij keek even naar den heer bij de automaat en naar mij bij de automaat. Hij zag dat het goed was en deed een poging tot vriendelijkheid met de geschoeide hand. die het midden hield tus schen formeel salueeren en amicaal groeten. De regen dreinde. Het asfalt glom. De stilte zou volmaakt geweest zijn, wanneer niet toe vallig op dit moment het carillon veel en lang durig geraas maakte teneinde met twee, te korte slagen te zeggen dat het twee uur was. Hetgeen niemand iets kon schelen. De men schen die sliepen vanzelf niet. De agent, die toch tot zes uur dienst had, ook niet. En den heer aan de automaat evenmin. Trouwens al zou het den heer aan de automaat niet on verschillig gelaten hebben, hoe laat het was, men zou toch niet kunnen verwachten dat dit gansche carillon voer hem alleen al dat spek takel zou maken? Toen ik bij den heer kwam, beet hij in een croquet. Hij stelde zich niet voor. doch zei a bout portant en met den mond vol: „de kruk- kette zijn goed vandaag, beter dan de niere broodjes. Ik heb drie nierebroodjes gegeten maar ze waren allemaal koud. En meer brood dan nieren. Maar de krukkette zijn goed van daag. Dit is m'n vierde en ik heb zin in nóg een paar". En de daad bij het woord voegende stopte hij een kwartje in de gleuf, hij trok er 't schulfken open en stuwde den mond vol croquet. Hij had den mond nog niet gensohelijk leeg toen hij al weer een kwartje te voorschijn haalde en vroolijk zei neen, het was meer zingen dat hij deed: „En nou zelle we de slaatjes ereis probeere" Het geldstukje rinkelde. Het glazen dek seltje klapte open. De hand van den heer verdween en keerde terug met een papieren bakje waarop een heuveltje geel, rood en wit prijkte. Hij boorde het houten schopje in den heuvel en bracht het naar den mond. De heer smakte. Deze serie bewegingen heraalde zich zes keer. Toen was het heuveltje weg en het papieren bakje lag op de natte straat. „Hè, hè", zei de heer, „dat slaatje is niet slecht, ik probeer er nog erreissies een". En weer rin kelde een geldstukje. En nogmaals werd een heuvel soldaat gemaakt en ingenomen. Het carillon gaf een hikje dat niet het ge volg was van de onmatige eterij van den heer doch dat de bedoeling had de slapende stad te zeggen dat het kwart over twee was. De agent kwam weer langs en keek eenigermate verbaasd naar den heer. Ik veronderstel dat hij hem om één uur reeds etende had aan getroffen. ..Hebt u die zalmslaatjes wel eens geproefd?" vroeg de heer. „Zij zijn bepaald heel smake lijk, zoogezeid: de specialiteit van deze auto maat. Iedere automaat hep z'n eigen specia liteit. Die op den heek van de volgende straat heeft reuze-warme-worssies en ongeveer vijf tien meter verder vind je broodjes met lever worst, zoo lekker als je ze nog nooit gegeten hebt". „O ja?", zei ik, want ik wist niet wat ik anders zeggen moest. De heer knikte bevestigend, overtuigend en zwijgend, dook in zijn broekzak en kwam weer met een kwartje te voorschijn. De daad latende volgen automatiseerde hij een zoo zeer geprezen zalmsalade en smulde deze smakelijk op. Hij veegde met den rug van zijn hand de rose resten van zijn mond en zei: „Ja, die zalmslaatjes zijn bepaald heel smakelijk. Zóó smakelijk dat ze naar meer smaken". En wederom produceerde hij een kwartje en consumeerde een zalmsalade. Zalmsalade eten vereischt rust. kalmte en overleg. Dies spektakelde het carillon half drie toen de heer zei: Zoo, dat is de zalm en nou nog een paar harde eitjes voor dessert en een warme appelbol na ..Goeden avond", zei ik en ik maakte aan stalten om mij te verwijderen, lichtelijk on wel dcor de gulzige constitutie van den heer. ..Goeden avond", zei hij, „volgt u m'n raad en probeert u daarginds op den hoek een warm worssie. Dat ga ik zoo dadelijk ook nog effies waarneme, bij wijze van afzakkertje". De nachtelijke stad was vochtig en stil. Toen ik mij verwijderde van den heer. dien men gerust een automaat-wellusteling mocht noemen, hoorde ik nog het dichtkleppen van een automaat-vakje. „Nu is ie aan z'n eitjes", overwoog ik, en met een zwaar en draaierig gevoel in de maag spoedde ik mij huiswaarts. Het carillon hikte kwart voor drie. De agent tikte aan zijn pet. De mensch is een wonderlijk creatuur. Mr. E. ELI AS. De Echte EMSER-PASTIL LES zijn en blijven van ouds het beste middel bij Hoest en Verkoudheid (Adv. Ingez. Med.) Vragen betreffende Kerst inzameling beantwoord. Op vragen van den heer de Marchant et d'Ansembourg betreffende het houden van eer. Kerstinzameling van regeeringswege. heeft de heer Colijn, minister van algemeene zaken, voorzitter van den raad van ministers, o.m. geantwoord Bij den minister bestaat de overtuiging, dat het Nederlandsche volk door hetgeen het óók vrijwillig bij voortduring voor de armen en noodlijdenden in eigen land doet, bij geen enkel ander volk achterstaat. Daarnevens valt acht te geven op het feit, dat het Nederlandsche volk door regeerings- maatregelen eiken dag van het jaar meer dan 1 millioen aan steun in onderscheidene vormen opbrengt. Indien het particulier initiatief een collecte als bedoeld zou willen organiseeren, dan bestaat daartegen, behoudens de goed keuring der locale autoriteiten, uiteraard bij de regeering geen enkel bezwaar. Op de op brengst daarvan kan bezwaarlijk invloed wor den uitgeoefend, wijl deze uitsluitend afhan kelijk is van hetgeen vrijwillig gegeven wordt. Het aanbod van den leider der Nat. Soc. Be weging om tienduizend collectanten ter be schikking te stellen, dat uiteraard niet aan de regeering kan zijn gericht, is niet ter ken nis van den minister gekomen. Het antwoord op de vraag, of de minister bereid is een Kerstinzameling „Zorg voor eigen volk" te organiseeren en het aanbod van den leider der Nat. Soc. Beweging wil aanvaarden, luidt ontkennend, omdat de regeering nimmer collecten organiseert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5