Economische verdedigings maatregelen. Regeering vraagt bevoegdheden. In dool versmolten Nieuws in het kort. DONDERDAG 29 DECEMBER 1938 HAARDE M'S D A G B E A D 3 Acht wetsontwerpen ingediend. Bij de Tweede Kamer zijn thans acht wetsontwerpen ingediend, houdende re gelen met betrekking tot de voorberei ding van voorzieningen in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten gewone omstandigheden in de behoef ten van volkshuishouding en landsver dediging. In de toelichting tot het eerste wetsontwerp (wet medewerking verdedigingsvoorbereiding 1939) schrijft de regeering: Het ontwerp heeft ten doel de werking der bij de wet economische verdedigingsvoorberei ding 1938 gestelde regelen te bestendigen. De regeering grijpt deze gelegenheid tevens aan om den Staten-Generaal een nadere uiteen zetting te geven nopens de maatregelen, welke haars inziens ter voorbereiding van de economi sche verdediging des lands noodzakelijk zijn. In den modernen oorlog is het verloop van den strijd in hooge mate afhankelijk van het economische aanpassings- en uithoudingsver mogen van een land. Het zeer groote materiaal- verbruik door de weermacht maakt deze steeds meer afhankelijk van de mogelijkheid orn in haar behoeften te voorzien. Een ongekende vraag naar grondstof zal ontstaan, die in vele gevalllen het aanbod verre zal overtreffen. Een en ander zal er ongetwijfeld toe leiden, dat in het bijzonder de oorlogvoerende mogendheden de in haar bezit zijnde voorraden niet of slechts onder zeer be zwarende voorwaarden ten uitvoer zullen toe laten. Deze omstandigheden hebben voor Nederland verschillende consequenties, waarmede de re geering reeds thans terdege rekening moet hou den, zoowel voor het geval, dat ons land in een oorlog zou worden betrokken, als voor het geval, dat het er opnieuw in mocht slagen zijn neutra liteit te handhaven. Mocht ons land in 'n conflict worden betrokken, dan kan, naar de meening van de regeering, althans in de eerste periode niet aanstonds op den steun van eventueele bond- genooten worden gerekend. Bij een neutraliteits positie zal men gezien de beperkte mogelijk heid om in oorlogstijd door internationale ruil in de behoeften te voorzien er van moeten uit gaan, dat ons land tijdens den geheelen duur daarvan, in nog sterkere mate op zichzelf zal zijn aangewezen. De economische verdedigingsvoorbereiding is een noodzakelijke voorwaarde om onze tradi- tioneele zelfstandigheidspolitielc meer kracht bij te zetten. De regeering is er zich daarom van be wust, dat een zoodanige voorbereiding op beide situaties gericht moet zijn. Het economische leven en de welvaart van ons land zijn onder de huidige omstandigheden zoo zeer afhankelijk van den internationalen goe- derenruil, dat een streven naar autarkie ten be hoeve van de economische weerbaarheid niet in aanmerking kan komen. De regeering stelt zich dan ook op het standpunt, dat wel een organi satie van productie en verbruik voor het geval van isolement dient te worden voorbereid, doch dat slechts van enkele, voor de verdediging des lands onontbeerlijke artikelen een oneconomische binnenlandsche voortbrenging, ter vervanging van import, in vredestijd mag worden aange wakkerd. Behalve problemen op het gebied van de pro ductie, de distributie, de prijsvorming en den internationalen handel moeten ook nog worden vermeld: die betreffende de financiering, de bui ten-scheepvaart, het binnenlandsche transport, kortom betreffende al die onderwerpen, die met het functionneeren der volkshuishouding onder bedoelde buitengewone omstandigheden ver band houden. Het onderhavige wetsontwerp beoogt de regee ring een bevoegdheid te verleenen, welke zij reeds in vredestijd noodig heeft om deze maat regelen op doeltreffende wijze te kunnen voor bereiden, de bevoegdheid namelijk, om de bij die voorbereiding noodzakelijke medewerking van het bedrijfsleven te verlangen en, zoo noodig, af te dwingen. Alle problemen, welke aan deze kwestie vast zitten, en in het bijzonder die met betrekking tot de organisatie der productie, kunnen uiter aard niet tot een bevredigende oplossing wor den gebracht, voordat velerlei gegevens betref fende productie-capaciteit en productieprogram ma, aard van den te verrichten arbeid, arbeids- bezetting, voorraden e. d. verkregen zijn. Voorts zal in vele gevallen een beroep moeien worden gedaan op de medewerking van deskundigen uit industrie of handel, b.v. waar het betreft de tal rijke technische moeilijkheden, die zich bij de omschakeling van het productie-apparaat en de vervaardiging van vervangingsproducten, alsook bij de voorbereiding van eventueel noodzakelijke evacuaties zullen voordoen. Tevens zij hier ge noemd de mogelijkheid, dat van de ondernemers in sommige bedrijfstakken zal worden verlangd, dat zij van bepaalde goederen minimum voor raden aanhouden. Ten slotte zij nog gewezen op de noodzake lijkheid reeds thans de organen in het leven te roepen, die in vredestijd de regeering zullen ad- viseeren over de in tijden van nood te treffen maatregelen en die in oorlogstijd met de uitvoe ring daarvan zullen worden belast. Kernen van zoodanige organen, waarin vertegenwoordigers van en deskundigen uit het bedrijfsleven zijn opgenomen, zijn voor de meest essentieele tak ken van industrie en handel reeds gevormd, dan wel verkeeren in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Ter toelichting tot het tweede wetsontwerp (algemeene vorderingswet 1939) zegt de regee ring o.a.: Zooals reeds gebleken is uit haar antwoord, gegeven in het voorloopig verslag der Tweede Kamer nopens het eerste hoofdstuk der rijksbe- grooting 1939, stelt de regeering er prijs op in rustig overleg met de Staten-Generaal een aan tal wetten tot stand te brengen, aan welke zij in tijden van nood de bijzondere bevoegdheden zal kunnen ontleenen, waaraan zij als dan be hoefte zal hebben. Het behoeft geen betoog, dat de regeering, wanneer zij onverhoopt voor de noodzakelijk heid komt te staan, ter organisatie van 's lands verdediging in den ruimsten zin. in het vrije economische leven in te grijpen, over uitge breide bevoegdheden zal moeten kunnen be schikken. Aangezien de ontwikkeling van buitengewone omstandigheden, als die, welke de thans inge diende wetsontwerpen op het oog hebben, een onverwijld ingrijpen van regeeringswege nood zakelijk kan maken, komt het onvermijdelijk voor in de onderhavige wetten voorschriften op te nemen, krachtens welke zij bij Kon. besluit in werking gesteld kunnen worden. Wat de algemeene strekking van deze wet be treft, de ministers van Economische Zaken en van Defensie hebben in overeenstemming met hun ambtgenooten, in het bijzonder met den mi nister van Binnenlandsche Zaken, gemeend de mogelijkheid te moeten opnemen, dat de vorde ringen krachtens deze wet niet slechts aan volks huishouding en landsverdediging, doch ook aan de veiligheid der burgerbevolking worden dienstbaar gemaakt. Hierbij is voornamelijk ge dacht aan de luchtbescherming, die noch onder de volkshuishouding, noch onder de landsver dediging begrepen kan worden. Het derde ontwerp is dat voor de „Bodempro ductie 1939". De inhoud van het ontwerp verschilt slechts weinig van dien der bodemproductiewet 1938. De wijzigingen, welke werden aangebracht, zijn hoofdzakelijk van technischen en redactioneelen aard. Het vierde is de „distributiewet 1939". Het thans aangeboden ontwerp komt in het algemeen met de Distributiewet 1938 overeen. Voorzien is de mogelijkheid, distributievoor schriften te geven, eenerzijds voor goederen voor huishoudelijk gebruik, anderzijds voor de overige goederen, waarbij in de eerste plaats te denken valt aan grondstoffen en half-fabrikaten. De ministers van Economische Zaken en van Binnenlandsche Zaken zijn er bij het ontwerpen van deze voorschriften van uit gegaan, dat voor een doelmatige distributie van de noodzakelijke levensbehoeften in buitengewone omstandighe den en speciaal in geval van oorlog een zoover mogelijk doorgevoerde centraliseering in de leiding in het belang zoowel van de landsverde diging als van de volkshuishouding onontbeer lijk is. Wil een distributiestelsel effectief wer ken, dan moet ook in de gedetailleerde uitvoe ringsregelingen, waar noodig, uniformiteit ge bracht kunnen worden. De uitvoering dient overigens in handen te worden gelegd van die organen, welke hiertoe door kennis van plaatselijke toestanden en om standigheden het meest geëigend zijn, in casu de gemeentebesturen. De ministers stellen zich verder voor, dat bij de uitvoering der onderhavige regelen de be staande organisatie van den handel zooveel mo gelijk zal worden intact gelaten. Bij een even tueele distributieregeling zullen derhalve zoowel de winkeliers als de grossiers en andere tus- schenpersonen, waar mogelijk, worden ingescha keld. Hierdoor zal het doelmatige functionnee ren van het distributie-apparaat ten zeerste wor den bevorderd, terwijl bovendien voorkomen zal worden, dat de uitvoering der regeling onnoodig kostbaar wordt. Het in deze regeling neergelegde principe van centralisatie in de leiding sluit niet uit, dat ook de met de uitvoering belaste lagere organen uit eigen beweging zekere uitvoeringsmaatregelen treffen. Als vijfde volgt de „prijsopdrijvings- en ham- sterwet 1939". In het onderhavige wetsontwerp wordt voor gesteld der regeering middelen te verschaffen om zoowel tegen prijsopdrijving als tegen het zoogenaamde hamsteren op te treden. Een hamsterverbod is vervat in artikel 9 van dit ontwerp: dit artikel richt zich noch tegen het aanschaffen van voorraden in normale tijden, noch tegen het aanhouden van voorraden in het algemeen, doch het beoogt uitsluitend, indien hiertoe aanleiding bestaat, den in- en verkoop van bepaalde goederen aan zekere regelen te binden, ten einde een plotseling uitputten van de bij den handel beschikbare voorraden te voorkomen. Goederenvoorraden, bestemd voor eigen gebruik, welke zijn aangelegd vóór de uitvaardiging van een hamsterverbod, blijven ongemoeid. Ten einde echter op de krachtens deze wet verboden voorraadvorming controle te kunnen uitoefenen, dienen ten aanzien van de aflevering en het vervoer van goederen, waar voor bedoeld verbod geldt, regelen gesteld te kunnen worden. Ontwerp no. 6 is de „Zeeschepenvorderings- wet 1939". De inhoud van het ontwerp komt in hoofd zaak overeen met dien van de Schepenvorde- ringswet 1938. „Wet behoud scheepsruimte 1939" is de aan- haaltitel van het zevende ontwerp. De inhoud verschilt slechts weinig van dien der Schepenuitvoerwet 1938. Tenslotte: de zee- en luchtvaartverzekerings wet 1939, waarvan de inhoud slechts weinig ver schilt van dien van de oorlogszee- en -lucht vaartverzekeringswet 1938. De financieele moeilijkheden van Ar fis. Weer nieuw uitstel verleend. Houders van obligaties van de 3 procent niet hypothecaire leening 1927 (f 100.000) ten laste van het Koninklijk Zoölogisch Genoot schap „Artis Natura Magistra" te Amsterdam zijn Woensdagmiddag in één der zalen van „Artis" bijeengekomen in verband met een voorstel van het bestuur van het genootschap tot het verleenen van uitstel tot 1 Juli 1939 van uitlotingen, aflossing en betaling van de achterstallige en van de op 1 Januari 1939 te verschijnen rente. Deze vergadering was noodzakelijk door het niet aanvaarden van het bestuursvoorstel op de laatst gehouden vergadering van obligatie houders van de hypothecaire obligatieleening 1895. Men zal zich herinneren dat de houders van obligaties der 3 procent niet hypothecaire lee ning op 11 October j.l. algeheele aflossing tegen f 174.75, hadden aangenomen, mits ook met de houders van hypothecaire obligaties tot overeenstemming kon worden gekomen. Deze laatsten verwierpen echter het be stuursvoorstel, verleenden daarentegen alsnog een uitstel tot 1 Juli 1939, zoodat ook de rege ling met de houders der niet-hypothecaire obligaties geen beteekenis meer had. De vergadering stond onder leiding van den heer Robert May, die in zijn openingswoord constateerde, dat ter vergadering vertegen woordigd waren 56 obligaties, tezamen uit brengende 56 stemmen. Deze vertegenwoor diging bestond intusschen slechts uit twee heeren. De heer May zeide voorts, dat er nog steeds onderhandelingen gaande zijn om te trachten een voor obligatiehouders betere regeling te treffen, doch eenige inlichtingen daaromtrent kon hii thans nog niet geven. Zonder bespreking en zonder stemming werd het reeds genoemde bestuursvoorstel daarna aangenomen. ROTTERDAM EN HET NATUURLIJKE ACHTERLAND. Op vragen van den heer Van Vessem betref fende behartiging der belangen van de Rotter- damsche haven ter zake van het behoud van het aandeel van Rotterdam in het verkeer met zijn natuurlijk achterland, luidt het antwoord van de ministers Colijn, Patijn en Steenberghe: De belangen van Rotterdam en van de Neder- landsche havens in het algemeen bij het ver keer met hun natuurlijk achterland zijn onder werp van regelmatige bemoeiing der regeering. waarbij nauw contact onderhouden wordt met Duitsche regeeringsinstanties. Neder-Veluwe van dievenbende bevrijd. De politie van Ede heeft vijf personen, allen wonende te Ede, aangehouden, die verdacht worden van diefstal of medeplichtigheid daar aan, van kippen, konijnen en steenkolen in Ede en verren omtrek. Eenigen hunner zijn reeds verscheidene ma len, soms zelfs zeven keer, wegens diverse mis drijven met de justitie in aanraking geweest. Door deze arrestatie is, zoo meent men, voors hands aan de onveiligheid op het Neder-Veluw- sche platteland een einde gemaakt. Stenii voor Nod.-Indische mais. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft de minister van Economische Zaken maatrege len getroffen, ten einde den prijs van Neder- landsch-Indische mais, welke thans zeer laag is. te steunen. In verband hiermede zal voor mais van Ne- derlandsch-Indischen oorsprong bij den invoer in Nederland een reductie op de monopoliehef fing worden verleend. Tevens vernamen wij. dat in dezen ook de reederiien medewerking hebben verleend, door verlaging van den vrachtprijs voor Neder- landsch-Indische mar MIJNHARPT'S Iaxeer- T V ta b I ett e n werken zacht en zeker^B JHB DOOS 60 CT (Adv. Ingez. Med.) Verkeersongelukken door de gladheid. Een ernstig gewonde. Tengevolge van de gladheid zijn Woensdag avond op den Rijksstraatweg Amersfoort Zwolle, onder de gemeente Nijkerk kort na elkaar twee verkeersongelukken gebeurd. Nabij „Huize Salentijn" reed een auto tegen een boom. waardoor de inzittenden licht werden gewond. Na verbonden te zijn, konden zij op eigen gelegenheid naar huis gaan. Tusschen Nijkerk en Putten botste eenigen tijd later een auto, bestuurd door den heer Koekoek uit Amersfoort, eveneens tegen een boom. De botsing geschiedde met zooveel kracht dat de auto geheel in elkaar werd gedrukt. De heer Koekoek werd ernstig gewond naar het wijkgebouw Nijkerk overgebracht Op den rijksweg te Ede nabij den heuvel Langen berg is Woensdagmiddag om vier uur een auto botsing geschied. Een bus van de Geldersche tram draaide plotseling naar links den ouden vei-bindingsweg naar Ede in, terwijl een personenauto, be stuurd door den heer G. J. Elferink uit Am sterdam achter de autobus reed. De personen auto kwam bij het remmen door de gladheid van den weg te slippen en geraakte daarbij op de linkerweghelft. Op dat oogenblik naderde een Amerikaan- sche auto van de tegenovergestelde zijde. Een botsing was niet meer te vermijden. Van de vier inzittenden van den Amerikaanschen wa gen werd de bestuurder, de heer J. J. Somme uit St. Louis, ernstig aan 't hoofd gewond. Van de andere auto liep de naast den heer Elferink ge zeten persoon eveneens verwondingen aan het hoofd op. Beide gewonden werden naar het Diacones- senhuis te Arnhem overgebracht. Eerste aardbeien geveild. Aan de fruit- en groenteveiling te Waterin gen zijn Woensdag de eerste aardbeien ge veild. Deze aardbeien zijn onder toezicht van ir. Bruckman in de tuinen van de Technische Hoogeschool te Delft met electrische verwar ming gekweekt. Deze eerstelingen, waarvoor veel belangstelling bestond, brachten negen cent per stuk op. Steun van tie Diamantindustrie voor de vluchtelingen. Wij vernemen van de besturen van Amster- damsche Juweliers Vereeniging en den Alg. Ned. Diamantbewerkersbond, dat het resultaat van het voorstel van twee diamantbewerkers, om twee maal een week twee uur minder te schaf ten en het daarin verdiende loon beschikbaar te stellen ten behoeve van de Joodsche vluchte lingen f 2912.75 heeft opgebracht. Het overgroote deel der werkende diamant bewerkers was geheel vrijwillig bereid, hun steun te verleenen door deze maatregel op te volgen. Aangezien op het in die uren verdiende loon geen overheidsbijslag werd verleèhd, besloot het bestuur van de A. J. V. om in de plaats daarvan f 1500 uit het beschikbare geld voor de loonder ving van het feestdagen verzuim hieraan toe te voegen. Een aantal diamantbewerkers, waaronder ook werklooze leden, heeft vrijwillig f 395.96 voor dit doel beschikbaar gesteld, zoodat in totaal 4808.71 aan het comité voor de Joodsche vluch telingen namens de Diamantindustrie kan wor den afgedrager Droevige toestanden in woonwagenkamp. Vragen van den heer v. d. Zaal. De heer Van der Zaal heeft aan de ministers van Justitie en van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het den ministers bekend, dat door een aantal woonwagen-bewoners in ons land bit tere armoede wordt geleden? 2. Is het den ministers ook bekend, dat die armoede o.m. leidt tot zeer slechte woningtoe standen? 3. Hebben de ministers met name kennis genomen van hetgeen eenige dagen geleden in dit opzicht is gebleken in het woonwagen kamp tusschen Osdorp en Halfweg, waar een vader, een moeder en tien kinderen in e e n woonwagen huizen en daar ook, als het ware weggestuwd, den nacht doorbrengen? 4. Zijn de ministers bereid te bevorderen, dat de wet op ae woonwagens en woonschepen zoodanig wordt uitgevoerd, dat het onmoge lijk wordt, dat zich op dit gebied toestanden voordoen, die zoowel uit hygiënisch als uit mo reel oogpunt zeer ongewenscht moeten worden geacht? 5. Zijn de ministers bereid op korten termijn een onderzoek te doen instellen naar het aan tal der woonwagenbewoners in ons land en naar hun leefwijze, en van het resultaat van dat onderzoek aan de kamer mededeeling te doen? 6. Zijn de ministers bereid, in afwachting van dat resultaat en van de maatregelen, wel ke wellicht van een zoodanig onderzoek het gevolg zouden kunnen zijn, het initiatief te nemen tot de totstandkoming van een rege ling, welke het mogelijk maakt, dat in de meest nijpende gevallen van honger en kou onder deze menschen, gelijk zich o.a. aan het eind van de vorige week in het genoemde kamp hebben voorgedaan, van overheids wege helpend wordt opgetreden? BIJB. DIORAMA'S houden U 40 min. in spanning en ont roeren U diep. Dagel. 35 en 79 uur (behalve Zo. en Vr.). SCHOTERSINGEL 117 A. Adv. ingez Mea.j De onderwijzer en zijn school- bestuur. Verhouding draagt het karakter van een arbeidsovereenkomst. De Unie van Chr. Onderwijzers en onder wijzeressen heeft te Utrecht vergaderd. Mr. A. Bruch, Haarlem, rechtskundig adviseur van de Unie heeft gerefereerd over: „De Onderwij zer en het Burgerlijk Recht". Tot de taak van den onderwijzer, aldus spr behoort het aankweeken van die eigenschap pen bij den leerling, die hem voor zijn toekom stige plaats in de maatschappij geschikt maakt. En wie „maatschappij" zegt. omvat tevens het begrip „recht". Niet alleen het recht, dat de overheid met het zwaard hand haaft, „het strafrecht", doch ook het door haar gesanctionneerde privaatrecht, dat zijn voor naamste uitdrukking vindt in het Burgerlijk Wetboek. Meerdere bepalingen daaruit, o.m. die aangaande het huwelijksrecht, zijn zede lijke normen. De ware opvoeder werkt er toe mede. dat deze grondbeginselen van het monumentaal centrum van ons Burgerlijk Wetboek, het Contracten-Recht, gestalte in het maatschap pelijk verkeer verkrijgen. Hoezeer deze betrek king van den onderwijzer tot privaatrecht van belang is, doel van het referaat was niet om daar op het hoofdaccent te laten vallen, doch meer, om in het algemeen iets mede te deelen omtrent bepaalde punten van aanraking van den onderwijzer als zoodanig met het Burger lijk Wetboek. Allereerst verdient dan de aandacht de rechtsverhouding van den onderwijzer tot zijn schoolbestuur. Hoewel dienaangaande vroeger wel anders werd gedacht, is die naar alge meene opvatting thans een arbeidsovereen komst. Dit heeft tot gevolg een eenvoudiger, sneller en goedkooper procedure. Doch ook materieel-rechtelijk heeft dit een aantal con sequenties, die van beteekenis zijn, b.v. ten aanzien van schuldvergelijking, opzegging, extra-rente tot een maximum van 50% in ge val van aan het schoolbestuur toe te schrijven achterstalligheid met de betaling van salaris sen enz. Ook al is de Wet op het Arbeidscontract maatgevend in 't algemeen, voor zoover de wet L. O. 1920 (art. 8896) en de daarop ge baseerde Kon. Besluiten de rechtspositie re gelen. gaan deze Voor. Van groot belang is, dat de rechtbank te Utrecht in Hooger Be roep heeft beslist, dat de in de wet L. O. 1920 en daarop gegronde wettelijke voorschriften vastgelegde bepalingen, geacht moeten wor den te gelden voor een onderwijzer, die aan een bijzondere gesubsidieerde school is ver bonden. Ook heeft de burgerlijke rechter be slist, dat hangende Hooger Beroep van een ontslag het volle, en niet slechts het door toe vallige omstandigheden laatstelijk genoten gekorte, salaris doorgaat. Eveneens besliste hij in strijd met de opvatting van den minister en van het departement, dat. ook al wordt een ontslag gehandhaafd, tot aan de beslissing van de Commissie van Beroep de volle jaar wedde moet worden uitbetaald. Ook deze beide laatste beslissingen konden eerst in Hooger Beroep worden verkregen. De onderwijzer komt in de practijk voorts in aanraking met ver bintenissen uit de wet, althans kan dit komen Gemis aan zorgvuldigheid en niet redelijke toepassing van het Tuchtrecht kunnen een onrechtmatige daad opleveren, die den onder wijzer verplicht, de daardoor aangerichte schade te vergoeden. Niet alleen is hij echter aansprakelijk voor zijn eigen onrechtmatige daad, maar ook voor de onrechtmatige daad van zijn leerlingen, die onder zijn toezicht staan. Tenslotte moge nog aandacht geschon ken worden aan de bijzondere bepalingen be treffende de verjaring van het recht op sala ris, en de preferentie wegens vordering van salaris, waarvan de beteekenis door spr. tot besluit met eenige aan de practijk ontleende voorbeelden werd toegelicht. Ernstig ongeluk op spoorweg emplacement te Eindhoven. Dinsdagavond omstreeks tien uur is de veertigjarige spoorwegarbeider P. Vinkers op het spoorwegemplacement te Eindhoven ver moedelijk door de gladheid over de rails ge vallen. Op dat oogenblik naderde juist een rangeermachine. In hopeloozer» toestand werd het slachtoffer naar het ziekenhuis vervoerd waar hij Woensdag is overleden. Het slacht offer laat een vrouw met vijf kinderen achter. VRIENDSCHAP MET UW KLANTEN Zoo moet het zijn, dat schept di» juiste sfeer, waarin het goed is za ken te doen. Laat blijken dat U Uw klanten als vrienden beschouwt en wensch ze per Nieuwjaarsannonce geluk en voorspoed. Prijs der Nieuwjaarswenschen in Haarlem's Dagblad 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Het zijn witte, glasheldere, koude Kerstdagen geweest, die nu al weer in den dooi versmolten zyn en ik hoop dat ze u wel zijn bekomen. In jaren zijn die hooggestemde dagen van stilte en inkeer niet zoo harmonisch begeleid door de natuur en dat ons dat nu beschoren was, geeft reden tot dankbaarheid: wij hebben er uit kunnen leeren dat deze harmonie van groote waarde is. Ieder heeft deze Kerstdagen naar eigen heug en meug doorgebracht. Ik deed het deels zittende bij den haard met een boek en deels wande lende door u weet wel: de witte waereld ergens in het Zuiden des lands, respectievelijk in een gastvrij huis en door de stilte van be sneeuwde wegen.-bosschen en velden. Heerlijk om goed ingepakt de koude koud te laten en de knerpende sneeuw onder je zolen te vermorzelen. Er waren: de grauwe lucht, die even. zoo nu en dan. verguld werd. de smet- telooze witheid van de aarde, de frissche. tin telende. koude lucht En zelf werd je warm van het loopen, dat een zaligheid is wanneer weer en wereld samenwerken om een stemming te scheppen zooals die van de beide Kerstdagen. Er zijn overal in de wereld menschen. die zulke dagen het liefst feestvierend doorbrengen. En feestvieren betreft maar een heel kleine serie bezigheden: eten. dansen, muziek, licht, drin ken. Nu dan, ik heb ook gedronken. De heele wereld met haar donzige stilte heb ik in mij óogedronken. Het licht van den dag was zoo zacht en zoo stilde muziek van die stilte was zóó harmonieus en hartveroverend. Geen menschenhand en geen menschenhart hebben die ooit beschreven. En wie zoo licht en zoo blij door de sneeuw ging, die danste onge weten en onbewust den menscheliiksten dans van vlugge, blijde voeten, die ooit gedanst kan worden. En het etenwel dat was naar Kerstmis- trant en Kerstmis-ritus. Het is alleen maar hoe ge dansen cn drinken en muziek beluisteren wilt. Tk geloof dat de wijze waarop de niet-fuif- nummers het gedaan hebben meer passend is ïn hel kader van die twee dagen en meer pas send bii den mens^h die naar zijn waren aard en trant leeft en dat die andere, fuivende, ma nier is voor de niet-sterken. die weemoedig in de stilte en de sneeuw worden, die afwisseling, verpoozing en prikkeling zoeken, omdat de wer kelijkheid van iederen dag hen te machtig is. hen te veel bezwaart en pijn doet en zij de stilte daarna niet verdragen kunnen. Want de stilte dringt tot bezinnen en bezinnen doet pijn voor wie zich on niets te bezinnen hebben. Waarmede niet gezegd wil zijn dat die an deren de slechte en frivole menschen zijn en dat zij die door de bosschen en over de witte we gen gingen de goeden en de ernstigen zijn. Wie zonder zonden is werpe den eersten steen en het is beter te zeggen, dat de feestvierders beklagenswaardiger zijn dan de stiltezoekers. En dat die laatsten te benijden zijn om wat zij gezocht hebben en wat zij gevonden hebben voorèl. En nu eischt de gewone dag ons allemaal weer op: de feestvierders en de bezinners, en zijn we allemaal weer druk in de weer voor onze min of meer belegde boterham. Maar de één eet die met gragen en gezonden honger en de ander met lange tanden. En de mensch was, is en zal blijven raadsel achtig in zijn wanen, die hem ver weg voeren van zijn eigen, innerlijkste en innigste behoefte aan stilte, rust en blankheid in de eigen wereld van droom en werkelijkheid. Mr. E. ELIAS. Griep, Kou, Pijn. altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets,genaamd..Mijnhardtjes"2st. lOct Doos50cC (Adv. Ingez. Med.) POOL TOT TWEE JAAR GEVANGENIS STRAF VEROORDEELD. AMSTERDAM, 28 December. De rechtbank veroordeelde een nog jeugdigen Pool wegens op lichting tot twee jaar gevangenisstraf, met af trek van voorarrest. De man had een meisje overgehaald hem vier honderd gulden te Ieenen. Hij zou zoogenaamd een groot bedrag uit het buitenland gestuurd krijgen. Het meisje zag het geld nooit terug. Van een procuratiehouder van een papierhan del hier ter stede wist hij vijftig gulden mach tig te worden. De Officier van Justitie had anderhalf jaar gevangenisstraf tegen den min geëischt. In de Frederik Hendrikstraat hoek Tweede Hugo de Grootstraat te Amsterdam, is Woens dagavond een 63-jarige man aangereden door een passeerenden tramwagen en ernstig ge wond. De „IJsbeer" heeft het Ncord-Hollandsch Kanaal opengebroken. Een drie-jarig zoontje van de familie Gommel uit de Leliestraat te Schiedam is ln een emmer met kokend water gevallen en aan de gevolgen overleden. De 49-jarige J. J. van Nieuwkerk uit de Westerbeekstraat te Rotterdam heeft op een Engelsch schip een laadboom op het hoofd gekregen en ls aan de gevolgen overleden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5