Economische verdedigings
maatregelen.
Regeering vraagt bevoegdheden.
In dool versmolten
Nieuws in het kort.
DONDERDAG 29 DECEMBER 1938
HAARDE M'S D A G B E A D
3
Acht wetsontwerpen
ingediend.
Bij de Tweede Kamer zijn thans acht
wetsontwerpen ingediend, houdende re
gelen met betrekking tot de voorberei
ding van voorzieningen in geval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten
gewone omstandigheden in de behoef
ten van volkshuishouding en landsver
dediging.
In de toelichting tot het eerste wetsontwerp
(wet medewerking verdedigingsvoorbereiding
1939) schrijft de regeering:
Het ontwerp heeft ten doel de werking der
bij de wet economische verdedigingsvoorberei
ding 1938 gestelde regelen te bestendigen.
De regeering grijpt deze gelegenheid tevens
aan om den Staten-Generaal een nadere uiteen
zetting te geven nopens de maatregelen, welke
haars inziens ter voorbereiding van de economi
sche verdediging des lands noodzakelijk zijn.
In den modernen oorlog is het verloop van
den strijd in hooge mate afhankelijk van het
economische aanpassings- en uithoudingsver
mogen van een land. Het zeer groote materiaal-
verbruik door de weermacht maakt deze steeds
meer afhankelijk van de mogelijkheid orn in haar
behoeften te voorzien. Een ongekende vraag naar
grondstof zal ontstaan, die in vele gevalllen het
aanbod verre zal overtreffen. Een en ander zal
er ongetwijfeld toe leiden, dat in het bijzonder
de oorlogvoerende mogendheden de in haar bezit
zijnde voorraden niet of slechts onder zeer be
zwarende voorwaarden ten uitvoer zullen toe
laten.
Deze omstandigheden hebben voor Nederland
verschillende consequenties, waarmede de re
geering reeds thans terdege rekening moet hou
den, zoowel voor het geval, dat ons land in een
oorlog zou worden betrokken, als voor het geval,
dat het er opnieuw in mocht slagen zijn neutra
liteit te handhaven. Mocht ons land in 'n conflict
worden betrokken, dan kan, naar de meening
van de regeering, althans in de eerste periode
niet aanstonds op den steun van eventueele bond-
genooten worden gerekend. Bij een neutraliteits
positie zal men gezien de beperkte mogelijk
heid om in oorlogstijd door internationale ruil
in de behoeften te voorzien er van moeten uit
gaan, dat ons land tijdens den geheelen duur
daarvan, in nog sterkere mate op zichzelf zal zijn
aangewezen.
De economische verdedigingsvoorbereiding is
een noodzakelijke voorwaarde om onze tradi-
tioneele zelfstandigheidspolitielc meer kracht bij
te zetten. De regeering is er zich daarom van be
wust, dat een zoodanige voorbereiding op beide
situaties gericht moet zijn.
Het economische leven en de welvaart van ons
land zijn onder de huidige omstandigheden zoo
zeer afhankelijk van den internationalen goe-
derenruil, dat een streven naar autarkie ten be
hoeve van de economische weerbaarheid niet
in aanmerking kan komen. De regeering stelt zich
dan ook op het standpunt, dat wel een organi
satie van productie en verbruik voor het geval
van isolement dient te worden voorbereid, doch
dat slechts van enkele, voor de verdediging des
lands onontbeerlijke artikelen een oneconomische
binnenlandsche voortbrenging, ter vervanging
van import, in vredestijd mag worden aange
wakkerd.
Behalve problemen op het gebied van de pro
ductie, de distributie, de prijsvorming en den
internationalen handel moeten ook nog worden
vermeld: die betreffende de financiering, de bui
ten-scheepvaart, het binnenlandsche transport,
kortom betreffende al die onderwerpen, die met
het functionneeren der volkshuishouding onder
bedoelde buitengewone omstandigheden ver
band houden.
Het onderhavige wetsontwerp beoogt de regee
ring een bevoegdheid te verleenen, welke zij
reeds in vredestijd noodig heeft om deze maat
regelen op doeltreffende wijze te kunnen voor
bereiden, de bevoegdheid namelijk, om de bij
die voorbereiding noodzakelijke medewerking
van het bedrijfsleven te verlangen en, zoo noodig,
af te dwingen.
Alle problemen, welke aan deze kwestie vast
zitten, en in het bijzonder die met betrekking
tot de organisatie der productie, kunnen uiter
aard niet tot een bevredigende oplossing wor
den gebracht, voordat velerlei gegevens betref
fende productie-capaciteit en productieprogram
ma, aard van den te verrichten arbeid, arbeids-
bezetting, voorraden e. d. verkregen zijn. Voorts
zal in vele gevallen een beroep moeien worden
gedaan op de medewerking van deskundigen uit
industrie of handel, b.v. waar het betreft de tal
rijke technische moeilijkheden, die zich bij de
omschakeling van het productie-apparaat en de
vervaardiging van vervangingsproducten, alsook
bij de voorbereiding van eventueel noodzakelijke
evacuaties zullen voordoen. Tevens zij hier ge
noemd de mogelijkheid, dat van de ondernemers
in sommige bedrijfstakken zal worden verlangd,
dat zij van bepaalde goederen minimum voor
raden aanhouden.
Ten slotte zij nog gewezen op de noodzake
lijkheid reeds thans de organen in het leven te
roepen, die in vredestijd de regeering zullen ad-
viseeren over de in tijden van nood te treffen
maatregelen en die in oorlogstijd met de uitvoe
ring daarvan zullen worden belast. Kernen van
zoodanige organen, waarin vertegenwoordigers
van en deskundigen uit het bedrijfsleven zijn
opgenomen, zijn voor de meest essentieele tak
ken van industrie en handel reeds gevormd, dan
wel verkeeren in een vergevorderd stadium van
voorbereiding.
Ter toelichting tot het tweede wetsontwerp
(algemeene vorderingswet 1939) zegt de regee
ring o.a.:
Zooals reeds gebleken is uit haar antwoord,
gegeven in het voorloopig verslag der Tweede
Kamer nopens het eerste hoofdstuk der rijksbe-
grooting 1939, stelt de regeering er prijs op in
rustig overleg met de Staten-Generaal een aan
tal wetten tot stand te brengen, aan welke zij
in tijden van nood de bijzondere bevoegdheden
zal kunnen ontleenen, waaraan zij als dan be
hoefte zal hebben.
Het behoeft geen betoog, dat de regeering,
wanneer zij onverhoopt voor de noodzakelijk
heid komt te staan, ter organisatie van 's lands
verdediging in den ruimsten zin. in het vrije
economische leven in te grijpen, over uitge
breide bevoegdheden zal moeten kunnen be
schikken.
Aangezien de ontwikkeling van buitengewone
omstandigheden, als die, welke de thans inge
diende wetsontwerpen op het oog hebben, een
onverwijld ingrijpen van regeeringswege nood
zakelijk kan maken, komt het onvermijdelijk
voor in de onderhavige wetten voorschriften op
te nemen, krachtens welke zij bij Kon. besluit
in werking gesteld kunnen worden.
Wat de algemeene strekking van deze wet be
treft, de ministers van Economische Zaken en
van Defensie hebben in overeenstemming met
hun ambtgenooten, in het bijzonder met den mi
nister van Binnenlandsche Zaken, gemeend de
mogelijkheid te moeten opnemen, dat de vorde
ringen krachtens deze wet niet slechts aan volks
huishouding en landsverdediging, doch ook aan
de veiligheid der burgerbevolking worden
dienstbaar gemaakt. Hierbij is voornamelijk ge
dacht aan de luchtbescherming, die noch onder
de volkshuishouding, noch onder de landsver
dediging begrepen kan worden.
Het derde ontwerp is dat voor de „Bodempro
ductie 1939".
De inhoud van het ontwerp verschilt slechts
weinig van dien der bodemproductiewet 1938.
De wijzigingen, welke werden aangebracht, zijn
hoofdzakelijk van technischen en redactioneelen
aard.
Het vierde is de „distributiewet 1939".
Het thans aangeboden ontwerp komt in het
algemeen met de Distributiewet 1938 overeen.
Voorzien is de mogelijkheid, distributievoor
schriften te geven, eenerzijds voor goederen
voor huishoudelijk gebruik, anderzijds voor de
overige goederen, waarbij in de eerste plaats te
denken valt aan grondstoffen en half-fabrikaten.
De ministers van Economische Zaken en van
Binnenlandsche Zaken zijn er bij het ontwerpen
van deze voorschriften van uit gegaan, dat voor
een doelmatige distributie van de noodzakelijke
levensbehoeften in buitengewone omstandighe
den en speciaal in geval van oorlog een zoover
mogelijk doorgevoerde centraliseering in de
leiding in het belang zoowel van de landsverde
diging als van de volkshuishouding onontbeer
lijk is. Wil een distributiestelsel effectief wer
ken, dan moet ook in de gedetailleerde uitvoe
ringsregelingen, waar noodig, uniformiteit ge
bracht kunnen worden.
De uitvoering dient overigens in handen te
worden gelegd van die organen, welke hiertoe
door kennis van plaatselijke toestanden en om
standigheden het meest geëigend zijn, in casu
de gemeentebesturen.
De ministers stellen zich verder voor, dat bij
de uitvoering der onderhavige regelen de be
staande organisatie van den handel zooveel mo
gelijk zal worden intact gelaten. Bij een even
tueele distributieregeling zullen derhalve zoowel
de winkeliers als de grossiers en andere tus-
schenpersonen, waar mogelijk, worden ingescha
keld. Hierdoor zal het doelmatige functionnee
ren van het distributie-apparaat ten zeerste wor
den bevorderd, terwijl bovendien voorkomen zal
worden, dat de uitvoering der regeling onnoodig
kostbaar wordt.
Het in deze regeling neergelegde principe van
centralisatie in de leiding sluit niet uit, dat ook
de met de uitvoering belaste lagere organen uit
eigen beweging zekere uitvoeringsmaatregelen
treffen.
Als vijfde volgt de „prijsopdrijvings- en ham-
sterwet 1939".
In het onderhavige wetsontwerp wordt voor
gesteld der regeering middelen te verschaffen
om zoowel tegen prijsopdrijving als tegen het
zoogenaamde hamsteren op te treden.
Een hamsterverbod is vervat in artikel 9 van
dit ontwerp: dit artikel richt zich noch tegen het
aanschaffen van voorraden in normale tijden,
noch tegen het aanhouden van voorraden in het
algemeen, doch het beoogt uitsluitend, indien
hiertoe aanleiding bestaat, den in- en verkoop
van bepaalde goederen aan zekere regelen te
binden, ten einde een plotseling uitputten van
de bij den handel beschikbare voorraden te
voorkomen. Goederenvoorraden, bestemd voor
eigen gebruik, welke zijn aangelegd vóór de
uitvaardiging van een hamsterverbod, blijven
ongemoeid. Ten einde echter op de krachtens
deze wet verboden voorraadvorming controle te
kunnen uitoefenen, dienen ten aanzien van de
aflevering en het vervoer van goederen, waar
voor bedoeld verbod geldt, regelen gesteld te
kunnen worden.
Ontwerp no. 6 is de „Zeeschepenvorderings-
wet 1939".
De inhoud van het ontwerp komt in hoofd
zaak overeen met dien van de Schepenvorde-
ringswet 1938.
„Wet behoud scheepsruimte 1939" is de aan-
haaltitel van het zevende ontwerp.
De inhoud verschilt slechts weinig van dien
der Schepenuitvoerwet 1938.
Tenslotte: de zee- en luchtvaartverzekerings
wet 1939, waarvan de inhoud slechts weinig ver
schilt van dien van de oorlogszee- en -lucht
vaartverzekeringswet 1938.
De financieele moeilijkheden van
Ar fis.
Weer nieuw uitstel verleend.
Houders van obligaties van de 3 procent
niet hypothecaire leening 1927 (f 100.000) ten
laste van het Koninklijk Zoölogisch Genoot
schap „Artis Natura Magistra" te Amsterdam
zijn Woensdagmiddag in één der zalen van
„Artis" bijeengekomen in verband met een
voorstel van het bestuur van het genootschap
tot het verleenen van uitstel tot 1 Juli 1939
van uitlotingen, aflossing en betaling van de
achterstallige en van de op 1 Januari 1939 te
verschijnen rente.
Deze vergadering was noodzakelijk door het
niet aanvaarden van het bestuursvoorstel op
de laatst gehouden vergadering van obligatie
houders van de hypothecaire obligatieleening
1895.
Men zal zich herinneren dat de houders van
obligaties der 3 procent niet hypothecaire lee
ning op 11 October j.l. algeheele aflossing
tegen f 174.75, hadden aangenomen, mits ook
met de houders van hypothecaire obligaties
tot overeenstemming kon worden gekomen.
Deze laatsten verwierpen echter het be
stuursvoorstel, verleenden daarentegen alsnog
een uitstel tot 1 Juli 1939, zoodat ook de rege
ling met de houders der niet-hypothecaire
obligaties geen beteekenis meer had.
De vergadering stond onder leiding van den
heer Robert May, die in zijn openingswoord
constateerde, dat ter vergadering vertegen
woordigd waren 56 obligaties, tezamen uit
brengende 56 stemmen. Deze vertegenwoor
diging bestond intusschen slechts uit twee
heeren.
De heer May zeide voorts, dat er nog steeds
onderhandelingen gaande zijn om te trachten
een voor obligatiehouders betere regeling te
treffen, doch eenige inlichtingen daaromtrent
kon hii thans nog niet geven.
Zonder bespreking en zonder stemming
werd het reeds genoemde bestuursvoorstel
daarna aangenomen.
ROTTERDAM EN HET NATUURLIJKE
ACHTERLAND.
Op vragen van den heer Van Vessem betref
fende behartiging der belangen van de Rotter-
damsche haven ter zake van het behoud van het
aandeel van Rotterdam in het verkeer met zijn
natuurlijk achterland, luidt het antwoord van
de ministers Colijn, Patijn en Steenberghe:
De belangen van Rotterdam en van de Neder-
landsche havens in het algemeen bij het ver
keer met hun natuurlijk achterland zijn onder
werp van regelmatige bemoeiing der regeering.
waarbij nauw contact onderhouden wordt met
Duitsche regeeringsinstanties.
Neder-Veluwe van dievenbende
bevrijd.
De politie van Ede heeft vijf personen, allen
wonende te Ede, aangehouden, die verdacht
worden van diefstal of medeplichtigheid daar
aan, van kippen, konijnen en steenkolen in Ede
en verren omtrek.
Eenigen hunner zijn reeds verscheidene ma
len, soms zelfs zeven keer, wegens diverse mis
drijven met de justitie in aanraking geweest.
Door deze arrestatie is, zoo meent men, voors
hands aan de onveiligheid op het Neder-Veluw-
sche platteland een einde gemaakt.
Stenii voor Nod.-Indische mais.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft
de minister van Economische Zaken maatrege
len getroffen, ten einde den prijs van Neder-
landsch-Indische mais, welke thans zeer laag is.
te steunen.
In verband hiermede zal voor mais van Ne-
derlandsch-Indischen oorsprong bij den invoer
in Nederland een reductie op de monopoliehef
fing worden verleend.
Tevens vernamen wij. dat in dezen ook de
reederiien medewerking hebben verleend, door
verlaging van den vrachtprijs voor Neder-
landsch-Indische mar
MIJNHARPT'S
Iaxeer- T V
ta b I ett e n
werken zacht en zeker^B JHB
DOOS 60 CT
(Adv. Ingez. Med.)
Verkeersongelukken door de
gladheid.
Een ernstig gewonde.
Tengevolge van de gladheid zijn Woensdag
avond op den Rijksstraatweg Amersfoort
Zwolle, onder de gemeente Nijkerk kort na
elkaar twee verkeersongelukken gebeurd.
Nabij „Huize Salentijn" reed een auto tegen
een boom. waardoor de inzittenden licht werden
gewond. Na verbonden te zijn, konden zij op
eigen gelegenheid naar huis gaan.
Tusschen Nijkerk en Putten botste eenigen tijd
later een auto, bestuurd door den heer Koekoek
uit Amersfoort, eveneens tegen een boom. De
botsing geschiedde met zooveel kracht dat de
auto geheel in elkaar werd gedrukt.
De heer Koekoek werd ernstig gewond naar
het wijkgebouw Nijkerk overgebracht
Op den rijksweg te Ede nabij den heuvel Langen
berg is Woensdagmiddag om vier uur een auto
botsing geschied.
Een bus van de Geldersche tram draaide
plotseling naar links den ouden vei-bindingsweg
naar Ede in, terwijl een personenauto, be
stuurd door den heer G. J. Elferink uit Am
sterdam achter de autobus reed. De personen
auto kwam bij het remmen door de gladheid
van den weg te slippen en geraakte daarbij op
de linkerweghelft.
Op dat oogenblik naderde een Amerikaan-
sche auto van de tegenovergestelde zijde. Een
botsing was niet meer te vermijden. Van de
vier inzittenden van den Amerikaanschen wa
gen werd de bestuurder, de heer J. J. Somme uit
St. Louis, ernstig aan 't hoofd gewond. Van de
andere auto liep de naast den heer Elferink ge
zeten persoon eveneens verwondingen aan het
hoofd op.
Beide gewonden werden naar het Diacones-
senhuis te Arnhem overgebracht.
Eerste aardbeien geveild.
Aan de fruit- en groenteveiling te Waterin
gen zijn Woensdag de eerste aardbeien ge
veild. Deze aardbeien zijn onder toezicht van
ir. Bruckman in de tuinen van de Technische
Hoogeschool te Delft met electrische verwar
ming gekweekt. Deze eerstelingen, waarvoor
veel belangstelling bestond, brachten negen
cent per stuk op.
Steun van tie Diamantindustrie
voor de vluchtelingen.
Wij vernemen van de besturen van Amster-
damsche Juweliers Vereeniging en den Alg. Ned.
Diamantbewerkersbond, dat het resultaat van
het voorstel van twee diamantbewerkers, om
twee maal een week twee uur minder te schaf
ten en het daarin verdiende loon beschikbaar
te stellen ten behoeve van de Joodsche vluchte
lingen f 2912.75 heeft opgebracht.
Het overgroote deel der werkende diamant
bewerkers was geheel vrijwillig bereid, hun
steun te verleenen door deze maatregel op te
volgen.
Aangezien op het in die uren verdiende loon
geen overheidsbijslag werd verleèhd, besloot het
bestuur van de A. J. V. om in de plaats daarvan
f 1500 uit het beschikbare geld voor de loonder
ving van het feestdagen verzuim hieraan toe te
voegen.
Een aantal diamantbewerkers, waaronder ook
werklooze leden, heeft vrijwillig f 395.96 voor dit
doel beschikbaar gesteld, zoodat in totaal
4808.71 aan het comité voor de Joodsche vluch
telingen namens de Diamantindustrie kan wor
den afgedrager
Droevige toestanden in
woonwagenkamp.
Vragen van den heer v. d. Zaal.
De heer Van der Zaal heeft aan de ministers
van Justitie en van Binnenlandsche Zaken de
volgende vragen gesteld:
1. Is het den ministers bekend, dat door een
aantal woonwagen-bewoners in ons land bit
tere armoede wordt geleden?
2. Is het den ministers ook bekend, dat die
armoede o.m. leidt tot zeer slechte woningtoe
standen?
3. Hebben de ministers met name kennis
genomen van hetgeen eenige dagen geleden
in dit opzicht is gebleken in het woonwagen
kamp tusschen Osdorp en Halfweg, waar een
vader, een moeder en tien kinderen in e e n
woonwagen huizen en daar ook, als het ware
weggestuwd, den nacht doorbrengen?
4. Zijn de ministers bereid te bevorderen,
dat de wet op ae woonwagens en woonschepen
zoodanig wordt uitgevoerd, dat het onmoge
lijk wordt, dat zich op dit gebied toestanden
voordoen, die zoowel uit hygiënisch als uit mo
reel oogpunt zeer ongewenscht moeten worden
geacht?
5. Zijn de ministers bereid op korten termijn
een onderzoek te doen instellen naar het aan
tal der woonwagenbewoners in ons land en
naar hun leefwijze, en van het resultaat van
dat onderzoek aan de kamer mededeeling te
doen?
6. Zijn de ministers bereid, in afwachting
van dat resultaat en van de maatregelen, wel
ke wellicht van een zoodanig onderzoek het
gevolg zouden kunnen zijn, het initiatief te
nemen tot de totstandkoming van een rege
ling, welke het mogelijk maakt, dat in de
meest nijpende gevallen van honger en kou
onder deze menschen, gelijk zich o.a. aan het
eind van de vorige week in het genoemde
kamp hebben voorgedaan, van overheids
wege helpend wordt opgetreden?
BIJB. DIORAMA'S
houden U 40 min. in spanning en ont
roeren U diep. Dagel. 35 en 79 uur
(behalve Zo. en Vr.).
SCHOTERSINGEL 117 A.
Adv. ingez Mea.j
De onderwijzer en zijn school-
bestuur.
Verhouding draagt het karakter van een
arbeidsovereenkomst.
De Unie van Chr. Onderwijzers en onder
wijzeressen heeft te Utrecht vergaderd. Mr. A.
Bruch, Haarlem, rechtskundig adviseur van
de Unie heeft gerefereerd over: „De Onderwij
zer en het Burgerlijk Recht".
Tot de taak van den onderwijzer, aldus spr
behoort het aankweeken van die eigenschap
pen bij den leerling, die hem voor zijn toekom
stige plaats in de maatschappij geschikt
maakt. En wie „maatschappij" zegt. omvat
tevens het begrip „recht". Niet alleen het
recht, dat de overheid met het zwaard hand
haaft, „het strafrecht", doch ook het door haar
gesanctionneerde privaatrecht, dat zijn voor
naamste uitdrukking vindt in het Burgerlijk
Wetboek. Meerdere bepalingen daaruit, o.m.
die aangaande het huwelijksrecht, zijn zede
lijke normen.
De ware opvoeder werkt er toe mede. dat
deze grondbeginselen van het monumentaal
centrum van ons Burgerlijk Wetboek, het
Contracten-Recht, gestalte in het maatschap
pelijk verkeer verkrijgen. Hoezeer deze betrek
king van den onderwijzer tot privaatrecht van
belang is, doel van het referaat was niet om
daar op het hoofdaccent te laten vallen, doch
meer, om in het algemeen iets mede te deelen
omtrent bepaalde punten van aanraking van
den onderwijzer als zoodanig met het Burger
lijk Wetboek.
Allereerst verdient dan de aandacht de
rechtsverhouding van den onderwijzer tot zijn
schoolbestuur. Hoewel dienaangaande vroeger
wel anders werd gedacht, is die naar alge
meene opvatting thans een arbeidsovereen
komst. Dit heeft tot gevolg een eenvoudiger,
sneller en goedkooper procedure. Doch ook
materieel-rechtelijk heeft dit een aantal con
sequenties, die van beteekenis zijn, b.v. ten
aanzien van schuldvergelijking, opzegging,
extra-rente tot een maximum van 50% in ge
val van aan het schoolbestuur toe te schrijven
achterstalligheid met de betaling van salaris
sen enz.
Ook al is de Wet op het Arbeidscontract
maatgevend in 't algemeen, voor zoover de
wet L. O. 1920 (art. 8896) en de daarop ge
baseerde Kon. Besluiten de rechtspositie re
gelen. gaan deze Voor. Van groot belang is,
dat de rechtbank te Utrecht in Hooger Be
roep heeft beslist, dat de in de wet L. O. 1920
en daarop gegronde wettelijke voorschriften
vastgelegde bepalingen, geacht moeten wor
den te gelden voor een onderwijzer, die aan
een bijzondere gesubsidieerde school is ver
bonden. Ook heeft de burgerlijke rechter be
slist, dat hangende Hooger Beroep van een
ontslag het volle, en niet slechts het door toe
vallige omstandigheden laatstelijk genoten
gekorte, salaris doorgaat. Eveneens besliste
hij in strijd met de opvatting van den minister
en van het departement, dat. ook al wordt een
ontslag gehandhaafd, tot aan de beslissing
van de Commissie van Beroep de volle jaar
wedde moet worden uitbetaald. Ook deze beide
laatste beslissingen konden eerst in Hooger
Beroep worden verkregen. De onderwijzer komt
in de practijk voorts in aanraking met ver
bintenissen uit de wet, althans kan dit komen
Gemis aan zorgvuldigheid en niet redelijke
toepassing van het Tuchtrecht kunnen een
onrechtmatige daad opleveren, die den onder
wijzer verplicht, de daardoor aangerichte
schade te vergoeden. Niet alleen is hij echter
aansprakelijk voor zijn eigen onrechtmatige
daad, maar ook voor de onrechtmatige daad
van zijn leerlingen, die onder zijn toezicht
staan. Tenslotte moge nog aandacht geschon
ken worden aan de bijzondere bepalingen be
treffende de verjaring van het recht op sala
ris, en de preferentie wegens vordering van
salaris, waarvan de beteekenis door spr. tot
besluit met eenige aan de practijk ontleende
voorbeelden werd toegelicht.
Ernstig ongeluk op spoorweg
emplacement te Eindhoven.
Dinsdagavond omstreeks tien uur is de
veertigjarige spoorwegarbeider P. Vinkers op
het spoorwegemplacement te Eindhoven ver
moedelijk door de gladheid over de rails ge
vallen. Op dat oogenblik naderde juist een
rangeermachine. In hopeloozer» toestand werd
het slachtoffer naar het ziekenhuis vervoerd
waar hij Woensdag is overleden. Het slacht
offer laat een vrouw met vijf kinderen achter.
VRIENDSCHAP MET UW
KLANTEN
Zoo moet het zijn, dat schept di»
juiste sfeer, waarin het goed is za
ken te doen. Laat blijken dat U Uw
klanten als vrienden beschouwt en
wensch ze per Nieuwjaarsannonce
geluk en voorspoed.
Prijs der Nieuwjaarswenschen in
Haarlem's Dagblad 14 regels 60
cent, elke regel meer 15 cent.
Het zijn witte, glasheldere, koude Kerstdagen
geweest, die nu al weer in den dooi versmolten
zyn en ik hoop dat ze u wel zijn bekomen.
In jaren zijn die hooggestemde dagen van
stilte en inkeer niet zoo harmonisch begeleid
door de natuur en dat ons dat nu beschoren
was, geeft reden tot dankbaarheid: wij hebben
er uit kunnen leeren dat deze harmonie van
groote waarde is.
Ieder heeft deze Kerstdagen naar eigen heug
en meug doorgebracht. Ik deed het deels zittende
bij den haard met een boek en deels wande
lende door u weet wel: de witte waereld
ergens in het Zuiden des lands, respectievelijk
in een gastvrij huis en door de stilte van be
sneeuwde wegen.-bosschen en velden.
Heerlijk om goed ingepakt de koude koud te
laten en de knerpende sneeuw onder je zolen
te vermorzelen. Er waren: de grauwe lucht, die
even. zoo nu en dan. verguld werd. de smet-
telooze witheid van de aarde, de frissche. tin
telende. koude lucht En zelf werd je warm van
het loopen, dat een zaligheid is wanneer weer
en wereld samenwerken om een stemming te
scheppen zooals die van de beide Kerstdagen.
Er zijn overal in de wereld menschen. die
zulke dagen het liefst feestvierend doorbrengen.
En feestvieren betreft maar een heel kleine serie
bezigheden: eten. dansen, muziek, licht, drin
ken. Nu dan, ik heb ook gedronken. De heele
wereld met haar donzige stilte heb ik in mij
óogedronken. Het licht van den dag was zoo
zacht en zoo stilde muziek van die stilte
was zóó harmonieus en hartveroverend.
Geen menschenhand en geen menschenhart
hebben die ooit beschreven. En wie zoo licht en
zoo blij door de sneeuw ging, die danste onge
weten en onbewust den menscheliiksten dans
van vlugge, blijde voeten, die ooit gedanst kan
worden.
En het etenwel dat was naar Kerstmis-
trant en Kerstmis-ritus.
Het is alleen maar hoe ge dansen cn drinken
en muziek beluisteren wilt.
Tk geloof dat de wijze waarop de niet-fuif-
nummers het gedaan hebben meer passend is
ïn hel kader van die twee dagen en meer pas
send bii den mens^h die naar zijn waren aard
en trant leeft en dat die andere, fuivende, ma
nier is voor de niet-sterken. die weemoedig in
de stilte en de sneeuw worden, die afwisseling,
verpoozing en prikkeling zoeken, omdat de wer
kelijkheid van iederen dag hen te machtig is.
hen te veel bezwaart en pijn doet en zij de stilte
daarna niet verdragen kunnen. Want de stilte
dringt tot bezinnen en bezinnen doet pijn voor
wie zich on niets te bezinnen hebben.
Waarmede niet gezegd wil zijn dat die an
deren de slechte en frivole menschen zijn en dat
zij die door de bosschen en over de witte we
gen gingen de goeden en de ernstigen zijn.
Wie zonder zonden is werpe den eersten steen
en het is beter te zeggen, dat de feestvierders
beklagenswaardiger zijn dan de stiltezoekers.
En dat die laatsten te benijden zijn om wat zij
gezocht hebben en wat zij gevonden hebben
voorèl.
En nu eischt de gewone dag ons allemaal weer
op: de feestvierders en de bezinners, en zijn we
allemaal weer druk in de weer voor onze min
of meer belegde boterham.
Maar de één eet die met gragen en gezonden
honger en de ander met lange tanden.
En de mensch was, is en zal blijven raadsel
achtig in zijn wanen, die hem ver weg voeren
van zijn eigen, innerlijkste en innigste behoefte
aan stilte, rust en blankheid in de eigen wereld
van droom en werkelijkheid.
Mr. E. ELIAS.
Griep, Kou, Pijn.
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets,genaamd..Mijnhardtjes"2st. lOct Doos50cC
(Adv. Ingez. Med.)
POOL TOT TWEE JAAR GEVANGENIS
STRAF VEROORDEELD.
AMSTERDAM, 28 December. De rechtbank
veroordeelde een nog jeugdigen Pool wegens op
lichting tot twee jaar gevangenisstraf, met af
trek van voorarrest.
De man had een meisje overgehaald hem vier
honderd gulden te Ieenen. Hij zou zoogenaamd
een groot bedrag uit het buitenland gestuurd
krijgen. Het meisje zag het geld nooit terug.
Van een procuratiehouder van een papierhan
del hier ter stede wist hij vijftig gulden mach
tig te worden.
De Officier van Justitie had anderhalf jaar
gevangenisstraf tegen den min geëischt.
In de Frederik Hendrikstraat hoek Tweede
Hugo de Grootstraat te Amsterdam, is Woens
dagavond een 63-jarige man aangereden door
een passeerenden tramwagen en ernstig ge
wond.
De „IJsbeer" heeft het Ncord-Hollandsch
Kanaal opengebroken.
Een drie-jarig zoontje van de familie
Gommel uit de Leliestraat te Schiedam is ln
een emmer met kokend water gevallen en
aan de gevolgen overleden.
De 49-jarige J. J. van Nieuwkerk uit de
Westerbeekstraat te Rotterdam heeft op een
Engelsch schip een laadboom op het hoofd
gekregen en ls aan de gevolgen overleden.