„Mysterie
om een Erfenis
Frankrijk beschermt zijn koloniën. Een bataljon Senegaleesche tirailleurs is van
Marseille naar Djibouti vertrokken, om de daar gelegerde troepen te versterken.
De manschappen gaan scheep
Het Zweedsche s.s. „Selje", dat een lading oud ijzer voor de Spaansche republi-
keinsche strijdkrachten vervoerde, durfde zijn reis niet vervolgen en bleef te
Casablanca, waar de lading werd overgebracht aan boord van het Engelsche s.s.
„Lulca", dat de onderneming durfde wagen. De twee schepen naast elkander
Concentratie tijdens de wedstrijden voor dames, om het schaakkampioenschap Een groote vrachtwagen ramde Maan-
n j j dag te Orthen het huis- van een slager,
van Haarlem, welke Maandagavond zijn aangevangen wayarbjj de winke|pui verwoest werd.
De situatie na de botsing
De halfjaarlijksche opruiming is begonnen en
daarmede de run op alle voordeelige aan
biedingen en koopjes. In warenhuizen en
winkels heescht een overstelpende drukte
Ter herdenking van de wederoprichting van het korps defileerde Maandag het 1ste regiment
huzaren te Amersfoort voor generaal-majoor A. R. v. d. Bent
De heer D. P. Teenstra,
burgemeester der gemeente
Wildervank, is op 63- jarigen
leeftijd te Groningen over
leden
De Japansche gezant, Z. Exc. Itaro Ishii
en de Duitsche gezant, Z. Exc. Graaf
Julius von Zech von Burkersroda bij
het verlaten van het paleis Noordeinde
te Den Haag na het aanbieden van
hun Nieuwjaarswenschen aan H. M.
de Koningin
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
DOUGLAS GARDINER.
(Nadruk verboden.)
6)
Er was zoo'n massa sneeuw gevallen dat de
auto maar langzaam vooruit kwam. En toen
ze eindelijk bij de poort van de Court aankwa
men. lag er zoo'n sneeuwlaag dat de wagen er
alleen met een slakkegangetje door zou kun
nen.
Ik zal hier uitstappen, Tonks. zei
Grantley. Hij zag iemand naderen en meende
dat het Jack was.
Mijn broer komt daar aan. ik zal even op
hem wachten. Er was zeker geen rijtuig aan
het station te krijgen. Breng den wagen maar
in de garage.
De auto reed langzaam weg en Grantley riep
terwijl hij ongeduldig op den grond stampte:
Haast Je wat Jack! Wat een weer!
Maar toen de man nader kwam, bleek het
niet Jack te zijn, maar de cowboy, Jack Mur-
Ben jij het! Ik zag je voor mijn broer
aan!
Wel een bewijs dat we op elkaar lijken en
uitdagend vervolgde de man:
Ik kom het antwoord halen. Zijn adem
rook sterk naar whiskey.
Mijn broer is er niet hij is naar Londen
en ik kan je precies vertellen wat hij daar
doet
Spaar uw moeite, ik kan niet opschieten
met advocaten. Ik wil Jack spreken en ik ga
in huis om hem op te wachten.
Daar komt niets van in. Mijn broer gaat
morgen naar New-York.
Laat me door, mijnheer, dit huis is mijn
eigendom. Het is met 't geld van mijn vader
gekocht en ik ben van plan hier te blijven tot
Jack komt. al duurt het een maand!
Maar beste kerel, antwoordde Grantley
kalm maar beslist. Dennington Court hoort
aan m ij en nóch mijn broer, nóch iemand
anders heeft er iets over te zeggen.
Als je doorgaat met me te vervelen, zal ik je
laten verwijderen!
Jack Murdock's oogen fonkelden en met op
getrokken lippen schreeuwde hij:
Weet je wel, dat je leven op het spel
staat! Zie je wel dat ik een geladen pistool op
je richt? Ik zeg je dat ik in het huis wil en
wie me dat durft verbieden is er geweest!
Overtuigd van zijn overmacht wilde hij
Grantley voorbij loopen. maar deze pakte hem
aan met de behendigheid van een kat. Hij
greep de hand met het pistool, duwde die in
de hoogte en beide mannen rolden worstelend
in de sneeuw. Opeens klonk een korte, scherpe
knal; Grantley voelde de spieren van zijn
tegenstander verslappen en Jack Murdock was
dood. De kogel was van onder de kin naar bo
ven en door de hersens gedrongen en door
den schedel weer naar buiten gekomen.
Grantley krabbelde overeind, overweldigd
door afschuw. Maar hij wist dat hij geen
schuld had. Murdock had zichzelf geraakt, het
pistool was nog in zijn verstijfde vingers ge
klemd. In hun woest gevecht waren ze van de
laan weggerold en terechtgekomen in den vrij
diepen hollen weg, die „De Dreef" genoemd
werd. En daar lag nu Murdock en weldra had
de sneeuw de plaats waar het afschuwelijke
gevecht had plaats gehad, bedekt.
Het was niet mijn schuld, mompelde
Grantley met een uitdrukking van ontzetting
op zijn gezicht De dwaas, de dronken
dwaas!
Hij bereikte het huls meer waggelend dan
loopend.
De butler kwam hem bij de deur tegemoet
en Tonks, de chauffeur stond achter hem.
Hun meester keek voor zich, met niets ziende
starende oogen.
't Is heelemaal niet in orde met hem, zei
Tonks, die beefde als een riet.
Telefoneer gauw naar den dokter, Bensley,
dan maak ik vast zijn kleeren los. Hij duwde
den butler opzij. Doe nu gauw, wat ik zeg, ik
zal mijnheer wel de eerste hulp verleenen.
Hij rukte Grantley's boord en das af, want
hij had dadelijk gezien, dat er bloedspatten op
waren. Grantley gaf geen enkel teeken dat hij
het voelde, zijn hoofd schommelde heen en
weer en hij mompelde onverstaanbare woor
den.
En zoo vond Jack zijn broer bij zijn thuis
komst. Later vertelde de dokter, dat hij een
hevigen aanval van hersenkoorts had.
Hoofdstuk 'V.
JACK CASTLEMAINE.
Absoluut overwerkt, constateerde de dok
ter, volkomen uitgeput. Hij was oorspronkelijk
in het West-End gevestigd geweest en eenige
vermogende patiënten naar buiten gevolgd.
Grantley Dennington was een sterk, kalm
goedverzorgd, en gezond man, oordeelde hij en
hij maakte zich niet ongerust over hem. Wist,
zijn broer ook of hij misschien een groote
teleurstelling of een plotselingen schok had
gehad?
Jack wist het maar al te goed en hij ver
telde den dokter zooveel als hij meende dat
noodig was.
Met één slag moeizame voorbereidingen
van weken te niet gedaan, zei Jack. En nu
vertrek Ik morgen naar New-York in verband
met die zaak. De overtocht is betaald, mijn
bagage gepakt, mijn advocaten hebben tele
grafisch bericht gekregen om me by aan
komst van de boot op te wachten; ik moet dus
vertrekken tenzij mijn broer in direct gevaar
verkeert.
De crisis komt pas na dagen, zei de dok
ter en ik maak me niet ongerust. Ik zou
maar gaan, hier kunt u toch niet helpen. Geef
me uw adres in New-York, dan zal ik eiken
dag seinen.
Jack ging naar beneden. Hij vroeg den butler
of Jake Murdock er dien dag ook geweest was
en toen hij een ontkennend antwoord kreeg,
schreef hij den Amerikaan een bondig briefje.
„Kom niet meer hier, want ik vertrek mor
gen naar New-York om nasporingen te doen.
Als je. zooals je beweert, de zoon blijkt te zijn
van mijn oom Silas, zal ik je zonder eenig
voorbehoud het vermogen overdragen. Ik wil
niets weten van schikkingen, welke dan ook.
Zonder twijfel zullen Spider Webb of zyn
vertegenwoordigers je op de hoogte houden
van den gang van zaken. Zelf wensch ik me
niet verder met je in te laten". Hy adres
seerde den brief met de bedoeling hem zelf te
posten.
Toen ging hy al zyn papieren nog eens door
om er zeker van te zijn. dat hij niets vergeten
had, toen ging hy op een rustbank in de bi
bliotheek liggen en luisterde naar het huilen
van den wind. Ondanks het gure weer was de
dokter er in geslaagd een ervaren verpleegster
voor Grantley te krygen en ze kwam om
streeks middernacht. Daardoor wat gerustge
steld ging Jack naar zyn kamer, kleedde zich
uit en ging liggen. Maar tot vijf uur 's mor
gens wierp hy zich rusteloos heen en weer,
stond toen op en schoof de gordynen weg, om
naar buiten te kijken. Alles was wit, maar
het sneeuwen had nu opgehouden en de he
mel was helder en bezaaid met sterren. Het
was voor Engeland ongewoon koud en het
leek ernaar of het vooreerst zoo zou blyven.
Hy trok wat kleeren aan en sloop naar
Grantley's kamer, tikte voorzichtig aan de
deur en werd dadeiyk door de verpleegster
binnengelaten.
Hoe is het met den patiënt? informeerde
bij.
O, daj ging goed, de koorts werd hooger,
maar dat was in deze omstandigheden een
normaal verschijnsel. Om acht uur stond de
auto voor. Tonks had, met behulp van den
tuinman, de oprijlaan vrij van sneeuw ge
maakt en groote massa's sneeuw hadden ze in
de Dreef gegooid. Van zes uur af waren ze
bezig geweest, 't Zou nu best gaan met de
auto en op den weg hadden paarden en voer
tuigen van boeren en vroegere melkventers al
flinke sporen gemaakt.
Tonks riep ongeduldig om de bagage,
want ze hadden maar een paar uur om in Eus-
ton de boottrein naar Liverpool te halen en
dat in zulk weer! Ten slotte zei Jack nog
haastig tegen den butler:
Laat dien Murdock in geen geval binnen,
als hij vandaag mocht komen. Na vandaag zal
hij niet meer komen, want ik heb hem ge
schreven. Wat er mogelyk verder mocht ko
men, kan ik wel aan je goede zorgen overla
ten, Bensley.
Toen ging hy naar boven om nog eens naar
zyn broer te kijken.
Dag beste jongen.
Het was mijn schuld niet. De dwaas, de
dwaas!, mompelde de patiënt
De laatste zaak die hij verloor, zal hem
door het hoofd spelen, dacht Jack. Hij raadde
zyn cliënt af er een rechtzaak van te maken,
maar sommige menschen willen niet geraden
worden.
En tegen de verpleegster: Hy zegt zeker
onzin? En maakt zichzelf uit voor den groot
sten schobbejak? Hij is toch niet erger?
O, neen mynheer, het gaat heel gewoon!
Nog eens boog hy zich over Grantley en
met een brok in de keel haastte hy zich
weg. Twee bedienden kwamen op hun teenen
aanloopen om Jack vaarwel te zeggen; ze hiel
den allemaal van hem. De butler hielp hem
in zyn groote pelsjas en fluisterde hem een
paar woorden toe, terwyl Tonks door de gla
zen deur gluurde en zei: 't Is kwart over acht,
mynheer!
(Wordt vervolgd).