SCHUDT UW LEVER WAKKER De Nederland sche vrouw en het Roode Kruis in oorlogstijd. STEGEMAN'S échte GELDERSCHE Twee duizend gulden boete tegen veehandelaar geëischt. VADER EIK. VRIJDAG 6 JANUARI 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Gebleken is, dat in tijd van nood op duizen den en duizenden jonge vrouwen gerekend kan worden. Maar zij dienen een grondige opleiding te ontvangen Helpsters in de nieuwe dienstuniform aan het werk in het Roode Kruis Zieken huis te 's-Gravenhage, onder toezicht van een hoofdverpleegster. Een medewerker schrijft ons: De critieke dagen van September 1938 liggen al weer eenige maanden achter ons. Maar de dreiging is gebleven. De eisch van voortdurende paraatheid is klemmender dan ooit te voren. Dit geldt ook voor het Nederlandsche Roode Kruis, dat immers in 1935 de enorme taak op zich nam, om zich in tijd van oorlog met de al- geheele verzorging van de zieke en gewonde militairen in het evacuatiegebied te belasten. Een taak, die ontzaglijke eischen van organisa- torischen aard stelt, en waarvoor o.m., behalve eenige duizenden artsen en gediplomeerde ver pleegsters, ook noodig zijn enkele duizenden Roode Kruis helpers (leden der transportcolon nes) en 12 a 14000 helpsters. In de Augustus dagen van 1938 is toen door het Roode Kruis een beroep gedaan op de Ne derlandsche vrouwen, om gich beschikbaar te stellen om opgeleid te worden tot helpster. De oproep gold toen tienduizend helpsters, Duizen den vrouwen en meisjes hebben zich toen aan gemeld. Alom in den lande zijn bij de plaatse lijke afdeelingen van het Roode Kruis cursussen voor de opleiding tot helpster ingericht. In tal van plaatsen moesten door den grooten toeloop talrijke parallelcursussen gehouden worden. Intusschen zijn weer eenige maanden verstre ken. En de vraag rijst: hoe staat het er nu mee? Om een antwoord op die vraag, die velen met ons stelden, te verkrijgen, hebben wij ons ge wend tot Dr. H. K. Offerhaus, Hoofd van het Ziekenhuiswezen van het Nederlandsche Roode Kruis en auctor intellectualis van het mobili satieplan van het Roode Kruis, die gaarne be reid was ons eenige inlichtingen te verstrekken over dit onderwerp, dat thans zoo sterk in de gedachten van ons volk leeft. „En dokter, heeft u uw tienduizend helpsters bijeen?" luidde onze vraag. „Nog niet heelemaaF', verklaarde Dr. Offer haus, „doch we zijn reeds een goed eind gevor derd. In Februari 1938 beschikten we nog slechts over 750 gediplomeerde helpsters. Na den op roep in Augustus zijn er eenige duizenden leer ling-helpsters bijgekomen". „Op hoeveel schat u thans, na den jongsten aanwas, en wanneer zij straks haar opleiding be ëindigd zullen hebben, het aantal helpsters waar over u zult kunnen beschikken?" „Precies valt dit op het oogenblik nog niet te zeggen. Ik heb juist dezer dagen een onderzoek bij de afdeelingen laten instellen, en er ontbre ken nog eenige gegevens. Maar ik geloof het aantal helpsters wel te mogen stellen op 5000, wel een geweldige vex-betering dus binnen zoo korten tijd. Bovendien komen daar nog de help sters bij, die door het Wit-Gele Kruis worden opgeleid. Er is namelijk in de spannende dagen volledige overeenstemming bereikt met deze ka tholieke organisatie inzake de vorming van help sters ten behoeve van het Roode Kruis". „Zoudt u een korte omschrijving kunnen ge ven van de opleiding der helpsters? Op dat punt schijnen nog wel eens misverstanden te be staan". „Inderdaad", merkte Dr. Offerhaus op, „dat is meermalen het geval. Om kort te gaan, de help sters moeten in de eerste plaats opgeleid worden in elementaire verpleegkunst. Daarvoor is trou wens een helpster-reglement vastgesteld. De op leiding omvat ook eerste-hulp-bij-ongelukken, maar dit deel van den cursus dient alleen om de meisjes eenig idee te geven van het menschelijk lichaam en zijn functies, alsmede van verschil lende ongevallen, bloedingen enz. Het is echter de uitsluitende bedoeling van het Nederlandsche Roode Kruis om de helpsters te gebruiken in de ziekenhuizen en hulpzieken huizen, en hoogstens in een enkele hulppost van de luchtbeschermingsdienst. De meisjes zullen zich echter nooit op straat mogen begeven om daar hulp te verleenen, aangezien het voor jonge vrouwen een onmogelijkheid is, zich eenigen tijd met gasmaskers voor en van gaskleeding voor zien op straat te bewegen, laat staan hulp te verleenen In de ziekenhuizen komt het nooit voor dat helpsters en zelfs verpleegsters e^rste-hulp-bij- ongelukken behoeven te verleenen, zoodat zelfs het grootste aantal van de gediplomeerde ver pleegsters niet op de hoogte is van eerste hulp. Het zg. eenheidsdiploma is voor de helpsters van het Roode Kruis dan ook niet alleen geen vereischte, maar het verwerven ervan zou te veel tijd in beslag nemen, ten koste van haar opleiding in elementaire verpleegkunst, waar juist zeer sterk de nadruk op moet worden ge legd. Mochten er helpsters zijn, die na verkregen diploma 3e klasse alsnog een eenheidsdiploma- opleiding wenschen te volgen, dan bestaat daar tegen natuurlijk geen bezwaar, doch het Roode Kruis verleent daarbij geen tusschenkomst. „En hoe staat het met het personeel der trans portcolonnes, Heeft men daarbij ook met een te kort te kampen?" „Neen, daar is de toestand geheel anders. Sta tutair heeft het Roode Kruis te zorgen voor 2400 transportcolonnisten. Op het oogenblik bedraagt het aantal leden der plaatselijke en mobiele transportcolonnes c.a. 4000. Voor de transportcolonnes van het Roode Kruis zjjn overigens de eischen wat opleiding betreft, juist andersom als bij de helpsters. Deze helpers moeten namelijk wel eerste hulp verlee nen op straat en waar zulks noodig mocht zijn. Dus voor hen is het eenheidsdiploma wel een vereischte en zij kunnen zelfs het diploma van helper nooit verwerven, alvorens zij het een heidsdiploma-examen met goed gevolg hebben afgelegd". „Dan liep er een gerucht, dokter, over een tekort aan artsen en gediplomeerde verpleeg sters. In hoeverre is dit juist?" „De voorziening in voldoende geneeskundig personeel is een punt, dat onze voortdurende aandacht heeft. Wanneer u bedenkt dat men re kening heeft te houden met de mogelijkheid van verzorging in oorlogstijd van tienduizenden zie ken en gewonden, dan is het duidelijk, dat men groote aantallen artsen en gediplomeerde ver pleegsters noodig heeft. Ook voor de hulpposten der luchtbeschermings diensten voor de burgerij zijn doktoren noodig. Men is bezig dit alles te co-ordineeren. Er zal nu aan het Roode Kruis opgegeven worden, welke aantallen men als minimum denkt noodig te hebben, waarna door een centraal lichaam als de Maatschappij ter bevordering der genees kunde zal worden nagegaan, hoe de verdeeling der beschikbare artsen moet geschieden, om de verschillende diensten te verzekeren. Wat de gediplomeerde verpleegsters aangaat, heeft men berekend dat men in oorlogstijd 1100 van deze geroutineerde verpleegkrachten te kort komt. Men is er evenwel van overtuigd, dat men in tijd van nood de ontbrekende 1100 gediplo meerde verpleegsters gemakkelijk zal kunnen aanwerven". „U sprak van de opleiding der helpsters. Zijn dat feitelijk ook verpleegsters?" „Neen", verklaarde Dr. Offerhaus met grooten nadruk, „het is goed. dat nog eens heel duideijk te zeggen. Want er bestaat juist op dat punt nog al misverstand. De helpster is, of ze nu le, 2e of 3e klasse is het meerendeel is derde klasse niets anders dan het woord aanduidt: „Help ster", en absoluut geen verpleegster. Zij helpen bij de verpleging, onder leiding van de gediplo meerde verpleegsters en de artsen natuurlijk. Het zijn dus zuiver en alleen hulpkrachten en in tijd van oorlog worden ze op arbeidscontract te werk gesteld en gesalarieerd als leerling-ver pleegster. In verband met de aanzienlijke kosten, welke de uniformeering van al deze helpsters met zich brengt, is onlangs besloten tot een vereenvoudi ging van het helpsters-costuum. Zij krijgen nu een wit mouwschort en bijbehoorend wit mutsje, beide uitgemonsterd met rood kruis. Dit is voortaan het officieele helpstercostuum, het dienstuniform van de helpsters, ook voor de hoo- gere rangen. Zooals u weet, is er onder het „tien milde-ge- vers-plan" onlangs f 11.000 aan giften binnenge komen. Een deel van dit bedrag zal worden aan gewend om in 1939 aan de gediplomeerde help- stei's 3e klasse 't nieuwe helpsters-unifoi-mschort kosteloos te verstrekken. De afdeelingsbesturen kunnen daartoe hun aanvragen bij het hoofd bestuur inzenden. Hr. Ms. „Van Kiiisbergen" van stapel geloopen. Het nieuwe artillerie-instructieschip. Donderdagmiddag is van een der hellingen van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam het voor den staat der Neder landen in aanbouw zijnde artillerie-instructie- schip „Van Kinsbergen" met goed gevolg te water gelaten. De echtgenoote van den minis ter van Defensie, mevrouw E. van Dijk— Wierda verrichte de doopceremoniën en nam de laatste beletselen weg. De „Van Kinsbergen" heeft een lengte van 100 M.. een breedte van 11.60 M. en een holte van 5.75 M. het schip wordt bewapend met vier kanonnen van 12 c.M. en twee dubbel- mitrailleurs van 4 m.M. Het schip zal normaal met een bemanning van 190 koppen varen. Fruithandelaren hebben het moeilijk. Telegram aan den minister. De Bond van Nederlandsche grossiers in ver- sche zuidvruchten en aanverwante artikelen heeft een telegram gezonden aan den- minister van Economische Zaken, waarin hij er de aan dacht van den minister op vestigt, dat op Dins dag 3 Januari 1939, in veiling te Goes, de groot ste veiling van Nederland, zijn aangeboden ten hoogste 400 kisten appelen, met prijzen voor goudreinetten a. 38 cents per K.G., b. 36 cents per K.G., c. 32 cents per K.G., bellefleur minste kwaliteit 24 cents per K.G. De toestand wordt voor de fruithandelaren crïtiek genoemd en den minister wordt nogmaals verzocht grooteren invoer van appelen mogelijk te maken door onmiddellijke verlaging van de monopolieheffing. Overdekte badinrichting te Leiden failliet verklaard. Donderdag is het faillissement van de N.V. „De overdekte bad- en zweminrichting" te Lei den volgens „Het Volk" aangevraagd. Op het ge bouw zouden niet minder dan 9 hypotheken rusten tot een totaal bedi-ag van f 126.000. Een zeer groot deel hiervan is gestort door het per soneel, dat slechts werd aangenomen op voor waarde, dat het in het aandeelenkapitaal deel nam. Zoo werden twee directeuren aangewezen, die hypotheken tot bedragen van f 15.000 en f 20.000 in de zaak staken. Het bad is 1 October 1937 geopend. Mr. H. M. Planten directeur van het Algemeen Handelsblad. In de vergadering van aandeelhouders van het Algemeen Handelsblad N.V. te Amsterdam is in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer ir. A. Heldring, met algemeene stemmen gekozen tot directeur, de heer mr. H. M. Planten te Wassenaar, directeur van de Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te 's Gravenhage. De nieuw benoemde directeur zal met ingang van 1 Maart a.s. zijn functie aanvaarden. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal ln Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt. Uw lichaam Is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el lendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. O moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Level* pilletjes bij apothekers en drogisten. L 0.76. (Adv. Ingez. Med.) De „Von Geusau" op Urk aangekomen. Na zeer zwaren strijd met het ijs. Donderdagmiddag om half drie is de motor sleepboot „Zeemeeuw" welke 's morgens om 5 uur met zevenhonderd kilogram post van Kam pen was vertrokken, op Urk aangekomen. Door den krachtigen Noordelijken wind is het ijs van een gescheurd. De „Von Geusau" is eveneens op Urk aange komen. De „Von Geusau" heeft het zwaar te verant woorden gehad. Bij een aanloop van 100 meter vorderde men ongeveer één meter en moest dan weer een uur ach teru its toom en om den kop van de boot uit het ijs los te krijgen Juist toen Donderdag de „Von Geusau" weer zou trachten naar Kampen terug te keeren, na derde de sleepboot „Zeemeeuw" van wier komst de bemanning op de „Von Geusau" radiografisch op de hoogte was gesteld. De „Zeemeeuw" liep op 500 M. afstand van de „Von Geusau" met den kop op het ijs en bleef onwrikbaar vastzitten Na vele vergeefsche pogingen gaf de bemanning van de „Zeemeuw" den strijd op en de kapi tein wandelde over het ijs naar de „Von Geu sau". Terwijl per i-adio de directie op Urk na dere instructies gevraagd werden, stak plotse ling een vrij hevige N.O.-wind op en de kapitein van de „Zeemeeuw" zag tot zijn verbazing dat zijn boot wegdreef. Juist voordat de boot ge heel vlot kwam, wist hij door vlug over het ijs te hollen, weer aan boord te springen. Direct zette de sterke sleepboot koers in Zuidelijke richting waar een strook open water was. Na een uur werken lag ook de „Von Geusau" weer in open water. De wind ging even plotse ling liggen als hij opgekomen was. De „Von Geusau zette nu ook koers naar de haven en om halfvier kwam het schip behouden binnen. DE GESTREMDE PONT VERBINDING DOORNENBURG—PANNERDEN Aangezien de pontverbinding tusschen Doornenburg en Pannerden in verband 'met het kapseizen van de veerboot nog gestremd is. maakt het rij verkeer thans gebruik van den veerdienst HuissenLijmers. Donderdag heeft men de verongelukte auto op den wal gebracht, doch de gezonken pont ligt nog in dezelfde positie. Het zal waarschijnlijk nog eenige dagen duren voor het pontverkeer zal worden hervat. VRAGEN OVER DEN BOUW VAN EEN PAND VOOR DEN HAAGSCHEN BESTUURDERSBOND. Het Tweede Kamerlid, de heer Amelink, heef» den minister van sociale zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat voor den Haagschen Be- stuurdersbond een pand zal worden gebouwd waarvoor genoemde bestuurdersbond de grond en de materialen heeft te bekostigen doch de loonkosten door het rijk en de gemeente 's Gra venhage zullen worden betaald? 2. Is het juist, dat behalve een deel van het werk, dat uitgevoerd zal worden door jeugdige werkloozen ter bevordering hunner vakkennis dit pand zal worden gebouwd in 40-urige werk week door volslagen arbeiders, onder de bepa lingen van de collectieve arbeidsovereenkoms voor het bouwbedrijf, ook voor wat de hoogte der loonen betreft? 3. Is het juist, dat in dit gebouw gevestigd zullen worden behalve stempellokalen voor „modern" georganiseerde werkloozen, kantoren van de sociaal-democratische vakbeweging en lokalen, bestemd voor het sociaal-democrati sche jeugdwerk? 4. Indien deze vragen bevestigend worden be antwoord. wil de minister dan de motieven mededeelen, op grond waarvan de overheid dc betaling der loonen voor den bouw van dit ge bouw voor haar rekening heeft genomen? Omzet Centrale Aalsmeersche Veiling gestegen. De Centrale Aalsmeersche veiling boekte over het af geloopen jaar, vergeleken bij 1937, een omzetstijging van 57.713.51 gld. In totaal is voor 2.721.591,60 gld. verhandeld. De vergoe ding van de Nederlandsche Sierteeltcentrale beliep 69.641.34 gld., hetgeen f 3.652,68 minder is dan het vorige jaar. IN WINKELS MET ONS RAAMBILJET DE ROOKWORST MET DE FIJNE ZACHTE ROOKSMAAK (Adv. Intjez Med.) ARROND. RECHTBANK Overtreding van de Landbouw-Crisiswet. Pleidooi van Mr. J. E. W. Duijs. Tweeduizend gulden boete eischte de Officier Donderdagmiddag tegen een 61-jarigen veehandelaar uit Zaandam, die de Landbouw-Crisiswet 1933 had overtreden. De verdachte was aangesloten bij een crisis organisatie en had toestemming gekregen 42 varkens te houden. Bovendien had hij als han delaar nog het recht meerdere varkens te heb ben, doch niet langer dan 14 dagen. Op 5 Mei 1937 had hij echter 100 varkens langer dan dien termijn gehouden en deswege was hij door den Kantonrechter te Zaandam tot een boete veroor deeld terwijl tevens de opbrengst van 58 var kens zijnde ongeveer f 2000 verbeurd was ver klaard. In hooger beroep werd de zaak nu voor de Haarlemsche Rechtbank behandeld. De getuigen a charge, een majoor der Rijks- veldwacht en een ambtenaar van den Centralen Crisis-Controle Dienst vertelde, dat de varkens in beslag waren genomen en op last van den Ambtenaar van het O. M. onderhandsch waren verkocht. De verdediger, mr. J. E. W. Duys had niet minder dan acht getuigen décharge opgeroe pen en uit hun verklaringen kwam vast te staan, dat men door de varkens zoo geforceerd te ver- koopen een verlies had geleden van 5 a 600 gul den. Een 34-jarige Ambtenaar van de Landbouw- crisiswet te Sloten schatte het verschil op 5 ct per pond. Mr. Duys: Waarom moest men tot dien gefor- ceerden verkoop overgaan? Get.: De Ambtenaar van het O.M. droeg mij op, die varkens voor zijn risico te verkoopen. Een controleur van de Landbouw-Crisiswet uit Alkmaar deelde mede. dat alleen bij ernstige overtredingen de Ambtenaar van het O.M. in kennis van de zaak wordt gesteld. Bij lichtere gevallen bepaalt men er zich toe de zaak aan hangig te maken bij het tuchtgerecht. Een controleur van den Landbouw-Crisis- dienst uit Tilburg (vroeger in Zaandam werk zaam) deelde mede, dat de verdachte het den Ambtenaren zeer gemakkelijk had gemaakt. Hij had royaal medegewerkt en zijn boeken ter in zage gegeven. Had hij dat niet gedaan dan was men waarschijnlijk niet in staat geweest de overtreding wettelijk vast te stellen. De diretceur van het Slachthuis te Zaandam was van meening, dat er wel degelijk ruimte ge noeg was geweest om de varkens ergens onder te brengen De stallen van het Slachthuis waren nagenoeg leeg. „De verdachte heeft een overtreding begaan", zoo zeide de Officier in zijn requisitoir. Dat staat vast. Het voorspel doet er niets toe. Of de var kens nu beter openbaar dan wel onderhandsch verkocht hadden kunnen worden, heeft op deze strafzaak geen invloed. Er is hier bovendien niets abnormaals gebeurd. Met het vonnis van den Kantonrechter was de Officier het echter niet eens. Hij bestreed dit op juridische gron den en concludeerde tenslotte tot de reeds ge noemde straf. Mr. J. E. W. Duys begon zijn pleidooi met hulde te brengen aan den Officier voor de iuri- disch-knappe wijze waarop hij het vonnis van den Kantonrechter „gekraakt" heeft. Dat von nis is naar alle kanten mis. Bij de strafmaat moet men echter met allerlei factoren rekening houden. De man zou niet in het verdachtenbankje staan als hij daartoe niet zelf had meegewerkt. Hij heeft 11 kinderen, die allen werkloos zijn. Een boete van f 2000 betee- kent voor hem den ondergang. Met een boete van f 50 of f 60 zou in dit geval kunnen worden volstaan. Met klem drong pleiter tenslotte op clementie aan. Het Provinciale Hek. Een 58-jarige Zaansche molenaar stond te recht wegens het vernielen van een hek, dat door den Provincialen Waterstaat op een wegge tje was geplaatst, dat naar zijn molen voerde. Volgens hem was de plaatsing van dat hek on rechtmatig. Daarom had hij een gedeelte ver nield, om toch toegang tot zijn molen te hebben. Thans gebruikte hij echter een anderen weg, die evenwel aan een Zaansche firma behoorde. De Officier meende, dat deze zaak weinig te maken heeft met het recht, dat de verdachte op het voetpad meent te hebben. Hij requireerde een geldboete van f 50 of 25 dagen. Mr. dr. D. H. Smit uit Amsterdam hield een uitvoerig pleidooi waarin hij o.a. naar voren bracht, dat de verdachte niet gehandeld heeft met de bedoeling schade toe te brengen Sinds 1901 is de verdachte molenaar op den molen „De Ooievaar" en altijd heeft hij van dit pad gebruik gemaakt. Plotseling heeft de Provinciale Water staat echter, zonder voorafgaande waarschu wing, een hek neergezet. In verband met een aanhangig te maken civiele procedure over deze kwestie verzocht spreker de Rechtbank de zaak te schorsen. De Rechtbank ging echter niet tot deze schorsing over en de president deelde mede. dat er over 14 dagen vonnis zal worden gewe zen. Spaansch avontuur. Wegens overtreding van art. 2 van het Kon. besluit van 11 Juni 1937 (verbod van dienstne ming in Spanje) moest een jongeman uit Wor- merveer terecht staan. Hij was echter niet ver schenen doch uit het verhaal van een kennis, die met hem in Spanje was geweest, bleek wel dat hij voor het republikeinsche leger gevoch ten had Hij had daar allerlei avonturen beleefd, was gevlucht en gevangen genomen en toen weer uit een ziekenhuis ontsnapt, waar hij verblijf hield omdat zijn voet bevroren was. Drie maanden eischte de Officier Uitspraak 19 Januari Laat anderen zingen van dav'rende dingen. Een hooglied der Stad, waar het leven in bruist. Ik trek naar een plek waar de Eikenboom ruischt. Die eeuwen trotseert, En de ziele wat leert. Daar stem ik mijn luit, en ik wijd hem een lied. Onder 't weelderig schut, dat zoo'n woudreus ons biedt. „Wees gegroet, vader Eik! Je bent grootsch; Je bent rijk. Als de Zonne verrijst aan den rand van het woud, koestert gij U het eerst in het sprankelend goud. Je heerscht hier als koning, Al schooner bekroning van bloesemend loof, valt U jaarlijks ten deel. Je strooit het weer uit op een grond van fluweel. Een kunstwerk gelijk, ls je kruin, vader Eik! Waar de vogelen des hemels bestendig in wonen. De stormwinden zullen je nimmer onttronen. Eens was je een tak waar één stengel uit stak, Maar een God noodde u om op 't aardsche festijn, de machtigste onder de boomen te zijn. ANTONIE PONS. Tentoonstelling ten bate van Duitsche vluchtelingen. In het gebouw Westeinde 24 te Amsterdam, is Donderdag onder groote belangstelling de ten toonstelling geopend van werken van schildei-s en beeldhouwers uit het geheele land, die be langeloos door de kunstenaars zijn afgestaan ten bate van de Duitsche vluchtelingen. Het is een, juist door het zeer uiteenloopende karakter der geëxposeerde werkene zeer belangwekkende ten toonstelling geworden, waar vooral de plastiek voortreffelijk vertegenwoordigd is. Wethouder mr. G C. J. D. Kropman heeft na mens het gemeentebestuur de tentoonstelling met een toespraak geopend. Pastoor en kapelaan vrijgesproken. De rechtbank te Breda heeft heden in hooger beroep uitspraak gedaan tegen een kapelaan te Tilburg die, alvorens een burgerlijk huwelijk was gesloten, de kerkelijke huwelijksplechtig heid had verricht en tegen den pastoor, die hem hiertoe opdracht had gegeven. De rechtbank bevestigde ten aanzien van den pastoor het vrijsprekend vonnis van den kan tonrechter te Tilburg. Ten aanzien van den ka pelaan vernietigde de rechtbank het vonnis van den kantonrechter en opnieuw recht doende sprak zij den kapelaan vrij. De moeilijkheden in de Amster- damsclie Burgerwacht. '«s', Medcdeeling van het bestuur van den Nederlandschen Bond van Vrijwillige Burgerwachten. Naar aanleiding van de persberichten, uit gegeven door het bestuur van de Bwgerwncht Amsterdam, stelt het bestuur van den Neder landschen Bond van Vrijw. Burgerwachten er prijs op het volgende mede te deelen Ten zeerste wordt het betreurd, dat ln deze persberichten verband wordt gelegd tusschen de N S. B en de interne oppositie welke ln de B.w. Amsterdam bestaat en tusschen deze op positie en het Bondsbestuur. Door het leggen van dit verband wordt de voorstelling gewekt, alsof er eenige voeling be staat tusschen de N S. B. en het bondsbestuur en wordt getracht teeen de burgerwachtbewe ging wantrouwen te wekken. Het bondsbestuur werpt dan ook elke be schuldiging, direct of indirect gedaan, dat het in contact zou staan met fascistische organi saties. met groote verontwaardiging van zich. Wat betreft het uit den bond treden van B.w Amsterdam zij volstaan met de mededee- ling, dat het Bondsbestuur de motiveering van het besluit om het lidmaatschap van den bond te beëindigen, niet deelt. In het bondsorgaan „De Nederlandsche Burgerwachter" zal een uiteenzetting van het standpunt van het bondsbestuur worden gegeven. Het geschil, dat tusschen den bond en B.w. Amsterdam bestaat, en waarin door hooger- hand tevergeefs is getracht te bemiddelen, staat geheel afgescheiden van de interne op positie in de Bw Amsterdam Het bondsbe stuur. en evenzeer de redacteur van het bondsorgaan, die men ook in de oppositie kwestie betrekt staan geheel buiten de moei lijkheden, welke in de B.w. Amsterdam zijn gerezen. Lt.-gen. E. F. Insinger overleden. In een groot deel onzer vorige oplage hebben wij nog gemeld, dat te zijnen huize te 's Gra venhage na een kortstondige ziekte op 68-jarigen leeftijd is overleden de gep. luitenant-generaaal K. F. Insinger, oud-commandant van de vesting Holland en oud-gouverneur der residentie. De heer Insinger is 1 Mei 1870 te Arnhem ge boren. Na zijn studies aan de Koninklijke Mili taire Academie te hebben voltooid werd hij op 26 Juli 1890 benoemd tot tweede luitenant bij het tweede regiment vestingartillerie. Na de verschillende rangen te hebben door- loopen, werd hij op 1 Mei 1924 benoemd tot in specteur der artillerie, van 1 November van dat 'aar af met den rang van generaal-majoor. Sinds 5 September 1925 functioneerend als plaatsver vangend gouverneur der residentie, werd hij op 1 October 1926 tot gouverneur der residentie be noemd Op 1 Januari 1929 werd hij benoemd tot com mandant van het veldleger en commandant •an de vesting Holland. Op zijn verzoek verkreeg hij op 1 Mei 1932 "ervol ontslag uit den militairen dienst met -iankbetuiging voor zijn gewichtige diensten. De overledene had de onderscheiding voor langdurigen dienst als officier, was commandeur in de orde van oranje-nassau en ridder in de >rdc van den Nederlandschen leeuw. Hij was commandeur 2e klasse van de orde van het zwaard van Zweden en commandeur eerste klasse van de orde van Sint Olaf van Noorwegen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5