SCHUDT UW LEVER
WAKKER
De Nederland sche vrouw en het
Roode Kruis in oorlogstijd.
STEGEMAN'S échte GELDERSCHE
Twee duizend gulden boete tegen
veehandelaar geëischt.
VADER EIK.
VRIJDAG 6 JANUARI 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Gebleken is, dat in tijd van nood op duizen
den en duizenden jonge vrouwen gerekend
kan worden. Maar zij dienen een grondige
opleiding te ontvangen
Helpsters in de nieuwe dienstuniform aan het werk in het Roode Kruis Zieken
huis te 's-Gravenhage, onder toezicht van een hoofdverpleegster.
Een medewerker schrijft ons:
De critieke dagen van September 1938 liggen
al weer eenige maanden achter ons. Maar de
dreiging is gebleven. De eisch van voortdurende
paraatheid is klemmender dan ooit te voren.
Dit geldt ook voor het Nederlandsche Roode
Kruis, dat immers in 1935 de enorme taak op
zich nam, om zich in tijd van oorlog met de al-
geheele verzorging van de zieke en gewonde
militairen in het evacuatiegebied te belasten.
Een taak, die ontzaglijke eischen van organisa-
torischen aard stelt, en waarvoor o.m., behalve
eenige duizenden artsen en gediplomeerde ver
pleegsters, ook noodig zijn enkele duizenden
Roode Kruis helpers (leden der transportcolon
nes) en 12 a 14000 helpsters.
In de Augustus dagen van 1938 is toen door
het Roode Kruis een beroep gedaan op de Ne
derlandsche vrouwen, om gich beschikbaar te
stellen om opgeleid te worden tot helpster. De
oproep gold toen tienduizend helpsters, Duizen
den vrouwen en meisjes hebben zich toen aan
gemeld. Alom in den lande zijn bij de plaatse
lijke afdeelingen van het Roode Kruis cursussen
voor de opleiding tot helpster ingericht. In tal
van plaatsen moesten door den grooten toeloop
talrijke parallelcursussen gehouden worden.
Intusschen zijn weer eenige maanden verstre
ken. En de vraag rijst: hoe staat het er nu mee?
Om een antwoord op die vraag, die velen met
ons stelden, te verkrijgen, hebben wij ons ge
wend tot Dr. H. K. Offerhaus, Hoofd van het
Ziekenhuiswezen van het Nederlandsche Roode
Kruis en auctor intellectualis van het mobili
satieplan van het Roode Kruis, die gaarne be
reid was ons eenige inlichtingen te verstrekken
over dit onderwerp, dat thans zoo sterk in de
gedachten van ons volk leeft.
„En dokter, heeft u uw tienduizend helpsters
bijeen?" luidde onze vraag.
„Nog niet heelemaaF', verklaarde Dr. Offer
haus, „doch we zijn reeds een goed eind gevor
derd. In Februari 1938 beschikten we nog slechts
over 750 gediplomeerde helpsters. Na den op
roep in Augustus zijn er eenige duizenden leer
ling-helpsters bijgekomen".
„Op hoeveel schat u thans, na den jongsten
aanwas, en wanneer zij straks haar opleiding be
ëindigd zullen hebben, het aantal helpsters waar
over u zult kunnen beschikken?"
„Precies valt dit op het oogenblik nog niet te
zeggen. Ik heb juist dezer dagen een onderzoek
bij de afdeelingen laten instellen, en er ontbre
ken nog eenige gegevens. Maar ik geloof het
aantal helpsters wel te mogen stellen op 5000,
wel een geweldige vex-betering dus binnen zoo
korten tijd. Bovendien komen daar nog de help
sters bij, die door het Wit-Gele Kruis worden
opgeleid. Er is namelijk in de spannende dagen
volledige overeenstemming bereikt met deze ka
tholieke organisatie inzake de vorming van help
sters ten behoeve van het Roode Kruis".
„Zoudt u een korte omschrijving kunnen ge
ven van de opleiding der helpsters? Op dat punt
schijnen nog wel eens misverstanden te be
staan".
„Inderdaad", merkte Dr. Offerhaus op, „dat is
meermalen het geval. Om kort te gaan, de help
sters moeten in de eerste plaats opgeleid worden
in elementaire verpleegkunst. Daarvoor is trou
wens een helpster-reglement vastgesteld. De op
leiding omvat ook eerste-hulp-bij-ongelukken,
maar dit deel van den cursus dient alleen om de
meisjes eenig idee te geven van het menschelijk
lichaam en zijn functies, alsmede van verschil
lende ongevallen, bloedingen enz.
Het is echter de uitsluitende bedoeling van
het Nederlandsche Roode Kruis om de helpsters
te gebruiken in de ziekenhuizen en hulpzieken
huizen, en hoogstens in een enkele hulppost van
de luchtbeschermingsdienst. De meisjes zullen
zich echter nooit op straat mogen begeven om
daar hulp te verleenen, aangezien het voor jonge
vrouwen een onmogelijkheid is, zich eenigen tijd
met gasmaskers voor en van gaskleeding voor
zien op straat te bewegen, laat staan hulp te
verleenen
In de ziekenhuizen komt het nooit voor dat
helpsters en zelfs verpleegsters e^rste-hulp-bij-
ongelukken behoeven te verleenen, zoodat zelfs
het grootste aantal van de gediplomeerde ver
pleegsters niet op de hoogte is van eerste hulp.
Het zg. eenheidsdiploma is voor de helpsters
van het Roode Kruis dan ook niet alleen geen
vereischte, maar het verwerven ervan zou te
veel tijd in beslag nemen, ten koste van haar
opleiding in elementaire verpleegkunst, waar
juist zeer sterk de nadruk op moet worden ge
legd.
Mochten er helpsters zijn, die na verkregen
diploma 3e klasse alsnog een eenheidsdiploma-
opleiding wenschen te volgen, dan bestaat daar
tegen natuurlijk geen bezwaar, doch het Roode
Kruis verleent daarbij geen tusschenkomst.
„En hoe staat het met het personeel der trans
portcolonnes, Heeft men daarbij ook met een te
kort te kampen?"
„Neen, daar is de toestand geheel anders. Sta
tutair heeft het Roode Kruis te zorgen voor 2400
transportcolonnisten. Op het oogenblik bedraagt
het aantal leden der plaatselijke en mobiele
transportcolonnes c.a. 4000.
Voor de transportcolonnes van het Roode
Kruis zjjn overigens de eischen wat opleiding
betreft, juist andersom als bij de helpsters. Deze
helpers moeten namelijk wel eerste hulp verlee
nen op straat en waar zulks noodig mocht zijn.
Dus voor hen is het eenheidsdiploma wel een
vereischte en zij kunnen zelfs het diploma van
helper nooit verwerven, alvorens zij het een
heidsdiploma-examen met goed gevolg hebben
afgelegd".
„Dan liep er een gerucht, dokter, over een
tekort aan artsen en gediplomeerde verpleeg
sters. In hoeverre is dit juist?"
„De voorziening in voldoende geneeskundig
personeel is een punt, dat onze voortdurende
aandacht heeft. Wanneer u bedenkt dat men re
kening heeft te houden met de mogelijkheid van
verzorging in oorlogstijd van tienduizenden zie
ken en gewonden, dan is het duidelijk, dat men
groote aantallen artsen en gediplomeerde ver
pleegsters noodig heeft.
Ook voor de hulpposten der luchtbeschermings
diensten voor de burgerij zijn doktoren noodig.
Men is bezig dit alles te co-ordineeren. Er zal
nu aan het Roode Kruis opgegeven worden,
welke aantallen men als minimum denkt noodig
te hebben, waarna door een centraal lichaam
als de Maatschappij ter bevordering der genees
kunde zal worden nagegaan, hoe de verdeeling
der beschikbare artsen moet geschieden, om de
verschillende diensten te verzekeren.
Wat de gediplomeerde verpleegsters aangaat,
heeft men berekend dat men in oorlogstijd 1100
van deze geroutineerde verpleegkrachten te kort
komt. Men is er evenwel van overtuigd, dat men
in tijd van nood de ontbrekende 1100 gediplo
meerde verpleegsters gemakkelijk zal kunnen
aanwerven".
„U sprak van de opleiding der helpsters. Zijn
dat feitelijk ook verpleegsters?"
„Neen", verklaarde Dr. Offerhaus met grooten
nadruk, „het is goed. dat nog eens heel duideijk
te zeggen. Want er bestaat juist op dat punt nog
al misverstand. De helpster is, of ze nu le, 2e
of 3e klasse is het meerendeel is derde klasse
niets anders dan het woord aanduidt: „Help
ster", en absoluut geen verpleegster. Zij helpen
bij de verpleging, onder leiding van de gediplo
meerde verpleegsters en de artsen natuurlijk.
Het zijn dus zuiver en alleen hulpkrachten en
in tijd van oorlog worden ze op arbeidscontract
te werk gesteld en gesalarieerd als leerling-ver
pleegster.
In verband met de aanzienlijke kosten, welke
de uniformeering van al deze helpsters met zich
brengt, is onlangs besloten tot een vereenvoudi
ging van het helpsters-costuum. Zij krijgen nu
een wit mouwschort en bijbehoorend wit mutsje,
beide uitgemonsterd met rood kruis. Dit is
voortaan het officieele helpstercostuum, het
dienstuniform van de helpsters, ook voor de hoo-
gere rangen.
Zooals u weet, is er onder het „tien milde-ge-
vers-plan" onlangs f 11.000 aan giften binnenge
komen. Een deel van dit bedrag zal worden aan
gewend om in 1939 aan de gediplomeerde help-
stei's 3e klasse 't nieuwe helpsters-unifoi-mschort
kosteloos te verstrekken. De afdeelingsbesturen
kunnen daartoe hun aanvragen bij het hoofd
bestuur inzenden.
Hr. Ms. „Van Kiiisbergen" van
stapel geloopen.
Het nieuwe artillerie-instructieschip.
Donderdagmiddag is van een der hellingen
van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij
te Rotterdam het voor den staat der Neder
landen in aanbouw zijnde artillerie-instructie-
schip „Van Kinsbergen" met goed gevolg te
water gelaten. De echtgenoote van den minis
ter van Defensie, mevrouw E. van Dijk—
Wierda verrichte de doopceremoniën en nam
de laatste beletselen weg.
De „Van Kinsbergen" heeft een lengte van
100 M.. een breedte van 11.60 M. en een holte
van 5.75 M. het schip wordt bewapend met
vier kanonnen van 12 c.M. en twee dubbel-
mitrailleurs van 4 m.M. Het schip zal normaal
met een bemanning van 190 koppen varen.
Fruithandelaren hebben het
moeilijk.
Telegram aan den minister.
De Bond van Nederlandsche grossiers in ver-
sche zuidvruchten en aanverwante artikelen
heeft een telegram gezonden aan den- minister
van Economische Zaken, waarin hij er de aan
dacht van den minister op vestigt, dat op Dins
dag 3 Januari 1939, in veiling te Goes, de groot
ste veiling van Nederland, zijn aangeboden ten
hoogste 400 kisten appelen, met prijzen voor
goudreinetten a. 38 cents per K.G., b. 36 cents
per K.G., c. 32 cents per K.G., bellefleur minste
kwaliteit 24 cents per K.G.
De toestand wordt voor de fruithandelaren
crïtiek genoemd en den minister wordt nogmaals
verzocht grooteren invoer van appelen mogelijk
te maken door onmiddellijke verlaging van de
monopolieheffing.
Overdekte badinrichting te Leiden
failliet verklaard.
Donderdag is het faillissement van de N.V.
„De overdekte bad- en zweminrichting" te Lei
den volgens „Het Volk" aangevraagd. Op het ge
bouw zouden niet minder dan 9 hypotheken
rusten tot een totaal bedi-ag van f 126.000. Een
zeer groot deel hiervan is gestort door het per
soneel, dat slechts werd aangenomen op voor
waarde, dat het in het aandeelenkapitaal deel
nam. Zoo werden twee directeuren aangewezen,
die hypotheken tot bedragen van f 15.000 en
f 20.000 in de zaak staken. Het bad is 1 October
1937 geopend.
Mr. H. M. Planten directeur van
het Algemeen Handelsblad.
In de vergadering van aandeelhouders van
het Algemeen Handelsblad N.V. te Amsterdam
is in de vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer ir. A. Heldring, met algemeene
stemmen gekozen tot directeur, de heer mr. H.
M. Planten te Wassenaar, directeur van de
Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer te 's Gravenhage. De
nieuw benoemde directeur zal met ingang van
1 Maart a.s. zijn functie aanvaarden.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal ln
Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom
van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het
bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt. Uw
lichaam Is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el
lendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. O
moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een
liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel
fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen
om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Level*
pilletjes bij apothekers en drogisten. L 0.76.
(Adv. Ingez. Med.)
De „Von Geusau" op Urk
aangekomen.
Na zeer zwaren strijd met het ijs.
Donderdagmiddag om half drie is de motor
sleepboot „Zeemeeuw" welke 's morgens om 5
uur met zevenhonderd kilogram post van Kam
pen was vertrokken, op Urk aangekomen. Door
den krachtigen Noordelijken wind is het ijs van
een gescheurd.
De „Von Geusau" is eveneens op Urk aange
komen.
De „Von Geusau" heeft het zwaar te verant
woorden gehad. Bij een aanloop van 100 meter
vorderde men ongeveer één meter en moest dan
weer een uur ach teru its toom en om den kop van
de boot uit het ijs los te krijgen
Juist toen Donderdag de „Von Geusau" weer
zou trachten naar Kampen terug te keeren, na
derde de sleepboot „Zeemeeuw" van wier komst
de bemanning op de „Von Geusau" radiografisch
op de hoogte was gesteld. De „Zeemeeuw" liep
op 500 M. afstand van de „Von Geusau" met den
kop op het ijs en bleef onwrikbaar vastzitten
Na vele vergeefsche pogingen gaf de bemanning
van de „Zeemeuw" den strijd op en de kapi
tein wandelde over het ijs naar de „Von Geu
sau". Terwijl per i-adio de directie op Urk na
dere instructies gevraagd werden, stak plotse
ling een vrij hevige N.O.-wind op en de kapitein
van de „Zeemeeuw" zag tot zijn verbazing dat
zijn boot wegdreef. Juist voordat de boot ge
heel vlot kwam, wist hij door vlug over het ijs
te hollen, weer aan boord te springen. Direct
zette de sterke sleepboot koers in Zuidelijke
richting waar een strook open water was.
Na een uur werken lag ook de „Von Geusau"
weer in open water. De wind ging even plotse
ling liggen als hij opgekomen was. De „Von
Geusau zette nu ook koers naar de haven en om
halfvier kwam het schip behouden binnen.
DE GESTREMDE PONT VERBINDING
DOORNENBURG—PANNERDEN
Aangezien de pontverbinding tusschen
Doornenburg en Pannerden in verband 'met
het kapseizen van de veerboot nog gestremd is.
maakt het rij verkeer thans gebruik van den
veerdienst HuissenLijmers. Donderdag heeft
men de verongelukte auto op den wal gebracht,
doch de gezonken pont ligt nog in dezelfde
positie. Het zal waarschijnlijk nog eenige dagen
duren voor het pontverkeer zal worden hervat.
VRAGEN OVER DEN BOUW VAN EEN PAND
VOOR DEN HAAGSCHEN
BESTUURDERSBOND.
Het Tweede Kamerlid, de heer Amelink, heef»
den minister van sociale zaken de volgende
vragen gesteld:
1. Is het juist, dat voor den Haagschen Be-
stuurdersbond een pand zal worden gebouwd
waarvoor genoemde bestuurdersbond de grond
en de materialen heeft te bekostigen doch de
loonkosten door het rijk en de gemeente 's Gra
venhage zullen worden betaald?
2. Is het juist, dat behalve een deel van het
werk, dat uitgevoerd zal worden door jeugdige
werkloozen ter bevordering hunner vakkennis
dit pand zal worden gebouwd in 40-urige werk
week door volslagen arbeiders, onder de bepa
lingen van de collectieve arbeidsovereenkoms
voor het bouwbedrijf, ook voor wat de hoogte
der loonen betreft?
3. Is het juist, dat in dit gebouw gevestigd
zullen worden behalve stempellokalen voor
„modern" georganiseerde werkloozen, kantoren
van de sociaal-democratische vakbeweging en
lokalen, bestemd voor het sociaal-democrati
sche jeugdwerk?
4. Indien deze vragen bevestigend worden be
antwoord. wil de minister dan de motieven
mededeelen, op grond waarvan de overheid dc
betaling der loonen voor den bouw van dit ge
bouw voor haar rekening heeft genomen?
Omzet Centrale Aalsmeersche
Veiling gestegen.
De Centrale Aalsmeersche veiling boekte over
het af geloopen jaar, vergeleken bij 1937, een
omzetstijging van 57.713.51 gld. In totaal is
voor 2.721.591,60 gld. verhandeld. De vergoe
ding van de Nederlandsche Sierteeltcentrale
beliep 69.641.34 gld., hetgeen f 3.652,68 minder
is dan het vorige jaar.
IN WINKELS MET ONS RAAMBILJET
DE ROOKWORST MET DE FIJNE ZACHTE ROOKSMAAK
(Adv. Intjez Med.)
ARROND. RECHTBANK
Overtreding van de Landbouw-Crisiswet.
Pleidooi van Mr. J. E. W. Duijs.
Tweeduizend gulden boete eischte de
Officier Donderdagmiddag tegen een
61-jarigen veehandelaar uit Zaandam,
die de Landbouw-Crisiswet 1933 had
overtreden.
De verdachte was aangesloten bij een crisis
organisatie en had toestemming gekregen 42
varkens te houden. Bovendien had hij als han
delaar nog het recht meerdere varkens te heb
ben, doch niet langer dan 14 dagen. Op 5 Mei
1937 had hij echter 100 varkens langer dan dien
termijn gehouden en deswege was hij door den
Kantonrechter te Zaandam tot een boete veroor
deeld terwijl tevens de opbrengst van 58 var
kens zijnde ongeveer f 2000 verbeurd was ver
klaard. In hooger beroep werd de zaak nu voor
de Haarlemsche Rechtbank behandeld.
De getuigen a charge, een majoor der Rijks-
veldwacht en een ambtenaar van den Centralen
Crisis-Controle Dienst vertelde, dat de varkens
in beslag waren genomen en op last van den
Ambtenaar van het O. M. onderhandsch waren
verkocht.
De verdediger, mr. J. E. W. Duys had niet
minder dan acht getuigen décharge opgeroe
pen en uit hun verklaringen kwam vast te staan,
dat men door de varkens zoo geforceerd te ver-
koopen een verlies had geleden van 5 a 600 gul
den.
Een 34-jarige Ambtenaar van de Landbouw-
crisiswet te Sloten schatte het verschil op 5 ct
per pond.
Mr. Duys: Waarom moest men tot dien gefor-
ceerden verkoop overgaan?
Get.: De Ambtenaar van het O.M. droeg mij
op, die varkens voor zijn risico te verkoopen.
Een controleur van de Landbouw-Crisiswet
uit Alkmaar deelde mede. dat alleen bij ernstige
overtredingen de Ambtenaar van het O.M. in
kennis van de zaak wordt gesteld. Bij lichtere
gevallen bepaalt men er zich toe de zaak aan
hangig te maken bij het tuchtgerecht.
Een controleur van den Landbouw-Crisis-
dienst uit Tilburg (vroeger in Zaandam werk
zaam) deelde mede, dat de verdachte het den
Ambtenaren zeer gemakkelijk had gemaakt. Hij
had royaal medegewerkt en zijn boeken ter in
zage gegeven. Had hij dat niet gedaan dan was
men waarschijnlijk niet in staat geweest de
overtreding wettelijk vast te stellen.
De diretceur van het Slachthuis te Zaandam
was van meening, dat er wel degelijk ruimte ge
noeg was geweest om de varkens ergens onder
te brengen De stallen van het Slachthuis waren
nagenoeg leeg.
„De verdachte heeft een overtreding begaan",
zoo zeide de Officier in zijn requisitoir. Dat staat
vast. Het voorspel doet er niets toe. Of de var
kens nu beter openbaar dan wel onderhandsch
verkocht hadden kunnen worden, heeft op deze
strafzaak geen invloed. Er is hier bovendien
niets abnormaals gebeurd. Met het vonnis van
den Kantonrechter was de Officier het echter
niet eens. Hij bestreed dit op juridische gron
den en concludeerde tenslotte tot de reeds ge
noemde straf.
Mr. J. E. W. Duys begon zijn pleidooi met
hulde te brengen aan den Officier voor de iuri-
disch-knappe wijze waarop hij het vonnis van
den Kantonrechter „gekraakt" heeft. Dat von
nis is naar alle kanten mis.
Bij de strafmaat moet men echter met allerlei
factoren rekening houden. De man zou niet in
het verdachtenbankje staan als hij daartoe niet
zelf had meegewerkt. Hij heeft 11 kinderen, die
allen werkloos zijn. Een boete van f 2000 betee-
kent voor hem den ondergang. Met een boete
van f 50 of f 60 zou in dit geval kunnen worden
volstaan. Met klem drong pleiter tenslotte op
clementie aan.
Het Provinciale Hek.
Een 58-jarige Zaansche molenaar stond te
recht wegens het vernielen van een hek, dat
door den Provincialen Waterstaat op een wegge
tje was geplaatst, dat naar zijn molen voerde.
Volgens hem was de plaatsing van dat hek on
rechtmatig. Daarom had hij een gedeelte ver
nield, om toch toegang tot zijn molen te hebben.
Thans gebruikte hij echter een anderen weg, die
evenwel aan een Zaansche firma behoorde.
De Officier meende, dat deze zaak weinig te
maken heeft met het recht, dat de verdachte op
het voetpad meent te hebben. Hij requireerde
een geldboete van f 50 of 25 dagen.
Mr. dr. D. H. Smit uit Amsterdam hield een
uitvoerig pleidooi waarin hij o.a. naar voren
bracht, dat de verdachte niet gehandeld heeft
met de bedoeling schade toe te brengen Sinds
1901 is de verdachte molenaar op den molen „De
Ooievaar" en altijd heeft hij van dit pad gebruik
gemaakt. Plotseling heeft de Provinciale Water
staat echter, zonder voorafgaande waarschu
wing, een hek neergezet. In verband met een
aanhangig te maken civiele procedure over deze
kwestie verzocht spreker de Rechtbank de zaak
te schorsen. De Rechtbank ging echter niet tot
deze schorsing over en de president deelde mede.
dat er over 14 dagen vonnis zal worden gewe
zen.
Spaansch avontuur.
Wegens overtreding van art. 2 van het Kon.
besluit van 11 Juni 1937 (verbod van dienstne
ming in Spanje) moest een jongeman uit Wor-
merveer terecht staan. Hij was echter niet ver
schenen doch uit het verhaal van een kennis,
die met hem in Spanje was geweest, bleek wel
dat hij voor het republikeinsche leger gevoch
ten had Hij had daar allerlei avonturen beleefd,
was gevlucht en gevangen genomen en toen weer
uit een ziekenhuis ontsnapt, waar hij verblijf
hield omdat zijn voet bevroren was.
Drie maanden eischte de Officier
Uitspraak 19 Januari
Laat anderen zingen
van dav'rende dingen.
Een hooglied der Stad, waar het leven in
bruist.
Ik trek naar een plek waar de Eikenboom
ruischt.
Die eeuwen trotseert,
En de ziele wat leert.
Daar stem ik mijn luit, en ik wijd hem een
lied.
Onder 't weelderig schut, dat zoo'n
woudreus ons biedt.
„Wees gegroet, vader Eik!
Je bent grootsch; Je bent rijk.
Als de Zonne verrijst aan den rand van
het woud,
koestert gij U het eerst in het sprankelend
goud.
Je heerscht hier als koning,
Al schooner bekroning
van bloesemend loof, valt U jaarlijks
ten deel.
Je strooit het weer uit op een grond van
fluweel.
Een kunstwerk gelijk,
ls je kruin, vader Eik!
Waar de vogelen des hemels bestendig in
wonen.
De stormwinden zullen je nimmer onttronen.
Eens was je een tak
waar één stengel uit stak,
Maar een God noodde u om op 't aardsche
festijn,
de machtigste onder de boomen te zijn.
ANTONIE PONS.
Tentoonstelling ten bate van
Duitsche vluchtelingen.
In het gebouw Westeinde 24 te Amsterdam, is
Donderdag onder groote belangstelling de ten
toonstelling geopend van werken van schildei-s
en beeldhouwers uit het geheele land, die be
langeloos door de kunstenaars zijn afgestaan ten
bate van de Duitsche vluchtelingen. Het is een,
juist door het zeer uiteenloopende karakter der
geëxposeerde werkene zeer belangwekkende ten
toonstelling geworden, waar vooral de plastiek
voortreffelijk vertegenwoordigd is.
Wethouder mr. G C. J. D. Kropman heeft na
mens het gemeentebestuur de tentoonstelling
met een toespraak geopend.
Pastoor en kapelaan vrijgesproken.
De rechtbank te Breda heeft heden in hooger
beroep uitspraak gedaan tegen een kapelaan te
Tilburg die, alvorens een burgerlijk huwelijk
was gesloten, de kerkelijke huwelijksplechtig
heid had verricht en tegen den pastoor, die hem
hiertoe opdracht had gegeven.
De rechtbank bevestigde ten aanzien van den
pastoor het vrijsprekend vonnis van den kan
tonrechter te Tilburg. Ten aanzien van den ka
pelaan vernietigde de rechtbank het vonnis van
den kantonrechter en opnieuw recht doende
sprak zij den kapelaan vrij.
De moeilijkheden in de Amster-
damsclie Burgerwacht. '«s',
Medcdeeling van het bestuur van den
Nederlandschen Bond van Vrijwillige
Burgerwachten.
Naar aanleiding van de persberichten, uit
gegeven door het bestuur van de Bwgerwncht
Amsterdam, stelt het bestuur van den Neder
landschen Bond van Vrijw. Burgerwachten er
prijs op het volgende mede te deelen
Ten zeerste wordt het betreurd, dat ln deze
persberichten verband wordt gelegd tusschen
de N S. B en de interne oppositie welke ln de
B.w. Amsterdam bestaat en tusschen deze op
positie en het Bondsbestuur.
Door het leggen van dit verband wordt de
voorstelling gewekt, alsof er eenige voeling be
staat tusschen de N S. B. en het bondsbestuur
en wordt getracht teeen de burgerwachtbewe
ging wantrouwen te wekken.
Het bondsbestuur werpt dan ook elke be
schuldiging, direct of indirect gedaan, dat het
in contact zou staan met fascistische organi
saties. met groote verontwaardiging van zich.
Wat betreft het uit den bond treden van
B.w Amsterdam zij volstaan met de mededee-
ling, dat het Bondsbestuur de motiveering van
het besluit om het lidmaatschap van den bond
te beëindigen, niet deelt. In het bondsorgaan
„De Nederlandsche Burgerwachter" zal een
uiteenzetting van het standpunt van het
bondsbestuur worden gegeven.
Het geschil, dat tusschen den bond en B.w.
Amsterdam bestaat, en waarin door hooger-
hand tevergeefs is getracht te bemiddelen,
staat geheel afgescheiden van de interne op
positie in de Bw Amsterdam Het bondsbe
stuur. en evenzeer de redacteur van het
bondsorgaan, die men ook in de oppositie
kwestie betrekt staan geheel buiten de moei
lijkheden, welke in de B.w. Amsterdam zijn
gerezen.
Lt.-gen. E. F. Insinger overleden.
In een groot deel onzer vorige oplage hebben
wij nog gemeld, dat te zijnen huize te 's Gra
venhage na een kortstondige ziekte op 68-jarigen
leeftijd is overleden de gep. luitenant-generaaal
K. F. Insinger, oud-commandant van de vesting
Holland en oud-gouverneur der residentie.
De heer Insinger is 1 Mei 1870 te Arnhem ge
boren. Na zijn studies aan de Koninklijke Mili
taire Academie te hebben voltooid werd hij op 26
Juli 1890 benoemd tot tweede luitenant bij het
tweede regiment vestingartillerie.
Na de verschillende rangen te hebben door-
loopen, werd hij op 1 Mei 1924 benoemd tot in
specteur der artillerie, van 1 November van dat
'aar af met den rang van generaal-majoor. Sinds
5 September 1925 functioneerend als plaatsver
vangend gouverneur der residentie, werd hij op
1 October 1926 tot gouverneur der residentie be
noemd
Op 1 Januari 1929 werd hij benoemd tot com
mandant van het veldleger en commandant
•an de vesting Holland.
Op zijn verzoek verkreeg hij op 1 Mei 1932
"ervol ontslag uit den militairen dienst met
-iankbetuiging voor zijn gewichtige diensten.
De overledene had de onderscheiding voor
langdurigen dienst als officier, was commandeur
in de orde van oranje-nassau en ridder in de
>rdc van den Nederlandschen leeuw.
Hij was commandeur 2e klasse van de orde
van het zwaard van Zweden en commandeur
eerste klasse van de orde van Sint Olaf van
Noorwegen.